-
1 raisonner
raisonner [rezzonnee]1 redeneren ⇒ argumenteren, oordelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) redeneren, oordelen2) discussiëren4) beredeneren -
2 renâcler
renâcler [rənaaklee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:cesse de renâcler! • schei uit met tegenstribbelen!v2) snuiven [dier] -
3 ерепениться
vgener. tegensputteren, tegenstribbelen -
4 противиться
vgener. kribben, afkerig zijn van (чему-л.), braveren, in de contramine zijn, tegen (iets) gekant zijn (чему-л.), tegen (iets) te keer gaan, tegengaan (чему-л.), tegenkanten, tegenspartelen (чему-л.), tegensputteren, tegenstreven, tegenstribbelen, trotsen, trotseren, weerstreven, zich aankanten (tegen-÷åìó-ô.), zich kanten tegen -
5 counteract
-
6 line
n. regel; streep; snoer; lijn; rij; generatie; beroep--------v. opstellen in rijen; markeren; bekleden; versterken; ribbelen; vullen (van een zak)line1[ lajn]1 lijn ⇒ snoer, koord3 rij (naast/achter elkaar) ⇒ 〈 leger〉 linie, stelling5 (beleids/gedrags)lijn♦voorbeelden:hold the line, please • blijft u even aan de lijn?2 line of fire • vuurlijn/linieline of sight/vision • gezichtslijnwe must draw the line somewhere • we moeten ergens een grens trekkenbring into line • tot de orde roepencome/fall into line • op één lijn gaan zitten, zich schikkenread between the lines • tussen de regels door lezenstand in line • in de rij gaan staan4 drop someone a line • iemand een briefje schrijven/sturenline of thought • ziens/denkwijze, denktrantkeep someone in line • iemand in de hand houdenshoot a line • een verhaal ophangen, opscheppensign on the dotted line • (een contract) ondertekenen; 〈 informeel〉 niet tegenstribbelen; in het huwelijksbootje stappentoe the line • in het gareel blijvenoff line • niet aan het werk, niet functionerendon line • aan het werk, functionerendbring a power station on line • een krachtcentrale operationeel makenout of line • uit de pas, over de schreef1 (hoeveelheid/stuk) lijn2 lint ⇒ lont, band♦voorbeelden:————————line2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ line one's nest/pocket(s)/purse • zijn zakken vullen, zijn beurs spekken→ line up line up/ -
7 sign on the dotted line
———————— -
8 prier
prier [prie.ee]1 biddenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bidden (tot) ⇒ zich met, in een gebed richten tot2 verzoeken ⇒ vragen, een verzoek richten tot♦voorbeelden:se faire prier • zich laten biddenne pas se faire prier • zich dat geen tweemaal laten zeggensans se faire prier • zonder tegenstribbelen; spontaanje peux entrer? mais faites donc, je vous en prie • mag ik binnen komen? zeker, ga uw gang!ah, non, je t'en prie, ça suffit! • nee zeg, alsjeblieft, nu is het wel genoeg!merci encore de votre aide! mais je vous en prie! • nog bedankt voor uw hulp! geen dank, graag gedaan!〈 wanneer men iemand voor laat gaan〉 je vous en prie! • na u!, gaat uw gang!je vous prie d' agréer l'expression de mes sentiments très distingués • met de meeste hoogachtingv1) bidden (tot)2) verzoeken -
9 rouspétance
-
10 cesse de renâcler!
cesse de renâcler!schei uit met tegenstribbelen! -
11 de bon gré
de bon gré -
12 gré
gré [gree]〈m.〉1 smaak ⇒ welbehagen, goeddunken♦voorbeelden:un bon spectacle à mon gré • een goede voorstelling naar mijn smaakà son gré • naar eigen goeddunkenà votre gré • zoals u wiltau gré des flots • als een speelbal der golvende mauvais gré • tegen z'n zinde (son) plein gré • geheel vrijwilligau gré de • volgens, naar gelangcontre le gré de qn. • tegen iemands zinde gré ou de force • goedschiks of kwaadschiks -
13 rebeller
rebeller (se) (contre) [rəbellee]〈 werkwoord〉1 in opstand komen (tegen) ⇒ oproerig worden, rebelleren (tegen) -
14 regimber
regimber [rəzĵẽbee]1 tegenstribbelen ⇒ zich verzetten, tegenspartelen -
15 sans se faire prier
sans se faire prierzonder tegenstribbelen; spontaan -
16 Span
〈m.; Span(e)s, Späne〉♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 wo gehobelt wird, fallen Späne • waar gehakt wordt, vallen spaanders -
17 Späne machen
moeilijkheden maken, tegenstribbelen -
18 aufmucken
-
19 fügsam
fügsam -
20 sperren
sperrenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 eine Straße sperren • een straat, weg afsluiten, afzettenjemandem den Weg sperren • iemand de weg versperrengesperrt! • verkeer gestremd!jemandem das Konto sperren • iemands rekening blokkeren1 zich verzetten ⇒ tegenspartelen, tegenstribbelen
Страницы
- 1
- 2