-
1 afhouden
II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verwijderd houden] keep off/out2 [aftrekken, inhouden] keep back♦voorbeelden:〈 sport〉 iemand (van de bal) afhouden • screen/shield the ballde ogen niet kunnen afhouden van iets • not be able to take/keep one's eyes off something -
2 afhouden
v. keep at bay, prevent the approach, push away; deter, discourage -
3 de boot afhouden
de boot afhouden————————de boot afhouden〈 figuurlijk〉 play for time; 〈 zich aan zijn plicht onttrekken〉 shirk one's responsibilities/duties; 〈 ontwijken〉 refuse to commit oneself, keep one's distanceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de boot afhouden
-
4 de ogen niet kunnen afhouden van iets
de ogen niet kunnen afhouden van ietsnot be able to take/keep one's eyes off somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de ogen niet kunnen afhouden van iets
-
5 een deel van het loon afhouden
een deel van het loon afhoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een deel van het loon afhouden
-
6 iemand (van de bal) afhouden
iemand (van de bal) afhoudenscreen/shield the ballVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand (van de bal) afhouden
-
7 iemand net van de overwinning afhouden
iemand net van de overwinning afhoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand net van de overwinning afhouden
-
8 iemand van zijn werk afhouden
iemand van zijn werk afhoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand van zijn werk afhouden
-
9 zij kon haar ogen niet van hem afhouden
zij kon haar ogen niet van hem afhoudenshe couldn't take/keep her eyes off himVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij kon haar ogen niet van hem afhouden
-
10 afbijten
1 [met de tanden afsnijden] bite off3 [door bijten van zich afhouden] drive off with one's teeth/fangs♦voorbeelden: -
11 afdraaien
1 [zijwaartse richting nemen] turn off/away♦voorbeelden:1 hier draait men rechts af • you turn right/turn off to the right hereII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door draaien afscheiden] twist off4 [ongeïnteresseerd afwikkelen] reel/rattle off♦voorbeelden: -
12 aftrekken
1 [rekenkundig] subtract♦voorbeelden:1 [inhouden] deduct2 [door trekken verwijderen] pull off4 [seksueel bevredigen] jerk/jack off ⇒ wank (off)5 [villen] strip♦voorbeelden:3 zijn ogen van iemand/iets aftrekken • turn one's eyes away from someone/something5 een haas/paling aftrekken • strip a hare, skin an eel -
13 boot
2 [veerboot] ferry3 [reddingsboot] (life) boat♦voorbeelden:1 de boot afhouden • 〈 figuurlijk〉 play for time; 〈 zich aan zijn plicht onttrekken〉 shirk one's responsibilities/duties; 〈 ontwijken〉 refuse to commit oneself, keep one's distancemet de boot reizen • travel by boat/sea2 de boot naar Engeland nemen • take the ferry/boat to England -
14 oog
1 [gezichtsorgaan, ook figuurlijk] eye4 [opening] eye5 [met betrekking tot kledingstukken] eye(let)7 [plantkunde] eye♦voorbeelden:een blauw oog • a black eyegoede ogen hebben • have good eyes/eyesighteen lui oog • a lazy/wandering eyezijn ogen bederven • ruin one's eyesgeen oog dichtdoen • not sleep a winkzijn ogen geloven/vertrouwen • believe/trust one's eyeshij had alleen oog voor haar • he only had eyes for herheb jij geen ogen? • haven't you got eyes in your head?ogen hebben van voren en van achteren • have eyes in the back of one's head〈 figuurlijk〉 dat heeft mij de ogen geopend • that opened my eyes/was an eye-opener for mezij maakte haar ogen op • she made up her eyesde ogen sluiten voor iets • close one's eyes to somethingzijn ogen uitkijken (aan iets) • stare one's eyes out (on something)iemand de ogen uitsteken • make someone jealous/green with envyzich de ogen uitwrijven • rub one's eyesaan één oog blind • blind in one eyeiemand iets onder vier ogen zeggen • say something to someone in privateik kan niet meer uit mijn ogen zien (van vermoeidheid) • I can't keep my eyes open (any more)〈 figuurlijk〉 kun je niet uit je ogen kijken? • can't you look where you're going?voor iemands ogen • in front of someone's (very) eyeszijn ogen de kost geven • take it all inzijn ogen zijn groter dan zijn maag • his eyes are bigger than his stomachzijn ogen in zijn zak hebben • not use one's eyes〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • an eye for an eye, a tooth for a toothmet een scheef oog kijken naar • look askance atzij kon haar ogen niet van hem afhouden • she couldn't take/keep her eyes off himzijn ogen laten gaan over • run one's eye overmet de ogen verslinden • devour with one's eyeseen gevaar onder ogen zien • recognise a dangeronder het waakzame oog van • under the watchful eye of(zo) op het oog • on the face of itiets/iemand op het oog hebben • 〈 figuurlijk, denken aan〉 have something/someone in mind, have one's eye on something/someone〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • keep/bear something in mindzijn oog viel op haar • his eye fell on her3 aan het oog onttrokken • hidden/concealed from view/sightzo ver het oog reikt • as far as the eye can seein het oog lopen/springen • catch the eyein het oog lopend • conspicuous, noticeablein het oog krijgen • catch sight ofuit mijn ogen! • get out of my sight!uit het oog raken • disappear from sightiets uit het oog verliezen • lose sight of something〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • out of sight, out of mindin hun ogen betekent hij niet veel • he doesn't amount to much in their eyesoog in oog staan met • come face to face within mijn ogen • in my opinion/view -
15 overwinning
♦voorbeelden:een overwinning behalen • win/score a victoryeen reeks overwinningen behalen • hit a winning streakze hadden de overwinning bijna te pakken • it was a near-winiemand net van de overwinning afhouden • edge someone outoverwinning op een tegenstander • victory against an opponent
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский