-
1 comfortable
adj. gemakkelijk, komfortabel; welgesteld[ kumf(ə)təbl] 〈 comfortably〉1 aangenaam ⇒ gemakkelijk, behaaglijk2 comfortabel ⇒ gerieflijk; royaal, vorstelijk3 eenvoudig ⇒ gemakkelijk, niet veeleisend♦voorbeelden:feel comfortable • zich goed voelenmake yourself comfortable • maak het je gemakkelijk -
2 handsome
-
3 a comfortable income
-
4 bountiful
adj. overlopend van...., welig1 vrijgevig ⇒ gul, royaal2 overvloedig ⇒ copieus, rijk♦voorbeelden: -
5 broad
adj. breed; ruim, wijd; globaal--------n. vrouw, meisje (platte taal)broad1[ bro:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 the broad of the back • het achterste, het ondereind van de rug————————broad2〈 broadness〉1 breed(gebouwd) ⇒ uitgestrekt, in de breedte2 ruim(denkend) ⇒ liberaal, vrijzinnig3 gedurfd ⇒ onbekrompen, royaal4 duidelijk ⇒ evident, direct5 grof ⇒ plat, lomp♦voorbeelden:broad bean • tuinboonbroad fields • uitgestrekte veldenbroad shoulders • brede schoudersbroadly speaking • in zijn algemeenheidbroad views • ruime opvattingen, liberale denkbeeldenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 ruim ⇒ globaal, ruw♦voorbeelden: -
6 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
7 freehanded
-
8 generous
adj. gul, groothartig, rijk; groot, belangrijk; overvloeiend[ dzjenrəs]1 grootmoedig ⇒ genereus, edel(moedig)2 vrijgevig ⇒ royaal, gul3 overvloedig ⇒ rijk(elijk), copieus♦voorbeelden: -
9 give someone a square deal
iemand eerlijk/royaal behandelen -
10 liberal
adj. progresief van gedachte; verdraagzaam, tolerant; edelmoedig; overlopend (van); liberaal--------n. liberaal, ruimdenkend persoonliberal1[ librəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————liberal21 ruimdenkend ⇒ onbekrompen, onbevooroordeeld, liberaal5 breed ⇒ veelzijdig, ondogmatisch♦voorbeelden: -
11 munificent
adj. gul, groothartig1 vrijgevig ⇒ gul, royaal -
12 open
adj. open; bloot; eerlijk; vrij (een baan is beschikbaar)--------n. open plaats; ruimte; openlucht--------v. openen; openmaken ; beginnen; alert zijn; openen (bij zang); openen (van benen)open1[ oopən] 〈zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:bring into the open • aan het licht brengen, bekend/openbaar makencome (out) into the open • open kaart spelen 〈 van iemand〉; aan het licht komen, ruchtbaarheid krijgen 〈 van iets〉in the open • buiten(shuis), in de open lucht; in het open/vrije veld, op het land; in volle zee————————open21 open ⇒ geopend; met openingen; onbedekt, niet (af/in)gesloten, vrij2 open(staand) ⇒ beschikbaar, onbeschut; vacant; onbeslist, onbepaald3 openbaar ⇒ (algemeen) bekend, duidelijk, openlijk4 open(hartig) ⇒ oprecht, mededeelzaam♦voorbeelden:open book • open(geslagen) boekkeep one's eyes open • goed opletten, uitkijken〈 figuurlijk〉 with one's eyes open • bij zijn/haar volle verstand, weloverwogen〈 figuurlijk〉 you bought that old car with your eyes open • je wist wat je deed toen je die oude auto kochtopen harbour • ijsvrije havenopen passage • vrije doorgangopen prison • open gevangenisopen sandwich • canapé, belegde boterhamin the open air • buiten(shuis), in de open luchtopen to • toegankelijk vooropen question • open vraagopen return ticket • retourkaartje geldig voor onbepaalde duur〈 juridisch〉 open verdict • juryuitspraak met betrekking tot een overlijden waarbij geen melding wordt gemaakt van de juiste doodsoorzaakit is open to you to • het staat je vrij tethere are four courses open to us • we kunnen vier dingen doen/wegen inslaanlay oneself (wide) open to • zich (helemaal) blootstellen aanthrow open • opengooien, openstellen 〈 bijvoorbeeld voor publiek〉open hostilities • openlijke vijandighedenopen letter • open briefopen secret • publiek geheimbe open with • open kaart spelen metopen day • open dag/huisopen examination • openbaar examenopen shop • werkplaats waar zowel leden als niet-leden van een vakvereniging mogen werkenwith open hands/an open hand • gul, royaalkeep open house • erg gastvrij zijnopen marriage • vrij/open huwelijkhave/keep an open mind on • openstaan voorwith open mouth • sprakeloos van verbazinglay oneself open to ridicule • zich belachelijk makenbe open to an offer • bereid zijn een aanbod in overweging te nemen————————open31 opengaan ⇒ (zich) openen, geopend worden4 opendoen ⇒ de deur openen; (een boek) openslaan♦voorbeelden:open into/onto the garden • uitkomen in/op de tuin4 I opened at page 58 • ik deed/sloeg het boek open op bladzijde 58II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 openen ⇒ voor geopend verklaren, starten3 openleggen ⇒ toelichten, openlijk meedelen4 openstellen ⇒ ontvankelijk/vatbaar maken, verruimen♦voorbeelden:open a credit • een krediet openenopen a new road through the jungle • een nieuwe weg aanleggen door de rimboeopen fire at/on • het vuur openen op -
13 square
adj. recht; rechthoekig; quitte; eerlijk; vierkant; loodrecht--------adv. vierkant, kwadraat; rechthoekig; eerlijk, openhartig--------n. vierkant; plein; kwadraat; recht; quitte; eerlijk--------v. vierkant maken; kanten; in het kwadraat verheffen; vierkant brassen; vereffenen; in het reine brengen; overhalen, omkopen; trotseren, onder ogen ziensquare1[ skweə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vierkant4 teken/winkelhaak8 oefenplein/terrein♦voorbeelden:¶ be/go back to square one • van voren af aan/opnieuw moeten beginnen→ magic magic/————————square2〈 squareness〉 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉3 eerlijk ⇒ fair; open(hartig) 〈 antwoord, bijvoorbeeld〉; regelrecht, vierkant 〈 weigering, bijvoorbeeld〉♦voorbeelden:a square chin • een vierkante kinone square metre • één vierkante meterthree metres square • drie meter in het vierkantsquare to • recht(hoekig) opmeet (with) a square refusal • nul op het rekest krijgenget a square deal • eerlijk behandeld wordengive someone a square deal • iemand eerlijk/royaal behandelenbe square with someone • eerlijk zijn tegen/met iemanda square peg (in a round hole) • de verkeerde persoon (voor iets)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 in orde♦voorbeelden:¶ be square with • effen/quitte zijn/staan met; op gelijke hoogte/voet staan metcall it all square • beschouw het als vereffend; we zijn/staan quitte, okay?————————square31 overeenstemmen ⇒ kloppen, stroken♦voorbeelden:1 square to • aansluiten/passen bij→ square up square up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 van een vierkant/vierkanten voorzien6 in orde brengen ⇒ regelen, vereffenen♦voorbeelden:5 square to/with • doen aansluiten bij, in overeenstemming brengen metsquare up one's debts • zijn schuld voldoen→ square away square away/————————square4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:square to • vlak/pal tegenover→ fair fair/ -
14 ungenerous
-
15 ungrudging
adj. gegund[ ungrudzjing]♦voorbeelden: -
16 unstinted
-
17 with open hands/an open hand
with open hands/an open handgul, royaal -
18 handsomely
adv. royaal, gul -
19 ungenerousness
n. het niet royaal zijn, het niet vrijgevig zijn, het niet gul zijn
См. также в других словарях:
Battle of Elba — The naval Battle of Elba (or Battle of Monte Cristo) was a naval battle which took place on 6 September, 1652 between a Dutch fleet under Johan van Galen and an English fleet under Richard Badiley. Battle The English were trying to reach Livorno … Wikipedia
List of radio stations in the Netherlands — National= PublicPublic radio in the Netherlands is provided jointly by a number of broadcasting organizations operating within the framework of the Netherlands Public Broadcasting system (NPO). * Radio 1: news, current affairs, sport * Radio 2:… … Wikipedia
Seeschlacht bei Elba — Teil von: Englisch Niederländischer Krieg (1652–1654) Datum 6. September 1652 Ort Seegebiet zwischen Elba und … Deutsch Wikipedia
Liste des radios belges — Sommaire 1 Les radios francophones 1.1 Les radios de la RTBF (public) 1.2 Les radios de Holding / Radio H (RTL Group) (privés) 1.3 … Wikipédia en Français
Дренте, Ройстон — Ройстон Дренте … Википедия
Cornelis van der Lijn — Portrait of Cornelis van der Lijn [1] Cornelis van der Lijn (1608? – 27 July 1679) was Governor General of the Dutch East Indies from 1646 until 1650. Contents … Wikipedia
Marion Bloem — Marion Bloem, Indo author, 2007. Born August 24, 1952(1952 08 24) Arnhem, Netherlands Occupation Author … Wikipedia
Лейн, Корнелис ван дер — В Википедии есть статьи о других людях с такой фамилией, см. Лейн. Корнелис ван дер Лейн нидерл. Cornelis van der Lijnh … Википедия
Kahl — 1. Bistu kal, so bock mit keinem wider. – Egenolff, 303b; Eyering, I, 231; Petri, II, 46; Gruter, I, 8; Schottel, 1113a; Eiselein, 356; Gaal, 978; Sailer, 269; Simrock, 5355; Körte, 6810; Reinsberg IV, 53. It.: Chi ha testa di vetro, non vadi a… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon