-
1 to spread out
uitspreiden -
2 spread over
uitspreiden over; voortduren -
3 sprawl
n. verspreide uitgerektheid--------v. armen en benen uitspreiden, nonchalant liggen; zich uitspreidensprawl1[ spro:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————sprawl21 armen en benen uitspreiden ⇒ nonchalant liggen, onderuit zakken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 spread
n. wijdte; verbreiding, verspreiding; stuk land, landbezit v. een boer; smeersel; feestmaal, onthaal--------v. spreiden, zich uitspreiden; zich spreiden; zich verspreiden; verspreiden; smeren; besmerenspread1[ spred] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 breedte7 smeersel9 dubbele pagina ⇒ tekst/foto over twee (tegenover elkaar liggende) pagina's, spread————————spread23 uitgespreid/uitgesmeerd worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bedekken ⇒ beleggen/besmeren♦voorbeelden: -
5 splay
adj. breed, plat en naar buiten staand; schuin, steil--------n. afschuining; verwijding, verbreding; afhellend oppervlak--------v. afgeschuind zijn; naar buiten staan; zich verwijden, zich verbreden; zich uitspreiden; breder worden, zich verbreden; afschuinen; uitspreidensplay1[ splee] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————splay2 -
6 outstretch
-
7 decompress
v. druk verminderen; (in computers) uitspreiden, dekomprimeren, openmaken van een (gekomprimeerd, ingepakt) bestand, dekomprimeren[ die:kəmpres] 〈 techniek, technologie〉1 decomprimeren ⇒ verlagen van de druk in/op -
8 extend
v. bereiken, uitspreiden; verlengen, uitbreiden, vergroten; protesteren, uitreiken[ ikstend]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uitt)rekken ⇒ langer/groter maken, uitbreiden2 uitstrekken ⇒ uitsteken, aanreiken3 (aan)bieden ⇒ verlenen, betuigen, bewijzen♦voorbeelden:extend his leave of absence • zijn verlof verlengenextend an invitation to someone • een uitnodiging aan iemand richtenextend a warm welcome to someone • iemand hartelijk welkom heten -
9 fan
n. ventilator; waaier; aanhanger, supporter; liefhebber, bevorderaar, vriend--------v. uitwaaieren, zich verspreiden; aanblazen, aanwakkerenfan1[ fæn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 waaier3 bewonderaar(ster) ⇒ enthousiast, fan————————fan2〈 fanned〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 fan the flames • het vuur aanwakkeren, olie op het vuur gietenfan a passion • gevoelens aanwakkeren -
10 lay out
n. (Slang) uitrusting gebruikt voor het toedienen van geneesmiddelenlay out1 spenderen ⇒ uitgeven, investeren2 〈 informeel〉 neerslaan ⇒ buiten westen/tegen de vlakte slaan; 〈 in het bijzonder sport〉 uitschakelen, neerleggen3 rangschikken ⇒ indelen, vormgeven; 〈 in het bijzonder drukwezen〉 opmaken, de lay-out/opmaak verzorgen van -
11 lay over
n. korte onderbreking van een reis--------v. bovenop leggen; bedekken; uitspreiden over; een korte onderbreking houden gedurende een reislay over -
12 outspread
adj. uitgespreid; uitgestrekt (van een hand of arm)--------v. uitspreiden; verspreiden; verwijdenoutspread -
13 scatter
n. verstrooiing, verspreiding, verdrijving; kleine hoeveelheid; overschot aan reclametijd op televisie (na eerste verkoop voor het seizoen)--------v. uitspreiden; uitzaaien; verspreidenscatter1♦voorbeelden:————————scatter2♦voorbeelden:scatter over • uitstrooien over -
14 shake down
gaan slapen; schudden; bewegen; geld afpersen; afpersing; zoekenshake down2 goed/gesmeerd gaan lopen ⇒ werken, goed afgesteld zijn 〈van machine e.d.〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af/uit)schudden♦voorbeelden: -
15 spread out one's arms
spread out one's arms -
16 stretch
n. (stuk) land/weg/zee, uitgestrektheid; tijd(ruimte), periode; gevangenisstraf; rekbaarheid--------v. zich uitrekken; uitrekken; spannen; uitstekenstretch1[ stretsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 tijd(ruimte) ⇒ tijdspanne, periode♦voorbeelden:4 do a stretch • brommen, zitten5 go for a stretch • de benen strekken, een wandelingetje makenat full stretch • met inspanning van al zijn krachten————————stretch2♦voorbeelden:♦voorbeelden:stretch someone's patience • iemands geduld op de proef stellenmy new sweater stretched when I washed it • mijn nieuwe sweater is uitgerekt bij het wassenwill the beer stretch out? • is er genoeg bier?1 (aan)spannen ⇒ opspannen, strak trekken4 ruim interpreteren/nemen ⇒ het niet zo nauw nemen (met) 〈 regels〉; 〈 bij uitbreiding〉 geweld aandoen, overdrijven♦voorbeelden:be fully stretched • zich helemaal geventhat's rather stretched • dat is nogal overdreven -
17 string out
v. uit elkaar vallen; rekken; verlengen; uitspreiden, in een rij of reeks verspreiden (zoals huizen in een lange rij)string outII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 een rij doen vormen ⇒ in een lange rij plaatsen, rekken -
18 unfold
v. openen, ontdekken, verklaren; openbaren[ unfoold]♦voorbeelden: -
19 unfurl
v. draaien, rollen; uitspreiden; openen[ unfə:l] -
20 unravel
v. ontwarren, uitspreiden, oplossen[ unrævl] 〈 Brits-Engels unravelled〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
uitspreiden — bradi … Woordenlijst Sranan