-
1 disabled
invalide -
2 invalid
invalideongeldig -
3 invalid
adj. ongeldig; gebrekkig; afgekeurd; defekt; ziek; invalide; wakkelend; (in computers) illegaal; foutief; onbekende opdracht--------n. invalide, gehandicapte, zieke--------v. aan het ziekbed kluistereninvalid1[ invəlid] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 invalide————————invalid2[ invælid] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 ongerechtvaardigd ⇒ ongegrond, zwak2 ongeldig ⇒ onwettig, nietig♦voorbeelden:this will is invalid • dit testament is ongeldig————————invalid3[ invəlid]II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:————————invalid4[ invəlid,-lie:d] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 cripple
n. invalide; gebrekkig--------v. afwijzen; onbruikbaar maken, storen; schade aanrichtencripple1[ kripl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 invalide ⇒ (gedeeltelijk) verlamde, kreupele————————cripple2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:crippled with gout • krom van de jicht -
5 handicapped
adj. invalide, begrenst, beperkt♦voorbeelden: -
6 a chronic invalid
-
7 chronic
adj. langdurig; chronisch[ kronnik] 〈 chronically〉♦voorbeelden:a chronic invalid • een blijvend invalide -
8 crutch
-
9 cut off
adj. afgesneden ; opgehouden; weggezet--------v. afsnijden,ophouden; opzij zetten; weghouden; afnemencut off1 afsnijden/hakken/knippen2 afsluiten ⇒ stopzetten, blokkeren3 (van de buitenwereld) afsnijden/afsluiten ⇒ isoleren♦voorbeelden:cut off the gas (supply) • het gas afsluitenvillages cut off by floods • door overstromingen geïsoleerde dorpen -
10 depressed
-
11 disable
v. buiten gebruik stellen; buiten werking stellen; (in computers) blokkeren, een aktiviteit onmogelijk maken; blokkering van hardware of software[ disseebl] 〈zelfstandig naamwoord: disablement〉1 onmogelijk maken ⇒ onbekwaam/onbruikbaar/ongeschikt maken♦voorbeelden:the disabled • de invaliden -
12 game
adj. moedig; klaar; mank lopen; invalide--------n. spel; pret; wild; wedstrijd--------v. spelen, dobbelengame1[ geem]♦voorbeelden:1 game of chance • kans/hazardspelplay a good/poor game • goed/slecht spelenhave the game in one's hands • de wedstrijd controlerenplay a losing game • de (wed)strijd verliezenplay the game • eerlijk (spel) spelen, zich aan de regels houdenplay a waiting game • een afwachtende houding aannemenplay a winning game • de (wed)strijd winnen, de bovenhand krijgenit's all in the game • het hoort er (allemaal) bijbe off one's game • uit vorm/niet op dreef zijngame and (set) • game en setgive the game away • het plan(netje) verklappentwo can play (at) that game • dat spelletje kan ik ook spelennone of your (little) games! • geen kunstjes!the game is up • het spel is uit, nu hangen wij/julliebe up to some game • iets in zijn schild voerenit's your game • jij wintwhat a game! • wat een komedie!1 grap(je) ⇒ geintje, pret(je)2 bedrijf ⇒ gebeuren, -wezen♦voorbeelden:make game of • spotten metthe game was to tell how many • het was de kunst/het ging erom te zeggen hoeveel♦voorbeelden:¶ 1 points is game • wie 21 punten heeft, wint→ fair fair/IV 〈 meervoud〉————————game21 dapper ⇒ kranig, f♦voorbeelden:I am game • ik doe meebe game for something • tot iets bereid zijn, ergens zin in hebben————————game3————————game4〈 werkwoord〉1 gokken ⇒ spelen, dobbelen -
13 lame
adj. mank, kreupel; onbevredigend, nietszeggend--------v. mank (kreupel) maken; verlammenlame1[ leem] 〈bijvoeglijk naamwoord; lamer; lameness〉♦voorbeelden:¶ lame duck • slappeling; zielige/behoeftige figuur; noodlijdend bedrijf; 〈 Amerikaans-Engels〉 demissionair functionaris————————lame2〈 werkwoord〉 -
14 Association for the Rehabilitation of Disabled Children
Genootschap voor revalidatie van invalide kinderenEnglish-Dutch dictionary > Association for the Rehabilitation of Disabled Children
-
15 complete invalid
totaal invalide -
16 disabled
adj. invalide, is gebrekkig -
17 hundred-per-cent-disability
honderd procent invalide -
18 war invalid
oorlogsinvalide (iem. die in de oorlog gewond is en invalide gebleven)
См. также в других словарях:
invalide — [ ɛ̃valid ] adj. et n. • 1515; lat. invalidus « faible, débile » 1 ♦ Qui n est pas en état de mener une vie active, de travailler, du fait de sa mauvaise santé, de ses infirmités, de ses blessures, etc. ⇒ handicapé, impotent, infirme. Vieillard… … Encyclopédie Universelle
Invalide — Sm std. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. invalide, einer Ableitung von frz. invalide kraftlos (u.ä.) , dieses aus l. invalidus, einer Gegensatzbildung zu l. validus kräftig, stark und l. in , zu l. valēre kräftig sein (zu diesem s. Valenz) … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
invalide — Invalide. adj. de tout genre, Qui n a point les conditions requises par les Loix pour produire son effet. Acte invalide cette donation est nulle & invalide. ce qui rend le Mariage invalide, c est le deffaut d une condition essentielle, d une… … Dictionnaire de l'Académie française
invalidé — invalidé, ée (in va li dé, dée) part. passé d invalider. Un acte invalidé … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
invalide — Adj. (Oberstufe) infolge einer Krankheit oder eines Unfalls arbeitsunfähig Synonyme: erwerbsunfähig, invalid Beispiel: Der Polizist ist nach einer Schussverletzung invalide geworden und musste den Dienst quittieren … Extremes Deutsch
Invalide — In va*lide , n. [F.] See {Invalid}, n. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Invalide — Invalide, Krebs, so v.w. Hippa emerita, s. du. Weichschwanzkrebse … Pierer's Universal-Lexikon
Invalide — Invalīde (vom lat. invalĭdus, schwach, hinfällig), ein für den Kriegsdienst körperlich nicht mehr tauglicher Soldat; man unterscheidet: Halb I. und Ganz I. Seit Einführung der stehenden Heere erhalten die I. Pensionen oder werden in… … Kleines Konversations-Lexikon
Invalide — Invalide, vom lat. invalidus, ein zum Kriegsdienste wegen Alter, Wunden od. Krankheit nicht mehr tauglicher Soldat; sie werden in I.nhäusern versorgt oder durch Pensionen unterstützt … Herders Conversations-Lexikon
invalide — Invalide, Inualidus, Infirmus … Thresor de la langue françoyse
invalidé — Invalidé, [invalid]ée. part … Dictionnaire de l'Académie française