-
1 some of the paint has scaled off
gedeelte van verf is afgebladderd -
2 subcontract some of the work to a plumber
subcontract some of the work to a plumberEnglish-Dutch dictionary > subcontract some of the work to a plumber
-
3 some child broke the window
-
4 some dirty work with the accounts
English-Dutch dictionary > some dirty work with the accounts
-
5 the commander pulled some tanks back
English-Dutch dictionary > the commander pulled some tanks back
-
6 the terrible hangover turned him off drink for some time
the terrible hangover turned him off drink for some timeEnglish-Dutch dictionary > the terrible hangover turned him off drink for some time
-
7 some
adj. enige, enkele; iets; bepaald; serieus (i.d. spreektaal)--------adv. op een speciale manier; heel veel (i.d. spreektaal)--------pron. enkele, sommigesome1[ sum] 〈 voornaamwoord〉1 wat ⇒ iets, enkele(n), sommige(n), een aantal♦voorbeelden:some say so • er zijn er die dat zeggen————————some22 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 enigszins ⇒ een beetje; 〈 ironisch〉 geweldig, formidabel♦voorbeelden:he was annoyed some • hij was een tikje geïrriteerd————————some3♦voorbeelden:some day I'll know • ik zal het ooit wetensome plumber he is! • wat een klungelaar van een loodgieter! -
8 if you put some more wood on it the fire will burn up
English-Dutch dictionary > if you put some more wood on it the fire will burn up
-
9 in some quarters of (the) town there were riots
English-Dutch dictionary > in some quarters of (the) town there were riots
-
10 that throws some interesting sidelights on the problem
English-Dutch dictionary > that throws some interesting sidelights on the problem
-
11 there's a/some cloud in the brandy
there's a/some cloud in the brandyEnglish-Dutch dictionary > there's a/some cloud in the brandy
-
12 there's some fear of losing the match
there's some fear of losing the matchEnglish-Dutch dictionary > there's some fear of losing the match
-
13 subcontract
n. onderaanbestedingscontract--------v. overleveren aan onderaannemersubcontract1[ - kontrækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 onderaanbestedings/toeleveringscontract————————subcontract21 〈+to〉een onderaanbestedings/toeleveringscontract sluiten (met)♦voorbeelden:1 subcontract some of the work to a plumber • een gedeelte van het werk uitbesteden aan een loodgieter -
14 show
n. toneelstuk; opvoering; programma; tentoonstelling; amusementsvoorstelling, schouwspel, show; vertoon; schijn--------v. tonen, laten zien; duidelijk maken; aantonen, bewijzen; vertonen; tentoonstellenshow1[ sjoo]♦voorbeelden:a fine show of blossoms • een prachtige bloesemtooimake a show of one's learning • te koop lopen met zijn geleerdheidunder a show of benevolence • onder het mom van welwillendheidno show of resistance • geen enkel blijk van verzetgood show! • goed geprobeerd!put up a good show • een goede prestatie leverenlet's get this show on the road • laten we nu maar eens beginnengive the (whole) show away • de hele zaak verradensteal the show • de show stelen〈 informeel〉 all over the show • door elkaar, overal1 uiterlijk ⇒ schijn, opschepperij♦voorbeelden:she only does it for show • ze doet het alleen voor de show3 what's on show today? • wat wordt er vandaag vertoond?objects on show • de tentoongestelde voorwerpen————————show21 (zich) (ver)tonen ⇒ (duidelijk) zichtbaar zijn, (ver)schijnen, eruitzien, vertoond worden 〈 van film〉♦voorbeelden:his education shows • het is goed merkbaar dat hij goed onderlegd isthe scar still shows • het litteken is nog goed te zienyour slip is showing • je onderjurk komt eruittime will show • de tijd zal het lerenwhat's showing at the cinema? • wat draait er in de bioscoop?her Dutch accent still shows through • haar Nederlandse accent is nog (goed) hoorbaar¶ it just goes to show! • zo zie je maar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (aan)tonen ⇒ laten zien, tentoonstellen, vertonen2 uitleggen ⇒ demonstreren, bewijzen♦voorbeelden:show me an example • geef me een voorbeeldshe never shows her feelings • ze toont haar gevoelens nooitthis year's figures show some recovery • de cijfers van dit jaar geven enig herstel te zienwhich film are they showing? • welke film draaien ze?he has nothing to show for all his work • zijn werk heeft helemaal geen vruchten afgeworpenshow me the truth of what you're saying • bewijs me dat het waar is wat je zegtthis goes to show that crime doesn't pay • dit bewijst dat misdaad niet loonthe showed me how to write • hij leerde me schrijvenshow one's kindness • vriendelijk blijken te zijnimpressed by the vast knowledge she showed • onder de indruk van de enorme kennis die ze aan de dag legdeshow bad taste • van een slechte smaak getuigenshow someone in/out • iemand binnenlaten/uitlatenhe showed us (a)round the house • hij liet ons het huis zienshow her into the waiting room • breng haar naar de wachtkamerI'll show you out of the house • ik zal u uitlatenshow someone over the factory • iemand een rondleiding geven door de fabriek6 Lord, show mercy • Heer, schenk genade -
15 over
adj. voorbij, over, klaar, geëindigd, verleden; samenvattend, concluderend; hoger, boven; hoger in autoriteit of positie; extra, teveel; rest-; dienend als en buitenbedekking, extern, over; overblijvend, over, nog niet op, nog niet opgebruikt (Bv.: " I made so much fish for dinner, there is some left over")--------adv. over; omver; teveel; aan de andere kant; nogmaals--------interj. over--------n. extra, overmatige hoeveelheid; toevoegsel; toegevoegde hoeveelheid; (Cricket) serie van ononderbroken ballen (6 in Engeland, 8 in Australië) gegooid door een speler--------pref. te veel; meer; nog meer; meer dan; bovenaan--------prep. boven, over; meer dan--------v. springen overover1[ oovə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————over25 ten einde ⇒ af, over6 ten einde ⇒ helemaal, volledig7 opnieuw♦voorbeelden:he called her over • hij riep haar bij zichthrow the ball over • gooi de bal naar de overkantshe lives four houses over • ze woont vier huizen verderopover here • hier (te lande)over there • daargindsover against • tegenoverover at your place • bij jou thuishe's over particular • 't is een Pietje preciessome apples were left over • er bleven enkele appelen overa hundred and over • meer dan honderdhe's mud all over • hij zit onder de modderthe show is over • het spektakel is afgelopenit's over and done (with) • het is uitshe thought it over • ze dacht er goed over naI've done it twice over already • ik heb het al twee keer opnieuw gedaanover again • opnieuwover and over again • telkens/altijd weerfive for John (as) over against seven for Pete • vijf voor John tegenover zeven voor Pete————————over3〈 voorzetsel〉6 betreffende ⇒ met betrekking tot, over, om♦voorbeelden:chat over a cup of tea • keuvelen bij een kopje theebuy nothing over fifty francs • koop niets boven de vijftig frankshe hit him over the head • ze sloeg hem op het hoofdthey lived over the post office • ze woonden boven het postkantoorhe has it over Sam • hij wint het van Samwe gained nothing over last year • we hebben geen vooruitgang geboekt ten opzichte van vorig jaarover and above these problems there are others • behalve/buiten/naast deze problemen zijn er nog anderespeak over the phone • door de telefoon sprekenover the past five weeks • gedurende de afgelopen vijf wekenall over England • in/over heel Engelandall this fuss over a trifle • zo'n drukte om een kleinigheid→ be over be over/ -
16 more
n. Moore (Thomas, schrijver van "Utopia"; familienaam)more1[ mo:] 〈voornaamwoord; vergrotende trap van much en many〉1 meer♦voorbeelden:\\td50, more or less • ongeveer vijftig dollara few more • nog een paarthere is no more • er is er geen meerthere was much more • er was nog veel meerthere were many more • er waren er nog veel meerthere are no more • er zijn er geen meerthere is some more • er is nog watthere are some more • er zijn er nog enkele(n)he said he would, and more than that, he did it • hij zei dat hij het zou doen, en wat meer zegt, hij deed het ookwe are going to see more of him • we gaan hem nog vaker zien————————more2〈bijwoord; vergrotende trap van much〉1 meer ⇒ veeleer, eerder♦voorbeelden:1 more or less • min of meer, zo ongeveeronce more • nog eens/een keermore and more • meer en meerthat's more like it • dat lijkt er al beter opmore easily • makkelijker¶ he is no more • hij is er niet meer, hij is overleden————————more3〈determinator; vergrotende trap van much en many〉1 meer♦voorbeelden:no more bread • geen brood meerone more try • nog een pogingthe more people there are the happier he feels • hoe meer mensen er zijn, hoe gelukkiger hij zich voelt -
17 respect
n. eer, respekt; konsideratie--------v. respekterenrespect1[ rispekt]1 opzicht ⇒ detail, (oog)punt♦voorbeelden:1 in all/many/some/several respects • in alle/vele/sommige/verschillende opzichtenin some respect • in zeker opzicht, enigermate2 aandacht ⇒ zorg, inachtneming3 eerbied ⇒ achting, ontzag♦voorbeelden:〈 formeel〉 with respect to • met betrekking tot, wat betreftwithout respect to • zonder te letten op, ongeachthave/show respect for someone • eerbied hebben voor iemandwin the respect of everybody • bij iedereen respect afdwingenwith respect • als u mij toestaat1 eerbetuigingen ⇒ groeten, complimenten♦voorbeelden:————————respect2〈 werkwoord〉1 respecteren ⇒ eerbiedigen, (hoog)achten♦voorbeelden: -
18 turn
n. draai, bocht; beurt; ommekeer--------v. draaien; omslaan; omkeren; worden; veranderen; omzetten; wendenturn1[ tə:n]3 wending ⇒ draai, (verandering van) richting4 beurt7 〈 benaming voor〉 korte bezigheid ⇒ wandelingetje, ommetje; ritje, tochtje; nummer(tje) 〈 in circus, show〉; 〈 bij uitbreiding〉 artiest 〈 in show〉♦voorbeelden:turn of the tide • getijwisseling, kentering 〈 ook figuurlijk〉the tide is on the turn • het tij keertthe next right turn • de volgende afslag rechts4 is it my turn to cook tonight? • moet ik vanavond koken?take turns at something • iets om beurten doen, elkaar aflossen met ietswait one's turn • zijn beurt afwachtenturn and turn about • om en om, om de beurtby turns • om en om, om de beurtin turn • om de beurt, achtereenvolgens; op zijn beurttake it in turn(s) to do something • iets om beurten doenin one's turn • op zijn beurtyour turn • jij bentbe of a musical turn (of mind) • muzikaal aangelegd zijnat every turn • bij elke stap/gelegenheid, overaldone to a turn • perfect klaargemaakt, precies gaar genoeg→ good good/♦voorbeelden:————————turn23 〈 benaming voor〉 van richting veranderen ⇒ afslaan, draaien, een bocht/draai maken; (zich) omkeren, (zich) omdraaien; een keer nemen, kenteren 〈 van getijde〉♦voorbeelden:his thoughts turned to his mother • hij dacht aan zijn moederturn aside (from) • zich afwenden (van)turn to a book • een boek raadplegenturn to drink • aan de drank rakenthe car turned left, right, and then turned into Bond Street • de auto sloeg saf, rechtsaf, en draaide toen Bond Street inturn about • zich omkerenabout turn! • rechtsom(keert)! 〈 bevel aan troepen〉turn (a)round • zich omdraaien 〈 van iemand〉; een ommekeer maken 〈 bijvoorbeeld van economie〉; van gedachten/mening veranderenturn back • terugkeren, omkerenturn down a side street • een zijstraat inslaanwe turned off the M1 at Hatfield • we gingen van de M1 af bij Hatfieldhe turned to teaching • hij switchte naar (het) onderwijsturn into • veranderen in, wordenthe success of a film turns on many factors • het succes van een film hangt van vele factoren afwater turns to ice • water wordt ijsturn (up)on someone • iemand aanvallen, zich tegen iemand keren→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/2 〈 benaming voor〉 omdraaien ⇒ (doen) omkeren; omploegen, omspitten; omslaan, keren 〈 kraag〉; omvouwen4 verzuren ⇒ zuur worden/maken♦voorbeelden:the wheels turn fast • de wielen draaien snelshe turned the car • zij keerde de autoshe turned my old coat • zij keerde mijn oude jas (binnenstebuiten)turn the collar • de kraag omslaanturn the page • de bladzijde omslaanturn about • omkeren, omdraaienturn (a)round • ronddraaien; omkeren, omdraaienturn back • omvouwen, omslaanturn back the sheets • de lakens omslaan/open slaanturn something inside out • iets binnenstebuiten keren; 〈 figuurlijk〉grondig doorzoeken, overhoophalenit seemed as if the world had turned topsy-turvy • het leek wel de omgekeerde wereldturn upside down • ondersteboven kerenturn to page seven • sla bladzijde zeven opturn a phrase • iets mooi zeggenthe warm weather turned the milk • door het warme weer verzuurde de melk4 (doen) veranderen (van) ⇒ omzetten, verzetten; (ver)maken; een wending geven aan 〈 gesprek〉; bocht/draai laten maken, draaien; afwenden, omleiden♦voorbeelden:1 turn a circle • een cirkel maken/beschrijventurn the conversation • een andere wending aan het gesprek geventurn a stream • een stroom omleidenturn the switch • de wissel omzettenturn into • veranderen in, (ver)maken tot; omzetten in〈 figuurlijk〉 the terrible hangover turned him off drink for some time • door de enorme kater had hij een tijdje geen enkele interesse in drankturn the conversation to something different • het gesprek op iets anders brengenturn a gun on someone • een geweer op iemand richtenshe turned her face away from the corpses • zij wendde haar hoofd af van de lijkenturn a child against his parents • een kind tegen zijn ouders opstoken〈 Amerikaans-Engels〉 turn loose • los/vrijlatenmy wife is/has turned fifty • mijn vrouw is de vijftig gepasseerd/is vijftig gewordenit is/has turned six o'clock • het is zes uur geweestturn away • wegsturen, wegjagen, ontslaan; 〈 figuurlijk〉verwerpen, afwijzenwe were turned back at the entrance • bij de ingang werden we teruggestuurdturn someone into the street • iemand op straat zetten→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/IV 〈 koppelwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:her skin turned brown • haar vel werd bruinhis wife turned Catholic • zijn vrouw werd katholiekthe milk turned sour • de melk werd zuur -
19 air
n. lucht; wind; sfeer; gevoelsuitdrukking; van muziekspelen--------v. luchten; waaienair1[ eə]1 voorkomen ⇒ sfeer, aanzicht♦voorbeelden:have an air of gentility/loneliness • een deftige/eenzame indruk maken2 airs and graces • aanstellerij, kouwe druktegive oneself/put on airs • zich aanstellen, indruk proberen te maken1 lucht ⇒ atmosfeer, dampkring2 lucht ⇒ luchtruim, hemel♦voorbeelden:get some (fresh) air • een frisse neus halenin the open air • in (de) open luchtthe plane has just taken the air • het vliegtuig is zojuist opgestegenby air • met het vliegtuig, per luchtpost3 be/go on the air • in de ether zijn/gaan, uitzenden, uitgezonden wordenthe prime minister went on the air • de eerste minister hield een radio/tv-toespraakover the air • per radiolive on air • van de lucht leven, nauwelijks iets etentread/walk on air • in de wolken/de zevende hemel zijnrumours are in the air • het gerucht doet de rondemy plans are still (up) in the air • mijn plannen staan nog niet vasthe was left in the air • hij werd in het ongewisse gelatenshe was up in the air about it • ze was er erg opgewonden door————————air21 drogen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bekendmaken ⇒ luchten, ventileren♦voorbeelden:3 air one's grievances/ideas • uiting geven aan zijn klachten/ideeën -
20 day
