-
1 vullen
yena -
2 наполнить
vullen -
3 наполнять
vullen -
4 to character fill
vullen -
5 насыпать
vullen, vуlstorten, volstrooien -
6 to zerofill
vullen met nullen -
7 to zeroise
vullen met nullen -
8 fill
n. vulling, hele portie; verzadiging, overvloed--------v. vullen; invullen; verzadigd zijn; vullen (gaatje in tand); uitvoeren; antwoorden op; volmakenfill1[ fil] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vulling ⇒ hele portie, volle maat♦voorbeelden:eat one's fill • zich rond eten————————fill21 zich vullen ⇒ vol worden/raken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vervullen ⇒ bezetten, bekleden4 invullen♦voorbeelden:laughter filled the room • de kamer vulde zich met gelachthat fills me with pleasure • dat doet me deugdfill a vacancy • een vacature bezettenfill a prescription • een doktersrecept klaarmaken -
9 stuff
n. materiaal, dingen, voorwerpen (onbepaald), weefsel, onzin--------v. (op)vullen, volproppenstuff1[ stuf] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 materiaal ⇒ (grond)stof, elementen2 kern ⇒ (het) wezen(lijke), essentie3 spul ⇒ goed(je), waar♦voorbeelden:1 we must first know what stuff she's made off • we moeten eerst weten uit welk hout zij gesneden isshe has the stuff of an actrice in her • er zit een actrice in haarbe of the stuff that • van het soort/slag zijn datsweet stuff • zoetigheiddo you call this stuff coffee? • noem jij dit goedje koffie?4 throw that stuff away! • gooi die rommel/vuiligheid weg!¶ stuff and nonsense! • kletskoek, kklare onzin!know one's stuff • zijn vak verstaan〈 informeel〉 that's the stuff! • (dat is) je ware!, zo mag ik 't horen————————stuff2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)vullen ⇒ volproppen/stoppen2 (dicht/vol)stoppen ⇒ toeproppen3 proppen ⇒ stoppen, steken, duwen4 opzetten♦voorbeelden:stuff someone • iemand volproppenstuff full • volproppenmy mind is stuffed with facts • mijn hersenpan zit vol (met) feitenstuff (up) a hole • een gat stoppenstuffed nose • verstopte neusmy nose is completely stuffed up • mijn neus is helemaal verstopt3 stuff something in(to) • iets proppen/stoppen/duwen/steken instuffed turkey • gefarceerde kalkoen -
10 garnir
garnir [gaarnier]1 voorzien (van) ⇒ uitrusten (met), bezetten (met), versieren (met)2 vullen (met) ⇒ bezetten (met), volstoppen (met)♦voorbeelden:1 garnir d' un revêtement • bekleden, overtrekkengarnir une robe de dentelles • een jurk met kant afzetten♦voorbeelden:v(de)2) vullen (met) -
11 meubler
meubler [mublee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) mooi staan [stof]2) meubileren, inrichten3) vullen -
12 remplir
remplir [rãplier]2 〈+ de〉vervullen (met, van)3 invullen♦voorbeelden:♦voorbeelden:v1) vullen2) vervullen3) invullen4) uitoefenen -
13 ausfüllen
ausfüllen5 (ver)vullen ⇒ beheersen, in beslag nemen♦voorbeelden:4 einen Posten ausfüllen • een post vervullen, bekleden -
14 füllen
füllen2 gieten, doen 〈in〉♦voorbeelden:die Suppe auf den Teller füllen • de soep in het bord doen1 zich vullen ⇒ vol worden, geraken, lopen♦voorbeelden: -
15 crowd
n. menigte, massa; groep; vriendenkring; hoop, stapel--------v. vullen; volproppen; dringencrowd1[ kraud]2 (wanordelijke) bende ⇒ pan, troep♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:¶ follow/move with/go with the crowd • in de pas lopen, zich conformeren aan de massaraise oneself/rise above the crowd • boven de massa uitstijgen————————crowd21 samendrommen ⇒ elkaar/zich verdringen♦voorbeelden:1 people crowded in/round • mensen dromden samen/verdrongen elkaarcrowd (all) together • (allemaal) op een kluitje gaan staanII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 proppen ⇒ persen, (dicht) op/tegen elkaar drukken♦voorbeelden:¶ crowd out • buitensluiten, verdringen -
16 fill up
invullen; dichtenfill up1 zich vullen ⇒ vollopen, dichtslibbenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 dempen♦voorbeelden:1 fill'em up again! • nog een rondje!fill her up! • gooi 'm maar vol! -
17 line one's pockets
geld verdienen, zijn zakken vullenzijn zakken vullen, (op een oneerlijke manier) rijk worden -
18 line
n. regel; streep; snoer; lijn; rij; generatie; beroep--------v. opstellen in rijen; markeren; bekleden; versterken; ribbelen; vullen (van een zak)line1[ lajn]1 lijn ⇒ snoer, koord3 rij (naast/achter elkaar) ⇒ 〈 leger〉 linie, stelling5 (beleids/gedrags)lijn♦voorbeelden:hold the line, please • blijft u even aan de lijn?2 line of fire • vuurlijn/linieline of sight/vision • gezichtslijnwe must draw the line somewhere • we moeten ergens een grens trekkenbring into line • tot de orde roepencome/fall into line • op één lijn gaan zitten, zich schikkenread between the lines • tussen de regels door lezenstand in line • in de rij gaan staan4 drop someone a line • iemand een briefje schrijven/sturenline of thought • ziens/denkwijze, denktrantkeep someone in line • iemand in de hand houdenshoot a line • een verhaal ophangen, opscheppensign on the dotted line • (een contract) ondertekenen; 〈 informeel〉 niet tegenstribbelen; in het huwelijksbootje stappentoe the line • in het gareel blijvenoff line • niet aan het werk, niet functionerendon line • aan het werk, functionerendbring a power station on line • een krachtcentrale operationeel makenout of line • uit de pas, over de schreef1 (hoeveelheid/stuk) lijn2 lint ⇒ lont, band♦voorbeelden:————————line2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ line one's nest/pocket(s)/purse • zijn zakken vullen, zijn beurs spekken→ line up line up/ -
19 pad
n. kussen, opvulsel, stootkussen, stempelkussen, beenkap; blocnote; (landings/lanceer)platform--------v. vullen; lopen; stappenpad1[ pæd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kussen(tje) ⇒ vulkussen, opvulsel; stootkussen; onderlegger; stempelkussen; 〈 sport〉 beenbeschermer3 (landings/lanceer)platform————————pad2〈 padded〉2 lopen ⇒ stappen, te voet gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 aflopen♦voorbeelden:padded envelope • luchtkussenenveloppe -
20 refill
n. (nieuwe) vulling, inktpatroon--------v. opnieuw vullen, aan/bijvullenrefill1[ rie:fil] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————refill2[ rie:fil] 〈 werkwoord〉1 opnieuw vullen ⇒ (opnieuw) aan/bij/opvullen
См. также в других словарях:
vullen — furu … Woordenlijst Sranan
Port-e-Vullen — 54° 18′ 21″ N 4° 21′ 07″ W / 54.305833, 4.3519444 … Wikipédia en Français
Port-e-vullen — 54° 18′ 21″ N 4° 21′ 07″ W / 54.305833, 4.3519444 … Wikipédia en Français
Port e Vullen — 54° 18′ 21″ N 4° 21′ 07″ W / 54.305833, 4.3519444 … Wikipédia en Français
Wort — 1. A guids Woat pfint a guids Oat. (Steiermark.) – Firmenich, II, 767, 73. 2. A güt Wort bringt a güte Äntver (Antwort). (Warschau. Jüd. deutsch.) Freundliches Entgegenkommen gewinnt die Herzen. 3. Allen Worten ist nicht zu glauben. – Henisch,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bauch — 1. Als de Bûk vull is, so is dat Höwet frölik. 2. Am Bauch gross, hinten bloss. – Fischart, Gesch. 3. An annrer Bauch, an annrer Brauch. (Franken.) – Frommann, VI, 164. Auf schwangere Frauenspersonen angewandt. 4. As de Buyk opgaet, brickt dat… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Belle Vue railway station, Isle of Man — Belle Vue (for Port e Vullen) is a stop on the northern section of the Manx Electric Railway (MER) between Lewaigue Station and Ramsey, the MER s northern terminus. The poles bearing the overhead lines on the MER are numbered from Douglas and… … Wikipedia
List of iCarly characters — This list of iCarly characters is about the characters from the Nickelodeon series iCarly, an American sitcom that focuses on a girl named Carly Shay who creates her own web show called iCarly with her best friends Sam and Freddie. The series… … Wikipedia
füllen — Vsw std. (8. Jh.), mhd. vüllen, ahd. fullen, as. fullian Stammwort. Aus g. * full ija Vsw. füllen , auch in gt. fulljan, anord. fylla, ae. fyllan, afr. fella; Faktitivum zu voll, also eigentlich voll machen . Ebenso nndl. vullen, ne. fill,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
fulljan — *fulljan, *fulnjan germ., schwach. Verb: nhd. füllen, anfüllen, erfüllen; ne. fill (Verb); Rekontruktionsbasis: got., an., ae., afries., anfrk., as., ahd.; Hinweis: s. *fulla ; … Germanisches Wörterbuch