-
1 freihalten
freihalten1 vrijhouden ⇒ trakteren; reserveren; beschermen♦voorbeelden:jemanden von Krankheiten freihalten • iemand voor ziekten vrijwaren, behoeden -
2 занять место
vgener. een plaats vrijhouden (voor-äôà êîãî-ô.), (чьё-л.) inspringen voor (iem.), post vatten -
3 оберегать
vgener. beschermen, behoeden, beschutten, instandhouden, protegeren, vrijhouden (van-от) -
4 охранять
vgener. bewaken, vrijhouden, behoeden, beschermen, hoeden, preserveren, vrijwaren, waken over (iets) (что-л.) -
5 платить
vgener. afschuiven, betalen, voldoen, vrijhouden (за кого-л. в ресторане и т.п.), dokken, afdragen, bekostigen (за что-л.), belonen (за труд), bezoldigen, over de brug komen -
6 угощать
vgener. fuiven (рр-кого-л.), vergasten, aanbieden, een rondje geven, onthalen, tracteren (op- ÷åì-ô.), trakteren (op- ÷åì-ô.), voorzetten, vrijhouden -
7 clear
adj. helder, duidelijk--------adv. duidelijk; in het geheel; op afstand--------n. wissen; het wissen van een bepaald teken--------v. verhelderen; reinigen; ophelderenclear1[ kliə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————clear2〈bijvoeglijk naamwoord; clearness〉1 helder ⇒ schoon, doorzichtig, klaar2 duidelijk ⇒ ondubbelzinnig, uitgesproken4 compleet ⇒ volkomen, absoluut5 vrij ⇒ open, op een afstand, veilig, onbelemmerd♦voorbeelden:get that clear • begrijp dat goedmake oneself clear • duidelijk maken wat men bedoeltbe clear about/as to/on something • iets zeker weten, iets vast in zijn hoofd/voor ogen hebbennext month is still clear • de volgende maand is nog vrijkeep clear • vrijhouden, niet versperrenclear of guilt • vrij van schuldout of a clear (blue) sky • totaal onverwachtI cannot see my way clear to getting the money • ik zie niet goed hoe ik aan het geld moet komen————————clear3♦voorbeelden:clear away • optrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 helder maken ⇒ schoonmaken, ophelderen, verhelderen4 zuiveren ⇒ onschuldig verklaren, betrouwbaar verklaren♦voorbeelden:clear the table • de tafel afruimenclear the road of debris • de weg puinvrij makenclear something out of the way • iets uit de weg ruimen/wegruimen6 clear goods through customs • goederen in/uitklaren7 clear expenses • de kosten eruit halen/kunnen dekken————————clear4〈 bijwoord〉1 duidelijk ⇒ helder, klaar2 volkomen ⇒ helemaal, totaal4 op voldoende afstand ⇒ een eindje, vrij♦voorbeelden:3 you can see clear to the other side of the lake • je kunt helemaal naar de overkant van het meer kijken4 keep/stay/steer clear of • uit de weg gaan, (proberen te) vermijden -
8 keep clear
vrijhouden, niet versperren -
9 reserve
n. voorraad; reservedienst; reservaat; beheersing--------v. reserveren; bewaren; sparen, besparenreserve1[ rizzə:v]♦voorbeelden:1 have/keep something in reserve • iets in reserve hebben/houdenthe reserves • de reserve1 reserve ⇒ voorbehoud, bedenking2 gereserveerdheid ⇒ reserve, terughoudendheid♦voorbeelden:————————reserve2〈 werkwoord〉1 reserveren ⇒ achterhouden, in reserve houden♦voorbeelden:reserve for/to oneself the right to … • zich het recht voorbehouden om … -
10 défrayer
défrayer [deefrejjee]〈 werkwoord〉 -
11 Ausfahrt
Ausfahrt〈v.〉♦voorbeelden: -
12 belegen
belegen1 bewijzen, aantonen, staven ⇒ documenteren4 zich inschrijven voor, volgen5 bespreken, reserveren ⇒ vrijhouden; bezet houden7 beschieten ⇒ bombarderen, bestoken♦voorbeelden:ein Zimmer mit 10 Personen belegen • 10 personen op één kamer leggen3 den 2. Platz belegen • de 2e plaats bezetten, behalen4 eine Vorlesung belegen • zich inschrijven voor een college, een college volgenein Tau belegen • een touw beleggen, vastmaken -
13 besetzen
besetzen3 afzetten, bezetten ⇒ omboorden, beleggen, garneren -
14 die Ausfahrt freihalten
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский