-
21 gun
n. geweer; pistool; kanon; pistool (i.d. spreektaal)--------v. neerschieten, doodschieten; (motor) laten razengun1[ gun] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 vuurwapen ⇒ (jacht)geweer, pistool5 → gunman gunman/♦voorbeelden:spike someone's guns • iemand de wind uit de zeilen nemenstick to one's guns • voet bij stuk houden→ great great/————————gun2〈 gunned〉1 jagen ⇒ op jacht zijn/gaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
22 in contrast to/with
in contrast to/with -
23 jet propulsion
straalaandrijving (aandrijving door opduwing tegen beweegrichting in zodat de opgeduwde stof al draaiend benodigd wordt (in tegenstelling tot uitbrandingsaandrijving daarbij wordt de stof omhoog gedujet propulsion -
24 letterpress
adj. Boekdruk, hoogdruk--------n. bijschrift (bij illustratie); letterzetsel (i.t.t. illustraties, tekstletterpress〈 boekwezen〉 -
25 lilo
laatste binnen, laatste buiten (methode voor ordenen van rij in tegenstelling tot LIFO-methode die zegt dat wie als laatste binnenkomt als eerste eruit gaat)--------LILO (Last In Last Out)[ lajloo] 〈Brits-Engels; oorspronkelijk handelsmerk〉1 luchtbed -
26 macrocosm
-
27 musical sound
-
28 musical
adj. muzikaal (van de muziek, muzikaal gevoel, een goed oor hebben)--------n. musicalmusical1[ mjoe:zikl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 musical————————musical21 muzikaal♦voorbeelden:musical saw • zingende zaagII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 muziek-♦voorbeelden:musical chairs • stoelendans -
29 on the contrary
in tegenstellingon the contraryintegendeel, juist niet -
30 operative
adj. doeltreffend; werkzaam, in werking, van kracht--------n. (geschoold) (fabrieks)arbeider; (privé) detective (AE)operative1[ oprətiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————operative22 werkzaam ⇒ in werking, van kracht♦voorbeelden:become operative • in werking treden, ingaan 〈 van wet〉 -
31 opposed
-
32 opposite
adj. tegen; tegenovergesteld; (er) tegenover; tegenstand; omgekeerd--------adv. tegenover; in tegenstelling--------n. tegenovergestelde, tegendeel--------prep. tegenoveropposite1[ oppəzit] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:she meant quite the opposite • ze bedoelde juist het tegendeel————————opposite2〈 oppositeness〉1 tegen(over)gesteld ⇒ tegenoverliggend; tegenover elkaar gelegen, tegen-♦voorbeelden:opposite number • ambtgenoot, collegathe opposite sex • het andere geslachtbe opposite from/to • tegen(over)gesteld zijn aan♦voorbeelden:————————opposite3〈 bijwoord〉1 tegenover (elkaar) ⇒ aan de overkant/andere kant♦voorbeelden:opposite to • tegenover————————opposite4〈 voorzetsel〉♦voorbeelden: -
33 ordinary
adj. gewoon--------n. kerkelijk rechter; ordinaris (bv. aartsbisschop in een kerkprovincie)ordinary1[ o:dnrie] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈vaak meervoud; Brits-Engels; geldwezen〉 (gewoon) aandeel 〈in tegenstelling tot preferent/uitgesteld aandeel〉♦voorbeelden:physician in ordinary to Her Majesty • lijfarts van Hare Majesteitout of the ordinary • ongewoon, bijzonderthe ordinary • de gewone gang van zaken→ lord lord/————————ordinary2〈bijvoeglijk naamwoord; ordinariness〉1 gewoon ⇒ gebruikelijk, normaal, vertrouwd♦voorbeelden:ordinary seaman • (rang van) lichtmatroos, gemeen matroos2 the ordinary run of things • de doorsnee/middelmaat -
34 physician
-
35 sighted
adj. ziende (in tegenstelling tot blinde); (v. geweer) met vizier; met gezichtsvermogen (scherp, niet intact, etc.)[ sajtid] -
36 tailor-made
door kleermaker op maat gemaakt, op bestelling gemaakt (van kleren); gemaakt op bepaalde bestelling voor speciaal iemand; geknipt, gecreëerd of aangepast voor een speciale situatie of behoefte; (Slang) fabrieksgefabriceerde sigaretten (in tegenstelling tot sigaretten die met de hand worden gerold)tailor-made1 maat-♦voorbeelden: -
37 unlike
adj. verschillend, anders danunlike1[ unlajk] 〈bijvoeglijk naamwoord; bijwoord〉♦voorbeelden:————————unlike2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden: -
38 variance
n. diversen ; tegenstelling, konflikt[ veəriəns]♦voorbeelden: -
39 versus
prep. tegenover, tegen[ və:səs]♦voorbeelden: -
40 west
n. Europa en Noord- en Zuid-Amerika; familienaam; Mae West (1892-1980) Amerikaanse filmster en sexsymboolwest1[ west] 〈 zelfstandig naamwoord〉→ wild wild/————————west2♦voorbeelden:————————west3〈 bijwoord〉1 in/uit/naar het westen ⇒ ten westen→ go go/
См. также в других словарях:
Joost Broerse — Spielerinformationen Voller Name Joost Broerse Geburtstag 8. Mai 1979 Geburtsort … Deutsch Wikipedia