-
1 uitroken
1 [ten einde roken] finish/stop smoking♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door roken verdrijven] smoke out♦voorbeelden: -
2 afleren
♦voorbeelden:1 het stotteren/roken afleren • overcome one's stammer, stop smoking -
3 het stotteren/roken afleren
het stotteren/roken aflerenovercome one's stammer, stop smokingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het stotteren/roken afleren
-
4 roken
1 [rook afgeven] smoke2 [dampen] steam♦voorbeelden:2 [pregnant] [rokend drugs gebruiken] smoke♦voorbeelden:1 stoppen met roken • stop/give up smokingverboden te roken • no smokingminder gaan roken • cut down on smokinggelieve niet te roken • thank you for not smoking♦voorbeelden: -
5 ophouden
♦voorbeelden:maar daar houdt de overeenkomst op • but here the similarity endsde straat hield daar op • the street ended there(plotseling) doen ophouden • break offdan houdt alles op • then there's nothing more to be said/there's no point in going onsteeds even ophouden • keep stoppingniet halverwege ophouden • go the whole hogplotseling ophouden • break offwaar ben je opgehouden? • where did you leave off?ze hield maar niet op met huilen • she (just) went on and on cryingophouden met gokken/roken • give up/stop gambling/smokinghet is opgehouden met regenen • the rain has stoppedeven ophouden met werken/praten • pause (in one's work/speech)ophouden te bestaan • cease to existzonder ophouden • without stopping, continuouslyhij heeft tien uur zonder ophouden gewerkt • he worked ten hours at a stretchniet van ophouden weten • not know when to stophou op! • stop it!, cut it out!laten we erover ophouden • let's leave it at thatals hij eenmaal begint weet hij niet van ophouden • once he gets going there's no stopping himII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omhooghouden] hold up3 [openhouden] hold open4 [tegenhouden] hold (up)6 [op het hoofd houden] keep on♦voorbeelden:de schijn ophouden • keep up appearances3 hou die zak eens op • hold that bag open, will you?5 iemand niet langer ophouden • not take up any more of someone's time, not keep someone any longerdoor mist/noodweer opgehouden • fogbound, stormboundhet schip werd opgehouden • the ship was detainedhet verkeer ophouden • hold up/delay trafficdat houdt de zaak alleen maar op • that just slows things downik houd je toch niet op, hè? • I'm not keeping you, am I?ik werd opgehouden • I was delayed/held upIII 〈wederkerend werkwoord; zich ophouden〉♦voorbeelden:zich verdacht ophouden • loiter with intentzich ophouden bij het huis • hang around the housezich in verdachte kringen ophouden • move in dubious circleszich niet met politiek ophouden • not be concerned with politicszich altijd ophouden met • go about with, hang around with -
6 laten
1 [achterwege laten] omit, keep from3 [achterlaten] leave4 [ergens in bergen] put6 [toestaan, dulden] let, allow7 [veroorzaken, + actief object] let8 [veroorzaken, + passief object] let (be)♦voorbeelden:het doen en laten • all one's actionsdoe wat je niet laten kunt • it's up to youlaat dat! • stop that!hij kan het niet laten • he can't help (doing) itlaat maar! • never mind!wil je dat wel eens laten! • will you stop doing that!iemand alleen laten • leave someone aloneiemand ergens buiten laten • leave someone out of somethingiemand erdoor laten • let someone passdaar zullen we het bij laten! • let's leave it at that!3 waar heb ik dat potlood gelaten? • where did I leave/put that pencil?4 waar moet ik het boek laten? • where shall I put/leave the book?waar laat die jongen al dat eten? • where does that boy put all that food?leven en laten leven • live and let liveik heb mij laten vertellen • I've been told, it's been suggested to me8 iemand laten halen • 〈 bijvoorbeeld de huisarts〉 send for someone; 〈 bijvoorbeeld van het station〉 have someone fetchedzich laten leiden • let oneself be guidedII 〈 hulpwerkwoord〉1 [met betrekking tot wenselijkheid, aansporing] let2 [met betrekking tot mogelijkheid] let3 [in uitroepen] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:laten we niet vergeten, dat … • don't let us forget that …2 laat ze rijk zijn, royaal is ze niet • she may be rich, but she's not generous3 laat hij het nu nog doen ook! • (and) he actually did it! -
7 ophouden met gokken/roken
ophouden met gokken/rokengive up/stop gambling/smokingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ophouden met gokken/roken
-
8 stoppen met roken
stoppen met rokenstop/give up smokingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > stoppen met roken
-
9 werk
2 [plaats] work♦voorbeelden:het betere werk • the right thingzijn werk goed/slecht doen • make a good/bad job of one's workhet grote werk • the big jobgeen half werk doen • not stop at half measures, go the whole hogze houden hier niet van half werk • they don't do things by halves heredat is een heel werk • it's quite a joblos werk hebben • have a casual jobhet is onbegonnen werk • it's a hopeless taskpublieke werken • public workshet vuile werk opknappen (voor iemand) • do the dirty work (for someone)aangenomen werk • contract workeen nieuwe fabriek geeft werk aan 250 mensen • a new factory provides jobs/work for 250 people(vast) werk hebben • have a regular jobhet is zijn werk • it's his businesshij kan het werk niet aan • 〈 te zwaar〉 he isn't up to his work; 〈 te veel〉 he's up to the neck in workveel werk maken van de aankleding van zijn huis • take great pains over the furnishing of one's houseiemand werk opdragen • give someone a task(op school) werk opgeven • give an assignmentwerk zoeken • look for work/employment〈 figuurlijk〉 heb je altijd zo lang werk met het eten klaarmaken • do you always take so long preparing dinner/breakfast/ 〈enz.〉aan het werk gaan • set to workaan het werk houden • keep goingiedereen aan het werk! • everybody to their work!iemand aan het werk zetten • put someone to workhard aan het werk gaan • set to work at full tilt〈 figuurlijk〉 er is werk aan de winkel • there's work to be done, there's a lot to do/to be doneer is weinig werk in de bouw • work is slack in the building tradehoe gaat dat in z'n werk? • how is it done?werk in uitvoering • road workshoe is dat allemaal in zijn werk gegaan • how did it all come abouthet ging allemaal zo razendsnel in zijn werk • it was all such very quick workonder het werk mag er niet gerookt worden • smoking is forbidden at work/during working hourste werk stellen • employ, set to workheel behoedzaam te werk gaan • go very carefullyimpulsief te werk gaan, oneerlijk te werk gaan • act on impulse, act unfairlyieder ging op zijn eigen manier te werk • each took his/her own linezonder werk zitten • be out of work/unemployedniet op zijn werk komen • fail to turn up for work/dutywerk van iemand maken • play up to someonewerk van iets maken • do something about something; take action; 〈 sterker〉 put some work into something; 〈 klacht indienen〉 complain about somethingze wilden er geen werk van maken • they didn't want to take the matter in handalles in het werk stellen • make every effort to, strain every nerve (to), leave no stone unturneddat is geen werk • that's unfair
См. также в других словарях:
Smoking in the People's Republic of China — is prevalent, as China is the world s largest consumer and producer of tobacco:[1] there are 350 million Chinese smokers,[1] and China produces 42% of the world s cigarettes.[1] The China National Tobacco Corporation (中国国家烟草公司) is by sales the… … Wikipedia
Smoking — For other uses, see Smoking (disambiguation). Part of a series on … Wikipedia
Smoking cessation — [ [http://www.who.int/tobacco/en/index.html World Health Organization, Tobacco Free Initiative] ] DescriptionResearch in Western countries has found that approximately 3 5% of quit attempts succeed using willpower alone (Hughes et al,… … Wikipedia
smoking — noun ADJECTIVE ▪ chain, heavy ▪ passive (BrE) ▪ the dangers of passive smoking ▪ teen (esp. AmE), teenage, underage … Collocations dictionary
stop — I UK [stɒp] / US [stɑp] verb Word forms stop : present tense I/you/we/they stop he/she/it stops present participle stopping past tense stopped past participle stopped *** Get it right: stop: When you want to say that someone is no longer doing… … English dictionary
stop — [[t]stɒ̱p[/t]] ♦ stops, stopping, stopped 1) VERB If you have been doing something and then you stop doing it, you no longer do it. [V ing] Stop throwing those stones!... [V ing] He can t stop thinking about it... [V ing] I ve been told to lose… … English dictionary
smoking — smok·ing (smōʹkĭng) adj. 1. Engaging in the smoking of tobacco: smoking passengers. 2. Designated or reserved for smokers: the smoking section of a restaurant. 3. Of or relating to the use of tobacco: corporate smoking policies. * * * Breathing… … Universalium
Smoking ban in England — A smoking ban in England, making it illegal to smoke in all enclosed public places and enclosed work places in England, came into force on 1 July 2007. Similar bans had already been introduced by the rest of the United Kingdom Scotland on 26… … Wikipedia
stop — stop1 [ stap ] verb *** ▸ 1 prevent something ▸ 2 no longer do something ▸ 3 no longer move ▸ 4 (make) work no longer ▸ 5 stay at someone s house ▸ 6 block pipe/hole etc. ▸ 1 no longer do something ▸ + PHRASES 1. ) transitive to prevent someone… … Usage of the words and phrases in modern English
stop — 1 verb stopped, stopping 1 NOT MOVE OR CONTINUE (I, T) to no longer move or continue to do something, or to make someone or something do this: Stop, thief! | stop sth: Apply pressure to stop the bleeding. | You ll have to stop the generator, it s … Longman dictionary of contemporary English
stop*/*/*/ — [stɒp] verb I 1) [T] to prevent someone from doing something, or to prevent something from happening Policies like this aren t going to stop crime.[/ex] A broken leg won t stop me from going to the concert.[/ex] 2) [I/T] to no longer do something … Dictionary for writing and speaking English