n. dag[ dee]2 werkdag♦voorbeelden:day of judgement/reckoning • dag des oordeels/der afrekeningday and night/night and day • dag en nachtthe day after tomorrow • overmorgenwork days • overdag werken, dagdienst hebben〈 informeel〉 from day one • meteen, vanaf de eerste dagday in, day out • dag in, dag uitday out • dagje uitday after day • dag in, dag uitday by day, from day to day • dagelijks, van dag tot dagday off • vrije dagsome day • eens, eenmaal, op een keer; bij gelegenheidall in a/the day's work • de normale gang van zakena good day's work • een productief dagjecall it a day • het voor gezien houdenlet's call it a day • laten we er een punt achter zettenmake a day of it • een dagje doorhalenmake someone's day • iemands dag goedmakenname the day • de trouwdag vaststellenone of these (fine) days • een dezer dagenone of those days • zo'n dag waarop alles tegenzitnot (have) one's day • zijn dag niet (hebben)from one day to the next • van vandaag op morgenon one's day • op het toppunt van zijn kunnenshe's thirty if she's a day • ze is op zijn minst dertig2 tijd ⇒ periode, dag(en)♦voorbeelden:(in) olden days • (in) vroeger tijdenhe's had his day • hij heeft zijn tijd gehadthose were the days • dat waren pas/nog eens tijdenat the present day • vandaag de dagin one's day • in iemands tijd/levenin the days of • ten tijde vanquestions of the day • hedendaagse/actuele vraagstukkenthese days • tegenwoordig, vandaag de dag(in) this day and age • vandaag de dagin those days • in die dagento the/a day • op de dag afto this day • tot op de dag van vandaag, tot op hedenthe other day • onlangs, pas geledenIII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:lose the day • de slag verliezenIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
native of some of the Pacific islands It is used by the natives as a candle the nut kernels being strung together The oil from the nut — Candlenut Can dle*nut , n. 1. The fruit of a euphorbiaceous tree or shrub ({Aleurites moluccana}), native of some of the Pacific islands. It is used by the natives as a candle, the nut kernels being strung together. The oil from the nut ( {),… … The Collaborative International Dictionary of English
The Culture — is a fictional interstellar anarchist, socialist, and utopian[1][2] society created by the Scottish writer Iain M. Banks which features in a number of science fiction novels and works of short fiction by him, collectively called the Culture… … Wikipedia
The Beatles bootleg recordings — are performances by The Beatles that have attained some level of public circulation without being available as a legal release. The term most often refers to audio recordings, but also includes video performances. From the earliest Beatles… … Wikipedia
The Urantia Book — Cover of the … Wikipedia
The Amazing Race — sometimes referred to as TAR, is a reality television game show in which teams of two people (with one exception), who have some form of a preexisting personal relationship, race around the world in competition with other teams. Contestants stri … Wikipedia
The Canterbury Tales — is a collection of stories written by Geoffrey Chaucer in the 14th century (two of them in prose, the rest in verse). The tales, some of which are originals and others not, are contained inside a frame tale and told by a collection of pilgrims on … Wikipedia
The Price Is Right (U.S. game show) — The Price Is Right Format Game show Created by Mark Goodson Bill Todman Directed b … Wikipedia
The Salvation Army — Classification Protestant Orientation Holiness Leader Linda Bond Geographical areas Worldwide Headquarters … Wikipedia
Some — (s[u^]m), a. [OE. som, sum, AS. sum; akin to OS., OFries., & OHG. sum, OD. som, D. sommig, Icel. sumr, Dan. somme (pl.), Sw. somlige (pl.), Goth. sums, and E. same. [root]191. See {Same}, a., and cf. { some}.] 1. Consisting of a greater or less… … The Collaborative International Dictionary of English
Some some — (s[u^]m), a. [OE. som, sum, AS. sum; akin to OS., OFries., & OHG. sum, OD. som, D. sommig, Icel. sumr, Dan. somme (pl.), Sw. somlige (pl.), Goth. sums, and E. same. [root]191. See {Same}, a., and cf. { some}.] 1. Consisting of a greater or less… … The Collaborative International Dictionary of English
The Fast Show — Title Card for the Fosters Funny Series of The Fast Show. Format Sketch comedy … Wikipedia