-
1 shrill
schelscherpklinkend -
2 shrill
adj. schel, schril, fel--------v. schreeuwen, gillen, schel ken, schril[ sjril] 〈 shrillness〉♦voorbeelden:shrill voice • schelle stem -
3 high-pitched
-
4 strident
-
5 wail
n. weeklacht, jammerklacht, gehuil, gejoel; schel geluid; uitrdrukking van bezwaar of gramschap--------v. klagen, jammeren; loeien, een schel geluid makenwail1[ weel] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————wail2〈 werkwoord〉 -
6 bell
n. Bell (alexander graham een amerikaans uitvinder, natuurkundige, uitvinder van de telefoon; achternaam)[ bel]1 klok ⇒ bel, schel, belsignaal♦voorbeelden:¶ give someone a bell • iemand een belletje geven/opbellenthat rings a bell • dat komt me ergens bekend voor, daar gaat een lampje brandensaved by the bell • op het nippertje gered→ sound sound/ -
7 blazing
-
8 brassy
adj. brutaal--------n. koperachtig, koperkleurig; brutaal; blikkerig (geluid) -
9 catcall
n. schel fluitje; fluitconcert--------v. uitfluiten, weghonencatcall1————————catcall2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 garish
-
11 gaudy
-
12 glare
adj. verblindend of schel licht; gloed; (schitter)glans; schittering; vlammend oog; woeste blik--------n. woeste/boze/dreigende blik; hel/verblindend licht--------v. fel schijnen; verblinden; boos kijkenglare1[ gleə]1 woeste/boze/dreigende blik————————glare21 fel schijnen ⇒ ben, schitteren2 boos kijken ⇒ woest/dreigend kijken♦voorbeelden:2 glare at/upon • woedend/dreigend/boos aankijkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 high-keyed
-
14 high
adj. hoog; adellijk; stoned (door de drugs)--------adv. hoog, boven--------n. verheven; hoge versnelling; hoogtepunthigh1[ haj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————high2〈 higher〉1 hoog ⇒ hooggeplaatst, verheven2 intens ⇒ sterk, groot4 vrolijk♦voorbeelden:high camp • superkitsch(erig)high circles • hogere kringenhigh command • opperbevelHigh Commission • ambassade van een Gemenebestlid in een ander GemenebestlandHigh Commissioner • Hoge Commissarishigher court • hoger rechtscollegehigh fashion • haute coutureHigh Mass • hoogmisa high opinion of • een hoge dunk vanhave friends in high places • een goede kruiwagen hebben〈 ook meteorologie〉 high pressure • hoge druk; 〈 informeel〉 agressiviteit 〈van verkooptechniek e.d.〉high priest • hogepriesterhigh society • de hogere kringenhigh water • hoogwaterthe Most High • de Allerhoogstehigh gear • hoge versnellinghigh hopes • hoge verwachtingena high wind • een harde windhigh treason • hoogverraad〈Amerikaans-Engels; informeel〉 high roller • patser, iemand die met geld smijt, supergokkerthe high sea(s) • de volle zeeplay for high stakes • het hoog spelen〈 Brits-Engels〉 high tea • vroeg warm eten, vaak met theecome hell or high water • wat er ook gebeurthigh and mighty • uit de hoogteII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 gevorderd ⇒ hoog, op een hoogtepunt♦voorbeelden:high season • hoogseizoenhigh summer • hoogzomerit's high time we went • het is de hoogste tijd om te gaan♦voorbeelden:————————high3〈 bijwoord〉2 schel♦voorbeelden:feelings ran high • de emoties liepen hoog opride high • succes hebbensearch high and low • in alle hoeken zoeken→ hog hog/ -
15 lurid
adj. sensationeel; schel (kleur), gloeiend (kleuren); verschrikkelijk; vreselijk1 schril ⇒ zeer fel (gekleurd), vlammend♦voorbeelden: -
16 garishly
adv. fel, schel; bont, opzichtig -
17 high pitch
hoog, schel -
18 luridly
adv. sensationeel; schel (kleur), gloeiend (kleuren); verschrikkelijk; vreselijk -
19 screechy
adj. knarsend, krakend, piepend; krijsend; schel (stem) -
20 shrillness
n. schel geluid, schril geluid, scherpte (geluid, etc.)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Schel — Schêl, er, este, adj. et adv. welches eigentlich schief bedeutet, hernach aber auch für das verwandte schielend gebraucht wurde; wenigstens scheint Luther 3 Mos. 21, 20 es so genommen zu haben: der ein Fell auf dem Auge hat oder scheel ist; wo es … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Schel — Schel, 1) schief; 2) schielend, übersichtig; 3) durch einen mürrischen schiefen Blick seinen Unwillen zu erkennen gebend … Pierer's Universal-Lexikon
schel — her·schel; her·schel·ite; mo·schel·lands·berg·ite; mu·schel·kalk; ra·schel; schel·ling; schel·ling·ian; schel·ly; schel·orib·a·tes; schel·to·pu·sik; … English syllables
Schel — 1. Bässer schäel als blenk. (Düren.) – Firmenich, I, 483, 32. 2. Besser schäel1, dann gantz blind. – Tappius, 9a; Franck, II, 7b; Gruter, I, 8; Lehmann, 84, 11; Lehmann, II, 789, 55; Petri, II, 35; Simrock, 8920. 1) In Würtemberg: schelch.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Erev schel Schoschanim — (hebräisch ערב של שושנים „Abend der Lilien“, oft mit „Abend der Rosen“ übersetzt, da das hebräische Wort Schoschana in Israel sowohl als „Rose“ wie auch als „Lilie“ gedeutet werden kann) ist ein hebräisches Liebeslied, dessen Melodie von… … Deutsch Wikipedia
schelly — schel·ly … English syllables
Schellack — Schel|lack der; [e]s, e <aus gleichbed. niederl. schellak zu älter niederl. schel »Schuppe, (Fisch)haut«, nach dem Aussehen> Mischung aus Baumharz u. Wachsabscheidungen (bes. der Lackschildlaus), die zur Herstellung von Lacken u. Firnis… … Das große Fremdwörterbuch
Schelling,Friedrich Wilhelm Joseph von — Schel·ling (shĕlʹĭng), Friedrich Wilhelm Joseph von. 1775 1854. German idealist philosopher whose theories of the self, nature, and art influenced romanticism and to a degree presaged existentialism. * * * … Universalium
Σέλινγκ, Φρήντριχ Βίλχελμ Γιοζεφ — (Schel ling). Γερμανός φιλόσοφος (Λέομπεργκ, Βύρ τεμπεργκ 1775 Ραγκάτς, Σανκτ Γκάλεν 1854). Μαζί με το Φίχτε και το Χέγγελ, αποτελούν τη μεγάλη τριάδα του νεώτερου ιδεαλισμού. Μετά τις πρώτες σπουδές του στο θεολογικό σεμινάριο του Τύμπινγκεν,… … Dictionary of Greek
schelmo — schèl·mo s.m. LE var. → scalmo … Dizionario italiano
Scheltopusik — Schel|to|pu|sik der; s, e <aus gleichbed. russ. želtopuzik, eigtl. »der Gelbbäuchige«> eine in Südosteuropa u. Vorderasien vorkommende Panzerschleiche (Echsenart) … Das große Fremdwörterbuch