-
1 effet
effet [effe]〈m.〉1 uitwerking ⇒ effect, gevolg4 kracht ⇒ vermogen, werking♦voorbeelden:〈 techniek〉 effet de recul • terugstoot, -slageffet en retour • terugslageffet de serre • broeikaseffecteffet secondaire • bijwerkingavoir de l'effet • resultaat hebbenavoir qc. pour effet • iets als gevolg hebbenfaire (de l')effet • uitwerking hebbenfaire l'effet d'une bombe • inslaan als een bomfaire mauvais effet • een slechte indruk makencela fait son effet • dat heeft succesrater son effet • de mist ingaanà cet effet • met het oog hieropsous l'effet de qc. • door de inwerking van ietseffets publics • overheidsfondsenavoir effet • geldenproduire ses effets • van kracht worden1. m1) gevolg, effect2) wissel, handelspapier3) werking4) rechtsgevolg2. effetsm pl1) spullen -
2 élaboration
élaboration [eelaaborraasjõ]〈v.〉1 uitwerking ⇒ samenstelling, opstellingf1) uitwerking, opstelling2) productie [biologie] -
3 opérer
opérer [oppeeree]♦voorbeelden:opérer sur qc. • inwerken op ietsII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:opérer la jonction • de verbinding tot stand brengen1 tot stand komen ⇒ plaats vinden, uitgevoerd wordenv1) werken, uitwerking hebben (op)2) opereren, te werk gaan3) verrichten5) bedienen [machine] -
4 impact
-
5 impuissant
impuissant [ẽpŵiesã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 machteloos ⇒ onmachtig, hulpeloos2 vruchteloos ⇒ vergeefs, zonder uitwerking♦voorbeelden:adj1) machteloos, hulpeloos2) vruchteloos, vergeefs3) impotent4) onbegaafd -
6 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven -
7 rampe
rampe [rãp]〈v.〉1 helling ⇒ hellend vlak, hellende rijstrook♦voorbeelden:rampe de chargement • platform voor laden en lossen, laadbrugmot qui passe la rampe • woord dat zijn uitwerking niet mistne pas passer la rampe • niet uit de verf komenf1) helling2) trapleuning3) voetlicht4) lanceerbaan -
8 résonance
résonance [reezonnãs]〈v.〉1 weerklank ⇒ nagalm, echo♦voorbeelden:1 caisse de résonance • klankbodem, klankversterker3 être, entrer en résonance • meetrillen, (gaan) resonerenf1) weerklank2) resonantie -
9 retentir
-
10 faire effet
faire (de l')effet -
11 mot qui passe la rampe
mot qui passe la rampe -
12 mots qui portent
mots qui portent -
13 retentissement
См. также в других словарях:
Аякс (женский футбольный клуб) — У этого термина существуют и другие значения, см. Аякс. Аякс … Википедия
Wirkung — 1. Die Wirkung ändert sich im Bad, ist einem nutz, dem andern Schad. 2. Keine Wirkung ohne Ursache. Holl.: Geene uitwerking zonder oorzaak. (Harrebomée, II, 353a.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon