-
1 anfallen
anfallen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan-, overvallen3 〈formeel; figuurlijk〉overvallen, overrompelen ⇒ zich meester maken van, bekruipen -
2 anfliegen
anfliegen1 aanvliegen ⇒ aanrennen, aansnellen3 〈 figuurlijk〉(plots) overvallen, overrompelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanvliegen op ⇒ vliegen naar, aandoen2 〈 figuurlijk〉overvallen, overrompelen♦voorbeelden:das Ziel anfliegen • op het doel aanvliegen -
3 Pudelmütze
-
4 anfassen
anfassen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 jemanden hart, sanft anfassen • iemand hard, zacht aanpakken3 eine Sache richtig, verkehrt anfassen • iets juist, verkeerd aanpakken4 Angst fasst jemanden an • angst overvalt iemand, grijpt iemand aan -
5 anwandeln
-
6 befallen
befallen〈 haben〉1 aantasten, overvallen ⇒ bevangen, treffen♦voorbeelden:Fieber befiel mich • ik kreeg (plotseling) koortsvon einer Krankheit befallen werden • een ziekte krijgen -
7 ereilen
-
8 fassen
fassenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 pakken, grijpen ⇒ vat krijgen♦voorbeelden:der Wind fasst ins Segel • de wind krijgt vat in het zeilII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 meepakken, grijpen♦voorbeelden:jemanden an, bei seiner schwachen Seite, Stelle fassen • iemand op zijn zwakke plek raken〈 figuurlijk〉 jemanden bei seiner Ehre zu fassen versuchen • op iemands eer(gevoel) proberen te werkeneinen Weg mit Bäumen fassen • een weg met bomen omzomenetwas in Worte fassen • iets onder woorden brengen7 das ist nicht zu fassen! • je houdt het niet voor mogelijk!Vertrauen zu jemandem fassen • vertrouwen in iemand krijgeneinen Vorsatz fassen • zich iets voornemenetwas ins Auge fassen • iets onder ogen zienjemanden ins Auge fassen • iemand op het oog hebben10 Angst, Entsetzen fasste mich • angst, ontzetting greep mij aan1 tot bedaren komen, zich beheersen ⇒ opnieuw zijn evenwicht vinden♦voorbeelden:1 fass dich! • beheers je! -
9 heimsuchen
heimsuchen♦voorbeelden: -
10 herfallen
herfallen♦voorbeelden: -
11 hermachen
hermachen〈 informeel〉2 drukte, ophef maken♦voorbeelden:er macht gar nichts von sich her • hij is uiterst bescheiden -
12 überfallen
überfallen -
13 überkommen
überkommen2————————überkommen1〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 formeel〉————————überkommen3〈overgankelijk werkwoord; haben〉1 overvallen ⇒ zich meester maken van, aangrijpen♦voorbeelden: -
14 überlaufen
См. также в других словарях:
Koxinga — Zheng Chenggong 鄭成功 Born August 1624 (1624 08) Hirado, Japan Died June 23, 1662 … Wikipedia
Delft — Gemeinde Delft Flagge Wappen Provinz … Deutsch Wikipedia
Zheng Chenggong — Statue von Zheng Chenggong in Anping, Taiwan Zheng Chenggong (chinesisch 鄭成功 / 郑成功 Zhèng Chénggōng, Tongyong Pinyin Jhèng Chénggong, W. G. Cheng Ch eng kung, Pe̍h oē jī Tēⁿ Sêng kong; jap. Te … Deutsch Wikipedia