Перевод: с немецкого на все языки

со всех языков на немецкий

Со всех языков на:
Немецкий
С немецкого на:
Все языки
Английский
Нидерландский

schroef

Толкование Перевод

1 schroef

(v.e. schip) propellor

Deutsch-Englisch-Wasserbau > schroef
2 Gang

Gang¹

〈m.; Gang(e)s, Gänge〉

1 gang 〈 ook culinaria en in huis〉 ⇒ loop, manier van lopen; werking 〈 van machine〉

2 tocht ⇒ wandeling

3 boodschap

4 〈 techniek〉 versnelling

5 〈 sport en spel〉 ronde

6 〈 cricket〉 innings

7 〈 techniek〉 spoed 〈 van schroef〉

8 〈 geologie〉(mijn-, erts)ader, gang

♦voorbeelden:

1    〈 formeel〉 gemessenen Ganges • met afgemeten stappen, plechtstatig

seinen (alten, gewohnten) Gang gehen • zijn (gewone) gang(etje) gaan

im Gang(e), in Gang sein • (a) werken, in werking zijn; 〈 (b) figuurlijk〉aan de gang zijn, gaande zijn

etwas in Gang bringen, setzen • (a) iets aanzetten; 〈 (b) figuurlijk〉 iets op gang brengen

etwas in Gang halten • iets aan de gang houden

in Gang kommen • op gang komen

2    seinen letzten Gang tun • zijn laatste tocht aanvaarden

〈 formeel〉 jemanden auf seinem letzten Gang begleiten • iemand naar zijn laatste rustplaats brengen

einen schweren, bitteren Gang tun, gehen 〈 ook figuurlijk〉 • een zware, moeilijke tocht ondernemen

auf meinem Gang zur Schule • op (mijn) weg naar school

der Gang zum Verfassungsgericht • het zich wenden tot, het in beroep gaan bij het Constitutioneel Hof

3    ich habe noch einen Gang in die Stadt • ik moet nog even de stad in om een boodschap

4    den dritten Gang einlegen • in de derde versnelling zetten

〈 figuurlijk〉 einen Gang zulegen • er een schepje (boven)op doen

〈 informeel〉 den Gang rausnehmen • de wagen in zijn vrij zetten

〈 figuurlijk〉 einen Gang zurückschalten • het kalmer aan doen, gas terugnemen

8    toter Gang • dode, verloren gang

————————

Gang²

〈m.; Gangs〉〈 scheepvaart〉

1 ploeg

————————

Gang³

〈v.; Gang, Gangs〉

1 gang ⇒ bende

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Gang
3 Gewinde

Gewinde

〈o.; Gewindes, Gewinde〉

1 (schroef)draad

2 〈 verouderd〉guirlande, krans

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Gewinde
4 Mutter

Mutter¹

〈v.; Mutter, Mütter〉

1 moeder

2 〈 techniek〉moedervorm, matrijs

♦voorbeelden:

1 〈 informeel〉 an Mutters Rock(schößen), Schürzenzipfeln hängen • aan moeders rokken hangen

sie ist die ganze Mutter • zij is precies de moeder

eine werdende Mutter • een aanstaande moeder

〈 informeel〉 ich fühle mich wie bei Muttern • ik voel me als bij moeder thuis

wie eine Mutter zu jemandem sein • als een moeder voor iemand zijn

¶ 〈 informeel〉 bei Mutter Grün schlafen • onder de blote hemel slapen

〈 spreekwoord〉 Vorsicht ist die Mutter der Weisheit • voorzichtigheid is de moeder der wijsheid

————————

Mutter²

〈v.; Mutter, Muttern〉

1 (schroef)moer

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Mutter
5 Propeller

Propeller

〈m.; Propellers, Propeller〉

1 propeller, schroef

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Propeller
6 Schnecke

Schnecke

〈v.; Schnecke, Schnecken〉

1 slak

2 〈 informeel〉 bolus ⇒ krul

3 opgerolde vlecht(en)

