-
1 telwoord
〈 taalkunde〉1 numeral♦voorbeelden:1 bepaalde telwoorden • 〈 hoofdtelwoorden〉 cardinals, cardinal numbers; 〈 rangtelwoorden〉 ordinals, ordinal numbersonbepaalde telwoorden • quantifiers; 〈 zelfstandig〉 quantitative pronoun; 〈 attributief〉 quantitative adjective -
2 telwoord
n. numeral -
3 een bijvoeglijk gebruikt voornaamwoord/telwoord
een bijvoeglijk gebruikt voornaamwoord/telwoorda pronoun/number used attributivelyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bijvoeglijk gebruikt voornaamwoord/telwoord
-
4 acht
acht1〈de〉1 [cijfer] eight2 [speelkaart] eight3 [roeiploeg] eight♦voorbeelden:4 geeft acht! • attention, 'shun!zich in acht nemen • take care (of oneself)in acht nemen • observe, comply with 〈 regels〉; 〈 denken aan〉 consider, bear in mind; 〈 letten op〉 heed————————acht2〈 telwoord〉♦voorbeelden:1 nog acht dagen • another eight days, eight more daysiets in achten breken • break something into eight pieceszij kwamen met hun achten • eight of them came -
5 allemaal
allemaal1♦voorbeelden:————————allemaal2〈 telwoord〉♦voorbeelden:allemaal onzin • all nonsenseik hou van jullie allemaal • I love you allzoals jullie allemaal • like all of youallemaal samen/tegelijk • all togetherwat is er allemaal aan de hand? • what's going on?dat is allemaal goed en wel • that's all very welltot ziens allemaal • goodbye everybody -
6 bijvoeglijk
〈 taalkunde〉1 [nader bepalend] adjectival♦voorbeelden:bijvoeglijk naamwoord • adjectiveII 〈 bijwoord〉1 [als bijvoeglijke bepaling] attributively♦voorbeelden:1 een bijvoeglijk gebruikt voornaamwoord/telwoord • a pronoun/number used attributively -
7 bis
-
8 drie
drie1〈de〉1 three♦voorbeelden:————————drie2〈 telwoord〉♦voorbeelden:drie uur • three o'clockeen auto in z'n drie zetten • put a car into third gearmet drie tegelijk • in threes, three at a timezij kwamen met hun drieën • three of them camezij waren met hun drieën • there were three of themhet is tegen drieën • it's almost three o'clockdrie is teveel • three is a crowdmet 3-0 verliezen • lose by three goals to nildrie drie, 3-3 • three-all -
9 duizend
1 [telwoord] (a/one) thousand♦voorbeelden:1 periode van duizend jaar • millennium, millenaryhet jaar duizend • the year thousandduizend pond/dollar • a thousand pounds/dollarsdat werk heeft (vele) duizenden gekost • that work cost thousandsduizend tegen één • a thousand to onehij kent duizend en één moppen • he knows a thousand and one jokesaan duizend gevaren blootstaan • be exposed to a thousands dangersduizenden en nog eens duizenden mensen • thousands and/upon thousands of peopledat loopt in de duizenden • that runs into thousandshij is er één uit duizend(en) • he is one in a thousands -
10 elf
-
11 genoeg
genoeg1〈 bijwoord〉2 [meer dan wenselijk/prettig] enough♦voorbeelden:jammer genoeg • regrettably, unfortunatelyoud en wijs genoeg zijn • be old and wise enoughhij is niet precies genoeg • he is not precise enoughmen kan niet voorzichtig genoeg zijn • one can't be too carefuldat kon niet genoeg benadrukt worden • that could not be stressed/emphasized (often) enoughvreemd genoeg • strangely enough, strange to say————————genoeg2〈 telwoord〉2 [meer dan wenselijk, prettig] enough♦voorbeelden:tijd genoeg hebben • have plenty of timeheb je genoeg gegeten? • have you had enough (to eat)?ik heb genoeg aan een gekookt ei • a boiled egg will do for mehij kan er niet genoeg van krijgen • he cannot get enough of itik weet genoeg • I've heard enoughdat zegt genoeg • that says enoughaan zichzelf genoeg hebben • be self-sufficient; 〈 met betrekking tot problemen〉 have enough problems of one's owngenoeg hierover! • enough said!er is genoeg voor allemaal • there is enough to go rounder is meer dan genoeg • there's enough and to spareer/ergens genoeg van hebben/krijgen • have/get enough of it/somethinger schoon genoeg van hebben/krijgen • have had it up to herezo is het wel genoeg • that will do -
12 honderd
honderd1〈 het〉1 [honderd stuks] hundred2 [meervoud] [honderdtal] hundred(s)♦voorbeelden:2 honderden jaren/keren • hundreds of years/timesenige honderden (boeken) • a few hundred (books)zij sneuvelden bij honderden • they died in their hundredszijn verlies loopt in de honderden • his losses run into the hundredsde boel in het honderd sturen • mess things up————————honderd2〈 telwoord〉1 hundred♦voorbeelden:in geen honderd jaar! • not on your (sweet) life, not in a million years!het jaar honderd • the year one hundreddat heb ik nu al (minstens) honderd keer gezegd • (if I've said it once) I've said it a hundred timesde honderd meter (sprint) • the hundred metres (sprint)een paar honderd boeken • a few hundred booksik voel me niet helemaal honderd procent • I'm not feeling too brighthonderd procent zeker zijn (van) • be absolutely positivedie wordt nog honderd • he'll live to be a hundreder zijn er over de honderd • there are more than a hundredhij loopt tegen de honderd (jaar) • he's getting on for a hundredeen meisje uit honderd • a girl in a million -
13 minder
minder13 [geringer van betekenis] minor4 [slechter] worse♦voorbeelden:ik doe het niet voor minder • I won't do it for lesshet niet met minder (willen) doen • refuse to do with less4 het is/smaakt er niet minder om • it is/tastes none the worse for itmijn ogen worden minder • my eyesight is failinghet wordt minder met de omzet/service/kwaliteit • the turnover/service/quality gets worseII 〈 bijwoord〉1 [van graad/wijze/modaliteit] less♦voorbeelden:minder gaan roken • cut down on smokinghet zijn minder de commentaren dan de sensatieverhalen die de aandacht trekken • it is the sensational stories rather than the comments that attract the attentionhoe minder erover gezegd wordt, hoe beter • the less said about it the betterkan het wat minder? • keep it down, please!————————minder2〈 telwoord〉♦voorbeelden:hij heeft niet veel geld, maar nog minder verstand • he has little money and even less intelligencedat is er weer één minder • that'll be one lesshet is iets minder, mag dat? • it's a little less, is that all right?niets minder dan dat • nothing less than thatin minder dan geen tijd was hij terug • he was back in less than no timevijf minuten meer of minder • give or take five minutesgroepen van negen en minder • groups of nine and underin minder dan twee weken na hun huwelijk • within two weeks of their weddingniemand minder dan … • none other than …net iets minder dan 100 gulden/30 seconden • just under a hundred guilders/30 secondsniet minder dan 300 mensen • no less than 300 peopleweinig minder dan • something/little short of -
14 minst
minst12 [zelfstandig (gebruikt)] least♦voorbeelden:1 die vaas heeft niet de minste waarde • that vase has no value at all/whateverniet de/het minste … 〈 kans, twijfel enz.〉 • not a shadow of …, not the slightest …ten minste/op zijn minst een week • at least one weekbij het minste of geringste • at the least little thinghij heeft er niet in het minst bezwaar tegen • he does not object (to it) at allwat ik het minst verwacht had, gebeurde • what I had least expected happened————————minst2〈 telwoord〉♦voorbeelden:de minste overtredingen gemaakt hebben • have committed the fewest offences -
15 negen
-
16 tien
tien1〈de〉1 [cijfer] ten2 [tiental] ten♦voorbeelden:1 een tien met een griffel (en een zoen van de juffrouw) • top of the class, A plus gold stareen tien voor Engels • an A+ for English————————tien2〈 telwoord〉♦voorbeelden:hoofdstuk tien • chapter tenzij is tien jaar • she is ten years old/of agetien jaar • a decadeeen man of tien • about ten peopletien minuten pauze nemen • take tenwij waren met ons tienen • there were ten of ustien tegen één dat … • ten to one that …hij ziet eruit of hij niet tot tien kan tellen • he doesn't look very brighthet is tien voor/over tien • it's ten to/after (ten) 〈ook → link=drie drie〉 -
17 twaalf
twaalf1〈de〉1 twelve♦voorbeelden:————————twaalf2〈 telwoord〉♦voorbeelden:de twaalf apostelen • the Twelve (Apostles)twaalf dozijn • grossklokke twaalf, op slag van twaalven • on the stroke of twelveom twaalf uur 's nachts • at midnight -
18 twee
twee1〈de〉1 two♦voorbeelden:1 hij kreeg een twee voor zijn repetitie • ±he got an F for his test; he scored two out of ten for his test 〈 in Nederlandse cijferstelsel〉twee aan twee • in twos————————twee2〈 telwoord〉♦voorbeelden:dat kost twee gulden • that costs two guilderstwee keer per maand/week • twice a month/a weekeen stuk of twee • a couple oftwee weken • fortnight, two weeksik heb ze alle twee gezien • I've seen both of them/them bothbier en bier is twee • there's beer and beerdat is zo zeker als tweemaal twee vier is • that's as sure as two and two are four/eggs is eggsiets in tweeën breken • break something in(to) two (parts)zij kwamen met zijn tweeën • two of them camezij waren met zijn tweeën • there were two of themvan tweeën één • (it's) one or the other -
19 veertien
-
20 veertig
veertig1〈de〉1 forty♦voorbeelden:————————veertig2〈 telwoord〉1 forty♦voorbeelden:hij loopt tegen de veertig • he is pushing fortyveertig plus • more than 40 % fat
- 1
- 2