-
1 police
police [pollies]〈v.〉1 politie♦voorbeelden:1 car de police • politiebusje, overvalwagenpolice de la circulation, du roulage, de la route • verkeerspolitiepolice secours • alarmdienst, alarmnummer van de politiepolice anti-émeute • oproerpolitiepolice judiciaire • recherche, opsporingsdienstpolice(s) parallèle(s) • geheime politiepolice privée • particuliere veiligheidsdienstêtre de la police, dans la police • bij de politie zijn, werkenexercer, faire la police • de orde bewaren, toezicht houden→ tribunalf1) politie -
2 ramasser
ramasser [raamaasee]1 bijeenbrengen ⇒ verzamelen, bijeenvegen3 oprapen ⇒ lezen, plukken♦voorbeelden:v1) verzamelen, bijeenbrengen2) oppakken [politie]3) oprapen, plukken4) oplopen [ziekte]5) krijgen [slaag] -
3 force
force1 [fors]〈v.〉1 kracht2 sterkte3 vermogen ⇒ intelligentie, wilskracht4 dwang ⇒ geestelijke druk, invloed, noodzaak♦voorbeelden:force centrifuge • middelpuntvliedende krachtredonner des forces • nieuwe energie gevenreprendre ses forces • weer op krachten komen, aansterkenà bout de force • aan het eind van zijn krachtenà la force du poignet • geheel op eigen krachtdans la force de l'âge • in de kracht van zijn levendans toute la force du terme • in de volle betekenis van het woordcrier de toutes ses forces • uit alle macht schreeuwenne pas être de force • niet tegen zijn tegenstander opgewassen zijnêtre de la même force • aan elkaar gewaagd zijn, van dezelfde (speel)sterkte zijnprendre de force • met geweld innemen, verkrachtenfaire force de rames • uit alle macht roeiennager en force • op kracht zwemmenfaire force sur • druk uitoefenen opforce d'une barre • sterkte van een staafforce du son • geluidssterkteforce de l'esprit • intellectueel vermogenforce d'inertie • traagheidc'est une force de la nature • het is een ijzersterk, oergezond iemandles forces vives du pays • het productieve deel van de bevolkingcela ne fait pas ma force • dat is niet mijn sterkste kantpar la force des choses • onder druk van de omstandighedenla force de l'évidence • een overduidelijk bewijsavoir force de loi • kracht van wet hebbenmesure de force • dwangmaatregelsituation de force • machtspositie(un cas de) force majeure • overmachtvouloir qc. à toute force • iets per se willenpar force • noodgedwongenpar la force de l'habitude • (uit) de macht der gewoonteforce de frappe • kernmachtles forces de terre, de l'air et de mer • de strijdkrachten ter land, ter zee en in de lucht〈 meervoud〉 forces armées • krijgsmacht, strijdkrachten〈 meervoud〉 forces navales • marine, zeemachtla force publique • de sterke arm, politie(macht)en force • met groot machtsvertoonà force de bras • met de kracht van de armense tuer à force de travailler • zich doodwerken————————force2 [fors]f1) kracht, sterkte2) wilskracht3) macht4) dwang5) draaistroom -
4 forcé
force1 [fors]〈v.〉1 kracht2 sterkte3 vermogen ⇒ intelligentie, wilskracht4 dwang ⇒ geestelijke druk, invloed, noodzaak♦voorbeelden:force centrifuge • middelpuntvliedende krachtredonner des forces • nieuwe energie gevenreprendre ses forces • weer op krachten komen, aansterkenà bout de force • aan het eind van zijn krachtenà la force du poignet • geheel op eigen krachtdans la force de l'âge • in de kracht van zijn levendans toute la force du terme • in de volle betekenis van het woordcrier de toutes ses forces • uit alle macht schreeuwenne pas être de force • niet tegen zijn tegenstander opgewassen zijnêtre de la même force • aan elkaar gewaagd zijn, van dezelfde (speel)sterkte zijnprendre de force • met geweld innemen, verkrachtenfaire force de rames • uit alle macht roeiennager en force • op kracht zwemmenfaire force sur • druk uitoefenen opforce d'une barre • sterkte van een staafforce du son • geluidssterkteforce de l'esprit • intellectueel vermogenforce d'inertie • traagheidc'est une force de la nature • het is een ijzersterk, oergezond iemandles forces vives du pays • het productieve deel van de bevolkingcela ne fait pas ma force • dat is niet mijn sterkste kantpar la force des choses • onder druk van de omstandighedenla force de l'évidence • een overduidelijk bewijsavoir force de loi • kracht van wet hebbenmesure de force • dwangmaatregelsituation de force • machtspositie(un cas de) force majeure • overmachtvouloir qc. à toute force • iets per se willenpar force • noodgedwongenpar la force de l'habitude • (uit) de macht der gewoonteforce de frappe • kernmachtles forces de terre, de l'air et de mer • de strijdkrachten ter land, ter zee en in de lucht〈 meervoud〉 forces armées • krijgsmacht, strijdkrachten〈 meervoud〉 forces navales • marine, zeemachtla force publique • de sterke arm, politie(macht)en force • met groot machtsvertoonà force de bras • met de kracht van de armense tuer à force de travailler • zich doodwerken————————force2 [fors]adj1) geforceerd, gedwongen2) geveinsd, niet echt3) overdreven -
5 fourrière
fourrière [foerjer]〈v.〉♦voorbeelden:f2) autobewaarplaats [politie] -
6 policier
policier [polliesjee],policière [polliesjer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 politie-♦voorbeelden:un policier • politieagent, -beambteun policier • detective(roman)1. m1) politieagent2. policier/-ièreadj1) politie-2) detective- -
7 rousse
-
8 souricière
-
9 se constituer prisonnier
se constituer prisonnier————————se constituer prisonnierDictionnaire français-néerlandais > se constituer prisonnier
-
10 agent
agent [aazĵã]〈m.〉1 agent ⇒ beambte, ambtenaar2 agens ⇒ kracht, werkzaam bestanddeel♦voorbeelden:agent d'affaires • zaakwaarnemeragent de change • makelaar in effectenagent de la force publique • handhaver van de openbare veiligheidagent de liaison • verbindingsofficieragent de maîtrise • voorman, opzichteragent de police • politieagentagent administratif, public • ambtenaaragent commercial • vertegenwoordigeragent comptable • boekhouderagent provocateur • (betaalde) opruieragent (secret) • geheim agent, spionagent chimique • chemische stofagent pathogène • ziekteverwekker————————agent (secret)geheim agent, spionm1) (politie)agent, beambte2) agens, werkend middel, factor -
11 assommer
assommer [aasommee]〈 werkwoord〉1 (dood)slaan ⇒ afmaken, neerslaan2 vervelen ⇒ vermoeien, lastig vallen♦voorbeelden:être assommé par des arguments • overstelpt worden met argumentense faire assommer par la police • klappen krijgen van de politiev1) (dood)slaan, neerslaan2) overbluffen -
12 cheval
cheval [sĵəvaal],chevaux [sĵəvoo]〈m.〉1 paard2 (het) paardrijden ⇒ ruitersport, paardensport♦voorbeelden:cheval de bât, de charge, de somme • lastpaardcheval de course • renpaardcheval de selle • rijpaardcheval de trait • trekpaardcheval blanc • schimmelcheval marin • zeepaardjecheval pur sang • volbloed(paard)changer un cheval borgne contre un aveugle • van de regen in de drop komentirer qn. à quatre chevaux • iemand vierendelenà cheval • te paardêtre à cheval sur les principes • streng aan zijn beginselen vasthoudenêtre à cheval sur deux périodes • zich gedeeltelijk over twee periodes uitstrekkenmonter à cheval • paardrijdenmonter sur un cheval • een paard bestijgenmonter sur ses grands chevaux • op zijn achterste benen gaan staancheval de Troie • paard van Troje, Trojaans paardc'est un (vieux) cheval de retour • het is een oude bekende van de politiem1) paard2) paardenvlees -
13 commissaire
commissaire [kommieser]〈m.〉♦voorbeelden:commissaire aux comptes • accountantcommissaire principal • hoofdcommissaris (van politie)m1) commissaris2) commissielid3) organisator -
14 constituer
constituer [kõstietuu.ee]2 betekenen ⇒ zijn, ('t wezen) uitmaken3 oprichten ⇒ stichten, instellen, vormen♦voorbeelden:constituer qn. prisonnier • iemand in hechtenis nemen♦voorbeelden:se constituer prisonnier • zich bij de politie aangeven1. v1) vormen2) betekenen, zijn3) oprichten, stichten4) benoemen (tot) [juridisch]2. se constituerv -
15 cordon
cordon [kordõ]〈m.〉1 snoer ⇒ touw(tje), lint, koord, band♦voorbeelden:cordons de souliers • schoenvetersdesserrer les cordons de sa bourse • geld voor de dag halentenir les cordons de la bourse • het geld, de kas beherentirer les cordons des sonnettes • overal aankloppencordon ombilical • navelstrengcouper le cordon • de navelstreng doorknippenm1) touw, koord2) snoer, draad [elektriciteit]3) reeks, rij4) linie [troepen]5) kordon [politie]6) ordeband, lint8) kartelrand [munt] -
16 descendre
descendre [dessãdr]1 naar beneden gaan, komen ⇒ afdalen, zakken, aflopen2 uit-, afstappen ⇒ afstijgen, van boord gaan3 gaan (naar, in)♦voorbeelden:descendre d' un arbre • uit een boom klimmendescendre dans le détail, jusqu'aux détails • in bijzonderheden tredendescendre de la voiture • uit de auto stappendescendre chez son oncle • bij zijn oom gaan logerendescendre dans le Midi • naar het zuiden gaanla police est descendue dans le café • de politie heeft een inval in het café gedaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afgaan ⇒ afdalen, aflopen, afzakken2 naar beneden brengen ⇒ laten zakken, lager hangen♦voorbeelden:v1) afdalen, zakken, aflopen2) uitstappen3) gaan (naar, in)6) laten zakken, lager hangen7) neerschieten8) doden -
17 détective
détective [deetektiev]〈m.〉♦voorbeelden:m -
18 divisionnaire
-
19 embarquer
embarquer [ãbaarkee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:embarquer qn. dans sa voiture • iemand in zijn auto meenemen, een lift gevenv( s'embarquer) -
20 entourer
entourer [ãtoeree]1 omgeven ⇒ omringen, omvatten, omsluiten♦voorbeelden:les soldats entourent la ville • de soldaten omsingelen de stadil m'entourait de ses bras • hij sloeg zijn armen om mij heenentourer qn. de prévenances • iemand met attenties overstelpen♦voorbeelden:vomgeven, omringen
См. также в других словарях:
poliţie — POLÍŢIE, poliţii, s.f. 1. Organ de stat însărcinat cu menţinerea ordinii publice şi cu reprimarea infracţiunilor. ♢ expr. A face poliţie = a menţine ordinea într un mod sever şi autoritar. ♦ Pază, supraveghere, control (al ordinii, disciplinei).… … Dicționar Român
politie — POLITÍE, politii, s.f. (înv.) 1. Activitate, practică politică, afaceri politice. 2. Oraş. – Din ngr. politía. Trimis de oprocopiuc, 30.03.2004. Sursa: DEX 98 POLITÍE s. v. aglomeraţie, alai, aşezare, cetate, comportament, comportare, conduită … Dicționar Român
Politie — Herrschaftsformenschema nach Aristoteles Anzahl der Herrscher legitime Herrschaft illegitime Herrschaft Einzelherrschaft Monarchie Tyrannis Gruppenherrschaft Aristokratie Oligarchie Mehrheitsherrschaft … Deutsch Wikipedia
politie — (po li sie) s. f. Société et gouvernement (terme tombé en désuétude). • Ces lieux doivent être habités par des peuples barbares : toute politie y serait impossible, J. J. ROUSS. Contrat, III, 8. HISTORIQUE XIVe s. • Plusieurs policies ont… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
políţie — s. f. (sil. ţi e), art. políţia (sil. ţi a), g. d. art. políţiei; pl. políţii, art. políţiile (sil. ţi i ) … Romanian orthography
De Politie (K3 song) — De Politie Single by K3 from the album MaMaSe! Released December 2009 Format CD Single, Digital Download Recorded … Wikipedia
Korps Landelijke Politie — Das Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) ist die zivile landesweite Polizei des Königreichs der Niederlande mit etwa 4.500 Mitarbeitern. Inhaltsverzeichnis 1 Aufgaben 2 Geschichte 3 Weitere nationale Polizeieinheiten 4 Weblinks // … Deutsch Wikipedia
Korps Landelijke Politie Diensten — Das Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) ist die zivile landesweite Polizei des Königreichs der Niederlande mit etwa 4.500 Mitarbeitern. Inhaltsverzeichnis 1 Aufgaben 2 Geschichte 3 Weitere nationale Polizeieinheiten 4 Weblinks // … Deutsch Wikipedia
Detaşamentul de Poliţie pentru Intervenţie Rapidă — [[File:]] DPIR squad in action DPIR soldier … Wikipedia
Serviciul de Poliţie pentru Intervenţie Rapidă — The Serviciul de Poliţie pentru Intervenţie Rapidă ( Police Rapid Intervention Service , SPIR) was created in 1999, as a Romanian Police special operations unit for Bucharest.SPIR is divided in five units: # Detaşamentul Mobil pentru Siguranţa… … Wikipedia
agent van politie — skowtu … Woordenlijst Sranan