-
21 mais
adv. Non mais des fois! (iron.): Don't make me laugh! — You must be joking! -
22 wel
wel11 [algemeen] bien2 [om een ontkenning tegen te spreken]si3 [weliswaar] il est vrai que♦voorbeelden:1 dat is wel wenselijk • espérons-le!ik ben niet wel • je ne suis pas bienhet bevalt me hier wel • je me plais bien icimen moet hem wel bewonderen • on ne peut pas ne pas l'admirerhij durft wel • il ne manque pas de toupet‘hoe is het ermee?’ ‘het gaat wel’ • ‘comment ça va?’ ‘couci-couça’als ik het wel heb • si je ne me trompedat kan wel • cela se peuthij komt wel • il viendra, croyez-moiu kunt wel gaan • vous pouvez disposerje lijkt wel gek • tu n'es pas un peu fou, non?dat mag wel • c'est permishij voelt zich niet wel • il ne se sent pas bienweet je wel wie je voor je hebt? • savez-vous à qui vous parlez?ik wil best wel • je ne dis pas nonhij zal nu wel vertrokken zijn • il doit être parti maintenantzeg dat wel! • à qui le dis-tu!je zult wel denken … • tu dois te demander ce que cela signifie …wel degelijk • absolumenthij is wel eens ziek • il lui arrive d'être maladeik zou u wel eens op mijn plaats willen zien • je voudrais vous y voirwel nee! • mais non!dat zullen wij nog wel eens zien • c'est ce qu'on verramet mijn jas kom ik de winter nog wel door • mon manteau fera encore l'hiverwel te rusten! • bonne nuit!wel zeker! • que si!ik hoop van wel • j'espère (bien)niet(es)! wél(les) • non! si!het kan er wel mee door • ça peut allerdat zal wel niet • sans doute que nonze zal wel ziek zijn • elle est sans doute maladehij redt zich wel • il s'en sortira (bien)het gaat wel weer over • ça passerawij vermaken ons wel hoor! • on s'amuse, ne vous en faites pas!ik heb hem wel drie jaar niet gezien • ça fait bien trois ans que je ne l'ai (pas) vuwat moet dat wel niet kosten • ça ne doit pas être pour rien3 hij is wel rijk, maar niet gelukkig • s'il est riche, il n'en est pas heureux pour autantJaap heeft het wel gezegd, maar … • il est vrai que Jacques l'a dit, mais …dát wel • ça oui¶ dat was me het dagje wel! • quelle journée!dat dacht ik wel • je m'en doutaisnee, wat denk je wel! • non, mais des fois!die minuut leek wel een uur • cette minute a duré une heurewat een rotweer, we treffen het wel • quel sale temps, on n'a pas de veine!dat wist ik wel • je le savais (bien)zie je nu wel • (tu vois,)je te l'avais bien ditdat komt wel eens voor • ça arrive parfoisheb je wel eens Japans gegeten? • est-ce que tu as déjà mangé japonais?zo is het wel genoeg • en voilà assezdank u wel • merci (bien)————————wel21 eh (bien)!♦voorbeelden:1 wel allemachtig! • (sacré) nom d'une pipe!wel? wat zeg je daarvan? • eh bien, qu'en dis-tu?wel, wel! • tiens, tiens!wel nee! • mais non! -
23 denken
1 penser♦voorbeelden:daar kun je verschillend over denken • sur ce point, les divergences d'opinion sont permisesdat kun je (net) denken! • je t'en fiche!zou je (dat) denken? • tu crois?dat zou ik denken! • tu parles!wat zullen de mensen niet denken? • que vont (en) dire les gens?ik denk het niet • je ne (le) pense pasdacht ik het niet! • je m'en doutais!dat dacht ik al • je m'en doutaisik denk er niet aan! • (il n'en est) pas question!denk er nog eens over • prenez le temps d'y réfléchirik moet er niet aan denken • j'en suis malade rien que d'y penserdenk er (maar eens) om! • réfléchissez!ik denk er ook zo over • c'est aussi mon avisik denk erover met roken te stoppen • j'envisage d'arrêter de fumerwat denk je ervan? hoe denk je erover? • qu'en penses-tu?wat denk je ervan? • qu'en dis-tu?het zijne ervan denken • avoir sa petite idée là-dessushardop denken • penser tout hautlogisch denken • avoir l'esprit logiqueaan iets, iemand denken • penser à qc., à qn.hij deed mij aan een aap denken • il me faisait penser à un singeom iets denken • faire attention à qc.hoe denkt u over dit voorstel? • que pensez-vous de cette proposition?het denken • la penséeiemand aan het denken zetten • faire réfléchir qn.dat dacht je maar, dat had je maar gedacht! • penses-tu!ik dacht van wel • je croyais que ouihij zegt niets, maar hij denkt er het zijne van • il ne dit rien, mais il n'en pense pas moinsdenk vooral niet dat • n'allez surtout pas croire quewat denk je wel! • non, mais des fois!wie denk je wel dat je bent? • pour qui te prends-tu?te denken geven • donner à penserik dacht bij mezelf dat • je me disais quedenkt u zich eens in mijn positie • mettez-vous à ma place -
24 maken
1 [algemeen] faire3 [scheppen] créer4 [in een toestand, positie brengen] rendre5 [uitvoeren, doen plaats hebben] effectuer7 [bedragen] équivaloir à8 [repareren] réparer♦voorbeelden:1 dat kun je niet maken! • tu ne peux pas faire ça!het (helemaal) maken • avoir un succès monstrekleren maken • confectionner des vêtementsgeen tijd? dan maak je maar tijd! • pas le temps? arrange-toi pour en trouver!4 iemand voorzitter maken • nommer qn. présidentzich belachelijk maken • se rendre ridiculeiemand dood maken • tuer qn.het erger maken dan het is • grossir les choseszich gehaat maken • se faire haïrmaak het kort • soyez brefiets waar maken • prouver qc.wakker maken • réveiller〈 figuurlijk〉 iemand zwart maken • noircir qn.hij zal het niet lang meer maken • il n'en a plus pour longtempsmaak dat je weg komt! • débarrasse le plancher!gebruik maken van • utiliserzijn opwachting maken • se présenterruzie maken • se disputerje hebt daar niets te maken • tu n'as rien à y fairehij kan mij niets maken • il ne peut rien contre moije hebt het ernaar gemaakt • tu l'as bien méritéhet schip maakt water • le navire fait eaude patiënt maakt het slecht • le malade se porte malik heb daar niets mee te maken • je n'y suis pour rienwat heb ik daarmee te maken? • qu'est-ce que vous voulez que ça me fasse?met iemand te maken hebben • avoir affaire à qn.iets te maken hebben met een zaak • être pour qc. dans une affaireje hebt er niets mee te maken • cela ne te regarde paswat heeft u daarmee te maken? • qu'est-ce que ça peut bien vous faire?dat heeft niets te maken (met) • cela n'a rien à voir (avec)ik weet het goed gemaakt • j'ai une bonne idéehet helemaal bij iemand maken • taper dans l'oeil à qn.hoe maakt u het? • comment allez-vous?maak het nou (een beetje)! • non, mais des fois! -
25 надо же такое
prepos.gener. non mais des fois -
26 beetje
beetje1〈 het〉♦voorbeelden:een (heel) klein beetje ( …) • un (tout) petit peu (de …)zo'n beetje overal • un peu partoutbeetje bij beetje • peu à peu————————beetje2I 〈 bijwoord〉1 [ietwat] un peu♦voorbeelden:¶ ik ga daar een beetje tien kilometer omrijden • tu ne crois pas que je vais faire un détour de dix kilomètreszij ging daar een beetje zijn rommel op zitten ruimen • voilà qu'elle s'est mise à ranger ses affairesmaak het een beetje! • non, mais des fois!II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 een beetje technicus verhelpt dat zo • un technicien qui se respecte fera cette réparation en un tour de maineen beetje kantoor heeft zo'n machine • tout bureau digne de ce nom possède une telle machine -
27 ben je nou helemaal!
ben je nou helemaal!non, mais des fois, tu es dingue! -
28 maak het een beetje!
maak het een beetje!non, mais des fois! -
29 maak het nou (een beetje)!
maak het nou (een beetje)!non, mais des fois! -
30 nee, wat denk je wel!
nee, wat denk je wel!non, mais des fois! -
31 nou
nou1〈 bijwoord〉→ link=nu nu¹————————nou2〈 voegwoord〉→ link=nu nu²————————nou31 → link=nu nu³♦voorbeelden:¶ ben je nou helemaal! • non, mais des fois, tu es dingue!kom je nou? • alors, tu viens?meen je dat nou? • sérieusement?schiet nou eens op! • dépêche-toi donc!wie doet nou zoiets? • qui peut donc faire une chose pareille?nou ja, wat zou dat • et puis aprèsdat is nou niet bepaald eenvoudig • le moins qu'on puisse en dire, c'est que ce n'est pas simpledat is nou toch wel wat overdreven • ça, c'est un peu exagéré quand mêmewaar bleef je nou? • où étais-tu donc?wanneer ga je nou ook weer weg? • quand est-ce que tu pars déjà?nou en? • et alors?en nou jij weer • à toi maintenantnou, en of! • et comment!nou ja zeg! • eh ben, mon salaud!nou moe! • fichtre!toe nou alsjeblieft • je t'en supplienou, komt er nog wat van? • alors, c'est pour aujourd'hui ou pour demain?als je me nou! • c'est pas vrai!nou, reken maar! • tu peux compter là-dessus!nou dat is leuk! • ah, c'est gai!nou, dat was het dan • voilà, c'est toutnou, tot ziens • bon, eh bien, au revoir -
32 wat denk je wel!
wat denk je wel!non, mais des fois! -
33 at
at, conj. [st2]1 [-] mais, cependant, toutefois, pourtant. - mais, au contraire, par contre, en revanche. [st2]2 [-] d'autre part, de (son, notre...) côté, quant à. [st2]3 [-] quoi? comment? [st2]4 [-] or (dans un raisonnement). [st2]5 [-] mais... donc (avec un impératif). [ABCR]I [conjonction, qui marque, comme liaison logique, l'opposition] mais, mais au contraire [zapst]¶1 elle met en regard ou oppose des personnages, des idées: tibi ita hoc videtur, at ego... Ter. Andr. 563: c'est ton avis, mais moi... ; at ego, Plaut. Amph. 436 ; Rud. 635, etc.: moi, de mon côté; Remus... ; at Romulus... Enn. An. 80: Rémus... ; de son côté, Romulus... ; Titurius trepidare... ; at Cotta: Caes. BG. 5, 33, 2: Titurius de s'agiter...; Cotta, par contre; Græci... ; at Cimbri, Cic. Tusc. 2, 6, 5: les Grecs... ; les Cimbres, au contraire; majores nostri Tusculanos, Hernicos in civitatem etiam receperunt; at Karthaginem funditus sustulerunt, Cic. Off. 1, 35: nos ancêtres allèrent jusqu'à donner le droit de cité aux habitants de Tusculum, aux Herniques ; par contre, ils détruisirent Carthage de fond en comble, cf. Off. 1, 97 ; 1, 113 ; Tusc. 1, 105 ; Nat. 1, 24, etc. II at non: mais non pas: Cic. Tull. 20; Clu. 74; Or. 151; Tusc. 2, 61; Nat. 1, 81; Div. 2, 133, etc. II at contra, Cic. Pis. 95; Quinct. 75; Amer. 131; Verr. 5, 66; Fin. 1, 56; Tusc. 1, 5: mais, par contre; ou at... e contrario, Cic. Com. 47; Nep. Eum. 1, 5 [zapst]¶2 at détachant la personne est surtout fréquent dans les imprécations: at te di perduint! Plaut. Merc. 793: toi, que les dieux te confondent, cf. Most. 38, Pseud. 836, etc. ; Ter. Eun. 431, etc. ; at tibi di dignum factis exitium duint, Ter. Andr. 666: à toi, que les dieux te donnent la fin que mérite ta conduite! at vobis male sit, Catul. 3. 13: quant à vous, soyez maudites; at tibi pro scelere... Virg. En. 2, 535: à toi! que pour prix de ton crime [les dieux te donnent la récompense que tu mérites!] II dans les vœux, les prières, etc.: Plaut. Mil. 231 ; Men. 1021, etc. ; at tu concede mihi... Cic. Att. 12, 31, 2: de ton côté, toi, accorde-moi...; at vos, o Superi... Virg. En. 8, 572: et vous, ô dieux d'en haut [ayez pitié...]; at tu, nauta... Hor. O. 1, 28, 23: mais toi, nocher... II dans le dialogue, surtout sous la forme at ille, lui, de son côté: quem (Sex. Pompeium) cum Scato salutasset, "quem te appellem" inquit; at ille "voluntate hospitem, necessitate hostem": Cic. Phil. 12, 27, Scaton l'ayant salué, "comment faut-il que je t'appelle?" lui dit-il; l'autre repartit "ton hôte par les sentiments, ton ennemi par la nécessité", cf. Tusc. 2, 61; Div. 2, 133, etc. ; at vero ille sapiens, Cic. Tusc. 1, 117: tandis que l'autre, le sage, cf. Cæc. 56 ; Sest. 139 ; Cat. 1, 4, 10, etc. [zapst]¶3 objection d'un adversaire, réelle ou fictive: at, inquis, inquies: mais, dis-tu, diras-tu: Cic. Att. 15, 4, 3 ; 7, 9, 3; at, inquit Cic. Pis. 74 ; Planc. 33, etc., mais... dit-il; at memoria minuitur, Cic. CM 21: mais, dit-on, la mémoire diminue; "at in Italia fuit"; fateor, Cic. Verr. 5, 5: "mais elle [la guerre] a été en Italie"; je le reconnais, cf. Rabir. 31; Phil. 1, 21, etc. ; at enim: mais diras-tu, mais dira-t-on: Cic. Mur. 78 ; Off. 3, 105; Sull. 56, etc. II réponse à l'objection: "male judicavit populus", at judicavit, Cic. Planc. 11: "le peuple a mal jugé"; mais il a jugé, cf. Phil. 2, 12; Att. 7, 11, 3; Amer. 41, etc. II [réponse à une sorte d'objection] oui (soit), mais: huic infesta mater, at mater, Cic. Clu. 42: sa mère lui était hostile; mais c'était sa mère; parens tuus Catilinæ fuit advocatus, improbo homini, at supplici, Cic. Sull. 81: ton père a assisté Catilina, un homme pervers, mais suppliant; non honestum consilium, at utile, Cic. Off. 3, 97: dessein peu honorable, mais utile, cf. Verr. 3, 41; Planc. 67; Dom. 77; Or. 104; Br. 238; satis, si ita vis, naturæ fortasse (vixisti), at patriæ serte parum, Cic. Marc. 25: oui, si tu veux, tu as assez vécu peut-être pour la nature; mais pour la patrie à coup sûr pas assez, cf. Arch. 22; Dom. 22; Nat. 3, 92; Tusc. 1, 85 II à la fois dans l'obj. et la réponse: at multi ita sunt, imbecilli senes ut... ; at id quidem non proprium senectutis vitium est, Cic. CM. 35: mais, dira-t-on, il y a des vieillards si faibles que...; mais ce n'est point là un défaut propre à la vieillesse, cf. Font. 21; Fin. 2, 88 ; CM. 68, etc. II objection le plus souvent ironique, at, credo: mais, sans doute: Verr. 4, 102 ; Dej. 16 ; Rab. 29, etc. II réponse à une interrog. oratoire: quo me miser conferam? in Capitoliumne? at fratris sanguine madet, GRACCH. d. Cic. de Or. 3, 214, où porter mes pas dans mon malheur? au Capitole? mais il est tout imprégné du sang de mon frère, cf. Cic. Verr. 2, 192; Cat. 1, 28; Mil. 15; Scaur. 45, etc.; Sall. C. 51, 22 [zapst]¶4 et pourtant: facinus indignum! epistulam tibi neminem reddidisse! at scito... Cic. Att. 2, 13, 1: l'indignité! que personne ne t'ait remis cette lettre! et pourtant sache que...; quæ C. Catonis illius qui consul fuit inpedimenta retinuit; at cujus hominis! clarissimi ac potentissimi, Cic. Verr. 4, 22: cette cité a retenu les bagages de C. Caton, de celui qui fut consul; et pourtant, quel homme c'était! des plus illustres, et des plus puissants; quis novit omnino? at quem virum, di boni! Cic. Br. 65: qui le [Caton] connaît seulement? et pourtant quel homme, grands dieux! cf. Ter. Phorm. 367; quid hoc levius? at quantus orator! Cic. Tusc. 5, 103: quelle plus grande marque de faiblesse? et pourtant quel éminent orateur! cf. Verr. 3, 20; Mil. 45; 102, etc. [zapst]¶5 [marque insistance, enchérissement]: et (et qui plus est): fac ita ut jussi - faciam - at diligenter - flet - at mature - fiet, Ter. Eun. 207: fais ce que je t'ai dit - je le ferai - et consciencieusement - ce sera fait - et promptement - ce sera fait; quid? a Tyndaritanis non simulacrum Mercurii sustulisti? at quemadmodum, dii immortales! quam audacter! Cic. Verr. 4, 84: quoi? n'as-tu pas enlevé aux habitants de Tyndaris une statue de Mercure? et comment, grands dieux! avec quelle audace! at quam ob causam! Cic. Verr. 5, 141: et pourquoi? at illa quanti sunt... ! Cic. CM 49, et puis (et, qui plus est) cet autre avantage, quel prix n'a-t-il pas... ? at vero quanta maris est pulchritudo! Cic Nat. 2, 100: et puis, quelle n'est pas la beauté de la mer! cf. Verr. 2, 160 ; Cæl. 57, etc. [zapst]¶6 brusque appel à la réflexion, à l'attention: at vide, Fam. 7, 24, 2: cependant, vois; at videte, Cic. Verr. 4, 151; Phil. 2, 77, etc.: mais voyez (considérez) II [réserve, limitation, sous forme interrogative] mais, attention ! prætor appellatur; at quis appellat? Cic. Verr. 4, 116: on en appelle au préteur; mais qui en appelle? ex tota provincia homines nobilissimi venerunt... ; at quem ad modem venerunt? Cic. Verr. 2, 11: de la province entière les hommes les plus notables sont venus..., mais dans quelles conditions sont-ils venus? cf. Phil. 5, 24. [zapst]¶7 [restriction] mais à défaut, mais alors, mais du moins: Thaïs te orabat, ut cras redires; - rus eo; - fac amabo; - non possum, inquam; - at tu apud nos hic mane, dum redeat ipsa, Ter. Eun. 534: Thaïs te priait de revenir demain; - je vais à la campagne; - de grâce, fais en sorte; - impossible, te dis-je; - mais alors, attends ici son retour près de nous; quid ergo? audacissimus ego ex omnibus? minime; at tanto officiosior quam ceteri? Cic. Amer. 2: quoi donc ? je suis le plus audacieux de tous? pas le moins du monde; alors, je suis à ce point plus serviable que les autres? [zapst]¶8 [dans la mineure d'un syllogisme] or: non cadunt hæc in virum fortem; igitur ne ægritudo quidem; at nemo sapiens nisi fortis; non cadet ergo in sapientem ægritudo, Cic. Tusc. 2, 14: ces sentiments ne sont pas connus de l'homme courageux; donc le chagrin non plus; or pas de sage qui ne soit courageux; le chagrin donc ne sera pas connu du sage, cf. Inv. 1, 72 ; Nat. 3, 43 ; Div. 2, 50 ; Fat. 31; Tusc. 3, 15, etc. [zapst]¶9 [opposition très atténuée; mise en regard de deux personnages, de deux faits, de deux groupes de faits] cependant, d'autre part: Cic. Div. 1, 74 ; Att. 16, 5, 3, etc.; Caes. BC. 2, 7, 3; Nep. Ep. 2, 3; Them. 4, 1, etc. ; Tac. H. 1, 53, etc. [zapI]II [introduisant la prop. principale après une subordonnée, le plus souvent conditionnelle] du moins, par contre, en revanche: [zapst]¶1 quod rara vides magis esse animalia quædam, at regione locoque alio... Lucr. 2, 534: quant au fait que certaines espèces d'animaux t'apparaissent plus rares que d'autres, en revanche dans une région et un lieu différents...; quoniam tuum insanabile ingenium est, at tu tuo supplicio doce... Liv. 1, 28, 9: puisque tu as une nature incurable, enseigne du moins par ton supplice..., cf. Caes. BG. 7, 2, 2 II quamquam ego vinum bibo, at... Plaut. Pers. 170: j'ai beau boire du vin, cependant... [quamvis... at Virg. G. 4, 208] [zapst]¶2 si ego hic peribo, at erit mi hoc factum mortuo memorabile, Plaut. Capt. 684: si moi je perds la vie ici, du moins en mourant aurai-je accompli une action digne de mémoire, cf. Bacch. 366, etc. ; Ter. Eun. 866, etc. ; Cic. Prov. 14 ; Phil. 2, 114 ; Liv. 1, 41, 3, etc. II plus souvent conditionnelle négative: Cic. Mil. 93, etc. ; Caes. BG. 1, 43, 9, etc. ; liceat hæc nobis, si oblivisci non possumus, at tacere, Cic. Flacc. 61: ces événements, si je ne puis les oublier, qu'il me soit permis du moins de les taire; si tibi fortuna non dedit ut..., at natura certe dedit ut... Cic. