-
21 spotten
spotten1 spotten, de spot drijven, de draak steken ⇒ belachelijk maken♦voorbeelden:1 über jemanden spotten • met iemand spotten, de draak steken -
22 stacheln
-
23 stocken
stocken♦voorbeelden:1 die Geschäfte stocken • de zaken stagneren, de handel, omzet stagneertins Stocken geraten, kommen • blijven steken, vastlopen, stagnerenohne Stocken lesen • zonder haperingen lezen -
24 Anfang
Anfang〈m.; Anfang(e)s, Anfänge〉2 begin, aanvang ⇒ start, beginstadium♦voorbeelden:am, im, zu(m) Anfang • in het begin, aanvankelijksich aus kleinen Anfängen emporarbeiten • van onderen opklimmenvon Anfang bis (zu) Ende • van het begin tot het eindevon (allem) Anfang an • van het begin af aandie Anfänge einer Wissenschaft • de beginselen van een wetenschapdie ersten, kleinen Anfänge • het eerste begin, de eerste pogingenden Anfang machen mit etwas • een begin met iets maken〈 formeel〉 seinen Anfang nehmen • aanvangen, beginnennoch in den Anfängen stecken • nog in de kinderschoenen staan, stekenüber die Anfänge nicht hinauskommen • niet verder komen dan het beginstadiumdas ist der Anfang vom Ende • dat is het begin van het einde -
25 Berg
〈m.; Berg(e)s, Berge〉2 stapel, berg, hoop♦voorbeelden:1 mit seiner Meinung nicht hinter dem Berg(e) halten • zijn mening niet onder stoelen of banken stekenüber alle Berge sein • ervandoor zijnüber den Berg sein • het ergste achter de rug hebben -
26 Brand
-
27 Einstich
-
28 Feuer
Feuer〈o.; Feuers, Feuer〉♦voorbeelden:das Feuer einstellen • het vuren stakenhaben Sie bitte Feuer? • mag ik een vuurtje van u?〈 informeel〉 Feuer machen • de kachel, verwarming aandoenFeuer an ein Haus legen • een huis in brand stekenetwas bei schwachem Feuer kochen • iets op een kleine vlam kokenFeuer hinter etwas machen • haast achter iets zettenim, unter Feuer liegen, stehen • onder vuur liggendie beiden sind wie Feuer und Wasser • die twee zijn water en vuur¶ 〈 spreekwoord〉 gebranntes Kind scheut das Feuer • ±ieen ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen/i————————Feuer ! -
29 Feuer an ein Haus legen
Feuer an ein Haus legen -
30 Finger
Finger〈m.; Fingers, Finger〉♦voorbeelden:1 〈informeel; figuurlijk〉 klebrige Finger haben, krumme, lange Finger machen • lange, kromme vingers hebbender kleine Finger • de pink〈informeel; figuurlijk〉 die Finger von etwas lassen • zich niet met iets inlaten, van iets afblijven〈 informeel〉 sich 〈 3e naamval〉 die, alle zehn Finger nach etwas lecken • zijn vingers naar iets aflikkenFinger weg! • handen thuis, afblijven!〈informeel; figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 etwas an den (fünf, zehn) Fingern abzählen können • iets op zijn vingers kunnen natellenetwas, jemanden nicht aus den Fingern geben, lassen • iets, iemand niet uit handen geven〈 informeel〉 lass die Finger davon! • handen thuis, afblijven!〈informeel; figuurlijk〉 etwas im kleinen Finger haben • iets op zijn duimpje weten, kennen〈informeel; figuurlijk〉 die, seine Finger im Spiel haben • de hand in het spel hebben, achter iets stekenjemandem in, unter, vor, zwischen die Finger geraten, kommen • in iemands handen vallenetwas mit spitzen Fingern anfassen • iets heel voorzichtig aanpakken〈 informeel〉 etwas mit dem kleinen Finger machen • iets met het grootste gemak doen, ergens zijn hand niet voor omdraaien〈informeel; figuurlijk〉 jemanden um den (kleinen) Finger wickeln • iemand om de, een vinger winden -
31 Flamme
Flamme〈v.; Flamme, Flammen〉♦voorbeelden:in Flammen geraten • vlam, vuur vattenin Flammen setzen • in brand stekenin (hellen) Flammen stehen • in lichte(r)laaie staan -
32 Fleiß
〈m.; Fleißes〉1 vlijt, ijver ⇒ toewijding♦voorbeelden:viel Fleiß auf etwas (ver)wenden • veel energie in iets steken〈 spreekwoord〉 ohne Fleiß kein Preis • zonder strijd geen overwinning; ±iwie niet zaait, zal niet oogsten/i -
33 Fußgänger kreuzen hier die Straße
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Fußgänger kreuzen hier die Straße
-
34 Gala
Gala〈v.; Gala〉♦voorbeelden: -
35 Geld in ein Projekt buttern
Geld in ein Projekt butterngeld in een project steken, stoppenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Geld in ein Projekt buttern
-
36 Hafer
Hafer〈m.; Hafers, Hafer〉♦voorbeelden: -
37 Hand
〈v.; Hand, Hände〉♦voorbeelden:nicht in die hohle Hand! • in geen geval!eine Ausgabe letzter Hand • de meest recente uitgaveeine milde Hand haben • royaal zijndie öffentliche Hand • de regering, staatsfinanciënPolitik der starken Hand • machtspolitiek〈 informeel〉 sich 〈 3e naamval〉 die Hand für jemanden abhacken lassen • de hand voor iemand in het vuur (durven) steken(mit) Hand anlegen • (mee)helpen, assisterenjemandes Hand ausschlagen • een huwelijksaanzoek afwijzendie Hände sind mir gebunden • ik kan niets doen, ben machteloosüberall seine Hand, seine Hände im Spiel haben • overal een vinger in de pap hebbendie Hand auf der Tasche halten • gierig zijnHand an sich legen • de hand aan zichzelf slaankeine Hand rühren • geen vinger uitstekenjemandem an die Hand gehen • iemand terzijde staanjemanden an der Hand haben • iemand kennen, iemand bij de hand hebbenjemandem auf etwas die Hand geben • iemand iets plechtig belovenauf der Hand liegen • voor de hand liggenauf die (flache) Hand zahlen • schoon in 't handje gevenHand aufs Herz! • geef het maar eerlijk toe!aus freier Hand zeichnen • vrij tekenenhinter vorgehaltener Hand • in 't geheim, officieuseiner Sache in die Hand, in die Hände arbeiten • iets bevorderen, in de hand werkenin schlechte Hände geraten • in verkeerde handen komenjemandem etwas in die Hand versprechen • iemand iets plechtig belovenmit eigener Hand • eigenhandigmit leichter Hand • zonder moeite〈 figuurlijk〉 etwas mit der linken Hand machen, erledigen • iets met één hand doen, zonder enige moeite doenunter der Hand verkaufen • onder(s)hands verkopenvon Hand, mit der Hand • handmatigvon zarter Hand etwas bekommen • iets van een meisje krijgenvon der Hand in den Mund leben • van de hand in de tand levenetwas von langer Hand vorbereiten • iets lang en nauwgezet voorbereidenzu Händen (von) Herrn Müller • ter attentie van dhr. Müllerjemandem etwas zu treuen Händen übergeben • iemand iets in bewaring geven, toevertrouwen om te bewarenzur rechten Hand • aan de rechterkantjemandem zur Hand gehen • iemand (een handje) helpenzur Hand sein • bij de hand zijn〈 spreekwoord〉 besser einen Spatz in der Hand, als eine Taube auf dem Dache • één vogel in de hand is beter dan tien in de lucht; beter een half ei dan een lege dop -
38 Haut
〈v.; Haut, Häute〉1 huid, vel2 schil, vel(letje)3 vel, vlies(je)4 huid, bekleding ⇒ buitenlaag♦voorbeelden:〈 informeel〉 seine Haut zu Markte tragen • (a) zijn hachje wagen; 〈 (b) schertsend〉 de hoer spelen • 〈 (c) schertsend〉 als stripteasedanseres optredenaus der Haut fahren vor Wut • uit zijn vel springen van woede〈 informeel〉 sich einer Aufgabe mit Haut und Haar(en) verschreiben • zich met hart en ziel aan een taak wijden -
39 Hieb
〈m.; Hieb(e)s, Hiebe〉4 het omhakken, kappen♦voorbeelden:〈 informeel〉 der Hieb sitzt! • die is raak!auf einen Hieb • in één keer -
40 Kopf
〈m.; Kopf(e)s, Köpfe〉3 hoofd, kop ⇒ wil, zin7 hoofd, kop ⇒ titel, opschrift8 hoofd, kop ⇒ begin(stuk), boveneinde♦voorbeelden:sich die Köpfe heiß reden • heftig discussiërenKopf und Kragen riskieren • alles op het spel zetten〈 informeel〉 Kopf hoch! • kop op!die Menge stand Kopf an Kopf • je kon over de hoofden lopen〈informeel; schertsend〉 jemandem auf den Kopf spucken können • een stuk groter zijn dan iemand andersalles auf den Kopf stellen • (a) de hele zaak door elkaar halen; (b) de hele zaak verkeerd voorstellender Ruhm ist ihm in den Kopf gestiegen • de roem is hem naar het hoofd gestegenmit seinem Kopf für etwas einstehen • volledig voor iets instaanmit bloßem Kopf • blootshoofdspro Kopf • per persoon, per hoofd〈 figuurlijk〉 er ist seinen Eltern über den Kopf gewachsen • hij laat zich niks meer vertellen door zijn oudersbis über den Kopf in Schulden stecken • tot over de oren in de schulden stekenvon Kopf bis Fuß • van top tot teender Erfolg ist ihm zu Kopf gestiegen • het succes is hem naar het hoofd gestegen〈informeel; schertsend; figuurlijk〉 jemandem den Kopf zwischen die Ohren setzen • iemand op zijn nummer zettenKopf oder Zahl • kruis of munteinen kühlen Kopf bewahren • het hoofd koel houdenseinen Kopf aufsetzen • per se zijn zin willen hebbenseinen Kopf durchsetzen • zijn zin doordrijvendanach steht mir der Kopf nicht • daar heb ik geen zin in〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 etwas durch den Kopf gehen lassen • zijn gedachten over iets laten gaanim Kopf rechnen • uit het hoofd (uit)rekenen4 die Besatzung war 100 Köpfe stark • de bemanning telde, bestond uit 100 koppen
См. также в других словарях:
Steken — Štěkeň … Deutsch Wikipedia
Štěkeň — Štěkeň … Deutsch Wikipedia
Steken — Steken, Conrad de, s. Stiekna … Pierer's Universal-Lexikon
i-steken — i steke(n ME. pa. pple. of steek v., to shut, etc … Useful english dictionary
Tschejetitz — Dieser Artikel beschreibt die Gemeinde Čejetice. Für den gleichnamigen Ortsteil von Mladá Boleslav, siehe dort. Čejetice … Deutsch Wikipedia
Čejetice — Čejetice … Deutsch Wikipedia
Přešťovice — Přešťovice … Deutsch Wikipedia
Jan Antonin Losy — Johann Anton Graf Losy von Losinthal, auch Logi von Losymthal oder Losynthal bzw. Jan Antonín Logy z Lozimtál (* um 1645 auf Schloss Steken bei Strakonitz/Böhmen; † 3. September 1721 in Prag) war einer der berühmtesten Lautenisten seiner… … Deutsch Wikipedia
Johann Anton Graf Losy von Losinthal — Johann Anton Graf Losy von Losinthal, auch Logi von Losymthal oder Losynthal bzw. Jan Antonín Logy z Lozimtál (* um 1645 auf Schloss Steken bei Strakonitz/Böhmen; † 3. September 1721 in Prag) war einer der berühmtesten Lautenisten seiner… … Deutsch Wikipedia
Johann Anton Logi — Johann Anton Graf Losy von Losinthal, auch Logi von Losymthal oder Losynthal bzw. Jan Antonín Logy z Lozimtál (* um 1645 auf Schloss Steken bei Strakonitz/Böhmen; † 3. September 1721 in Prag) war einer der berühmtesten Lautenisten seiner… … Deutsch Wikipedia
Johann Anton Logy — Johann Anton Graf Losy von Losinthal, auch Logi von Losymthal oder Losynthal bzw. Jan Antonín Logy z Lozimtál (* um 1645 auf Schloss Steken bei Strakonitz/Böhmen; † 3. September 1721 in Prag) war einer der berühmtesten Lautenisten seiner… … Deutsch Wikipedia