-
1 expert opinion
mening van een expert -
2 stand to reason
mening, houding die wordt geaccepteerd -
3 opinion
n. opinie; kijk; oordeel, mening[ əpinjən]1 mening ⇒ oordeel, opinie, opvatting2 (hoge) dunk ⇒ waardering, (gunstig) denkbeeld♦voorbeelden:in the opinion of most people • volgens (de opinie/het oordeel van) de meeste mensenopinion has changed • de publieke opinie is omgeslagenin my opinion • naar mijn mening/gevoelbe of (the) opinion that • van oordeel/mening zijn datgive one's opinion on • zijn mening geven overhave a second opinion • bijkomend advies inwinnen -
4 dissent
n. afwijkende mening, weigering--------v. verschil van meningdissent1[ dissent]————————dissent2♦voorbeelden: -
5 mind
n. geest; verstand; hersenen; gedachte; herinneringsvermogen; opinie; wil--------v. er iets op tegen hebben; oppassen; letten op; voorzichtig zijn; er spijt van hebben; zich herinnerenmind1[ majnd]♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenin my mind • naar mijn meningbe in/of the same/one/a mind (on/about) • dezelfde mening toegedaan zijn (over)be in two minds (about) • het met zichzelf oneens zijn (omtrent)she is still of the same mind • zij is nog altijd dezelfde mening toegedaanto my mind • volgens mij2 nothing is further from my mind! • ik denk er niet aan!change one's mind • zich bedenkenmake up one's mind • tot een besluit komen2 verstand3 wil ⇒ lust, zin(nen)5 gevoel♦voorbeelden:have something on one's mind • iets op zijn hart hebbenwhat's on your mind? • waarover loop je te piekeren?drive someone out of his mind • iemand gek makenlose one's mind • gek wordenhave something in mind • iets van plan zijncross/enter one's mind • bij iemand opkomenget/put out of one's mind • uit zijn hoofd zettengive/put/set/turn one's mind to • zijn aandacht richten opread someone's mind • iemands gedachten lezenset one's mind to something • zich ergens op concentrerenit'll take my mind off things • het zal mij wat afleidenhis mind is on women • hij is met zijn gedachten bij de vrouwtjescast one's mind back (to) • terugblikken (op)come/spring to mind, come into one's mind • te binnen schietenkeep in mind • niet vergetenit slipped my mind • het is mij ontschotenwhom do you have in mind? • aan wie denk je?〈 informeel〉 it blew my mind • het verbijsterde me, ik stond er paf van————————mind2[ majnd]♦voorbeelden:→ mind out mind out/1 bezwaren hebben (tegen) ⇒ erop tegen zijn, zich storen aan♦voorbeelden:would you mind ringing? • zou je 's willen opbellen?would you mind? • zou je 't erg vinden?if you don't mind • als je er geen bezwaren tegen hebtI don't mind him • hij hindert me niet1 denken aan ⇒ bedenken, letten op2 zorgen voor ⇒ oppassen, bedienen♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeiennever (you) mind • het gaat je niet aannever mind the expense • de kosten spelen geen rolnever mind what your father said • ongeacht wat je vader zei2 he couldn't walk, never mind run • hij kon niet lopen, laat staan rennen -
6 disagree
v. oneens zijn (met); van mening verschillen[ dissəgrie:]1 het oneens zijn ⇒ verschillen van mening, ruziën2 verschillen ⇒ niet kloppen, niet overeenkomen♦voorbeelden:disagree with someone about something • het oneens met iemand zijn over iets, een andere mening hebben over iets dan iemandhis account of the events disagrees with mine • zijn verslag van de gebeurtenissen komt niet overeen met het mijne→ disagree with disagree with/ -
7 feel
n. voelen; gevoel; gevoelsorgaan; aanraking--------v. voelen; betasten; aanvoelenfeel1[ fie:l]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉2 aanleg ⇒ gevoel, feeling♦voorbeelden:II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉2 routine♦voorbeelden:————————feel22 voelen ⇒ gevoel/tastzin hebben♦voorbeelden:1 feel (about) after/for something in one's pockets • in zijn zakken naar iets (rond)tasten/zoeken〈 Amerikaans-Engels〉 feel of • betasten, voelen (aan)3 what do you feel about him • wat vind je van hem?feel strongly about/on something • een uitgesproken mening over iets hebbeneverybody felt for the poor boy • iedereen had te doen met de arme jongenI really felt with John • ik voelde echt mee met JanII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 (ge)voelen ⇒ aanvoelen, de indruk krijgen♦voorbeelden:feel the effects of • lijden onder de gevolgen vanmake one's presence felt • zijn aanwezigheid doen gevoelenpoverty made itself felt in the big cities • de armoede werd voelbaar in de grote steden4 a (long-)felt need • een sinds lang gevoelde/reële behoefteI feel it necessary to deny that • ik vind het nodig dat te ontkennen5 it was felt that … • men was de mening toegedaan dat …¶ feel someone out • iemand uithoren/aan de tand voelen2 aanvoelen ⇒ een gevoel geven, voelen♦voorbeelden:feel angry • zich boos (ge)voelen, boos zijnfeel cold/warm • het koud/warm hebbenfeel fine • zich lekker voelenfeel funny • zich raar/niet lekker voelenfeel good • zich goed/fijn voelenfeel hungry • honger/trek hebbenfeel (quite) (like) oneself • zich zelfverzekerd/in goede conditie voelenfeel well • zich goed (ge)voelenI feel like a walk • ik heb zin in een wandelingetjeI really felt out of it/things at that party • ik voelde me niet goed op mijn plaats/niet goed thuis op dat feestjefeel up to one's task • zich tegen zijn taak opgewassen voelenit feels like silk • het voelt zijdeachtig aan -
8 in my opinion
naar mijn mening, volgens mij, IMOin my opinionnaar mijn mening/gevoel———————— -
9 opine
-
10 say
adv. hé, zeg, bij wijze v. spreken--------n. mening; gesproken woord; spreekrecht; woord--------v. zeggen; veronderstellen; van mening zijnsay1[ see] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:he has the say about that matter • hij heeft het voor het zeggen in die zaak2 have/say one's say • zijn zegje zeggen/doen————————say21 zeggen ⇒ praten, vertellen♦voorbeelden:〈Brits-Engels; informeel〉 I say! • hé (zeg), zeg; je meent het!so to say • bij wijze van sprekenit's not for me to say • daar kan ik niet over beslissen/me niet over uitlatenI'd rather not say • ik laat me er liever niet over uita man, they say, of bad reputation • een man, (zo) zegt men, met een slechte reputatie〈 informeel〉 you don't say (so) • 't is niet waar!, ongelofelijk!→ dare dare/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)zeggen ⇒ uiten, (uit)spreken2 zeggen ⇒ vermelden, verkondigen3 zeggen ⇒ aanvoeren, te kennen geven4 zeggen ⇒ aannemen, veronderstellen5 aangeven ⇒ tonen, zeggen♦voorbeelden:1 say grace/one's prayers • dank zeggen, biddensay one's lesson • zijn les opzeggenI dare say that • het zou zelfs heel goed kunnen datsay no more! • geen woord meer!; praat er mij niet van!; dat zegt al genoeg!to say nothing of • om nog maar te zwijgen oversay to oneself • bij zichzelf denkenI've something to say to you • ik moet je iets vertellen〈 vaak schertsend〉 as they say • zoals men zegt/dat noemt, zoals dat heetwho shall I say, sir? • wie kan ik zeggen dat er is, meneer?that is to say • met andere woorden, dat wil zeggen, tenminsteto say the least • op zijn zachtst uitgedruktshe is said to be very rich • men zegt dat ze heel rijk is, ze zou heel rijk zijnit is said/they say • men zegt/ze zeggenit says on the bottle • op de fles staatit says here that • hier staat dat3 what have you to say for yourself? • wat heb je ter verdediging aan te voeren?let's do it together, what do you say? • laten we het samen doen, wat zou je daarvan zeggen/vinden?what do you say to this? • wat zou je hiervan vinden/zeggen?4 let's say, shall we say • laten we zeggen/aannemensay it were true • aangenomen/stel dat het waar issay seven a.m. • laten we zeggen/pakweg zeven uur ('s ochtends)5 what time does your watch say? • hoe laat is het op jouw horloge?¶ when all is said and done • alles bij elkaar genomen, al met alno sooner said than done • zo gezegd, zo gedaanit goes without saying • het spreekt vanzelf〈 informeel〉 I'll say, you can say that again, 〈 Amerikaans-Engels〉you said it • zeg dat wel, daar zeg je zo iets, en of!say when • zeg het als 't genoeg is -
11 individual opinion
individuele opinie; eigen mening (mening van een rechter verschilt van mening van andere rechters) -
12 differ
v. anders zijn; verschillen van mening, het niet eens zijn (met)[ diffə]♦voorbeelden: -
13 editorialize
v. geven van de mening van de verslaggevereditorialize, editorialise[ edditto:riəlajz] 〈 Amerikaans-Engels〉 -
14 heterodoxy
n. afwijking van gevestigde mening[ - doksie] 〈meervoud: heterodoxies〉1 heterodoxe mening/stelling -
15 in my judgment
-
16 judgment
n. oordeel; vonnis, godsgericht; mening; (gezond) verstandjudgment, judgement[ dzjudzjmənt]1 oordeel ⇒ uitspraak, vonnis, schatting2 boete♦voorbeelden:1 pass judgment on someone/something • een oordeel vellen over iemand/ietspronounce (a) judgment • een uitspraak doenreverse a judgment • een vonnis (in hoger beroep) vernietigensit in judgment on • rechter spelen overin my judgment • naar mijn meningagainst one's better judgment • tegen beter weten ina person of (good/weak) judgment • een persoon met (veel/weinig) doorzicht→ last last/ -
17 preconception
n. vooraf gevormd begrip; vooropgezette mening; vooroordeel[ prie:kənsepsjn] -
18 sentiment
n. gevoel; verhouding; mening; gevoeligheid; sentiment[ sentimmənt]♦voorbeelden:1 (those are) my sentiments exactly • zo denk ik er ook over, precies wat ik wou zeggen2 have you got a card with a suitable sentiment? • heb je een kaart met een toepasselijke wens?♦voorbeelden:1 a matter of sentiment • een gevoelskwestie/zaakthe public sentiment • de publieke opiniebe swayed by sentiment • zich laten leiden door zijn gevoel♦voorbeelden: -
19 shift one's ground
van mening wisselen————————van argument/mening veranderen -
20 veto
n. veto (het recht om een officiële beslissing te annuleren tegen de algemene mening in)--------v. veto verklaren (veroorzaken dat een officiële beslissing geannuleerd wordt tegen de algemene mening in)[ vie:too]
См. также в других словарях:
mening — • mening, syfte, plan, ändamål, intention • inställning, attityd, uppfattning, inriktning, ställning, mening, åsikt • tro, förutsättning, förmodan, presumption, supposition, premiss • mening, innebörd, bemärkelse, definition, signifikans … Svensk synonymlexikon
mening- — pref. Variant of meningo . * * * … Universalium
méning- — méningo ❖ ♦ Élément, du grec mênigx, mêniggos « méninge », et entrant dans la composition de mots d anatomie, physiologie, médecine … Encyclopédie Universelle
mening- — or meningo ; also meningi combining form Etymology: New Latin, from mening , meninx 1. meninges < meningococcus > < meningitis > 2. meninges and < meningoencephalitis > … New Collegiate Dictionary
mening- — See meningo . * * * (meningo ) prefix denoting the meninges … Medical dictionary
mening(o)- — [Gr. mēninx, gen. mēningos membrane] a combining form denoting relationship to a membrane, especially relationship to the meninges … Medical dictionary
Mening — Ytring. Syn. meningshelhed, periode … Danske encyklopædi
mening- — meningo combining form denoting the meninges … The new mediacal dictionary
mening — me|ning sb., en, er, erne, i sms. menings , fx meningsdannelse, meningsforstyrrende … Dansk ordbog
mening — s ( en, ar) … Clue 9 Svensk Ordbok
mening- — combining form or meningo also meningi Etymology: New Latin, from meninges : meninges meningococcus … Useful english dictionary