-
1 signifier
signifier [sienjiefjee]〈 werkwoord〉1 betekenen ⇒ willen zeggen, uitdrukken3 mededelen ⇒ te kennen geven, kenbaar maken♦voorbeelden:ne pas signifier grand-chose • niet veel te betekenen hebbenv1) betekenen2) inhouden, impliceren -
2 constituer
constituer [kõstietuu.ee]2 betekenen ⇒ zijn, ('t wezen) uitmaken3 oprichten ⇒ stichten, instellen, vormen♦voorbeelden:constituer qn. prisonnier • iemand in hechtenis nemen♦voorbeelden:se constituer prisonnier • zich bij de politie aangeven1. v1) vormen2) betekenen, zijn3) oprichten, stichten4) benoemen (tot) [juridisch]2. se constituerv -
3 dénoncer
dénoncer [deenõsee]〈 werkwoord〉1 aan het licht brengen ⇒ aan de kaak stellen, hekelen2 verklikken ⇒ aanbrengen, verraden, aangevenv1) aan de kaak stellen, hekelen2) verraden, aangeven3) getuigen (van), laten zien4) opzeggen5) betekenen [juridisch] -
4 représenter
représenter [rəpreezãtee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitbeelden ⇒ weergeven, voorstellen2 zich weer vertonen ⇒ zich opnieuw aanmelden, voordoen♦voorbeelden:v1) indruk maken2) uitbeelden3) opvoeren, spelen5) betekenen -
5 beaucoup
beaucoup [bookoe]〈 bijwoord〉1 veel ⇒ zeer, heel♦voorbeelden:c'est déjà beaucoup • dat is al heel watc'est beaucoup dire • dat is kras gezegdêtre beaucoup pour qn. • veel voor iemand betekenenil s'en faut de beaucoup • dat scheelt veelbeaucoup sont de notre avis • veel mensen zijn het met ons eensils travaillent beaucoup • ze werken hardbeaucoup mieux • veel beterbeaucoup trop • veel te veelavoir beaucoup de choses à faire • veel te doen hebbenbeaucoup de gens • veel mensende beaucoup • verreweg, veruitil y est pour beaucoup • het is in grote mate aan hem te dankenmerci beaucoup • dank u zeeradv(de)1) veel2) zeer, heel -
6 moins
moins1 [mwã]〈bijwoord; ook m.〉♦voorbeelden:moins il travaille (et) moins il réussira • hoe minder hij werkt, des te minder succes zal hij hebbenrien moins que • allesbehalve, geenszinsj'en veux dix francs, rien de moins • ik wil tien frank, geen cent minderrien de moins que • waarlijk, echt, niets minder danplus ou moins • min of meer, ongeveerni plus ni moins • niets meer en niets minderil n'en est pas moins vrai que • nietteminon se plaindrait à moins • er is alle reden om te klagenil y a moins d' une semaine • nog geen week geledenils ont moins de vingt ans • zij zijn onder de twintigde, en moins • minder, te kort, te weinigde moins en moins • hoe langer hoe minderen moins de • in minder dan, binnenen moins de deux, rien • in een wip, ommezien, oogwenkles moins de vingt ans • de jongeren onder de twintigc'est moins que rien • dit heeft niets te betekenenil est moins que rien • hij is zeer onbeduidendnon moins que • niet minder … dan, even … alsc'est un moins que rien • het is een nul→ plusà tout le moins, pour le moins • op zijn minstau moins • minstens, op zijn minsttout au moins • tenminste, althansdu moins • op zijn minst, althans, tenminste, dat wil zeggenle moins • het minste, het minimum¶ à moins que 〈+ aanvoegende wijs〉, de 〈+ onbepaalde wijs〉 • tenzij, zonder, behalve————————moins2 [mwẽ]〈voorzetsel; ook m.〉♦voorbeelden:sept moins cinq égalent deux • zeven min vijf is tweeil est presque (trois heures) moins cinq • het is bijna vijf voor (drie)il fait moins dix (degrés) • het is tien graden onder nuldix puissances moins sept • tien tot de macht min zevenmettez un moins • zet een minteken1. m1) (het) minste, minimum2) minteken2. adv1) minder, geringer2) minst, geringst3. prépmin, verminderd met -
7 présager
présager [preezaazĵee]〈 werkwoord〉1 voorspellen ⇒ betekenen, vermoeden♦voorbeelden:ça ne présage rien de bon • dat voorspelt niet veel goedsv -
8 vouloir
vouloir1 [voelwaar]〈m.〉 〈 formeel〉1 wil————————vouloir2 [voelwaar]1 graag willen ⇒ genoegen nemen (met), accepteren♦voorbeelden:il ne veut pas de nos excuses • hij wil onze verontschuldigingen niet accepterenne pas vouloir de qn. • niets van iemand willen wetenen vouloir à qn. de qc. • iemand iets kwalijk nemenen vouloir à qc. • het op iets gemunt hebbenen vouloir à la vie de qn. • iemand naar het leven staanne m'en veuille pas, ne m'en veuillez pas 〈 informeel〉, ne m'en veux pas, ne m'en voulez pas • neem mij niet kwalijkII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 willen ⇒ verlangen, wensen2 vragen ⇒ eisen, willen bezitten3 beweren♦voorbeelden:vouloir qn. heureux • iemand gelukkig willen zienveuillez poursuivre • wees zo goed om door te gaan〈 spreekwoord〉 vouloir c'est pouvoir • waar een wil is, is een wegje voudrais vous y voir • ik zou u wel eens op mijn plaats willen zienvous l'avez voulu, bien voulu! • bent u nu tevreden?veux-tu bien sortir? • wil je wel eens vlug naar buiten gaan?je veux bien que tu aies raison • je kunt best gelijk hebbenmoi, je veux bien • mij bestsi vous voulez bien • als u het ermee eens bentcomment voulez-vous que je fasse • wat kan ik eraan doenvouloir qc. à qn. • iemand iets toewensenvouloir du bien à qn. • het goede met iemand voorhebbensans le vouloir • per ongeluk, zonder opzetcomme vous voulez • zoals u wenstque tu le veuilles ou non • of je het nu wilt of nietque voulez-vous (que je fasse, que je dise)? • wat kan ik eraan doen?Dieu veuille • moge God het gevenque me voulez-vous? • wat wilt u van me?, wat wilt u dat ik doe?que veut dire ce gribouillis • wat moet dit gekrabbel voorstellen〈 informeel〉 je veux! • nou en of!♦voorbeelden:¶ s'en vouloir de qc. • zichzelf iets kwalijk nemen, zichzelf iets verwijten1. m 2. v1) graag willen, accepteren2) willen, wensen3) vragen, eisen4) beweren -
9 c'est moins que rien
c'est moins que rien -
10 équivaloir
équivaloir [eekievaalwaar]1 gelijkwaardig zijn (aan) ⇒ gelijkstaan (met), opwegen (tegen) -
11 impliquer
impliquer [ẽpliekee]〈 werkwoord〉 -
12 ne pas signifier grand-chose
ne pas signifier grand-choseDictionnaire français-néerlandais > ne pas signifier grand-chose
-
13 qu'est-ce que cela signifie?
qu'est-ce que cela signifie?wat betekent dat?; 〈 figuurlijk〉wat heeft dat te betekenen?Dictionnaire français-néerlandais > qu'est-ce que cela signifie?
-
14 signifier un jugement
signifier un jugement -
15 vouloir dire qc.
vouloir dire qc. -
16 être beaucoup pour qn.
être beaucoup pour qn.
См. также в других словарях:
Afrikaans — Gesprochen in Sudafrika Südafrika Namibia … Deutsch Wikipedia
Kapholländisch — Die Artikel Grammatik des Afrikaans und Afrikaans überschneiden sich thematisch. Hilf mit, die Artikel besser voneinander abzugrenzen oder zu vereinigen. Beteilige dich dazu an der Diskussion über diese Überschneidungen. Bitte entferne diesen… … Deutsch Wikipedia
Kolonial-Niederländisch — Die Artikel Grammatik des Afrikaans und Afrikaans überschneiden sich thematisch. Hilf mit, die Artikel besser voneinander abzugrenzen oder zu vereinigen. Beteilige dich dazu an der Diskussion über diese Überschneidungen. Bitte entferne diesen… … Deutsch Wikipedia
Liste falscher Freunde — Die Liste falscher Freunde listet eine Auswahl häufiger falscher Freunde (Übersetzungsfallen bzw. Verständnisprobleme) zwischen Deutsch und anderen Sprachen, dem in der Bundesrepublik Deutschland und in anderen Staaten gesprochenen Deutsch sowie… … Deutsch Wikipedia
Bezeichnen — Bezeichnen, verb. reg. act. 1) Mit einem Zeichen versehen, zeichnen. Die Schafe bezeichnen. Am häufigsten in der höhern Schreibart, vermittelst eines Zeichens von andern Dingen unterscheiden. Welch ein Unglück, daß oft kein sichtbarer Unterschied … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart