-
1 Zug
〈m.; Zug(e)s, Züge〉4 trek, tocht7 trek, lijn ⇒ 〈 figuurlijk ook〉 gelaats-, karaktertrek8 discipline, orde9 dreef, gang♦voorbeelden:1 im falschen Zug sitzen • (a) in de verkeerde trein zitten; 〈 (b) informeel; figuurlijk〉 zich vergissender Zug ist abgefahren • (a) de trein is vertrokken; 〈 (b) informeel; figuurlijk〉 er valt niets meer aan te doendie Feuerwehr rückt mit vier Zügen aus • de brandweer rukt met vier colonnes uit3 der humanistische und der naturwissenschaftliche Zug des Gymnasiums • de alfa- en de bèta-afdeling van het gymnasiumim Zug sitzen, stehen • op de tocht zitten, staan〈 sport en spel〉 einige Züge rudern, schwimmen • een paar slagen roeien, zwemmendas Buch in einem Zug(e) durchlesen • het boek in één ruk, adem uitlezender Zug der Zeit • de trend, geest van de tijddie Brücke im Zuge der Straße • de brug in het verlengde van de straatim Zuge der Umstrukturierung • in het kader van de herstructureringin groben, großen Zügen • in grote lijnen〈 figuurlijk〉 im besten Zuge, gut im Zug sein • goed op dreef, gang zijn -
2 Appetit
Appetit〈m.; Appetit(e)s, Appetite〉1 eetlust, trek♦voorbeelden:1 guten Appetit! • eet smakelijk!〈 ook figuurlijk〉 Appetit auf etwas bekommen, haben • trek in iets krijgen, hebbenmit Appetit essen • met smaak eten -
3 Siele
-
4 Treck
-
5 Wanderung
-
6 Auferstehung
Auferstehung〈v.; Auferstehung, Auferstehungen〉1 verrijzenis, opstanding♦voorbeelden:〈informeel; schertsend〉 (fröhliche) Auferstehung feiern • weer in trek, in zwang komen -
7 Ausdruck
Ausdruck1〈m.; meervoud Ausdrücke〉1 uitdrukking ⇒ woord, term3 uitdrukkingswijze ⇒ formulering, stijl4 uitdrukking ⇒ gelaatsuitdrukking, expressie5 uitdrukking ⇒ uitdrukkingskracht, gevoel♦voorbeelden:sich im Ausdruck vergreifen • een verkeerde term gebruikendie Krise fand in dem Streik ihren Ausdruck • de crisis kwam in de staking tot uitingmit dem Ausdruck meiner vorzüglichen Hochachtung • met gevoelens van hoogachtingeine Absicht zum Ausdruck bringen • een bedoeling kenbaar maken3 Flüssigkeit, Gewandtheit im Ausdruck besitzen • (a) vloeiend, gemakkelijk spreken; (b) een vlotte pen, stijl hebbenmit verlorenem Ausdruck dasitzen • in mijmeringen verzonken zittenein Lied mit Ausdruck vortragen • een lied met gevoel voordragen————————Ausdruck2〈m.; meervoud Ausdrucke〉 -
8 Belgier
-
9 Drall
-
10 Durchzug
Durchzug〈m.〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 auf Durchzug schalten • het ene oor in, het andere uit laten gaan -
11 Flug
〈m.; Flug(e)s, Flüge〉♦voorbeelden:etwas im Flug(e) behandeln • iets in vogelvlucht behandelendie Stunden vergehen (wie) im Fluge • de uren gaan vliegensvlug voorbij -
12 Gelüst
-
13 Gusto
-
14 Heißhunger
-
15 Hunger
Hunger〈m.; Hungers〉♦voorbeelden: -
16 Hunger auf frisches Brot
Hunger auf frisches BrotWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Hunger auf frisches Brot
-
17 Landflucht
-
18 Luftzug
-
19 Miene
Miene〈v.; Miene, Mienen〉1 gelaatsuitdrukking, -trek, gezicht♦voorbeelden:ohne eine Miene zu verziehen • zonder een spier te vertrekkenmit eiserner Miene • met een stalen gezicht -
20 Reißfeder
См. также в других словарях:
Trek — Bicycle Corporation es un fabricante estadounidense de bicicletas y de accesorios y componentes para la los ciclistas, que distribuye bajo las marcas Trek, Gary Fisher, Bontrager, Klein y, anteriormente, también Lemond Racing Cycles. Con sede… … Wikipedia Español
Trek-80 — Développeur Judges Guild Concepteur Bruce Berry Date de sortie 1979 Plate forme TRS 80 Média Cassette Trek 80 est un jeu vidéo développé par Judges Guild en … Wikipédia en Français
Trek — Trek, n. [Written also {treck}.] [D. Cf. {Track}, n.] The act of trekking; a drawing or a traveling; a journey; a migration. [Chiefly South Africa] To the north a trek was projected, and some years later was nearly carried out, for the occupation … The Collaborative International Dictionary of English
Trek — kann folgende Bedeutungen haben: Treck (niederländisch/afrikaans/englisch trek): ein gemeinsamer Zug vieler Siedler bzw. Flüchtlinge über eine längere Entfernung davon abgeleitet die Kurzform des Namens der Fernsehserie Star Trek Trek Bicycle… … Deutsch Wikipedia
Trek — Trek, v. i. [imp. & p. p. {Trekked}; p. pr. & vb. n. {Trekking}.] [Written also {treck}.] [D. trekken. See {Track}, n.] [South Africa] 1. To draw or haul a load, as oxen. [Webster 1913 Suppl.] 2. To travel, esp. by ox wagon; to go from place to… … The Collaborative International Dictionary of English
trek — 1849 (n.); 1850 (v.), to travel or migrate by ox wagon, from Afrikaans trek, from Du. trekken to march, journey, originally to draw, pull, from M.Du. trecken (Cf. M.L.G. trecken, O.H.G. trechan to draw ). Especially in reference to the Groot Trek … Etymology dictionary
trek — trek·ker; trek; voor·trek·ker; … English syllables
trek — /trek/, v., trekked, trekking, n. v.i. 1. to travel or migrate, esp. slowly or with difficulty. 2. South Africa. to travel by ox wagon. v.t. 3. South Africa. (of a draft animal) to draw (a vehicle or load). n. 4. a journey or trip, esp. one… … Universalium
trek — [trek] noun [C] a long tiring walk trek verb [I] … Dictionary for writing and speaking English
trek — [n] long journey expedition, footslog, hegira, hike, long haul, march, odyssey, peregrination, slog, tramp, travel, trip; concept 224 trek [v] journey be on the move*, be on the trail*, foot, hike, hit the road*, march, migrate, plod, range, roam … New thesaurus
trek — sb., ket, trek, kene (vandring) … Dansk ordbog