-
21 play off
kampioenschap beëindigen; nog een wedstrijd spelenplay offII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
22 play out
play out♦voorbeelden: -
23 raise
n. (het) verhogen--------v. oplichten; verheffen; verhogen, bijeenbrengen; grootbrengen; verbouwen; fokkenraise1[ reez] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————raise2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rechtop/overeind zetten ⇒ oprichten; doen opstaan5 bouwen ⇒ opzetten, stichten6 kweken ⇒ produceren, verbouwen8 uiten ⇒ aanheffen; ter sprake brengen, opperen9 doen ontstaan ⇒ beginnen, in het leven roepen♦voorbeelden:raise questions • vragen opwerpenwe'll raise these issues with the staff • we zullen deze kwesties met de staf besprekenthe play raised a storm of applause • het stuk ontketende een storm van toejuichingenthe old wreck was raised to the surface • het oude wrak werd boven water gebracht14 raise money • aan geld komen, geld bij elkaar krijgenraise taxes • belastingen heffen -
24 resolve
n. besluit, vastberadenheid--------v. oplossen; besluiten, beslissen; ophelderen; scheidenresolve1[ rizzolv]1 besluit ⇒ beslissing, voornemen♦voorbeelden:keep one's resolve • bij zijn beslissing blijven————————resolve21 een beslissing/besluit nemen ⇒ besluiten, zich voornemen3 zich oplossen ⇒ zich ontbinden, uiteenvallen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:7 that resolved us to … • dat deed ons besluiten om … -
25 rest one's case
zijn pleidooi/requisitoir beëindigen -
26 rest
n. rest; rust; het stilzetten--------v. rusten; restenrest1[ rest]1 rustplaats ⇒ verblijf, tehuis♦voorbeelden:give it a rest • laat het even rusten, hou er even mee oplay to rest • te ruste leggen, begraven; sussen, doen bedarenset someone's mind at rest • iemand geruststellenIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud; the〉1 de rest ⇒ het overige, de overigen♦voorbeelden:1 for the rest • voor de rest, overigensand the rest of it, all the rest of it • en de rest————————rest21 rusten ⇒ stil staan, slapen, pauzeren♦voorbeelden:I feel completely rested • ik voel me helemaal uitgerust2 rest assured • wees gerust, wees ervan verzekerdII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen rusten ⇒ leunen, steunen♦voorbeelden:God rest his soul • God hebbe zijn ziel -
27 ring off
-
28 seal
n. zeehond; zegel; stempel; stop, dop, afsluiting; afsluizen; teken; waarborg; wettelijk verklaren--------v. waterdicht maken; afsluiten; afdichten; verzegeld; gestempeld; wettelijk verklaren; beëindigenseal1[ sie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zegel ⇒ stempel 〈 ook figuurlijk〉; lakzegel; (plak)zegel; 〈 figuurlijk〉 kenmerk; 〈 figuurlijk〉 bezegeling2 dichting ⇒ dichtingsmateriaal; (lucht/waterdichte) (af)sluiting; stankafsluiting♦voorbeelden:seal of love • bezegeling van de liefdeunder seal of confession • onder biechtgeheimunder seal of secrecy • onder het zegel van geheimhouding→ privy privy/————————seal21 op robben/zeehondenvangst gaan/zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:seal the flavour in • het aroma vasthoudenseal off an area • een gebied afgrendelen -
29 settle
n. een bank met hoge leuning--------v. regelen; bijleggen; regeling treffen; bevolken; vaststellen; betalen; vestigen, koloniseren; wonen; (be)landensettle1[ setl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————settle21 gaan zitten ⇒ zich neerzetten, neerstrijken♦voorbeelden:darkness settled on the town • duisternis daalde neer op de stadsettle back in a chair • gemakkelijk gaan zitten in een stoelwe haven't yet settled in • we zijn nog niet op ordesettle for something • genoegen nemen met ietssettle into new surroundings • wennen aan een nieuwe omgevingsettle (down) to something • zich ergens op concentreren, zich ergens toe zetten→ settle down settle down/♦voorbeelden:settle with someone • rekening/schulden betalen aan iemand→ settle down settle down/2 vestigen 〈 in woonplaats, maatschappij〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 aan een goede baan helpen, aan de man/vrouw brengen7 schikken ⇒ bijleggen, tot een schikking komen8 〈 informeel〉 afrekenen met 〈 alleen figuurlijk〉 ⇒ tot zwijgen brengen, doen ophouden; betaald zetten♦voorbeelden:4 she settled her mother among the pillows • zij legde haar moeder comfortabel neer tussen de kussensshe settled herself in the chair • zij nestelde zich in haar stoel6 that settles it! • dat doet de deur dicht!settle into • zich thuis doen voelen insettle on • vastzetten op -
30 sign off
-
31 sign off/on
sign off/oneen radio/tv-uitzending beëindigen/beginnen -
32 terminable
adj. begrensbaar; te beëindigen; aflopend, opzegbaar[ tə:minnəbl]1 beëindigbaar ⇒ aflosbaar; aflopend -
33 titre
n. Titer (bij scheikunde- de benodigde hoeveelheid materie voor het beëindigen van reactie bij oplossing)1 titer -
34 unquote
adv. einde van een citaat (de aanhalingstekens aan het einde van een citaat)--------v. zonder aanhalings tekens[ unkwoot] 〈 voornamelijk in gebiedende wijs〉♦voorbeelden:1 he said (quote) ‘Over my dead body’ (unquote) • hij zei (begin citaat/aanhalingstekens openen) ‘Over mijn lijk’ (einde citaat/aanhalingstekens sluiten) -
35 wind up a conversation/project
wind up a conversation/projecteen gesprek/project beëindigen -
36 Tekiah Gedola
Tekiah Gedola (het langerekt blazen op Sjofar bij het beëindigen van de blaasceremonie) -
37 coursework
n. klassewerk en huiswerk vereist om cursus te beëindigen -
38 pre-ejaculated
was snel klaar (bereikte bevrediging voor beëindigen van sexuele verrichting) -
39 see out
naar buiten leiden; beëindigen -
40 terminating condition
aflopende voorwaarde (vernietigende voorwaarde die leidt tot beëindigen van contract)
См. также в других словарях:
Rode Leeuwen — Les Rode Leeuwen (« Lions rouges ») ont constitué entre 1968 et 1978 une première scission entre socialistes flamands et francophones dans l arrondissement de Bruxelles Hal Vilvorde avant celle, définitive, du Parti socialiste belge… … Wikipédia en Français