-
1 open up
opengaan, zich openen, loskomen, vrijuit sprekenopen up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 expand
v. uitbreiden, groeien; groter worden[ ikspænd]1 opengaan ⇒ zich ontplooien/ontvouwen4 zich uitbreiden ⇒ zich ontwikkelen, uitgroeien♦voorbeelden:2 the girl did not expand soon in her new surroundings • het meisje kwam niet gauw los in haar nieuwe omgevingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spreiden ⇒ ontplooien, ontvouwen♦voorbeelden: -
3 open out
open out1 verbreden ⇒ breder worden, zich uitbreiden/uitstrekken♦voorbeelden:2 both sides open out • beide zijden gaan naar buiten open/kunnen worden opengeslagenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 open
adj. open; bloot; eerlijk; vrij (een baan is beschikbaar)--------n. open plaats; ruimte; openlucht--------v. openen; openmaken ; beginnen; alert zijn; openen (bij zang); openen (van benen)open1[ oopən] 〈zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:bring into the open • aan het licht brengen, bekend/openbaar makencome (out) into the open • open kaart spelen 〈 van iemand〉; aan het licht komen, ruchtbaarheid krijgen 〈 van iets〉in the open • buiten(shuis), in de open lucht; in het open/vrije veld, op het land; in volle zee————————open21 open ⇒ geopend; met openingen; onbedekt, niet (af/in)gesloten, vrij2 open(staand) ⇒ beschikbaar, onbeschut; vacant; onbeslist, onbepaald3 openbaar ⇒ (algemeen) bekend, duidelijk, openlijk4 open(hartig) ⇒ oprecht, mededeelzaam♦voorbeelden:open book • open(geslagen) boekkeep one's eyes open • goed opletten, uitkijken〈 figuurlijk〉 with one's eyes open • bij zijn/haar volle verstand, weloverwogen〈 figuurlijk〉 you bought that old car with your eyes open • je wist wat je deed toen je die oude auto kochtopen harbour • ijsvrije havenopen passage • vrije doorgangopen prison • open gevangenisopen sandwich • canapé, belegde boterhamin the open air • buiten(shuis), in de open luchtopen to • toegankelijk vooropen question • open vraagopen return ticket • retourkaartje geldig voor onbepaalde duur〈 juridisch〉 open verdict • juryuitspraak met betrekking tot een overlijden waarbij geen melding wordt gemaakt van de juiste doodsoorzaakit is open to you to • het staat je vrij tethere are four courses open to us • we kunnen vier dingen doen/wegen inslaanlay oneself (wide) open to • zich (helemaal) blootstellen aanthrow open • opengooien, openstellen 〈 bijvoorbeeld voor publiek〉open hostilities • openlijke vijandighedenopen letter • open briefopen secret • publiek geheimbe open with • open kaart spelen metopen day • open dag/huisopen examination • openbaar examenopen shop • werkplaats waar zowel leden als niet-leden van een vakvereniging mogen werkenwith open hands/an open hand • gul, royaalkeep open house • erg gastvrij zijnopen marriage • vrij/open huwelijkhave/keep an open mind on • openstaan voorwith open mouth • sprakeloos van verbazinglay oneself open to ridicule • zich belachelijk makenbe open to an offer • bereid zijn een aanbod in overweging te nemen————————open31 opengaan ⇒ (zich) openen, geopend worden4 opendoen ⇒ de deur openen; (een boek) openslaan♦voorbeelden:open into/onto the garden • uitkomen in/op de tuin4 I opened at page 58 • ik deed/sloeg het boek open op bladzijde 58II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 openen ⇒ voor geopend verklaren, starten3 openleggen ⇒ toelichten, openlijk meedelen4 openstellen ⇒ ontvankelijk/vatbaar maken, verruimen♦voorbeelden:open a credit • een krediet openenopen a new road through the jungle • een nieuwe weg aanleggen door de rimboeopen fire at/on • het vuur openen op -
5 opening time
opening time -
6 opening
adj. openend--------n. opening; vrije baan, open baan; mogelijkheidopening1[ oopəning]2 opening ⇒ kans, (gunstige) gelegenheid3 vacature♦voorbeelden:2 new openings for trade • nieuwe afzetgebieden/afzetmogelijkheden1 opening ⇒ het openen/openstellen/opengaan/geopend worden; bres, gat, uitweg♦voorbeelden:————————opening2♦voorbeelden: -
7 reopen
v. heropenen[ rie:▪oopən]1 opnieuw opengaan/openen ⇒ weer beginnen, heropenen 〈van winkel e.d.〉 -
8 unlock
v. openen, ontgrendelen (slot)[ unlok]1 opengaan2 losgaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:unlock the truth • de waarheid onthullen -
9 unzip
v. ritssluiting openmaken, ritssluiting losmaken; decomprimeren van een of meer bestanden die opgeslagen zijn door middel van Gegevenscomprimering Opmaak(computers)[ unzip] 〈 unzipped〉1 los/opengaan ⇒ openritsen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 ope
v. opengaan, zich ontsluiten; openen, openmaken
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский