-
101 tot vrouw nemen
v. marry -
102 boerin
1 [vrouw van een boer] farmer's wife2 [vrouw met een boerenbedrijf] woman farmer3 [vrouw van het platteland] country woman4 [lompe vrouw] lumpish woman -
103 mevrouw
2 [met betrekking tot een (gehuwde) vrouw] 〈gehuwd; als afkorting: Mevr.〉 Mrs; 〈 gehuwd, ongehuwd; als afkorting: Mw.〉 Ms3 [dame] lady4 [vrouw des huizes] mistress♦voorbeelden:mevrouw de voorzitter • Madam Chairman/Chairpersonja mevrouw • yes ma'ammet alle respect, mevrouw, … • with all due respect, madam, …er staat een mevrouw voor de deur • there's a lady/woman at the doorwordt u al geholpen, mevrouw? • are you being served(, miss/madam)? -
104 mooi
3 [fraai gekleed, verzorgd] smart4 [esthetisch aangenaam] beautiful♦voorbeelden:5 mooie cijfers halen • get good Bmarks/ Agradeshet weer bleef mooi • the good weather kept up/helddat is niet zo mooi • 〈 met betrekking tot gedrag〉 that's not very nice; 〈 met betrekking tot situatie〉 that's a bit of a mess, that's a fine/pretty kettle of fishhet kon niet mooier • it couldn't have been betterte mooi om waar te zijn • too good to be truehet is mooi (geweest) zo! • that's enough now!, all right, that'll do!het mooiste is, dat … • (and) to crown (it) all …het was niet mooi meer • it wasn't funny anymore8 een mooie manier (van doen) is dat! • that's a fine way of carrying on!mooie vrienden heb jij • fine friends you havedaar ben je wel even/zes weken mooi mee • it can take quite a while/six weekswel nu nog mooier! • well, I never!〈 ironisch〉 jij bent me ook een mooie! • you're a (nice) one!II 〈 bijwoord〉2 [behoorlijk] well♦voorbeelden:mooie dikke plakken ham • nice thick slices of hamjij hebt mooi praten • it's all very well for you to talkdat is mooi meegenomen • that is so much to the goodwe zijn er mooi van afgekomen • we're well out of thatmooi zo! • good!, well done!3 ze heeft het mooi verknald • she's made a right/proper mess of ithij is er toch maar mooi in geslaagd • he jolly well managed (to do it) anywayik zit er maar mooi mee! • I'm saddled with it!mooi niet, mooi van niet! • you bet he/she/it didn't/won't! -
105 juffrouw
2 [kinderjuffrouw, onderwijzeres] 〈 onderwijzeres〉 teacher ⇒ 〈 kindermeisje〉 nurse(maid), nanny, 〈 gouvernante〉 governess3 [informeel] [vrouw] lady♦voorbeelden:1 goedemiddag, juffrouw • good afternoon, Miss/Madam/Ma'am -
106 kreng
-
107 lok
-
108 mejuffrouw
-
109 weglopen
1 [naar elders gaan] walk away/off3 [wegvloeien] run off/out4 [sport] break/pull away (from)5 [+ met] [veel ophebben met] be taken with/by ⇒ think much/the world of♦voorbeelden:1 hard weglopen • run away/offdat loopt niet weg • that can waitweglopen voor een hond • run away from a dogde weggelopen poes is terug • the lost cat has returned〈 figuurlijk〉 weggelopen lijken (uit een boek/film/periode) • look like someone who/something that has walked right out (of a book/film/period)hij was niet eens verrast dat zijn vrouw bij hem was weggelopen • he wasn't even surprised that his wife had walked out on himweggelopen: cyperse kat 〈enz.〉 • lost: tabby cater is wijn/olie uit het vat weggelopen • wine/oil has leaked out of the barrel -
110 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
111 zo
zo1〈 bijwoord〉1 [overeenstemmend met een werkelijkheid] so ⇒ like this/that2 [overeenstemmend in maat, graad] as, so3 [op deze wijze] so ⇒ like this/that, this/that way4 [aanstonds] right away5 [zeer] so♦voorbeelden:zo hoog • so/this highzo ben ik niet • I'm not like thathet heeft zo moeten zijn • that's the way it had to bedat is zo, zo is het • that's so/right, so it isals dat zo is … • if that's the case …het zij zo • so be itzo zijn er niet veel • there aren't many like thatzo iets geks heb ik nog nooit gezien • I've never seen anything so crazydaar zeg je zo iets • now you're talking, that's right; 〈 nu schiet me iets te binnen〉 that reminds mezij gaan vaak naar clubs en zo • they often go out to clubs and that sort of thingeen jaar of zo • a year or so2 ze was zó blij dat ze … • she was so happy she …het is allemaal niet zo eenvoudig • it's not as simple as it seemsdit stuk is net zo groot • this piece is just as bighalf zo lang/groot • half as long/bighij is zo oud/niet zo oud als ik • he is as old/not so/as old as I amze is toch zo verlegen! • she is so shyhij was zo verstandig om te zwijgen • he was sensible enough to keep quiethij voelde zich niet zo best • he didn't feel so wellzo goed als ie kon • as well as he couldzo nu en dan • every now and then3 zó doe je dat! • that's the way you do it!zij doet maar zo • she's just pretendingo, gaat dat zo • so that's how it workswie huilt daar zo? • who's crying (like that)?zó is het! • that's the way it is!goed zo, Jan! • well done, John!dat zie je zo • you can see that straight awayzo juist • just nowbrood, zo uit de oven • bread right from the ovendie vrouw is zó • she's a great womanzo wist hij onder meer te vertellen, dat … • he told us among other things that …zo zijn • be that way (inclined)————————zo2〈 voegwoord〉1 [gelijk, als] as2 [indien] if♦voorbeelden:2 zo hij het al wist, hij heeft niet gereageerd • if he did (in fact) know, he (certainly) didn't respondzo ja, waarom/zo nee, waarom niet • if so, why/if not, why notje zult je huiswerk maken, zo niet, dan krijg je een aantekening • you should do your homework, otherwise you'll get a bad mark————————zo31 well ⇒ so♦voorbeelden:zo, dat is dat • well (then), that's thatmijn vrouw heeft zich een computer aangeschaft! zo! • my wife has bought herself a computer. really? -
112 Eva
-
113 aan
aan11 [zich aan het lichaam bevindend] on3 [in werking, brandend] on4 [aan de gang] on♦voorbeelden:daar is niets aan • 〈 gemakkelijk〉 there's nothing to it; (it's a) piece of cake; 〈 saai〉 it's a waste of time; 〈 niet stuk〉 there's nothing the matter with itII 〈 bijwoord〉1 [na plaatsaanduidend bijwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉2 [in samengestelde werkwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉3 [op genoemde wijze] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉♦voorbeelden:daar zijn we nog niet aan toe • we haven't got that far yet2 stel je niet zo aan! • stop carrying on like that!3 rustig aan! • calm down!, take it easy!¶ er goed/beroerd aan toe zijn • be (doing) well, be in a bad wayvan nu af aan • from now onvan voren af aan • from the beginningvan jongs af aan • from childhoodjij kunt ervan op aan dat … • you can count on it that …————————aan2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een fysieke verbondenheid] on ⇒ at, by2 [met betrekking tot een figuurlijk verbondenheid] by, with3 [bij werkwoord die een beweging aanduiden] to4 [tengevolge van] of, from5 [wat betreft] of6 [in de macht van] up to♦voorbeelden:aan een krant werken • work on a newspaperKoen stond aan het raam • Koen stood at the windowaan zee/de kust/een gracht wonen • live by the sea/on the coast/on a canaldoen aan • do, go in fortwee aan twee • two by twohij geeft les aan de universiteit • he lectures at the universityer is geen beginnen aan • that's impossibleaan wal gaan • go ashoreaan het werk gaan aan iets • go to work on somethinghoe kom je aan dat spul? • how did you get hold of that stuff?6 het is aan mij ervoor te zorgen dat … • it's up to me to see that …hij heeft het aan zijn hart • he's got heart troublehij is aan het joggen • he's out jogginghij is aan het strijken • he's (busy) ironingze zijn aan vakantie toe • they could do with a holiday -
114 aanbidden
♦voorbeelden:2 Jan aanbad zijn vrouw • Jan worshipped/adored his wife -
115 aanlopen
2 [in zijn loop gestuit worden] 〈 rem〉 rub, drag3 [genoemde kleur krijgen] turn … (in the face)♦voorbeelden:die kat is komen aanlopen • that cat has strayed (in) herezo is hij tegen zijn vrouw aangelopen • that's how he met his wifeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [binnenlopen en afmeren] call/dock at♦voorbeelden: -
116 aanrecht
♦voorbeelden: -
117 alleen
♦voorbeelden:1 vrouw/man alleen • single man/womanhij is graag alleen • he likes to be alone/by himselfhet alleen klaarspelen • manage it alone/on one's ownalleen staan • be on one's ownhelemaal alleen • all/completely aloneeen kamer voor hem alleen • a room (all) to himselfik alleen wens u te spreken • I'm the only one who wants to talk to youalleen in het weekeinde geopend • only open at weekendsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:de gedachte alleen al • the mere/very thoughtzijn toezegging alleen al was genoeg • his promise was enough in itselfalleen al hierom • if only because of thisik wilde u alleen maar even spreken • I just wanted to talk to youal was het alleen maar om/omdat • if only for (the fact that)alleen maar aan zichzelf denken • only think of oneselfniet alleen … maar ook • not only … but also2 alleen al het feit dat … • the very/mere fact that … -
118 altaar
1 altar♦voorbeelden: -
119 arme stumper
arme stumperpoor wretch/fellow; 〈 vrouw, kind〉 poor thing -
120 baas
1 [chef, leider] boss3 [met betrekking tot een huisdier] owner♦voorbeelden:1 eigen baas zijn • be one's own master/bossiemand de baas blijven • keep the upper hand over someoneiemand/iets gemakkelijk de baas kunnen • easily get the better of someone/somethingde moeilijkheden de baas kunnen/zijn • cope with/deal with the problemsde situatie /zijn gevoelens de baas zijn • be in control of the situation/one's feelingsde Japanners zijn ons de baas op het gebied van de elektronica • the Japanese are ahead of us in electronicszijn vrouw is de baas in huis • his wife wears the trousers
См. также в других словарях:
vrouw — noun or vrow ˈvr]au̇, ˈfr], ]ō ( s) Etymology: Dutch vrouw & Afrikaans vrou woman, married woman, wife, from Middle Dutch vrouwe lady, woman more at frow 1. : a Dutch or Afrikaner woman 2 … Useful english dictionary
Vrouw Maria — ( Lady Mary ) was a Dutch wooden two masted merchant carrying a valuable cargo of art objects, captained by Raymund Lourens, that sank on October 9 1771 in the outer archipelago of the municipality of Nagu, Finland, 11 kilometers south east of… … Wikipedia
Vrouw tussen hond en wolf — Femme entre chien et loup Femme entre chien et loup (Vrouw tussen hond en wolf) est un film franco belge de André Delvaux sorti en 1979. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution … Wikipédia en Français
vrouw — /vrddow/; Eng. /vrow/, n, pl. vrouwen /vrddow euhn/, Eng. vrouws. Dutch. 1. a woman; wife; lady. 2. (used as a title before the name of a married woman) Mrs. * * * … Universalium
vrouw — n. housewife; woman … Dictionary of difficult words
vrouw — uma … Woordenlijst Sranan
De vrouw Clasina — Directed by Maurits Binger Release date(s) 1915 Country Netherlands Language Silent … Wikipedia
Man, Vrouw, Hondje — Directed by Nicole van Kilsdonk Written by Olivier Nilsson Julien, Nicole van Kilsdonk Release date(s) May 12, 1999 Running time … Wikipedia
Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek — Lombeek Notre Dame Onze Lieve Vrouw Lombeek … Wikipédia en Français
De Familie van mijn Vrouw — Directed by Jaap Speyer Written by A. Duprez (play), Cor Hermus (writer) Release date(s) February 22, 1935 Running time … Wikipedia
Onze-Lieve-Vrouw ten Troost — The Onze Lieve Vrouw ten Troost Kerk (Church of Our Lady of Consolation), simply known as the Troostkerk, is a basilica in Vilvoorde, Belgium. The history of the church and its Carmelite monastery (the oldest in Western Europe) go back 800 years … Wikipedia