-
61 numerator
-
62 obliterate
-
63 operate
v. werken; tewerkstellen; opereren[ oppəreet]1 in werking/werkzaam zijn ⇒ functioneren, lopen 〈 ook van trein〉; draaien 〈 van motor〉, te werk gaan2 (de juiste) uitwerking hebben ⇒ werken, (het gewenste) resultaat geven, van kracht zijn 〈 van tarief, verdrag, wet〉3 te werk gaan ⇒ opereren; 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 een operatie doen, ingrijpen; 〈 leger ook〉 militaire acties ondernemen/bewegingen uitvoeren; 〈 handel ook〉 beursoperaties verrichten, speculeren♦voorbeelden:the tractor operates on diesel oil • de tractor rijdt op dieselolie2 the new cutbacks will not operate till next month • de nieuwe bezuinigingsmaatregelen gaan pas volgende maand inII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewerken3 beheren♦voorbeelden: -
64 operator
n. operateur; telefonist(e), arbeider; (in computers) operator, een teken dat aangeeft dat de computer werkt; een bewerkingsteken voor een logische of matematische bewerking[ oppəreetə]1 〈 benaming voor〉iemand die machine/toestel/schakelbord bedient ⇒ operateur; telefonist(e); telegrafist(e); bestuurder -
65 orate
-
66 perforate
v. perforeren; doorboren[ pə:fəreet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:perforated sheets of paper • geperforeerde bladen papierstamps with perforated edges • postzegels met tandjes -
67 preponderate
v. zwaarder wegen; (van) overwegend (belang) zijn; het overwicht hebben1 zwaarder wegen ⇒ de overhand hebben, de doorslag geven♦voorbeelden: -
68 proliferate
v. vruchtbaar zijn[ prəliffəreet] 〈zelfstandig naamwoord: proliferation〉 -
69 rate
n. koers; cijfer; snelheid; prijs; klas; plaatselijke belasting; geval--------v. schatten; berispenrate1[ reet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 snelheid ⇒ vaart, tempo2 prijs ⇒ tarief, koers3 (sterfte/geboorte)cijfer4 (kwaliteits)klasse ⇒ rang, graad5 〈voornamelijk meervoud; Brits-Engels〉 gemeentebelasting ⇒ 〈 in het bijzonder〉 onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting♦voorbeelden:rate of interest • rentevoetimprove the rate of pay • het loon/salaris verhogenbuy oranges at a rate of 70p a pound • sinaasappels kopen voor 70p per pond¶ at any rate • in ieder geval, ten minsteat this/that rate • in dit/dat geval; op deze/die manier————————rate21 gerekend worden ⇒ behoren, gelden♦voorbeelden:he rates as one of the best writers • hij geldt als een van de beste schrijversII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 beschouwen ⇒ tellen, rekenen4 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 aanslaan ⇒ taxeren, schatten 〈 met betrekking tot onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 many tourists rate the service of this hotel high(ly) • vele toeristen slaan de bediening in dit hotel hoog aanrate someone's income at • iemands inkomen schatten op2 do you rate him? • sla je hem hoog aan?3 rate among/with • rekenen onder/tot -
70 rateable
adj. schatbaar; belastbaar; belastingplichtigrateable, ratable[ reetəbl] 〈zelfstandig naamwoord: rateability〉♦voorbeelden:2 the rateable value of this cottage is £200 • het huurwaardeforfait/ 〈 in België〉 kadastraal inkomen van dit huisje is tweehonderd pond -
71 recuperate
v. herstellen, beter worden[ rik(j)oe:pəreet] 〈zelfstandig naamwoord: recuperation〉1 herstellen ⇒ opknappen, er weer bovenop komenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
72 redecorate
v. opknappen, opnieuw schilderen/behangen[ rie:dekkəreet]1 opknappen ⇒ opnieuw schilderen/behangen -
73 refrigerate
v. koel maken, verkoelen, koelen, koud maken[ rifridzjəreet]1 koelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
74 refrigerator
-
75 regenerate
v. weer opwekken, tot nieuw leven brengen, herscheppen, doen herleven, verjongen, regenererenregenerate1[ ridzjennərət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉————————regenerate2[ ridzjennəreet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verbeteren ⇒ bekeren, vernieuwen2 nieuw leven inblazen ⇒ doen herleven/opbloeien♦voorbeelden: -
76 reiterate
-
77 remunerate
v. belonen; vergoeden, schadeloosstellen -
78 reverberate
v. weerkaatsen; weerkaatst worden; weergalmen[ rivvə:bəreet] 〈zelfstandig naamwoord: reverberation〉♦voorbeelden: -
79 saturate
v. verzadigen, drenken; platgooien met bommen[ sætsjəreet]♦voorbeelden:2 the computer market will soon be saturated • de afzetmarkt voor computers zal weldra verzadigd zijna saturated solution of sugar • een verzadigde suikeroplossing -
80 separate
adj. afzonderlijk; anders--------v. afscheiden; scheiden; afsluiten; opmerkenseparate1[ seprət] 〈bijvoeglijk naamwoord; separateness〉1 afzonderlijk ⇒ (af)gescheiden, apart; verschillend, onderscheiden; op zichzelf staand, alleenstaand♦voorbeelden:one's own separate interests • zijn eigen, persoonlijke belangenseparate ownership • particulier eigendom(srecht)we went our separate ways home • we gingen (elk) apart naar huiskeep separate from • afgezonderd/(af)gescheiden houden vanbe separate from • verschillen/los staan van————————separate2[ seppəreet]1 zich (van elkaar) afscheiden ⇒ zich afzonderen/verdelen, uiteenvallen♦voorbeelden:separate (up) into • (onder)verdeeld kunnen worden/uiteenvallen inII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (van elkaar) (af/onder)scheiden ⇒ afzonderen, losmaken, verdelen♦voorbeelden:legally separated • gescheiden van tafel en bedwidely separated • ver uit elkaar gelegenseparate something (up) into • iets verdelen/scheiden inseparate from • (af/onder)scheiden/afzonderen van; 〈 scheikunde〉(af)scheiden/extraheren uit
См. также в других словарях:
Reet — (et) … Kölsch Dialekt Lexikon
Reet — Reet … Wikipédia en Français
Reet — Reet, in Marschländern so v.w. Schilf; daher: Eisreet, Schilf, welches im Winter, Laubreet, Schilf, welches im Sommer geschnitten ist; Reetpecken (Reetpethen), die knolligen Wurzeln des Schilfes; Reetpilen, die jungen Triebe, welche das Schilf im … Pierer's Universal-Lexikon
Reet — Reet,das:⇨Schilf(au.b) … Das Wörterbuch der Synonyme
Reet — Sn Schilf, das auch zum Hausdecken benützt wurde per. Wortschatz ndd. (20. Jh.) Stammwort. Niederdeutsche Entsprechung zu Ried1. deutsch s. Ried1 … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
reet — good, proper, excellent, 1934, jazz slang, from Amer.Eng. dialectal pronunciation of RIGHT (Cf. right) (adj.) … Etymology dictionary
Reet — Reet, Reetdach ↑ Ried … Das Herkunftswörterbuch
Reet — Reet, das; s (norddeutsch für Ried) … Die deutsche Rechtschreibung
Reet — Reetdach auf einem Nachbau eines eisenzeitlichen Hauses in Hampshire, England Reet (auch: Reeth, Reth, Reith, Ried, Riet, Rohr und ähnliches) bezeichnet das an Ufern oder auf sumpfigem Gelände wachsende Schilfrohr, das vielerorts in getrocknetem… … Deutsch Wikipedia
Reet — Ried; Schilf; Schilfgürtel; Schilfrohr * * * Reet 〈n. 11; unz.; norddt.〉 Ried, Schilf * * * Reet, das; s [mniederd. rēt, niederd. Form von ↑ 1Ried] (nordd.): ↑ 1 … Universal-Lexikon
reet — ef·reet; reet; … English syllables