-
1 slack up
vertragen -
2 to decelerate
vertragen -
3 to slow up
vertragen -
4 slow up
-
5 decelerate
v. vertragen, snelheid verminderen[ die:selləreet] 〈zelfstandig naamwoord: deceleration〉1 vertragen ⇒ afremmen, vaart minderen♦voorbeelden: -
6 retard
-
7 slow
adj. langzaam; moeilijk te vatten; verlaat (klok), achterlopen; zwaar; zaai--------adv. langzaam--------v. vertragenslow1[ sloo] 〈bijvoeglijk naamwoord; slowness〉1 langzaam ⇒ traag; geleidelijk♦voorbeelden:a slow job • een karwei dat veel tijd kostslow poison • langzaam werkend vergifI had a slow puncture • mijn band liep langzaam leegslow train • boemeltreinslow oven • laagbrandende ovenslow party • vervelend feestje〈 sport〉 a slow pitch/court • een trage pitch/baanbe slow of wit • traag van begrip zijnbe slow to anger • niet gauw kwaad worden————————slow2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:slow down • het kalmer aan doenslow up • minder energie hebben————————slow3〈 bijwoord〉1 langzaam♦voorbeelden:go slow • het langzaam aan doen -
8 arrest
n. aanhouding, arrestatie; in gevangenhouding--------v. arresteren; vertragen; gevangen nemenarrest1[ ərest] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 arrestatie ⇒ aanhouding, (voorlopige) hechtenis♦voorbeelden:under arrest • in arrest→ close close/————————arrest2〈 werkwoord〉1 tegenhouden ⇒ bedwingen, stuiten3 boeien ⇒ frapperen, fascineren♦voorbeelden: -
9 block
n. blok; versperring; (in computers) een verzameling tekst, die als eenheid wordt behandeld voor een bepaalde bewerking; stremming; obstructie--------v. versperren, blokkeren; vertragenblock1[ blok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:block of marble • blok marmerhe lives four blocks away • hij woont vier straten verder(op)walk around the block • een straatje omlopenpsychological block • psychologische drempel→ old old/————————block21 blokkeren ⇒ blokken, obstructie plegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 belemmeren ⇒ verhinderen, tegenhouden♦voorbeelden:block credits • kredieten bevriezenblock a bill • een wetsvoorstel tegenhoudenthe exits were blocked • de uitgangen waren versperdblock off • afsluiten, blokkerenblock out something on a photo • iets op een foto afdekken/wegwerkenblock up/in a window • een raam afsluiten/dichtspijkeren¶ block in/out • ontwerpen, schetsen -
10 bottleneck
n. hals v. fles--------v. halt houden, doen vertragen van verkeer (zoals in hals van fles)bottleneck -
11 delay
n. uitstel, oponthoud; verblijf--------v. uitstellen, verhinderen, terughoudendelay1[ dillee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 without (any) delay • onverwijld, zonder uitstel————————delay21 treuzelen ⇒ tijd rekken/winnen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 ophouden ⇒ vertragen, hinderen -
12 detain
-
13 gear down
snelheid verlagen, in een lagere koppeling doengear downterugschakelen, vertragen -
14 gear
n. versnellingsbak, versnelling; gereedschap; kleding (slang)--------v. versnelling aanbrengen (bij auto); klaarmaken voor-; inrichtinggear1[ giə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestel ⇒ mechanisme, apparaat, inrichting2 〈 benaming voor〉 drijfwerk ⇒ transmissie, koppeling; versnelling 〈 van auto〉; gearing, versnelling 〈 van fiets〉; takel3 uitrusting ⇒ gereedschap, kledij, spullen♦voorbeelden:reverse gear • achteruittop gear • hoogste versnellingchange gear • (over)schakelenput in/throw into gear • in (de) versnelling zettenin gear • in de versnelling————————gear2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 gear down • terugschakelen, vertragengear up • opschakelen, overschakelen; versnellen, vergrotengear (oneself) up (for) • zich aanpassen (aan), zich klaarmaken (voor)→ gear to gear to/ -
15 hold up
stoppen,uitstellen; overval,gewapende overval; weigering,uitstellinghold upII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 ophouden ⇒ tegenhouden, vertragen♦voorbeelden:hold up to ridicule/scorn • bespotten -
16 intercept
v. onderscheppen; remmen; vertragen; verstoren; ontvangen (van een uitzending enz.); pijlen[ - sept] -
17 put back
terugzettenput back, 〈in betekenis II 2 ook〉 put behind♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
18 spoiler
n. iemand die iets kapot maakt, opheffen (ook in computers); spoiler (auto of vliegtuig onderdeel om de snelheid te vertragen)[ spojlə] -
19 talk out a bill
-
20 talk out
talk out♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
vertragen — vertragen … Deutsch Wörterbuch
Vertragen — Vertragen, verb. irreg. act. S. Tragen, welches nach Maßgebung beyder Theile der Zusammensetzung in verschiedener Bedeutung vorkommt. 1. Durch Tragen verbrauchen, doch nur von Kleidungsstücken. Ich will das Kleid noch vollends vertragen.… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
vertragen — V. (Mittelstufe) etw. psychisch oder physisch aushalten Synonyme: ertragen, abkönnen (ugs.) Beispiele: Ich konnte die Kälte nicht mehr vertragen, und deshalb ging ich nach Hause. Ältere Leute vertragen die Hitze nicht gut … Extremes Deutsch
vertragen — verknusen (umgangssprachlich); abkönnen (umgangssprachlich); aushalten * * * ver|tra|gen [fɛɐ̯ tra:gn̩], verträgt, vertrug, vertragen: 1. <tr.; hat widerstandsfähig genug (gegen etwas) sein: er kann die Hitze gut vertragen; sie verträgt keine… … Universal-Lexikon
Vertragen — 1. Drei vertragen sich selten zusammen: eine breite Landstrasse, ein schiffbarer Strom und ein mächtiger Herr; der letztere sucht die Herrschaft über die beiden ersten. 2. Lern vertragen ohne klagen, kannst nur vertragen, als man dich thut jagen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
vertragen — ver·tra̲·gen1; verträgt, vertrug, hat vertragen; [Vt] 1 etwas vertragen bestimmte äußere Einflüsse (wie z.B. Hitze oder Lärm) ↑aushalten (1), ohne Schaden zu nehmen <keine Hitze, keine Sonne, keinen Rauch, keine Hektik, keine Aufregung… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
vertragen — a) aushalten, ausstehen, erdulden, ertragen, fertigwerden mit, hinnehmen, umgehen können mit, verkraften, verschmerzen; (geh.): verwinden; (bes. nordd. ugs.): abkönnen; (landsch.): abhalten. b) bekommen, guttun, zuträglich sein. sich vertragen… … Das Wörterbuch der Synonyme
vertragen — Vertrag, vertragen ↑ tragen … Das Herkunftswörterbuch
vertragen — ver|tra|gen; Zeitungen vertragen (schweizerisch neben austragen) … Die deutsche Rechtschreibung
vertragen können — vertragen können … Deutsch Wörterbuch
vertragen, sich — sich vertragen V. (Mittelstufe) ohne Streit leben Synonyme: auskommen, sich verstehen, sich versöhnen Beispiele: Sie verträgt sich nicht mit ihrem Schwiegervater. Die beiden haben sich wieder vertragen … Extremes Deutsch