-
41 inch
n. inch(meetmaat), duim; beetje--------v. langzaam voortbewegeninch1[ intsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:every inch a gentleman • op-en-top een heer¶ give him an inch and he'll take an ell/a mile • als je hem een vinger geeft neemt hij de hele hand〈 spreekwoord〉 give him an inch and he'll take a yard/a mile • als men hem een vinger geeft, neemt hij de hele handinch by inch • beetje bij beetjewe came within an inch of death • het scheelde maar weinig/een haar of we waren dood geweest————————inch21 schuifelen ⇒ langzaam/moeizaam voortgaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 langzaam/moeizaam verplaatsen♦voorbeelden: -
42 kick the bucket
-
43 lap
n. lik; slok, opslokken; kabbelen, klotsen (van water)--------n. schoot; ronde; flap--------n. verpakking; overlapping; gedeeltelijke overlapping; overlapt deel; ronde (in een wedstrijd); schijf voor het polijsten van diamanten--------v. likken; slurpen, slikken; kabbelen (van golven); klotsen (van water)--------v. verpakken; overlappen; gedeeltelijk overlapt zijn; op een voorsprong zijn (een of meerdere ronden)lap1[ læp] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 overlap(ping) ⇒ overlappend deel, overslag5 lik ⇒ geslurp, (ge)slobber♦voorbeelden:¶ in the lap of the gods • in de schoot der goden/toekomstlive in the lap of luxury • in weelde baden————————lap2〈 lapped〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 omslaan ⇒ omgeven, omwikkelen -
44 lay out
n. (Slang) uitrusting gebruikt voor het toedienen van geneesmiddelenlay out1 spenderen ⇒ uitgeven, investeren2 〈 informeel〉 neerslaan ⇒ buiten westen/tegen de vlakte slaan; 〈 in het bijzonder sport〉 uitschakelen, neerleggen3 rangschikken ⇒ indelen, vormgeven; 〈 in het bijzonder drukwezen〉 opmaken, de lay-out/opmaak verzorgen van -
45 layer
n. laag; grondsteen; laag van stenen; leghoen (kip); goede aftakking (tuinieren); neergelegd; naam--------v. een laag vormen, een laag van takken makenlayer1[ leeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 laag♦voorbeelden:————————layer2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 in lagen splitsen ⇒ gelaagd maken, in lagen aanbrengen -
46 log
n. houtblok, balk; reisverslag, logboek (op een schip); dagboek; logaritme; (in computers) het noteren van verschillende aktiviteiten van een computer of tussen twee computers--------v. bomen hakken; opschrijven in een logboeklog1[ log] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blok(hout) ⇒ boomstronk/stam♦voorbeelden:¶ sleep like a log • slapen als een os/blok————————log2〈werkwoord; logged〉♦voorbeelden:the truck driver had logged up 700 miles • de vrachtrijder had er 700 mijl op zitten -
47 lose out
lose out -
48 lose
v. verliezen; kwijt raken; zich afdoen van; niet begrijpen1 verliezen ⇒ verlies lijden, er op achteruit gaan♦voorbeelden:lose out • het afleggenlose out on something • er (geld) bij inschietenlose on the horses • (geld) verliezen bij de paardenrennen1 verliezen ⇒ kwijtraken, niet (meer) hebben, verspelen♦voorbeelden:lose count • de tel kwijtrakenlose one's mind • krankzinnig wordenlose sight of • uit het oog verliezenlose one's temper • boos wordenlose no time in (doing something) • geen tijd verspillen met (iets)lose one's way • de weg kwijtrakenlose oneself in • geheel opgaan inlose to someone • tegen iemand verliezen -
49 make a few more miles
-
50 make a statement
-
51 make/take/swear an oath
make/take/swear an oath -
52 measure
n. middel; maat; afgmeting; meet apparatuur; ritme; gewicht; voorschrift--------v. meten; schatten, afwegen; toeluisteren, afmetenmeasure1[ mezjə]2 maatstok/lat/lint3 maatstaf♦voorbeelden:half measures • halve maatregelen1 maat 〈 ook muziek〉 ⇒ maateenheid; mate; gematigdheid; (afgemeten/juiste) hoeveelheid; metrum, versmaat♦voorbeelden:in (a) great/large measure • in hoge/ruime mate————————measure21 meten ⇒ af/op/toe/uitmeten, de maat nemen♦voorbeelden:1 the room measures three metres by four • de kamer meet/is drie bij vier (meter)measure oneself with • zich meten metmeasure out • toemeten3 letten op ⇒ overdenken, (over)wegen♦voorbeelden: -
53 oath
-
54 protest
n. protest; beroep; scheepsverklaring; tegenstand--------v. protesteren; mededelen; verklaring afleggen; klacht indienenprotest1[ prootest] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:the child screamed in protest • het kind protesteerde luidkeels————————protest2[ prətest]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
55 put off
uitvaren (scheepv.); uittrekken (kledingstuk); uitstellen; afzetten; afschrikken; afschepen; v, de wijs brengen; verdoven; v.d. hand doen; uitzendenput off♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 never put off till tomorrow what you can do today • laat nimmer iets tot morgen staan, wat nog voor heden kan gedaanput someone off from a plan • iemand een plan afraden4 I tried in vain to put off my tax-collector • ik trachtte tevergeefs de belastingontvanger van mij af te schudden7 put off your doubts! • laat uw twijfels varen! -
56 render
v. doen; veranderen; veroorzaken; presenteren; indienen, doorgeven (in computers) tekenen, beeldconverteren van driedimensionale tekeningen in foto-realistische beelden[ rendə]1 (terug)geven ⇒ geven, vergelden; betalen 〈 tol〉; betonen 〈 gehoorzaamheid〉; verlenen, verschaffen 〈 hulp〉; bewijzen 〈 dienst〉; betuigen 〈 dank〉; opgeven 〈 reden〉; voorleggen 〈 rekening〉; afleggen 〈 rekenschap〉; uitbrengen 〈 verslag〉; uitspreken 〈 vonnis〉3 vertolken ⇒ weergeven, spelen; afschilderen4 vertalen ⇒ om/overzetten♦voorbeelden:render good for evil • kwaad met goed vergeldenservices rendered • bewezen diensten〈 spreekwoord〉 render unto Caesar the things that are Caesar's • geef de keizer wat de keizer toekomt en God wat God toekomt -
57 report
n. verslag; rapport; bericht; knal--------v. rapporteren, verslag doen; (zich) meldenreport1[ rippo:t]1 rapport ⇒ verslag, bericht2 knal ⇒ slag, schot♦voorbeelden:1 the report goes that …, report has it that … • het gerucht doet de ronde dat …by mere report • alleen van horen zeggen♦voorbeelden:————————report21 verslag uitbrengen ⇒ verslag doen, rapport opstellen♦voorbeelden:report (up)on something • over iets verslag uitbrengen2 report (oneself) to someone for duty/work • zich bij iemand voor de dienst/het werk aanmeldenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rapporteren ⇒ berichten, melden♦voorbeelden:it is reported that … • naar verluidt …report back something • verslag uitbrengen over iets -
58 resit
resit1————————resit2 -
59 retake
n. hernieuwde opname--------v. terugnemen; heroveren; opnieuw opnemen (film)retake1[ rie:teek] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————retake2[ rie:teek] 〈 werkwoord〉1 opnieuw (gevangen)nemen ⇒ terugnemen, heroveren2 opnieuw fotograferen/filmen -
60 round
adj. cirkel--------adv. rondom--------n. ronde; cirkel--------prep. rondom--------v. afronden, afmakenround1[ raund]2 ronde ⇒ rondgang; toer6 〈 muziek〉drie/vierstemmige canon♦voorbeelden:go/do the rounds • de ronde doen, doorverteld wordenhe stood us a round of drinks • hij gaf een rondje3 rondte♦voorbeelden:theatre in the round • théâtre en rond, arenatoneel————————round2〈bijvoeglijk naamwoord; roundness〉1 rond ⇒ bol, bolvormig2 rond ⇒ gebogen, cirkelvormig♦voorbeelden:in round terms • ronduit————————round3♦voorbeelden:round out • dik worden, opzwellenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 omringen4 rondgaan ⇒ rondrijden/lopen (op/in)♦voorbeelden:round off sharp edges • scherpe randen rond afwerkenround off • besluiten, afsluiten 〈avondje e.d.〉round (up)on someone • tegen iemand van leer trekken, zich woedend tot iemand keren→ round up round up/————————round4〈 bijwoord〉3 bij ⇒ bij/voor zich♦voorbeelden:he did it the right/wrong way round • hij deed het goed/verkeerdsend round • verspreidenhe talked her round • hij praatte haar omround and round • als maar rondI lost my ring round here • ik ben mijn ring hier in de buurt verlorenthey brought her round • ze brachten haar weer bij (bewustzijn)send round for the girl • stuur iemand om het meisje te halen————————round5〈 voorzetsel〉1 〈plaats en richting; ook figuurlijk〉om ⇒ rondom, om … heen♦voorbeelden:they sat round the storyteller • ze zaten rond de vertellerit must be somewhere round the house • het moet ergens in (het) huis zijn
См. также в других словарях:
eed afleggen — sweri … Woordenlijst Sranan
Chief Rabbi — Chief Rabbinate redirects here. See also Chief Rabbinate of Israel. Chief Rabbi is a title given in several countries to the recognized religious leader of that country s Jewish community, or to a rabbinic leader appointed by the local secular… … Wikipedia
Adam — Den alten Adam ausziehen (auch ersäufen): ein neuer Mensch werden. In seinen Briefen (Röm 6, 6; Eph 4, 22; Kol 3,9) spricht der Apostel Paulus von dem ›alten Menschen‹ als dem Urheber der Sünde und des Todes und dem ›neuen Menschen‹, d.h. dem in… … Das Wörterbuch der Idiome
Mensch — Einen neuen Menschen (Adam) anziehen (⇨ Adam): sich (zum besseren) ändern; die Wendung ist biblischer Herkunft und hat ihren Ursprung in Eph 4,22.24: »Leget von euch ab den alten Menschen ..., und ziehet den neuen Menschen an« und Kol 3,9.10:… … Das Wörterbuch der Idiome
Kinderschuh — 1. Mancher vertauscht seine Kinderschuhe mit einer Narrenkappe. Dän.: Naar barndommen er forbi, bliver tit barnagtighed igien. (Prov. dan., 46.) 2. Wenn die Kinderschuhe zerbrochen sind, so legt man Stiefeln an. – Sailer, 191; Simrock, 5647. Ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Zaun — 1. Achtern Tun woanen ok noch Lü r. (Strelitz.) – Firmenich, III, 74, 146. 2. An den Zäunen findet man keine gebratene Tauben. 3. Ausser dem Zaun ist gut dingen. – Simrock, 11992; Froschmeuseler, Ttb; Körte, 7061. Im Gefängnisse vergeht der Muth … Deutsches Sprichwörter-Lexikon