-
1 standard
adj. normaal, gewoon; te doen gebruikelijk--------n. norm, standaard; maatstaf; peil; vlag; basis; stand, rangstandard1[ stændəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉5 houder7 staander ⇒ steun, paal8 hoogstammige plant/struik♦voorbeelden:set a high/low standard • hoge/lage eisen stellenbelow standard • beneden peilup to standard • op peil————————standard21 normaal ⇒ gebruikelijk, standaard-; doorsnee-2 staand♦voorbeelden:Standard English • Standaardengelsstandard time • zonnetijd -
2 level
adj. vlak; gelijk; gebalanceerd; vertikaal; gelijkmatig--------n. hoogte; niveau; klasse; oppervlakte; vlak; peil (waterpeil)--------v. afvlakken, glad maken; gelijkheid brengen; vergelijken; vernietigen, aan de grond gelijk makenlevel1[ levl]1 〈 ook als 2e lid van samenstellingen〉 peil ⇒ niveau, hoogte; 〈 bij uitbreiding〉 natuurlijke/juiste peil/plaats3 horizontaal ⇒ waterpas(se) lijn/vlak♦voorbeelden:1 level of achievement/production • prestatie/productiepeilon a level of equality • op voet van gelijkheidfind one's level • zijn plaats vindenII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; vaak als 2e lid van samenstellingen〉1 niveau♦voorbeelden:————————level23 (op) gelijk(e hoogte) ⇒ even hoog/ver4 gelijkmatig ⇒ evenwichtig, regelmatig5 beraden ⇒ bedaard, kalm♦voorbeelden:draw level with • op gelijke hoogte komen met————————level3〈 levelled〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:level (a weapon) at someone • (een wapen) op iemand richten¶ level off • gelijk/vlak maken/wordenlevel off/out • (zich) (op een bepaald niveau) stabiliseren; zijn (maatschappelijke) plafond bereikenlevel out • gelijk/vlak maken/worden; onderscheid/verschillen wegnemen (bij/tussen)♦voorbeelden:level up • tot hetzelfde niveau omhoog brengen————————level4〈 bijwoord〉1 vlak ⇒ horizontaal, waterpas -
3 mark
n. Mark (voornaam)mark1[ ma:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 peil ⇒ niveau, standaard8 belang9 aandacht♦voorbeelden:leave one's mark on • zijn stempel drukken opmake one's mark • zich onderscheiden4 above/below the mark • boven/beneden peilI don't feel quite up to the mark • ik voel me niet helemaal fit/in ordeon your marks, get set, go! • op uw plaatsen! klaar? af!beside/off the mark • ernaastoverstep the mark • over de schreef gaan————————mark21 vlekken (maken/krijgen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 merken ⇒ tekenen, onderscheiden; aanduiden♦voorbeelden:1 his birth marks the beginning of a new era • zijn geboorte luidt het begin van een nieuw tijdperk inmark the occasion • de gelegenheid luister bijzettenmarked for life • voor het leven getekend -
4 above/below the mark
above/below the markboven/beneden peil -
5 below standard
below standard -
6 bottom out
bottom out♦voorbeelden: -
7 caliber
-
8 calibre
n. binnenste afmeting; van groot kaliber; op een hoog peil1 kaliber ⇒ gehalte, niveau, klasse -
9 condition oneself
-
10 condition
n. voorwaarde; situatie, toestand; lichamelijke conditie; klasse--------v. voorwaarde bepaling; africhten; in conditie brengencondition1[ kəndisjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (lichamelijke) toestand ⇒ staat, conditie2 voorwaarde ⇒ conditie, beding4 (maatschappelijke) rang ⇒ stand, positie6 〈Amerikaans-Engels; school(wezen)〉 cijfer op grond waarvan men voorwaardelijk overgaat 〈 met herexamen of taak〉♦voorbeelden:1 this machine is in good/poor condition • deze machine verkeert in goede/slechte staatin a condition of weightlessness • in een toestand van gewichtloosheidshe's in no condition to work • ze is niet in staat om te werkenin/out of condition • in/niet in conditie/vormon condition that • op voorwaarde dat, mitson no condition • op geen enkele voorwaarde, nooithe made it a condition that • hij stelde als voorwaarde dat————————condition2〈 werkwoord〉1 bepalen ⇒ vaststellen, afhangen (van)2 in conditie brengen ⇒ in een gewenste toestand brengen, verzorgen4 〈Amerikaans-Engels; school(wezen)〉herexamen/taak geven aan♦voorbeelden:1 a nation's expenditure is conditioned by its income • de bestedingsmogelijkheden van een land worden bepaald door het nationale inkomen -
11 feed
n. voedsel, eten, voer, maaltijd, voeding; brandstof; (in computers) invoer, toevoer van papier in de printer; nieuwe regel, nieuw vel, (in computers) het toevoeren van gegevens--------v. voeden, eten geven; te eten geven; zorg dragen voorfeed1[ fie:d]2 het voeren ⇒ aanvoer, toevoer♦voorbeelden:the cat is off its feed • de kat wil niet eten————————feed21 eten ⇒ zich voeden 〈 in het bijzonder van dieren en baby's〉; grazen, weiden; 〈 schertsend〉 kanen, schranzen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 voeren ⇒ (te) eten geven, voederen4 〈 meestal techniek, technologie〉 aanvoeren 〈grondstof enz.〉 ⇒ toevoeren 〈 materiaal〉; op peil houden, doorgeven aan; op gang houden 〈 machine〉♦voorbeelden:can the child feed itself yet? • kan het kind al zelf eten?mothers feeding their children on rice only • moeders die hun kinderen alleen rijst te eten gevenfeed the fire • het vuur onderhouden〈 informeel〉 feed something into a computer • iets in de computer stoppen/invoerenfeed coins into the pay phone • munten in de telefoon stoppenfeed a wire through a pipe • een draad door een buis halen→ fed up fed up/ -
12 floodmark
floodmark1 hoogwaterlijn/peil -
13 height
n. hoogte; hoogvlakte; hoogtepunt[ hajt]1 hoogte ⇒ lengte, peil, niveau♦voorbeelden:at its height • op zijn hoogtepunt -
14 live up to
zijn verwachtingen waarmaken, naleven, nakomen; een van te voren vastgesteld peil bereiken (b.v. een doel bereikt dat iemand van zichzelf verwachtte of iemand's voorbeeld nagekomen zijn)live up to♦voorbeelden: -
15 meridian
-
16 oil prices bottomed out in 1987
-
17 plane
-
18 up to standard
up to standard -
19 at a low ebb
op een laag peil -
20 at the highest level
op het hoogste peil,in de hoogste rang
См. также в других словарях:
Peil — ist der Familienname folgender Personen: Eckehart Peil (* 1935), deutscher Politiker (SPD) Mary Beth Peil (* 1940), US amerikanische Schauspielerin und Sängerin Roland Peil (* 1967), deutscher Schlagzeuger und Percussionist … Deutsch Wikipedia
Peil — (Wasserb.), so v.w. Pegel … Pierer's Universal-Lexikon
Peil — (holländ.), soviel wie Pegel … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Peil — (holländ.), Pegel … Kleines Konversations-Lexikon
peil — peil, peill(e, peiler obs. Sc. ff. pale v., peel, peeler … Useful english dictionary
Peil-Thal — Peil Thal, hohes Seitenthal des Lugnetzthales im Bezirk Glenner des Schweizercantons Graubündten … Pierer's Universal-Lexikon
Peil — Berufsübername zu mnd. pl »Pfeil« für den Bogenschützen oder den Pfeilmacher … Wörterbuch der deutschen familiennamen
Mary Beth Peil — Born June 25, 1940 (1940 06 25) (age 71) Davenport, Iowa, United States Mary Beth Peil (born June 25, 1940) is an American actress and singer. Contents 1 … Wikipedia
Roland Peil — (* 1967 in Essen) ist ein deutscher Schlagzeuger und Percussionist. Bekannt wurde er unter anderem durch seine Zusammenarbeit mit den Fantastischen Vier, Sasha, Peter Maffay, Till Brönner und Florian Dauner sowie durch seine Welttournee mit Sarah … Deutsch Wikipedia
Florian Peil — (* 19. November 1979 in Düren Birkesdorf) ist ein deutscher Sänger, Musikproduzent und Songwriter. Peil ist Mitglied des Songwriter und Produzentenpools Tinseltown Music, die in den Kölner Maarwegstudios ansässig sind. „Flo“ Peil gehört der… … Deutsch Wikipedia
Edward Peil Sr. — Infobox actor bgcolour = silver name = Edward Peil Sr. imagesize = caption = birthdate = 18 January, 1883 location = Racine, Wisconsin, USA height = deathdate = 29 December, 1958 deathplace = Hollywood, California, USA yearsactive = 1913 1951… … Wikipedia