4 〈 medisch〉 slakkenhuis

5 〈 beeldende kunst〉volute, krul

6 〈 muziek〉 krul 〈 van een strijkinstrument〉

7 〈 bouwkunde〉 wenteltrap

8 〈 techniek〉worm, schroef zonder einde

9 〈 techniek〉 transportschroef ⇒ vijzel

10 〈 techniek〉 snek 〈 in horloge〉

11 〈 informeel〉hoer, slet

♦voorbeelden:

¶ 〈 informeel〉 jemanden zur Schnecke machen • iemand de mantel uitvegen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schnecke
7 Schneckenbohrer

Schneckenbohrer

〈m.〉

1 schroef-, lepelboor

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schneckenbohrer
8 Schraube

Schraube

〈v.; Schraube, Schrauben〉

1 schroef ⇒ propeller

2 〈 informeel〉tang, kreng

♦voorbeelden:

1 〈informeel; figuurlijk〉 bei jemandem ist eine Schraube locker, los(e) • iemand is van lotje getikt

〈 figuurlijk〉 die Schraube anziehen • de schroeven (wat) aandraaien

〈informeel; figuurlijk〉 die Schraube überdrehen • te ver gaan, overdrijven

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schraube
9 Schraubenfeder

Schraubenfeder

〈v.〉

1 schroef-, spiraalveer

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schraubenfeder
10 Schraubenlinie

Schraubenlinie

〈v.〉

1 schroef-, spiraallijn

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schraubenlinie
11 Schraubenmutter

Schraubenmutter

〈v.; meervoud Schraubenmuttern〉

1 (schroef)moer

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schraubenmutter
12 Schraubenrad

Schraubenrad

〈o.〉〈 techniek〉

1 schroef(tand)wiel

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schraubenrad
13 Schraubenwinde

Schraubenwinde

〈v.〉〈 techniek〉

1 (schroef)vijzel

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Schraubenwinde
14 Twist

Twist¹

〈m.; Twist(e)s, Twiste〉

1 twist 〈 katoengaren〉 ⇒ getwist garen

————————

Twist²

〈m.; Twists, Twists〉

1 twist 〈 dans〉

2 〈 tennis〉 twist(effect)

3 〈 turnen〉 schroef

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Twist
15 Wirbel

Wirbel

〈m.; Wirbels, Wirbel〉

1 turbulentie ⇒ werveling 〈 gas〉; kolk 〈 vloeistof〉

2 werveling, draaiing

3 〈 figuurlijk〉drukte, gedoe ⇒ ophef

4 kruin 〈 van het hoofd〉

5 〈 medisch〉 wervel

6 〈 muziek〉 schroef 〈 van een snaarinstrument〉

7 〈 muziek〉 roffel 〈 op de trom〉

♦voorbeelden:

1    〈 figuurlijk〉 der Wirbel der Vergnügungen • de maalstroom van vermaken

2    einen Wirbel um sich selbst vollführen • een pirouette maken

3    es gab einen großen Wirbel • er ontstond grote opschudding

4    〈 figuurlijk〉 vom Wirbel bis zur Zehe • van top tot teen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Wirbel
16 aufdrehen

aufdrehen

I    〈onovergankelijk werkwoord; haben〉

1 〈 informeel〉 het tempo opvoeren ⇒ gas geven

2 〈 informeel〉 in de (goede) stemming komen

3 〈 scheepvaart〉 opdraaien ⇒ dwars gaan liggen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 opendraaien ⇒ openzetten

2 losdraaien ⇒ losmaken

3 〈 informeel〉luider, harder zetten

4 opdraaien

♦voorbeelden:

2    eine Schraube aufdrehen • een schroef losdraaien

3    das Radio aufdrehen • de radio harder zetten

4    den Schnurrbart aufdrehen • de knevel opdraaien

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > aufdrehen
17 ausdrehen

ausdrehen

1 〈 informeel〉 uitdraaien ⇒ uitdoen

2 uitdraaien 〈 van een schroef〉

♦voorbeelden:

1 den Fernseher ausdrehen • de televisie afzetten

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ausdrehen
18 die Schraube fasst

die Schraube fasst

de schroef pakt

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > die Schraube fasst
19 eine Schraube aufdrehen

eine Schraube aufdrehen

een schroef losdraaien

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Schraube aufdrehen
20 fassen

fassen

I    〈onovergankelijk werkwoord; haben〉

1 pakken, grijpen ⇒ vat krijgen

2 grijpen ⇒ aanraken

♦voorbeelden:

1    die Schraube fasst • de schroef pakt

der Wind fasst ins Segel • de wind krijgt vat in het zeil

2    nach einem Glas fassen • naar een glas grijpen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (vast)grijpen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ (vast)nemen, (vast)pakken

2 grijpen ⇒ arresteren, gevangennemen

3 opdoen, inslaan ⇒ innemen

4 kunnen bevatten ⇒ ruimte bieden

5 vatten ⇒ omsluiten, inlijsten

6 vatten ⇒ uitdrukken, formuleren

7 voor mogelijk houden ⇒ geloven

8 meepakken, grijpen

9 〈 figuurlijk〉 (op)vatten ⇒ krijgen

10 〈 formeel〉 aangrijpen ⇒ overvallen

11 〈 formeel〉 begrijpen

♦voorbeelden:

1    〈 figuurlijk〉 jemanden zu fassen bekommen • iemand te spreken krijgen

jemanden an, bei seiner schwachen Seite, Stelle fassen • iemand op zijn zwakke plek raken

〈 figuurlijk〉 jemanden bei seiner Ehre zu fassen versuchen • op iemands eer(gevoel) proberen te werken

2    einen Verbrecher fassen • een misdadiger arresteren

3    die Lokomotive musste Kohlen fassen • de locomotief had kolen nodig

4    diese Flasche fasst einen Liter • deze fles kan een liter bevatten

5    Edelsteine in Gold fassen • edelstenen in goud vatten

einen Weg mit Bäumen fassen • een weg met bomen omzomen

6    seine Gedanken klar fassen • zijn gedachten duidelijk uitdrukken

etwas in Worte fassen • iets onder woorden brengen

7    das ist nicht zu fassen! • je houdt het niet voor mogelijk!

8    das Zahnrad fasst das Getriebe • het tandrad grijpt in het drijfwerk

9    keinen Gedanken fassen können • tot enig denkwerk niet in staat zijn

Vertrauen zu jemandem fassen • vertrouwen in iemand krijgen

einen Vorsatz fassen • zich iets voornemen

Wurzel fassen • wortel schieten 〈 ook figuurlijk〉

etwas ins Auge fassen • iets onder ogen zien

jemanden ins Auge fassen • iemand op het oog hebben

10 Angst, Entsetzen fasste mich • angst, ontzetting greep mij aan

III sich fassen 〈 wederkerend werkwoord〉

1 tot bedaren komen, zich beheersen ⇒ opnieuw zijn evenwicht vinden

2 zich uitdrukken

♦voorbeelden:

1    fass dich! • beheers je!

2    sich kurz fassen • het kort maken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > fassen

Страницы

См. также в других словарях:

schroef — skrufu … Woordenlijst Sranan
A screw loose — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Archimedes screw — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Caprella — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Compound screw — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Compsomyia macellaria — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Endless screw — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Foot screw — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Lag screw — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
Micrometer screw — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English
perpetual screw — Screw Screw (skr[udd]), n. [OE. scrue, OF. escroue, escroe, female screw, F. [ e]crou, L. scrobis a ditch, trench, in LL., the hole made by swine in rooting; cf. D. schroef a screw, G. schraube, Icel. skr[=u]fa.] 1. A cylinder, or a cylindrical… … The Collaborative International Dictionary of English

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с немецкого на все языки

schroef

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с немецкого на все языки

schroef

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: