-
1 to interfere
storen -
2 disrupt investigation
storen in ondervraging, storen in verhoor -
3 to disturb
storenverstoren -
4 disturb
v. storen; komen aan; verontrusten[ distə:b]2 storen♦voorbeelden:disturbing facts • verontrustende feitenplease do not disturb! • a.u.b. niet storen! -
5 interrupt
n. pauze; een opdracht die aan de computer processor wordt gegeven om een bepaald proces te onderbreken ten gunste van een ander proces--------v. hinderen, storen; ophouden,interpelleren; afsluiten; in de rede vallen[ intərupt]1 storen ⇒ onderbreken, in de rede vallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 onderbreken ⇒ afbreken, belemmeren2 interrumperen ⇒ in de rede vallen, storen -
6 intrude
v. storen; binnenvallen; inbreken; opzijdrukken; doordringen; onbevoegde toegang[ introe:d]2 zich opdringen ⇒ ongelegen komen, storen♦voorbeelden:2 let's not intrude on/upon his time any longer • laten wij niet langer onnodig beslag leggen op zijn tijdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 binnendringen ⇒ indringen, opdringen2 opdringen ⇒ lastig vallen, storen -
7 hamper
n. mand (ook: wasmand)--------v. belemmeren, storen, hinderenhamper1[ hæmpə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:picnic hamper • picknickmand————————hamper2〈 werkwoord〉 -
8 Fanny was fearful of disturbing her father
English-Dutch dictionary > Fanny was fearful of disturbing her father
-
9 be/make (so) bold (as) to disturb someone
be/make (so) bold (as) to disturb someonezo vrij/brutaal zijn om iemand te storenEnglish-Dutch dictionary > be/make (so) bold (as) to disturb someone
-
10 bold
adj. stoutmoedig; vrijpostig, brutaal1 (stout)moedig ⇒ doortastend, onverschrokken3 krachtig ⇒ goed uitkomend, duidelijk/scherp (omlijnd/(af)getekend)♦voorbeelden:be/make (so) bold (as) to disturb someone • zo vrij/brutaal zijn om iemand te storenmake bold with something • iets vrijelijk gebruikenbold imagination • levendige fantasie→ fortune fortune/ -
11 cripple
n. invalide; gebrekkig--------v. afwijzen; onbruikbaar maken, storen; schade aanrichtencripple1[ kripl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 invalide ⇒ (gedeeltelijk) verlamde, kreupele————————cripple2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:crippled with gout • krom van de jicht -
12 fearful
adj. vreselijk. verschrikkelijk; angstig; uit angst; is bang; huivert; houdt afstand[ fiəfl] 〈 fearfulness〉1 vreselijk ⇒ afschuwelijk, ontzettend2 bang ⇒ angstig, bevreesd♦voorbeelden:fearfully bad weather • afgrijselijk slecht weer -
13 interruption
n. storing; interpellatie; afsluiting[ intərupsjn] -
14 jam
n. jam; file, verkeersopstopping--------v. vast (blijven) zitten, blokkeren, vastraken; dringen; jammen; vastzetten, klemmen. knellenjam1[ dzjæm]1 opstopping ⇒ gedrang; blokkering, stremming3 〈 verkorting〉[jam session]♦voorbeelden:2 be in/get into a jam • in de nesten/knoei zitten/raken1 jam♦voorbeelden:————————jam2〈 jammed〉1 vast (blijven) zitten ⇒ klemmen, blokkeren, vast raken2 dringen♦voorbeelden:the machine jammed • de machine liep vastII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vast zetten ⇒ klemmen, knellen; zeevast zetten2 (met kracht) drijven ⇒ dringen, duwen4 blokkeren ⇒ verstoppen, versperren♦voorbeelden:he jammed his spurs into the horse's flanks • hij gaf het paard de sporenthe typewriter keys jam • de schrijfmachinetoetsen blokkeren -
15 mind
n. geest; verstand; hersenen; gedachte; herinneringsvermogen; opinie; wil--------v. er iets op tegen hebben; oppassen; letten op; voorzichtig zijn; er spijt van hebben; zich herinnerenmind1[ majnd]♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenin my mind • naar mijn meningbe in/of the same/one/a mind (on/about) • dezelfde mening toegedaan zijn (over)be in two minds (about) • het met zichzelf oneens zijn (omtrent)she is still of the same mind • zij is nog altijd dezelfde mening toegedaanto my mind • volgens mij2 nothing is further from my mind! • ik denk er niet aan!change one's mind • zich bedenkenmake up one's mind • tot een besluit komen2 verstand3 wil ⇒ lust, zin(nen)5 gevoel♦voorbeelden:have something on one's mind • iets op zijn hart hebbenwhat's on your mind? • waarover loop je te piekeren?drive someone out of his mind • iemand gek makenlose one's mind • gek wordenhave something in mind • iets van plan zijncross/enter one's mind • bij iemand opkomenget/put out of one's mind • uit zijn hoofd zettengive/put/set/turn one's mind to • zijn aandacht richten opread someone's mind • iemands gedachten lezenset one's mind to something • zich ergens op concentrerenit'll take my mind off things • het zal mij wat afleidenhis mind is on women • hij is met zijn gedachten bij de vrouwtjescast one's mind back (to) • terugblikken (op)come/spring to mind, come into one's mind • te binnen schietenkeep in mind • niet vergetenit slipped my mind • het is mij ontschotenwhom do you have in mind? • aan wie denk je?〈 informeel〉 it blew my mind • het verbijsterde me, ik stond er paf van————————mind2[ majnd]♦voorbeelden:→ mind out mind out/1 bezwaren hebben (tegen) ⇒ erop tegen zijn, zich storen aan♦voorbeelden:would you mind ringing? • zou je 's willen opbellen?would you mind? • zou je 't erg vinden?if you don't mind • als je er geen bezwaren tegen hebtI don't mind him • hij hindert me niet1 denken aan ⇒ bedenken, letten op2 zorgen voor ⇒ oppassen, bedienen♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeiennever (you) mind • het gaat je niet aannever mind the expense • de kosten spelen geen rolnever mind what your father said • ongeacht wat je vader zei2 he couldn't walk, never mind run • hij kon niet lopen, laat staan rennen -
16 mistake
n. fout, vergissing, abuis; verwarring--------v. vergissen; een vergissing maken; storenmistake1[ misteek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 fout2 dwaling♦voorbeelden:by mistake • per ongeluk————————mistake2〈werkwoord; mistook, mistaken〉♦voorbeelden:4 there's no mistaking him with his orange hat • je kunt hem eenvoudig niet mislopen met zijn oranje hoed -
17 obsess
-
18 perturb
v. storen, in beroering brengen, verstoren[ pətə:b] -
19 please do not disturb!
please do not disturb!a.u.b. niet storen! -
20 put out
put out♦voorbeelden:put out to sea • zee kiezenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 aanwenden ⇒ inzetten, gebruiken3 uitdoen ⇒ (uit)doven, blussen4 verdoven ⇒ bewusteloos maken/slaan5 van zijn stuk brengen ⇒ verontrusten, irriteren♦voorbeelden:put one's tongue out • zijn tong uitsteken3 put out the fire/light • het vuur/licht doven8 the calculations may have been put out by one percent • er kan een afwijking van een percent in de berekeningen geslopen zijnput out an official statement • een communiqué uitgeven
См. также в других словарях:
Stören — Stören, verb. regul. welches in doppelter Gestalt üblich ist. I. Als ein Neutrum mit dem Hülfswort haben, wo es, 1. Eigentlich eine Onomatopöie ist, eine gewisse dem Laute dieses Zeitwortes angemesene Art des Geräusches zu bezeichnen. In dieser… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Støren — (Audio|Stoeren.ogg|Støren) is a former municipality in Sør Trøndelag county, Norway.Støren was established as a municipality January 1, 1838 (see formannskapsdistrikt). Three other municipalities were later separated from it: Horg (1840),… … Wikipedia
Storen — Le Storen vu de Dyrhaugsryggen Géographie Altitude 2 405 m Massif Hurrungane Coordonnées … Wikipédia en Français
stören — Vsw std. (9. Jh.), mhd. stœren, ahd. stōren zerstreuen, vernichten (vgl. zerstören) Stammwort. Dazu mit Ablaut ae. styrian, mhd. stür(e)n bewegen, stören . Verwandt ist wohl Sturm. Nomina agentis: Störenfried, Zerstörer; Präfigierungen: ent , ver … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
stören — stören: Mhd. stœ̄ren, ahd. stōr‹r›en, niederl. storen bedeuteten ursprünglich »verwirren, zerstreuen, vernichten« und stehen im Ablaut zu mhd. stürn »stochern, antreiben«, engl. to stir »aufrühren«. Weiterhin verwandt sind aisl. styrr »Tumult,… … Das Herkunftswörterbuch
stören — stören, stört, störte, hat gestört 1. Darf ich Sie einen Augenblick stören? 2. Du kannst das Radio anlassen. Das stört mich nicht … Deutsch-Test für Zuwanderer
Storen — bedeutet in der Schweiz: einen Rollladen eine Jalousie eine Gelenkarmmarkise, siehe Markise Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichneter Begri … Deutsch Wikipedia
Stören — Stören, die einem zünftigen Handwerker zuständigen Arbeiten verrichten od. Waaren verkaufen, ohne daß man dazu eine Erlaubniß hat; daher Störer, wer dies thut … Pierer's Universal-Lexikon
Stören — Stören, verdampfende Salzlösungen umrühren, um die Bildung großer Kristalle zu verhindern. Die beim S. entstehenden kleinen Kristalle sind reiner als die großen, weil sie keine Mutterlauge einschließen … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Stören — Stören, s. Salz, Bd. 7, S. 561 … Lexikon der gesamten Technik
stören — ↑derangieren, ↑genieren, ↑irritieren, ↑sabotieren … Das große Fremdwörterbuch