-
41 expectorate
v. (uit de borst) opgeven, spuwen[ ikspektəreet]1 spuwen2 slijm/bloed opgevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
42 federate
v. zich tot een bond verenigenfederate1[ fedrət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 verbonden ⇒ verenigd, federatief————————federate2[ feddəreet]1 zich (tot een federatie) verenigen ⇒ zich aaneensluiten, een bond vormenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
43 generate
v. fabriceren; verwekken; voortbrengen; volbrengen, verrichten[ dzjennəreet]♦voorbeelden:generate heat • warmte ontwikkelengenerating station • elektriciteitsbedrijf -
44 generator
-
45 he knew damn all about it
-
46 he knows fuck-all about it
-
47 incarcerate
v. gevangenzetten -
48 incinerate
v. (tot as) verbranden[ insinnəreet] 〈zelfstandig naamwoord: incineration〉 -
49 incinerator
-
50 incorporate
adj. samengebonden, vastgebundeld; aangesloten (bij een zaak/vereniging)--------v. omvatten; verenigen; toelaten (van een lid); opzetten van een vennootschapincorporate1[ inko:pəreet] 〈zelfstandig naamwoord: incorporation〉2 een onderneming/naamloze vennootschap oprichtenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opnemen ⇒ verenigen, incorporeren4 onder/samenbrengen in een naamloze vennootschap♦voorbeelden:————————incorporate2[ inko:prət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉→ incorporated incorporated/ -
51 interstice
-
52 invigorate
-
53 lacerate
adj. Opengereten, verscheurd; gekwetst, gekweld--------v. scheuren, verscheuren, verwonden; pijn doen[ læsəreet] -
54 liberate
-
55 liberator
-
56 macerate
v. weken, zacht/week worden; laten weken, week maken; macereren; uitmergelen, uitteren (door vasten)[ mæsəreet] 〈zelfstandig naamwoord: maceration〉1 weken ⇒ week/zacht worden/maken -
57 moderate
adj. matig, gematigd; hoogte van golven; middelmatig--------n. gematigde--------v. zich matigen; afnemen; matigenmoderate1[ modrət] 〈zelfstandig naamwoord; bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:moderate prices • redelijke/lage prijzen————————moderate2[ moddəreet] 〈zelfstandig naamwoord: moderation〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
58 moderator
n. moderator, tussenpersoon, scheidsrechter; (in computers) kontroleur, moderator[ moddəreetə] -
59 narrate
-
60 narrator
n. verteller; iemand die tussenstukken voorleest (tussen scènes in een toneelstuk)[ nəreetə]
См. также в других словарях:
Reet — (et) … Kölsch Dialekt Lexikon
Reet — Reet … Wikipédia en Français
Reet — Reet, in Marschländern so v.w. Schilf; daher: Eisreet, Schilf, welches im Winter, Laubreet, Schilf, welches im Sommer geschnitten ist; Reetpecken (Reetpethen), die knolligen Wurzeln des Schilfes; Reetpilen, die jungen Triebe, welche das Schilf im … Pierer's Universal-Lexikon
Reet — Reet,das:⇨Schilf(au.b) … Das Wörterbuch der Synonyme
Reet — Sn Schilf, das auch zum Hausdecken benützt wurde per. Wortschatz ndd. (20. Jh.) Stammwort. Niederdeutsche Entsprechung zu Ried1. deutsch s. Ried1 … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
reet — good, proper, excellent, 1934, jazz slang, from Amer.Eng. dialectal pronunciation of RIGHT (Cf. right) (adj.) … Etymology dictionary
Reet — Reet, Reetdach ↑ Ried … Das Herkunftswörterbuch
Reet — Reet, das; s (norddeutsch für Ried) … Die deutsche Rechtschreibung
Reet — Reetdach auf einem Nachbau eines eisenzeitlichen Hauses in Hampshire, England Reet (auch: Reeth, Reth, Reith, Ried, Riet, Rohr und ähnliches) bezeichnet das an Ufern oder auf sumpfigem Gelände wachsende Schilfrohr, das vielerorts in getrocknetem… … Deutsch Wikipedia
Reet — Ried; Schilf; Schilfgürtel; Schilfrohr * * * Reet 〈n. 11; unz.; norddt.〉 Ried, Schilf * * * Reet, das; s [mniederd. rēt, niederd. Form von ↑ 1Ried] (nordd.): ↑ 1 … Universal-Lexikon
reet — ef·reet; reet; … English syllables