-
1 casser
casser [kaasee]→ passerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 breken ⇒ stukmaken, stukslaan, inslaan♦voorbeelden:casser du bois • hout hakkenle ressort est cassé • hij, zij is innerlijk gebrokença ne casse rien • dat is niet veel bijzondersil ne casse rien • ik ben niet bijzonder onder de indruk van hemce travail me casse la tête • ik word gek van dat werktu nous les casses • schei uit met je gezeikfilm à tout casser • buitengewone filmil conduit sa voiture à tout casser • hij rijdt plankgasça vous coûtera dix francs à tout casser • dat zal u hoogstens tien frank kostenrire à tout casser • keihard lachensans en casser une • zonder een woord♦voorbeelden:1. v1) breken, stukgaan2) stukslaan3) annuleren [vonnis]4) ontslaan, afzetten, degraderen5) onderbreken6) kraken, inbreken2. se casservaftaaien, er vandoor gaan -
2 déclasser
déclasser [deeklaasee]1 degraderen ⇒ aan lagerwal brengen, maatschappelijk achteruit doen gaan3 in de war brengen ⇒ door elkaar brengen, verplaatsen♦voorbeelden:v1) degraderen, in een lagere klasse plaatsen2) in de war brengen, overhoophalen -
3 dégrader
dégrader [deegraadee]2 vernederen ⇒ onteren, verlagen3 beschadigen ⇒ vernielen, bederven♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v1) degraderen2) vernederen3) vernielen2. se dégraderv1) verzwakken, achteruitgaan -
4 rétrograder
-
5 casser un officier de son grade
casser un officier de son gradeDictionnaire français-néerlandais > casser un officier de son grade
-
6 grade
grade [graad]〈m.〉♦voorbeelden:grade universitaire • academische graadcasser un officier de son grade • een officier degraderenmonter en grade • bevorderd worden
См. также в других словарях:
degradieren — Vsw herabsetzen (im Rang); herabwürdigen erw. fach. (14. Jh.), mhd. degradieren mit Adaptionssuffix. Ist entlehnt aus ml. dēgradāre, einer Ableitung von l. gradus Schritt, Rang und l. de , weiter zu l. gradī (gressum) gehen, schreiten . Als… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache