-
21 je suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier
je suis reçu au baccalauréat et j'en suis fierik ben voor het eindexamen (middelbare school) geslaagd en ik ben er trots opDictionnaire français-néerlandais > je suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier
-
22 je suis votre homme
je suis votre hommeik ben uw man, ik ben bereid dat voor u te doen -
23 acheteur
acheteur [aasĵtur],acheteuse [aasĵteuz]〈m., v.〉1 koper, koopster ⇒ klant2 inkoper, inkoopster♦voorbeelden:m (f - acheteuse)1) koper/koopster, klant2) inkoper/inkoopster -
24 amateur
amateur [aamaatur]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉2 amateur♦voorbeelden:amateur de sucreries • zoetekauw1. m1) liefhebber2) amateur3) dilettant2. adj1) amateur-, amateuristisch -
25 âme
âme [aam]〈v.〉1 ziel ⇒ geest, gemoed2 kern♦voorbeelden:être, errer comme une âme en peine • met zijn ziel onder zijn arm lopenâme soeur • verwante ziel, zielsverwantde toute son âme • met z'n hele wezenje n'ai pas rencontré âme qui vive! • ik ben geen sterveling tegengekomen!à fendre l'âme • hartverscheurendrendre l'âme • de geest gevendans l'âme • in hart en nierenune ville de plus de dix mille âmes • een stad van meer dan tienduizend zielenen mon âme et conscience • naar eer en gewetensans âme • gevoelloosêtre l'âme damnée de qn. • iemands kwade genius zijnf1) ziel2) geest, gemoed, innerlijk3) persoonlijkheid, karakter -
26 anniversaire
anniversaire [aanieverser]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 (ver)jaardag ⇒ gedenk-, herdenkingsdag♦voorbeelden:gâteau d'anniversaire • verjaarstaartanniversaire de mariage • trouwdagmesse d'anniversaire • jaardienstbon anniversaire • proficiat met je, uw verjaardagc'est mon anniversaire • ik ben jarigmverjaardag, gedenkdag -
27 attraper
attraper [aatraapee]1 pakken ⇒ grijpen, (op)vangen2 beetnemen ⇒ erin laten lopen, foppen3 betrappen ⇒ snappen, verrassen7 treffen ⇒ raken, vatten♦voorbeelden:attraper qn. par le bras • iemand bij de arm pakkense faire attraper • gepakt wordenil m'a bien attrapé • hij heeft me flink beetgenomen, er mooi in laten lopen3 tu serais bien attrapé si • je zou er raar, vreemd van opkijken alsque je t'y attrape! • laat ik het niet merken, waag het eens!attraper qn. à qc. • iemand op iets betrappen♦voorbeelden:v1) (beet)pakken, grijpen2) beetnemen, foppen3) betrappen, verrassen5) oplopen, opdoen [ziekte]6) halen [bus, trein]7) vatten [kou]8) treffen, raken -
28 avoir
avoir1 [aavwaar]〈m.〉1 bezit ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:avoir fiscal • belastingfaciliteitense faire faire un avoir • een tegoedbon laten uitschrijvenavoir à la caisse d'épargne • spaartegoedportez cette somme à mon avoir • crediteert u mij voor dit bedrag————————avoir2 [aavwaar]2 〈 vooral met toekomende tijd, passé composé, passé défini〉 krijgen ⇒ in het bezit komen van, hebben ⇒ 〈 examen, trein〉 halen3 te pakken nemen ⇒ beetnemen, te grazen nemen6 schelen ⇒ mankeren, hebben♦voorbeelden:avoir qn. à déjeuner • iemand te lunchen hebbenen avoir assez de qn. • genoeg van iemand hebbenen avoir à, après, contre qn. • iets tegen iemand hebben, op iemand gebeten zijnnous en avons pour deux heures • we hebben er twee uur voor nodigen avoir pour son argent • waar voor zijn geld krijgenavoir pour ami • als vriend hebbenavoir qc. sur soi • iets bij zich hebbenavoir un prix • een prijs krijgenfaire avoir qc. à qn. • iemand aan iets helpen6 qu'est-ce qu'elle a, cette télé? • wat mankeert er aan die televisie?1 er is, zijn ⇒ er staat, staan, er ligt, liggen♦voorbeelden:il y a cinq kilomètres d'ici au village • het dorp is vijf kilometer hiervandaanil y en a qui • er zijn mensen diecombien y a-t-il d'ici à Paris? • hoever is het (van hier) naar Parijs?il n'y a pas de quoi • niets te dankenil n'y a pas que lui • hij is niet de enigequ'est-ce qu'il y a de nouveau? • wat voor nieuws is er?→ unIII 〈 hulpwerkwoord〉1 hebben, zijn2 moeten ⇒ behoeven, willen♦voorbeelden:il n'a pas à se plaindre • hij heeft niet te klagentu n'auras pas à le regretter • je zult er geen spijt van krijgenje n'ai rien à faire • ik heb niets te doenj'ai (fort) à faire • ik heb het (erg) druk1. m1) bezit, vermogen2) creditpost2. v1) hebben, bezitten2) krijgen3) halen [examen, trein]5) dragen [kleren]6) zijn [leeftijd]7) meten8) schelen, mankeren9) lijken (op)10) [hulpww.] hebben, zijn11) [hulpww.] moeten3. il y av1) er is/zijn2) geleden zijn -
29 bonne
-
30 bras
bras [braa]〈m.〉1 arm3 mankracht ⇒ werkkracht, arbeider♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 avoir un bras de fer • onverbiddelijk, streng zijnbras d'honneur • obsceen gebaar voor lulbaisser les bras • (de moed) opgeven, zich gewonnen gevencette nouvelle m'a cassé bras et jambes • ik ben kapot van dat nieuws〈 figuurlijk〉 couper bras et jambes à qn. • iemand versteld doen staan; 〈 ook〉iemand vleugellam maken, iemand uitputtenouvrir les bras à qn. • iemand met open armen ontvangen; 〈 ook〉iemand vergeven, iemand de helpende hand reikentendre les bras vers qn. • iemands hulp inroepen〈 figuurlijk〉 les bras m'en tombent • nou breekt m'n klomp, ik sta pafbras dessus, bras dessous • arm in arm, gearmd〈 figuurlijk〉 se réfugier dans les bras de qn. • bij iemand z'n heil, z'n toevlucht zoeken〈 figuurlijk〉 avoir qc., qn. sur les bras • voor iets, iemand te zorgen hebben, opgescheept zitten met iets, iemandbras de vigne • wijnranktravailler à pleins bras • uit alle macht werkentomber sur qn. à bras raccourcis • zich als een razende op iemand werpen¶ à bout de bras • op armlengte; op eigen krachtà force de bras • met de sterke armdépenser de l'argent à tour de bras • met geld smijtenm1) arm2) macht3) zwengel4) armleuning5) (zee)engte6) bras [aan ra]7) voorpoot, schaar, vin -
31 casser
casser [kaasee]→ passerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 breken ⇒ stukmaken, stukslaan, inslaan♦voorbeelden:casser du bois • hout hakkenle ressort est cassé • hij, zij is innerlijk gebrokença ne casse rien • dat is niet veel bijzondersil ne casse rien • ik ben niet bijzonder onder de indruk van hemce travail me casse la tête • ik word gek van dat werktu nous les casses • schei uit met je gezeikfilm à tout casser • buitengewone filmil conduit sa voiture à tout casser • hij rijdt plankgasça vous coûtera dix francs à tout casser • dat zal u hoogstens tien frank kostenrire à tout casser • keihard lachensans en casser une • zonder een woord♦voorbeelden:1. v1) breken, stukgaan2) stukslaan3) annuleren [vonnis]4) ontslaan, afzetten, degraderen5) onderbreken6) kraken, inbreken2. se casservaftaaien, er vandoor gaan -
32 cauchemar
-
33 ce
ce1 [sə],1 deze, dit; die, dat♦voorbeelden:ce jour • vandaagces derniers jours • de laatste dagenun de ces jours • één dezer dagencette femme-ci • deze vrouwcet homme-là • die man2 cette réponse! • wat een antwoord!————————ce2 [sə],c', ç' [s]♦voorbeelden:qu'est ce que c'est? • wat is dat?c'est la vérité que vous dites là • het is waar wat u daar zegtc'est à toi de jouer • het is jouw beurtc'est à pleurer • het is om te huilence n'est pas que • niet datc'est lui le coupable • híj is de schuldigesi elle pleure c'est qu'elle est malheureuse • als ze huilt komt dat omdat ze ongelukkig isun des plus agaçants médecins, si ce n'est le plus agaçant • één van de meest vervelende dokters, zo niet de meest vervelendec'est eux • zij zijn hetest-ce toi? • ben jij het?personne ne doit y entrer, fût ce mon père • niemand mag daar naar binnen, zelfs mijn vader nietce me semble • me dunktce sont eux • zij zijn hetce dont on parle • dat waarover men spreektje me réjouis de ce que vous êtes partis • ik verheug me erover dat jullie vertrokken zijn〈 formeel〉 pour ce • daarom, om die redensur ce • daaropet ce • en dat, en welce que • (dat) wattout ce que • alles wat3 ce que c'est beau! • wat is dat mooi!1. = c'; = ç'; pron1) het, dat2) (dat) wat3) wat...!4) dat2. ce, cet, cette= c'; = ç'; adj1) deze, dit, die, dat2) wat een...! -
34 char
char [sĵaar]〈m.〉♦voorbeelden:〈 argot〉 arrête ton char (, Ben-Hur)! • hou op (met dat geleuter)!m1) tank, gevechtswagen2) praalwagen -
35 claquer
claquer [klaakee]1 klappen ⇒ klapperen, knallen♦voorbeelden:faire claquer la langue • met de tong klakkenfaire claquer ses doigts • met de vingers knippenfaire claquer une porte • een deur dichtslaanclaquer des dents • klappertandenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ muscle1. v1) klappen, knallen2) creperen5) dichtsmijten6) verbrassen7) afjakkeren2. se claquerv -
36 débiteur
débiteur [deebietur],débitrice [deebietries]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 schuldig ⇒ verschuldigd, debet♦voorbeelden:débiteur hypothécaire • hypotheekgeverêtre débiteur envers qn. de qc. • iemand iets verschuldigd zijnun débiteur, une débitrice • schuldenaar, -nares, debiteurm (f - débitrice)schuldenaar/-ares -
37 déborder
déborder [deebordee]1 overlopen ⇒ overvol zijn, overstromen♦voorbeelden:cet enfant déborde de vie et de santé • dat kind is zeer levendig en blaakt van gezondheidje suis débordé (de travail) • ik ben overstelpt met werk, ik heb het razend druk→ goutteII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitsteken uit, buiten, boven♦voorbeelden:v1) overstromen2) uitsteken (boven, buiten)3) lostrekken, afhalen [dekens]4) omtrekken [leger] -
38 décider
décider [deesiedee]♦voorbeelden:1 décider de qc. • iets bepalen, beslissend zijn voor ietsà vous de décider • de beslissing is aan uc'est moi qui décide ici • ik ben hier de baasII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beslissen ⇒ een beslissing nemen over, een uitspraak doen over2 besluiten tot ⇒ bepalen, vaststellen4 doen besluiten ⇒ overhalen, brengen tot♦voorbeelden:1 besluiten (tot) ⇒ het besluit nemen (om), overgaan (tot)♦voorbeelden:se décider à faire qc. • het besluit nemen (om) iets te doen1. v1) beslissen4) overhalen2. se déciderv -
39 désavantage
désavantage [deezaavãtaazĵ]〈m.〉1 nadeel ⇒ bezwaar, ongemak, handicap♦voorbeelden:cette affaire a tourné à mon désavantage • ik ben er in deze zaak slecht vanaf gekomenm1) nadeel2) handicap, ongemak -
40 douter
douter [doetee]1 twijfelen (aan) ⇒ betwijfelen, in twijfel trekken♦voorbeelden:à n'en pas douter • zonder twijfeldouter de qn. • iemand niet vertrouwen〈que + aanvoegende wijs〉 je doute fort qu' il vous reçoive • ik betwijfel zeer of hij u zal ontvangen〈ne pas douter que + aantonende wijs〉 je ne doute pas qu' il viendra • ik ben er zeker van dat hij komt〈ne pas douter que + aanvoegende wijs〉 je ne doute pas qu' il (ne) vienne, mais • ik twijfel er niet aan of hij komt, maar〈ne pas douter que + voorwaardelijke wijs〉 je ne doute pas qu' il accepterait, si j'insistais • ik twijfel er niet aan of hij zou ja zeggen als ik aandrong1 vermoeden ⇒ bevroeden, denken♦voorbeelden:je ne me doutais de rien • ik had niets in de gatenje me doute que c'est difficile • ik realiseer me dat het moeilijk isje me doute que ce sera difficile • ik vermoed dat het moeilijk zal zijn1. vbetwijfelen, twijfelen (aan)2. se douter (de)v3. se douter (que)vinzien, zich realiseren (dat)
См. также в других словарях:
Ben 10 — The logos for all three series. Genre Animated Series, Science fiction, Action, Adventure Created by Duncan Rouleau … Wikipedia
Ben — bezeichnet: Big Ben, die Glocke im Turm des Londoner Parlamentsgebäudes Big Ben (Vulkan), einen australischen Vulkan Ben (Album), ein Album von Michael Jackson Ben (Lied), eine aus diesem Album ausgekoppelte Single Ben – Nichts ist wie es scheint … Deutsch Wikipedia
Ben 10 — Saltar a navegación, búsqueda Ben 10 Título Ben 10 Género Animacion Accion Ciencia Ficcion Comedia Creado por Duncan Rouleau Joe Casey Joe Kelly Steven T. Seagle Voces de Tara Strong Dee … Wikipedia Español
ben — [ bɛ̃ ] adv. • d. i.; var. de bien 1 ♦ Rural Bien. Pt êt ben qu oui [ ptɛtbɛ̃kwi ] :peut être bien que oui. 2 ♦ Fam. Eh ben ! eh bien ! Ben ça alors, quelle surprise ! « Ah ben dis donc c est pas croyable » (Céline). Ben quoi ? Ben non. Admiratif … Encyclopédie Universelle
BEN — bezeichnet: Big Ben, die Glocke im Turm des Londoner Parlamentsgebäudes Big Ben (Vulkan), einen australischen Vulkan Ben (Album), ein Album von Michael Jackson, siehe Ben – Nichts ist wie es scheint, ein Film von Thomas Schaurer Ben ist der… … Deutsch Wikipedia
Ben — /ben/, n. a male given name, form of Benjamin. * * * (as used in expressions) Akiba ben Joseph Alfasi Isaac ben Jacob Alkalai Judah ben Solomon Hai Abba Mari ben Moses ben Joseph Israel ben Eliezer Ben Ali Zine el Abidine Ben Bella Ahmed Ben… … Universalium
Ben's — est un ancien restaurant de sandwichs à la viande fumée de Montréal. Fondé en 1908 par Ben Kravitz et son épouse Fanny, un couple d immigrants juifs originaires de Lituanie, le restaurant a fermé ses portes en 2006. Selon le guide de voyage Fodor … Wikipédia en Français
Ben He He — Ben Bag Bag (Ben Bag Bag, mit vollem Namen angeblich Jochanan ben Bag Bag) soll nach verschiedenen Quellen ein Tannaite im ersten nachchristlichen Jahrhundert gewesen sein. In der Mischna Awot (Kap. V.) werden zwei den hillelitischen ähnliche… … Deutsch Wikipedia
ben — ben1 [ben] n. [Heb ben] son (of) [Rabbi Ben Ezra] ben2 [ben] n. [Scot < Gael beann, akin to MIr benn, a peak: see PIN] [Scot. or Irish] a mountain peak [Ben Nevis] ben3 [ben] Scot. adv., prep … English World dictionary
ŒBEN (J.-F.) — ŒBEN JEAN FRANÇOIS (1720 env. 1763) Ébéniste d’origine allemande, Œben travaille à son arrivée à Paris dans l’atelier de Charles Joseph Boulle au Louvre. La formation qu’il a reçue en Allemagne et l’influence de Boulle expliquent l’extraordinaire … Encyclopédie Universelle
Ben — Ben, Ben nut Ben nut . [Ar. b[=a]n, name of the tree.] (Bot.) The seed of one or more species of moringa; as, oil of ben. See {Moringa}. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English