-
1 afspringen
1 [naar beneden springen] jump down/off ⇒ spring down/off2 [wegspringen] jump away (from/off)3 [+ op] jump at/on4 [plotseling loslaten] fly off♦voorbeelden:de splinters sprongen eraf • the splinters flew off5 de koop is afgesprongen (op …) • the deal is off/has fallen through (because of …) -
2 afbekken
-
3 iemand afbekken
iemand afbekken〈 ook〉 jump down someone's throat, bite/snap someone's head offVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand afbekken
-
4 omspringen
1 [omgaan] deal (with)♦voorbeelden:1 als je ziet hoe ze met de leerlingen omspringen • if you see how they treat their pupils 〈 slecht〉/how they handle/manage their pupils 〈 goed〉slordig met andermans boeken omspringen • be careless with someone else's bookslichtzinnig met iemands genegenheid/de waarheid omspringen • trifle with someone's affections/the truthII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 springen
2 [het lichaam ruksgewijze opheffen] jump3 [met betrekking tot zaken, zich met een ruk verplaatsen] leap, jump5 [uiteengedreven worden, barsten] 〈 ketel, kruitvat〉 burst, explode ⇒ 〈 brug, rots, mijn〉 blast, 〈 ballonnetje〉 pop6 [scheuren krijgen] crack7 [uitsteken] jut out8 [bankroet gaan] break♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 je kunt hoog of laag springen, het moet toch gebeuren • whether you like it or not, it's got to happenhoog/ver/omlaag springen • jump high/far/downop de fiets springen • hop/jump/leap on the bicycleover een sloot springen • leap a ditchmijn paard springt 1.080 m • my horse clears 1.80 m〈 figuurlijk〉 zitten te springen om iets • be bursting/dying for somethingeen snaar/het glas is gesprongen • a string has snapped, the glass has cracked〈 figuurlijk〉 op springen staan • 〈 boos zijn〉 be about to explode; 〈 grote haast hebben〉 be in a terrible rush; 〈 nodig naar de wc moeten〉 be burstingde achterkamer springt iets naar buiten/binnen • the backroom juts out/in(wards) a littlede zaak staat op springen • the company's on the verge of bankruptcy -
6 sprong
♦voorbeelden:1 een sprong met aanloop/van de plaats • a running/standing jumpde honden kwamen met grote sprongen de heuvel af • the dogs bounded down the hilleen grote/kleine sprong • a large/small jump/leapeen klein sprongetje • a skip/hopdit nummer heeft een enorme sprong gemaakt op de hitparade • this number has leapt up the hit paradehij maakte een sprong in de lucht van blijdschap • he jumped for joyde prijzen gingen met sprongen omhoog • prices leapt/soaredhij gaat met sprongen vooruit • he's coming along by leaps and bounds -
7 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
8 sluiten
2 [opbergen, wegsluiten] lock up/away3 [buiten-/uitsluiten] lock out, close off4 [plaatsen zonder tussenruimte] close6 [beëindigen] close, conclude7 [verbieden] close8 [handel] [opmaken] close♦voorbeelden:het raam sluiten • shut/close the windowde winkel/zaak sluiten • 〈 in het bijzonder voorgoed〉 close (the shop) down; 〈 ook 's avonds〉 shut up shopvriendschap sluiten (met) • make friends (with)de rij sluiten • bring up the rear3 [goed geheel vormen] fit4 [afsluiten] lock up5 [ten einde lopen] close6 [als einduitkomst hebben] balance7 [gelijke eindcijfers aan debet- en creditzijde vertonen] balance♦voorbeelden:dinsdagmiddag zijn alle winkels gesloten • it's early closing day on Tuesdaydie redenering sluit niet • that argument doesn't hold (water)de begroting sluitend maken • balance the budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉♦voorbeelden: -
9 gat
6 [meervoud] [ogen] 〈zie voorbeelden 6〉8 [geldwezen] deficit♦voorbeelden:een gat dichten • stop a hole/gapeen gat maken in • make a hole in (something)〈 figuurlijk〉 een gat in de dag slapen • sleep far into the day/oversleep for hours〈 figuurlijk〉 een gat in de markt ontdekken • discover a gap/hole in the marketergens geen gat meer in zien • not see any way ahead/out, be up against a brick walleen gat in je kies • a hole/cavity in your tooth〈 vulgair〉 iemand z'n gat likken • lick someone's arse/ Aass, suck up to someoneiemand (steeds) achter zijn luie gat moeten zitten • (have to) breathe down someone's neck, keep on at someoneop z'n (luie) gat zitten • sit (back) on one's ass〈 figuurlijk〉 dat ligt op zijn gat • that's on its last legs, that's had it6 iets in de gaten hebben • realize/be aware of somethingiemand/iets in de gaten houden • keep an eye on someone/somethingniets in de gaten hebben • be quite unaware of anythingiets in de gaten krijgen • realize/become aware of something; 〈 informeel〉 Awise up (to)hij kreeg in de gaten dat … • he realized that …in de gaten lopen • attract (too much) attentioner is een gat van enige tonnen • there is a deficit of several hundred thousand¶ 〈 sport〉 er vielen steeds meer gaten in de verdediging • there were more and more gaps in the defence -
10 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg -
11 hoog/ver/omlaag springen
hoog/ver/omlaag springenjump high/far/downVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hoog/ver/omlaag springen
-
12 iemand ineens aanvliegen
iemand ineens aanvliegenjump on someone/down someone's throatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ineens aanvliegen
-
13 ineens
1 [tegelijk] (all) at once2 [abrupt] all at once/of a sudden, suddenly♦voorbeelden:2 iemand ineens aanvliegen • jump on someone/down someone's throathij kwam ineens op mij af • he suddenly went for mezoiets verander je niet (zomaar) ineens • that kind of thing can't be changed overnight/at the drop of a hathij vertelde het ons ineens wel • suddenly he did tell us -
14 overslaan
2 [plotseling overgaan in een andere toestand] swing over/round♦voorbeelden:2 hij sloeg over van het ene uiterste naar het andere • he swung (round) from one extreme to the otherzijn stem sloeg over • his voice brokeII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [over iets heen vouwen] turn/fold down/over3 [overladen] transfer♦voorbeelden:een bladzijde overslaan • skip a pageje hebt een woord overgeslagen • you've left out a word -
15 tekenen
♦voorbeelden:anatomisch/bouwkundig tekenen • anatomical/architectural drawingtechnisch tekenen • technical/mechanical drawingmet potlood/houtskool/krijt tekenen • draw in pencil/charcoal/crayonhij tekende voor vier jaar • he signed on for four years〈 figuurlijk〉 daar zou ik zo voor tekenen • I'd leap/jump at the chanceII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 trein
1 train♦voorbeelden:iemand naar de trein brengen • take someone to the stationde trein naar/uit Londen/de stad • 〈 Brits-Engels ook〉 the up/down trainper trein reizen • go by trainde trein van elf uur • the eleven o'clock trainiemand van de trein halen • meet someone at the stationdat loopt als een trein • it's going like a bomb
См. также в других словарях:
jump down someone's throat — To berate or snap at someone angrily and suddenly • • • Main Entry: ↑jump jump down someone s throat see under ↑jump1 • • • Main Entry: ↑throat * * * jump down someone’s throat … Useful english dictionary
jump down someone's throat — If you jump down someone s throat, you criticise or chastise them severely … The small dictionary of idiomes
jump down someone's throat — ► jump down someone s throat informal respond in a sudden and angry way. Main Entry: ↑jump … English terms dictionary
jump down someone's throat — jump down (someone s) throat to react angrily to something that someone says or does. She s been very irritable recently, jumping down my throat every time I open my mouth … New idioms dictionary
jump down throat — jump down (someone s) throat to react angrily to something that someone says or does. She s been very irritable recently, jumping down my throat every time I open my mouth … New idioms dictionary
jump down somebody's throat — jump down sb s ˈthroat idiom (informal) to react very angrily to sb Main entry: ↑jumpidiom … Useful english dictionary
Jump Down — Single infobox Name = Jump Down Artist = B*Witched from Album = Awake and Breathe Released = March 20, 2000 Format = CD, cassette Recorded = Genre = Pop Length = Label = Epic Producer = Chart position = #26(IE)#16 (UK) Reviews = Last single = I… … Wikipedia
jump down — v. (D; intr.) to jump down from (he jumped down from the roof) * * * [ dʒʌmp daʊn] (D; intr.) to jump down from (he jump downed down from the roof) … Combinatory dictionary
jump down — nušokimas statusas T sritis Kūno kultūra ir sportas apibrėžtis Baigiamoji žaidėjo šuolio fazė, bet ne veiklos pabaiga žaidžiant sportinius žaidimus. atitikmenys: angl. jump down; jump off vok. Abgang, m; Absprung, m; Niedersprung, m rus. соскок … Sporto terminų žodynas
jump down — nušokimas statusas T sritis Kūno kultūra ir sportas apibrėžtis Sportininko sąlytis su žeme (pagrindu) po lėkimo fazės; nusileidimas ant žemės. Pavyzdžiui, nušokdamas ant žemės gimnastas baigia pratimą ant prietaiso. atitikmenys: angl. jump down;… … Sporto terminų žodynas
jump down — nušokimas statusas T sritis Kūno kultūra ir sportas apibrėžtis Vienas iš pradinių mokomųjų šuolių į vandenį – atsispyrus nuo atramos, nėrimas į vandenį kojomis žemyn. atitikmenys: angl. jump down; jump off vok. Abgang, m; Absprung, m;… … Sporto terminų žodynas