-
1 to mark
merkenritsenstempelentekenen -
2 docket
n. etiket; korte inhoud; merken en nummeren (op een briefje)--------v. merken, nummeren; op de lijst zettendocket1[ dokkit] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————docket2〈 werkwoord〉 -
3 fault
n. gebrek; onvolledigheid; vergissing, fout; schuldig; schuld--------v. aanmerkingen maken op, vitten opfault1[ fo:lt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:economical to a fault • overdreven zuinigat fault • schuldig————————fault2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 notice
n. mededeling; waarschuwing; aandacht--------v. opmerken; merkennotice1[ nootis] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (voorafgaande) kennisgeving ⇒ aankondiging, waarschuwing; 〈 in het bijzonder〉 opzegging 〈van huur/arbeidscontract〉2 aandacht ⇒ belangstelling, attentie♦voorbeelden:give the maid (a month's) notice, give (a month's) notice to the maid • de dienstbode (met een maand) opzeggenwe received three month's notice • de huur is ons met drie maanden opgezegdat a moment's/a minute's notice • direct, zonder bericht voorafcan you be here at two hours' notice? • kun je hier binnen twee uur zijn?when the CD became a success the other record companies suddenly sat up and took notice • toen de cd een succes werd, schrokken de andere platenmaatschappijen wakkertake (no) notice of • (geen) acht slaan opnotice of marriage • huwelijksaankondiging4 his book got good notices • zijn boek kreeg goede recensies/kritieken————————notice2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:she didn't notice her friend in the crowd • zij zag haar vriendin niet in de menigte -
5 perceive
-
6 ruddle
ruddle1[ rudl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————ruddle2〈 werkwoord〉1 met roodaarde kleuren/merken 〈 in het bijzonder schapen〉 -
7 bar code
lijncode (wordt gebruikt in winkels voor het merken van artikelen,bar code)bar code -
8 betoken
v. doorvertellen; aangeven, merken1 betekenen ⇒ een teken zijn van, voorspellen -
9 blaze
n. laaiend vuur, vlammenzee--------v. opvlammen, in lichte laaien staan; adverterenblaze1[ bleez] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉1 vlammen(zee) ⇒ (verwoestend) vuur, brand2 uitbarsting ⇒ plotselinge uitval/aanval♦voorbeelden:the house was in a blaze • het huis stond in lichterlaaie¶ go to blazes! • loop naar de hel!go like blazes • zeer snel gaan, als de weerlicht gaan————————blaze21 (fel) branden ⇒ gloeien, in lichterlaaie staan; 〈 ook figuurlijk〉 in vuur en vlam staan 〈bijvoorbeeld van woede/opwinding〉2 (fel) schijnen ⇒ verlicht zijn, schitteren♦voorbeelden:the petrol-station blazed up • de vlammen sloegen uit het benzinestationthe quarrel blazed up • de ruzie laaide op→ blaze away blaze away/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 blaze a trail • een pad banen/markeren, een nieuwe weg inslaan -
10 brand
n. koopmerk, soort (ook van het produkt); brandmerk; merk; witheet staal--------v. bandmerken; uitstotenbrand1[ brænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 merk(naam) ⇒ soort, type2 brandmerk ⇒ schandteken, stigma3 〈 formeel〉brandend/verkoold stuk hout♦voorbeelden:own brand • huismerk, eigen merk————————brand2〈 werkwoord〉3 tekenen♦voorbeelden:3 his experiences in Vietnam branded him for life • zijn ervaringen in Vietnam hebben hem voor het leven getekend -
11 carp
n. karper (zoetwatervis)--------v. zeuren, zaniken; vittencarp1[ ka:p] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook carp〉————————carp2〈 werkwoord〉 〈 vaak pejoratief〉1 zeuren ⇒ zaniken, vitten♦voorbeelden: -
12 chalk
n. krijt--------v. krijten, met krijt schrijvenchalk1[ tsjo:k]→ long long/1 krijt♦voorbeelden:〈 informeel〉 as different as chalk and/from cheese, as like as chalk and cheese • verschillend als dag en nacht→ French French/————————chalk2〈 werkwoord〉1 krijten ⇒ met krijt schrijven/merken♦voorbeelden: -
13 chequer
n. (Brits Engels) klein plastic of houten stukje (rood of blauw) gebruikt in damspel, damschijf--------v. schakeren met kleur, variëren van kleur; als een damspel merken♦voorbeelden: -
14 earmark
-
15 find fault with
-
16 flawless
-
17 imperceptible
adj. onmerkbaar; niet te vatten; niet op te merken[ impəseptəbl] 〈imperceptibly; zelfstandig naamwoord: imperceptibility〉 -
18 irreproachable conduct
-
19 irreproachable
adj. onberispelijk[ irriprootsjəbl] 〈irreproachably; zelfstandig naamwoord: irreproachability〉♦voorbeelden: -
20 label
n. label (ook in computers), adreskaartje; kenteken; insigne; teken; bijnaam (in computers) label, tekst op een elektronische rekenblad; (in computers) de bestemming van het bevel GOTO--------v. etiketteren, labelen; bestempelen alslabel1[ leebl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————label2〈werkwoord; labelled〉1 etiketteren ⇒ labelen; merken
См. также в других словарях:
Merken — Stadt Düren Koordinaten: 50 … Deutsch Wikipedia
Merken — Mêrken, verb. reg. act. welches in gedoppelter Bedeutung üblich ist. 1. Eigentlich, zeichnen, mit einem Merke, einer Marke oder einem Zeichen versehen, um eine Sache daran wieder zu erkennen, wofür doch marken üblicher ist; bey dem Ulphilas… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Merkén — Merkén. El merkén o merquén (del mapudungun: merkeñ), es un aliño preparado con ají seco ahumado y otros ingredientes. Es un condimento picante con algo de sabor ahumado y tiene aspecto de polvo rojo con pequeñas escamas de diferentes tonalidades … Wikipedia Español
merken — Vsw std. (11. Jh.), mhd. merken, ahd. merken, mndd. merken, marken, mndl. merken Hybridbildung. Aus g. * mark ija Vsw. merken, kennzeichnen , auch in anord. merkja, ae. mearcian, afr. merkia. Abgeleitet von Marke. Präfigierungen: be , vermerken;… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Merkén — Merkén. Merkén oder Merquén (von mapudungun merkeñ) ist ein traditionelles Gewürz der chilenischen Ureinwohner Mapuche, welches bis heute in der chilenischen Küche verwandt wird. Es ist ein scharfes, rötliches Pulver und besteht aus geräuchertem… … Deutsch Wikipedia
merken — merken: Das germ. Verb mhd. merken, ahd. merchen, niederl. merken, schwed. märka ist von dem unter ↑ Marke behandelten germ. Substantiv *marka »Zeichen« abgeleitet und bedeutete demnach zunächst »mit einem Zeichen versehen, kenntlich machen«,… … Das Herkunftswörterbuch
Merkén — is a Chilean and Mapuche hot and aromatic seasoning made from dried and smoked Cacho de Cabra (goat s horn) pepper together with salt, cumin, and coriander seeds. v … Wikipedia
merken — merken, merkt, merkte, hat gemerkt 1. Ich habe nicht gemerkt, dass es schon so spät ist. Ich muss gehen. 2. Ich kann mir keine Zahlen merken. Ich vergesse sie sofort wieder … Deutsch-Test für Zuwanderer
Merken — (Marken), alle Merkmale od. Kennzeichen am Lande wie in der See, welche den Schiffen zur Richtschnur dienen … Pierer's Universal-Lexikon
merken — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • erkennen • sich klar machen Bsp.: • Erkennst du den Fehler? … Deutsch Wörterbuch
merken — V. (Grundstufe) etw. gefühlsmäßig, beobachtend wahrnehmen Beispiele: Ich habe den Unterschied nicht gemerkt. Ich habe gemerkt, dass sie sehr intelligent ist … Extremes Deutsch