-
1 c'est une petite vieille maigrichonne, maigrelette
c'est une petite vieille maigrichonne, maigreletteDictionnaire français-néerlandais > c'est une petite vieille maigrichonne, maigrelette
-
2 c'est toute une affaire, ce n'est pas une mince affaire, ce n'est pas une affaire petite
c'est toute une affaire, ce n'est pas une mince affaire, ce n'est pas une affaire petiteDictionnaire français-néerlandais > c'est toute une affaire, ce n'est pas une mince affaire, ce n'est pas une affaire petite
-
3 maigrelet
maigrelet [megrəle],maigrelette [megrəlet]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden: -
4 affaire
affaire [aafer]〈v.〉1 zaak ⇒ aangelegenheid, kwestie2 affaire ⇒ geschiedenis, zaak3 (rechts)zaak ⇒ politiezaak, proces5 (handels)zaak ⇒ bedrijf, onderneming♦voorbeelden:c'est (une) affaire de goût • het is een kwestie van smaakaffaire d'honneur • erezaakc'est l'affaire d'une seconde • het is een kwestie van een seconde〈 schertsend〉 la belle affaire! • is dat alles?, het is me wat!c'est toute une affaire, ce n'est pas une mince affaire, ce n'est pas une affaire petite • dat is geen kleinigheidj'ai là votre affaire • ik heb wat u zoektavoir affaire à qn. • met iemand te maken hebben, te doen krijgenil connaît son affaire • hij weet van wantenc'est ton affaire • dat is jouw zaakce n'est pas une affaire • zo erg is 't (nu ook weer) nietêtre à son affaire • in zijn element zijncela doit faire l'affaire • dat moet voldoende zijnj'en fais mon affaire • ik neem 't op meprendre une affaire en main • een zaak ter hand nemen, aanpakkense tirer d'affaire • zich uit een moeilijke situatie reddentirer qn. d'affaire • uit de problemen helpen3 affaire de moeurs • zedenmisdrijf, zedenschandaalaffaire pénale, criminelle • strafzaakAffaires étrangères • Buitenlandse Zakense retirer des affaires • stil gaan levenêtre dans les affaires • zakenman, -vrouw zijn1. f1) aangelegenheid, kwestie2) rechtszaak, proces3) transactie4) (handels)zaak, onderneming2. affairesf pl1) handel, (geld)zaken, belangen2) spullen3. affairéadjdruk bezig, bedrijvig -
5 gueule
gueule [gul]〈v.〉♦voorbeelden:gueule de raie • lelijke smoelune fine gueule • een fijnproeverc'est une grande gueule • hij heeft een grote bekcrever la gueule ouverte • verrekkenta gueule! • hou je bek, scheur!se fendre la gueule • zich een aap lachentaire sa gueule • z'n bek houdengueules noires • mijnwerkers, kompelsune jolie petite gueule • een aardig koppieune sale gueule • een rotkopavoir la gueule de bois • een kater hebbencasser la gueule de, à qn. • iemand op z'n bek slaanse casser la gueule • op z'n bek vallenfaire la gueule • een lelijk gezicht trekken, mokkense faire casser la gueule • overhoop geschoten worden, op z'n donder krijgenc'est bien fait pour ta gueule! • net goed voor je!s'en mettre plein la gueule • zich volproppenramener sa gueule • een grote mond hebben, tekeergaanf1) bek, muil2) moel, ponem, lop3) uiterlijk -
6 nature
nature1 [naatuur]〈v.〉2 aard ⇒ karakter, temperament♦voorbeelden:de toute nature • allerlei soortenc'est une nature • het is een krachtige persoonlijkheidde nature • van natureêtre de nature à • in staat zijn omil est avide de sa nature • hij is gierig van aardpar nature • op zich; van naturedisparaître dans la nature • spoorloos verdwijnen————————nature2 [naatuur]1 natuurlijk ⇒ echt, zonder toevoegingen♦voorbeelden:grandeur nature • op ware grootte, levensgroot————————nature3 [naatuur]f1) natuur2) aard, karakter -
7 histoire
histoire [iestwaar]〈v.〉3 verhaal ⇒ anekdote, (auto)biografie♦voorbeelden:histoire sainte • bijbelse, gewijde geschiedenishistoire universelle • algemene geschiedenis5 c'est de l'histoire ancienne • dat is ouwe koek, dat is oud nieuwsça c'est une tout autre histoire • dat is heel wat andershistoire de 〈+ onbepaalde wijs〉 • alleen maar om, omhistoire de rire • voor de grap, zomaarfaire des histoires • drukte makenallons, pas d'histoires! • vooruit, geen gezeur!1. f1) geschiedenis3) verhaal4) leugen5) avontuur2. histoiresf pl2) gezeur, toestand -
8 bête
bête1 [bet]〈v.〉♦voorbeelden:bête à bon dieu • lieveheersbeestjebête de proie • roofdierbête de somme • lastdierbête de trait • trekdier〈 figuurlijk〉 c'est ma bête noire • ik kan hem, haar niet uitstaan〈 figuurlijk〉 être la bête noire • het zwarte schaap, de gebeten hond zijn〈 figuurlijk〉 chercher la petite bête • vitten, muggenziftenbête puante • stinkdierbêtes sauvages, féroces • wilde dierentravailler comme une bête de somme • zich afbeulenêtre malade comme une bête • doodziek zijnregarder qn. comme une bête curieuse • iemand aangapenfaire la bête • dom doen, zich van de domme houden¶ bête à concours • boekenwurm, werkezel, vosser————————bête2 [bet]1 dom♦voorbeelden:bête comme un âne, une oie, un pied • oliedomc'est bête comme chou • dat is kinderspel1. f1) beest, dier3) domkop2. bêtesf pl(het) vee, wilde dieren, insecten3. adj1) dom, dwaas2) onzinnig -
9 tête
tête [tet]〈v.〉1 hoofd ⇒ kop, gezicht5 kop ⇒ top, bovenkant, voorste gedeelte♦voorbeelden:1 avoir, être une tête à claques, à gifles • een irritant koppie, een rotkop hebbentête de mort • doodshoofd, doodskopune tête de six pieds de long • een lang gezicht, een gezicht als een oorwurmde la tête aux pieds • van top tot teenêtre la tête de Turc, servir de tête de Turc • het mikpunt, pispaaltje zijndonner tête baissée dans qc. • blindelings, zonder te kijken ergens op inlopen, tegenaan lopen; 〈 ook〉 er blindelings inlopenavoir une bonne tête • er betrouwbaar, intelligent uitzien, een sympathieke kop hebbence sont deux têtes sous un même bonnet • dat zijn twee handen op één buiktomber la tête la première • voorovervallenla tête renversée • met het hoofd naar achterensale tête • gemene kopcourir tête baissée • lopen zo snel als men kandonner sa tête à couper • zijn hoofd eronder durven verweddenen faire une tête • een lang gezicht zettenjeter qc. à la tête de qn. • iemand iets naar het hoofd slingeren, iemand iets verwijtenrompre la tête à qn. • iemand de oren van het hoofd schreeuwentourner la tête • het hoofd afwenden2 c'est, il a une tête en l'air, tête sans cervelle, tête de linotte, tête d'oiseau • hij is een leeghoofd, heeft de hersens van een garnaal, gedraagt zich als een kip zonder kopavoir une tête de cochon, de mule • koppig zijnêtre une tête de cochon, de lard, de mule, de pioche • een stijfkop zijnmettre la tête à l'envers à qn. • iemand het hoofd op hol brengentête brûlée • heethoofdavoir la tête chaude • een heethoofd, driftkop zijnavoir la tête fêlée • een beetje getikt zijnune forte tête • iemand met een eigen wil, dwarskopavoir la tête froide • koelbloedig zijn〈 informeel〉 une grosse tête • een knappe kop, superintelligent persoon〈 informeel〉 avoir une, la grosse tête • pretenties, praatjes hebben〈 informeel〉 petite tête! • domkop!, sufferd(je)!examiner, réfléchir à tête reposée • rustig, op z'n gemak bekijken, overdenkenavoir la tête solide • veel aan zijn hoofd kunnen hebbenavoir toute sa tête • bij zijn volle verstand zijnavoir la tête vide • niet (meer) kunnen nadenken, zich niets meer kunnen herinnerenavoir de la tête • een goed verstand hebbenavoir la tête à ce qu'on fait • zijn hoofd, zijn aandacht bij zijn werk hebbenavoir la tête près du bonnet • een heethoofd, driftkop zijncasser, fendre la tête à qn. • iemand op zijn zenuwen werken, irriterense casser la tête contre les murs • met zijn hoofd tegen de muur lopen, wanhopig zijnchercher dans sa tête • proberen zich iets te herinnerense creuser la tête • z'n hersens pijnigenéchauffer la tête • iemand nijdig, woedend makenn'en faire qu'à sa tête • precies doen waar men zin in heeftfourrer, mettre qc. dans la tête • iets in het hoofd prentense mettre dans la tête, en tête de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten omse mettre dans la tête, en tête que 〈+ aantonende wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten dat, zich inbeelden datidée qui passe par la tête de qn. • idee dat zomaar bij iemand opkomtperdre la tête • het hoofd, zijn verstand verliezen, gek wordenle vin lui tourne la tête • de wijn stijgt hem naar het hoofdtourner la tête à qn. • iemand het hoofd op hol brengenavoir la tête ailleurs • er met zijn gedachten niet bij zijn, afwezig zijn〈 spreekwoord〉 quand on n'a pas de tête, il faut avoir des jambes • wie zijn hoofd vergeet, moet zijn benen gebruikende tête • uit het hoofd, in gedachtenavoir une idée (de) derrière la tête • iets in zijn achterhoofd hebbense mettre à la tête, prendre la tête de • de leiding nemen overà la tête, en tête de • aan het hoofd, aan de leiding vanpar tête • per persoon, per mantête d'ail • knoflookbolletjetête d'épingle • speldenknoptête de ligne • kopstation, beginpunt van een lijntête du lit • hoofdeinde van het bedtête de pipe • pijpenkopvirer tête à queue • helemaal om zijn as draaien, een draai van 180 graden makenwagon de tête • voorste wagontête nucléaire • atoomkopmusique en tête • de muziek vooropcôté tête • kop(zijde), kruisavoir la tête sur les épaules • met beide benen op de grond staanmauvaise tête • dwarsligger, lastpostfaire la mauvaise tête • koppig zijn, dwars liggense cogner, se taper la tête contre les murs • wanhopig naar een oplossing zoekenne plus savoir où donner de la tête • niet meer weten waar te beginnen, overstelpt zijn met werkfaire la tête (à qn.) • mokken (tegen iemand), boos zijn (op iemand)se jeter à la tête de qn. • toenadering zoeken tot iemand, zich bij iemand opdringenlaver la tête à qn. • iemand een flinke uitbrander gevenmonter la tête à qn. • iemand tegen iemand opzettense monter la tête • zich ergens over opwinden, spoken ziense payer (doucement) la tête de qn. • iemand (stiekem) voor de gek houdenpiquer une tête • een duik nemen, duikenredresser, relever la tête • zijn zelfvertrouwen herwinnenrisquer, sauver sa tête • zijn leven wagen, het er levend van afbrengentenir tête • het hoofd bieden, standhoudenen avoir par-dessus la tête • er schoon genoeg van hebben, er de buik van vol hebbenf1) hoofd, kop2) gezicht3) leider4) kopbal5) top, bovenkant -
10 personne
personne1 [person]〈v.〉1 persoon ⇒ mens, iemand2 lichaam♦voorbeelden:personne âgée • bejaardeles Personnes divines • de Drie-eenheidgrande personne • volwassenela personne humaine • de menspar une tierce personne, par personne interposée • via een tussenpersoontoute sa personne rayonnait la joie de vivre • heel zijn, haar wezen straalde levensvreugde uitaimer, soigner sa personne • zichzelf verwennenexposer sa personne • zijn leven in de waagschaal stellenfaire grand cas de sa (petite) personne • zeer met zichzelf ingenomen zijnpayer de sa personne • zich niet ontzienen personne • in eigen persoonpar personne • per persoonune personne • iemand————————personne2 [person]♦voorbeelden:vous le savez mieux que personne • u weet het beter dan wie ooksans avoir vu personne • zonder iemand gezien te hebbenje n'ai rencontré personne de sérieux • ik ben geen serieus iemand tegengekomen1. f1) persoon2) lichaam2. pron -
11 crotte
crotte [krot]〈v.; ook tussenwerpsel〉1 keutel ⇒ drol, poep♦voorbeelden:une crotte de chocolat • bonbonil ne se prend pas pour une crotte • hij denkt niet te min over zichzelf〈 informeel〉 Oh! crotte! • stik!, verdorie!1. f1) drol, poep2) schatje2. interj -
12 enfance
enfance [ãfãs]〈v.〉♦voorbeelden:1 première enfance, petite enfance • de vroege, vroegste kinderjarendès sa plus tendre enfance • van zijn prilste jeugd afdès son enfance • van kindsbeen afune science dans l'enfance • een wetenschap die in de kinderschoenen staatf1) kinderjaren2) (de) kinderen, jeugd3) kindsheid
См. также в других словарях:
Une petite fille dans les tournesols — Données clés Réalisation Bernard Férie Scénario Bernard Férie Acteurs principaux Claude Jade Bruno Pradal Bernard Rousselet Pays d’origine France … Wikipédia en Français
Une Petite Ville en France — Auteur Françoise Gaspard Genre Essai, Témoignage Pays d origine France Éditeur Gallimard Collection Au vif du sujet Date de parution 1990 Nombre de pages … Wikipédia en Français
Une petite poule avisee — Une petite poule avisée Une petite poule avisée (The Wise Little Hen) est un court métrage d animation de la série Silly Symphonies réalisé par les studios Disney, sorti au cinéma le 9 juin 1934. Il marque la première apparition de Donald Duck.… … Wikipédia en Français
Une petite ville en france — Auteur Françoise Gaspard Genre Essai, Témoignage Pays d origine France Éditeur Gallimard Collection Au vif du sujet Date de parution 1990 Nombre de pages … Wikipédia en Français
Une petite paix bien tranquille — (A Little Peace and Quiet) est le deuxième épisode de la série télévisée La Cinquième Dimension. Il a été diffusé le 27 septembre 1985 aux États Unis à la suite du premier épisode, Le Jour de la déchirure. Sommaire 1 Synopsis 2 … Wikipédia en Français
Une petite poule avisée — (The Wise Little Hen) est un court métrage d animation de la série Silly Symphonies réalisé par les studios Disney, sorti au cinéma le 9 juin 1934. Il marque la première apparition de Donald Duck. Le film se base sur le conte d origine russe La… … Wikipédia en Français
Une petite soeur pour l'ete — Une petite sœur pour l’été Une petite sœur pour l’été (Natsu no imoto) est un film japonais réalisé par Nagisa Oshima en 1972. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 … Wikipédia en Français
Une petite sœur pour l'été — Une petite sœur pour l’été Une petite sœur pour l’été (Natsu no imoto) est un film japonais réalisé par Nagisa Oshima en 1972. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 … Wikipédia en Français
Une petite ville en France — Auteur Françoise Gaspard Genre Essai, Témoignage Pays d origine France Éditeur Gallimard Collection Au vif du sujet Date de parution 1990 … Wikipédia en Français
Une petite ville sans histoire — (Our Town) est un film américain réalisé par Sam Wood, sorti en 1940. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 Lien externe … Wikipédia en Français
Une petite sœur pour l’été — (Natsu no imoto) est un film japonais réalisé par Nagisa Oshima en 1972. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 Lien externe … Wikipédia en Français