-
1 bevrijden
libraDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > bevrijden
-
2 set at large
bevrijden -
3 set at liberty
bevrijden -
4 befria
bevrijden -
5 освободить
bevrijden, in vrijheid stellen ; vrij maken, ontruimen ; vrijstellen, ontslaan -
6 освобождать
bevrijden, in vrijheid stellen ; vrij maken, ontruimen ; vrijstellen, ontslaan -
7 cut loose
-
8 disembarrass
v. bevrijden van, ontdoen van1 bevrijden ⇒ ontdoen, verlossen♦voorbeelden:may I disembarrass you of your coat? • mag ik uw mantel aannemen? -
9 disembroil
v. uit warboel bevrijden; uit verwarrende toestand bevrijden[ dissimbrojl] -
10 extricate
v. bevrijden, losmaken[ ekstrikkeet] 〈zelfstandig naamwoord: extrication〉1 halen uit ⇒ bevrijden, losmaken♦voorbeelden:extricate from the wreck • uit het wrak bevrijden -
11 dégager
dégager [deegaazĵee]3 opruimen♦voorbeelden:〈 informeel〉 dégage! • donder op!♦voorbeelden:1. v3) opruimen4) vrijlaten [hals, rug]5) verspreiden [gas, geur]6) vrijmaken [geld]7) inlossen [pand]8) afwijzen [verantwoordelijkheid]9) terugnemen [woord]10) trekken (uit) [lering]2. se dégagerv1) opklaren [lucht]2) leegstromen [straat]4) vrijkomen [geur, rook] -
12 disencumber
v. vrijmaken, (v. overlast) bevrijden[ dissinkumbə] 〈 formeel〉 -
13 disinfest
v. van een plaag bevrijden, ongedierte bestrijden[ dissinfest] 〈zelfstandig naamwoord: disinfestation〉 -
14 enfranchise
v. stemrecht geven; bevrijden[ infræntsjajz] 〈zelfstandig naamwoord: enfranchisement〉 -
15 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
16 liberate
-
17 redeem
v. bevrijden; loskopen; redden; bestaan, vervullen, handhaven; verzoenen[ riddie:m]2 vervullen ⇒ nakomen, inlossen♦voorbeelden:redeem a pawned ring • een verpande ring inlossen4 a redeem ing feature • een verzoenende trek/eigenschap -
18 release
n. bevrijding; nieuwe uitgave (van een nieuw boek); nieuwe film; mededeling aan de pers--------v. loslaten; vrijlaten; bevrijden; vrijgevenrelease1[ rillie:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bevrijding ⇒ vrijgeving, verlossing4 nieuwe film/grammofoonplaat ⇒ release♦voorbeelden:————————release2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
19 set free
-
20 unburden
v. ontlasten, verlichten[ unbə:dn]1 ontlasten ⇒ verlichten, van een last bevrijden♦voorbeelden:unburden oneself of something • iets opbiechtenunburden oneself/one's heart to someone • zijn hart uitstorten bij iemand
См. также в других словарях:
Huub Oosterhuis — Hubertus Gerardus Josephus Henricus Oosterhuis, genannt Huub (ausgesprochen: Hüp) (* 1. November 1933 in Amsterdam), ist ein niederländischer Theologe und Dichter. Oosterhuis war Jesuit und katholischer Pri … Deutsch Wikipedia
Altar — 1. Die des Altars pflegen, geniessen des Altars. – 1 Kor. 9, 13; Schulze, 263. Holl.: Die het altaar bedient, leeft ervan. (Harrebomée, I, 13.) Lat.: Qui altari deserviunt, cum altari participant. 2. Ein Altar ist ohne Gecken wie ein Blinder ohne … Deutsches Sprichwörter-Lexikon