-
1 éclaircir
éclaircir [eeklersier]2 verhelderen ⇒ ophelderen, verklaren3 uitdunnen ⇒ dunner maken, verdunnen♦voorbeelden:→ voix1 helder, lichter worden ⇒ ophelderen, opklaren 〈 ook figuurlijk〉2 opgehelderd worden ⇒ duidelijk, begrijpelijk worden3 uitgedund worden ⇒ dunner, verdund worden♦voorbeelden:1 sa figure s'éclaircit • zijn, haar gezicht klaarde opv2) ophelderen, verklaren3) dunner maken -
2 clarifier
-
3 démêler
démêler [deemellee]〈 werkwoord〉3 onderscheiden ⇒ helder zien, doorzien♦voorbeelden:v1) ontwarren2) ophelderen -
4 éclairer
éclairer [eeklerree]1 licht geven ⇒ lichten, fonkelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verlichten ⇒ bijlichten, licht geven aan2 ophelderen ⇒ verklaren, begrijpelijk maken3 inlichten ⇒ informeren, voorlichten♦voorbeelden:1 la joie éclaira son regard • de vreugde straalde van zijn, haar gezicht afles locataires sont chauffés et éclairés • verwarming en verlichting zijn bij de huur inbegrepen1 verlicht worden, zijn ⇒ opklaren, aangestoken worden, aangaan 〈 van verlichting〉2 duidelijk, begrijpelijk worden1. v2) ophelderen, verklaren3) informeren4) verkennen2. s'éclairerv1) aangestoken worden, aangaan [verlichting] -
5 élucider
-
6 clair
clair1 [kler]〈m.〉♦voorbeelden:se détacher en clair sur • duidelijk afsteken tegenêtre au clair sur qc. • een duidelijk idee van iets hebbenmettre ses notes au clair • zijn aantekeningen uitwerkentirer au clair • 〈 vloeistof〉klaren, filtreren〈 figuurlijk〉 tirer une affaire au clair • een zaak tot klaarheid brengen, ophelderenle plus clair • het grootste gedeeltemessage en clair • niet gecodeerd berichten clair, cela ne l'intéresse pas • om duidelijk te zijn, het interesseert hem niet————————clair2 [kler]3 duidelijk ⇒ gemakkelijk te begrijpen, helder4 helder ⇒ transparant, zuiver♦voorbeelden:opposer un refus clair et net • vierkant weigerenclair comme deux et deux font quatre • zo klaar als een klontje→ eau4 son affaire est claire • zijn, haar lot is bezegeldlait clair • wei————————clair3 [kler]〈 bijwoord〉2 dun♦voorbeelden:je vois clair dans son jeu • ik heb hem, zijn spel door1. m1) lichte partij [schilderij]2) dunne plek [stof]2. adj1) duidelijk, helder2) onbewolkt3) licht [kleur]4) dun5) helder [verstand]3. adv1) duidelijk2) dun -
7 dénouer
dénouer [deenoe.ee]1 losknopen ⇒ ontknopen, losmaken2 oplossen ⇒ ophelderen, ontwarren♦voorbeelden:1 losgaan ⇒ los raken, loskomen2 opgelost worden ⇒ beëindigd worden, aflopenv1) losknopen2) oplossen, ontknopen -
8 épanouissement
épanouissement [eepaanoe.iesmã]〈m.〉2 ontplooiing ⇒ ontwikkeling, opbloei, wasdomm1) (het) ontluiken, opbloei2) ontplooiing3) (het) stralen [vreugde] -
9 expliquer
expliquer [ekspliekee]1 uitleggen ⇒ verklaren, ophelderen, duidelijk maken♦voorbeelden:2 zich verantwoorden ⇒ uitleg, rekenschap geven♦voorbeelden:1 je m'explique: • ik bedoel dit:je ne sais si je me suis bien expliqué • ik weet niet of ik duidelijk genoeg ben geweests'expliquer sur qc. • iets nader verklaren2 s'expliquer avec qn. • iemand opheldering, rekenschap, uitleg geven, vragens'expliquer avec qn. • het met iemand uitpratenv1) uitleggen, verklaren2) uiteenzetten -
10 lumière
lumière [luumjer]〈v.〉3 gat♦voorbeelden:allumer, ouvrir la lumière, faire de la lumière • licht maken, het licht aandoenn'apporter aucune lumière dans l'affaire • geen enkel licht in de zaak brengendonner de la lumière à qn. • iemand bijlichtenéteindre, fermer la lumière • het licht uitdoenfaire (toute) la lumière sur qc. • iets (geheel) ophelderenjeter une lumière nouvelle sur • een nieuw licht werpen opmettre en (pleine) lumière • (duidelijk) onder de aandacht brengen, wijzen opà la lumière de • in het licht van〈 religie〉 que la lumière soit! • daar zij licht!2 siècle, ville de lumières • eeuw, stad waarin de culturele ontwikkeling groot isla lumière se fit dans son esprit • er ging hem, haar een licht op1. f1) licht2) gat2. lumièresf pl -
11 faire la lumière sur qc.
faire (toute) la lumière sur qc.Dictionnaire français-néerlandais > faire la lumière sur qc.
-
12 tirer une affaire au clair
tirer une affaire au claireen zaak tot klaarheid brengen, ophelderenDictionnaire français-néerlandais > tirer une affaire au clair
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский