-
1 étouffer
étouffer [eetoefee]1 stikken♦voorbeelden:on étouffe ici! • wat is het hier benauwd!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ oeuf1 stikken1. v1) (ver)stikken2) dempen [geluid]3) onderdrukken4) gappen2. s'étoufferv -
2 crever
crever [krəvee]1 barsten ⇒ opengaan, door-, losbreken, (open)springen3 doodgaan 〈 van plant, dier〉 ⇒ 〈 informeel〉 creperen 〈 van mens〉 ⇒ stikken 〈door hitte enz.〉 ⇒ sterven♦voorbeelden:faire crever du riz • rijst laten wellencrever d' ennui • zich doodvervelencrever de jalousie • stikjaloers zijncrever de santé • blaken van gezondheidII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 kapotmaken ⇒ (door)breken, openmaken, een gat maken in♦voorbeelden:crever un pneu • een band kapotsteken♦voorbeelden:v1) barsten, opengaan3) doodgaan, creperen6) afpeigeren -
3 asphyxier
-
4 suffoquer
suffoquer [suufokkee]1 naar adem snakken ⇒ naar lucht happen, bijna stikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verstikken ⇒ benauwen, smoren♦voorbeelden:v1) naar adem snakken, bijna stikken2) verstikken, benauwen -
5 étrangler
-
6 griller
griller [griejee]♦voorbeelden:¶ tu grilles! • je bent warm!, je bent er bijna!II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 branden ⇒ verschroeien, verzengen4 inhalen♦voorbeelden:griller les feux rouges • door rood (licht) rijdenv1) roosteren2) (ver)schroeien, (aan)branden5) (laten) doorbranden [elektriciteit]6) inhalen -
7 mourir
mourir [moerier]1 sterven ⇒ doodgaan, overlijden, afsterven♦voorbeelden:1 faire mourir • doden, terecht laten stellense laisser mourir • niets doen om in leven te blijvenon n'en meurt pas • daar ga je niet dood vans'ennuyer à mourir • zich doodvervelenmourir d' amour • vreselijk verliefd zijnmourir d' envie • erg veel zin in iets hebbenmourir de froid • sterven, vergaan van de koumourir de rage • stikken van woedemourir de honte • zich doodschamenmourir de plaisir • dolle pret hebbenmourir de rire • zich doodlachenmourir pour qn. • zijn leven voor iemand geven2 uitdoven ⇒ wegkwijnen, wegstervenv1) sterven2) uitdoven -
8 piquer
piquer [piekee]1 plotseling dalen ⇒ plotseling vallen, duiken2 wegstuiven ⇒ recht afgaan (op), aanrijden (op), afvliegen (op)♦voorbeelden:piquer du nez • voorovertuimelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 een injectie, prik geven ⇒ inenten3 prikkelen ⇒ prikken, irriteren, bijten5 aantasten ⇒ vlekken maken op, bespikkelen6 prikkelen ⇒ opwekken, gaande maken♦voorbeelden:2 faire piquer son chat • zijn kat een spuitje laten geven, laten afmaken3 ça me pique • dat steekt me, dat hindert mevent qui pique • snijdende windpiquer à la machine • op de machine stikken6 piquer qn. au vif • iemand diep krenken, beledigenpiquer un galop, un cent mètres • het op een drafje zetten, een sprintje trekkenpiquer un petit somme • een tukje doen¶ piquer une tête • duiken, een duik nemenpiquer des deux (éperons) • zijn paard de sporen geven3 plekjes gaan vertonen ⇒ vlekken krijgen, schimmelplekken gaan vertonen♦voorbeelden:2 il se pique • hij is verslaafd, hij spuitv1) plotseling vallen, duiken3) steken, prikken5) bijten, prikkelen7) bespikkelen8) opwekken10) jatten -
9 cuire
cuire [kŵier]1 koken ⇒ bakken, braden, stoven, roosteren♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 on cuit ici! • het is hier om te stikken van de hitte!→ jusII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 koken ⇒ bakken, braden, stoven, roosteren -
10 mourir de rage
mourir de rage -
11 on cuit ici!
on cuit ici!het is hier om te stikken van de hitte! -
12 on grille ici
on grille ici -
13 piquer à la machine
piquer à la machine -
14 poêler
poêler [pwaalee]1 braden ⇒ bakken, stoven -
15 étouffer de rire
étouffer de rire
См. также в других словарях:
stikken — I stik|ken 1. stik|ken: i stikken; lade nogen i stikken II stik|ken 2. stik|ken adj., t, stikne (vanskelig at omgås) … Dansk ordbog
Akupunktur — Stikken med nåle ved undersøgelse eller som lægemiddel … Danske encyklopædi
Heuft — Karl Heuft GmbH Rechtsform GmbH Gründung 1840 Sitz Bell (bei Mendig) , Rheinland Pfalz … Deutsch Wikipedia
étiquette — [ etikɛt ] n. f. • estiquette « poteau de but » 1387, mot picard; de l a. v. estiquer « attacher, ficher », néerl. stikken, frq. °stikkan; cf. astiquer, ticket I ♦ 1 ♦ (1549) Dr. Vx Écriteau sur le dossier d un procès, portant les noms du… … Encyclopédie Universelle
Etikette — Stil; Umgangsformen; Benehmen; feine Sitte; Manieren; Anstand * * * Eti|ket|te [eti kɛtə], die; , n: Gesamtheit der herkömmlichen Regeln, die gesellschaftliche Umgangsformen vorschreiben: die Etikette wahren, einhalten, verletzen; gegen die… … Universal-Lexikon
Etiquette — Et i*quette , n. [F. prop., a little piece of paper, or a mark or title, affixed to a bag or bundle, expressing its contents, a label, ticket, OF.estiquete, of German origin; cf. LG. stikke peg, pin, tack, stikken to stick, G. stecken. See… … The Collaborative International Dictionary of English
stick — I. noun Etymology: Middle English stik, from Old English sticca; akin to Old Norse stik stick, Old English stician to stick Date: before 12th century 1. a woody piece or part of a tree or shrub: as a. a usually dry or dead severed shoot, twig, or … New Collegiate Dictionary
Kingdom of the Netherlands — For the country called Netherlands within the Kingdom, see Netherlands. Kingdom of the Netherlands Koninkrijk der Nederlanden (Dutch) Keninkryk fan de Nederlannen (West Frisian) … Wikipedia
Backofen — Ein Backofen ist ein elektrisch oder brennstoffbeheizter Apparat zum Backen, Braten und Grillen von Lebensmitteln. Er findet Einsatz im Haushalt, im Handwerk sowie in industriellen Bereich. In Teilen Deutschlands und Österreichs wird der Backofen … Deutsch Wikipedia
MIWE — Michael Wenz GmbH Rechtsform GmbH Gründung 1919 Sitz Arnstein, Bayern, Deutschland Leitung Sabine Michaela Wenz Mitarbeiter … Deutsch Wikipedia
Ersticken — Ersticken, verb. reg. welches in doppelter Gattung üblich ist. I. Als ein Neutrum, mit dem Hülfsworte seyn, aus Mangel des Athems und der Luft sterben. In seinem Blute ersticken, wenn das Blut in die Lunge und Luftröhre tritt. Im Rauche, im… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart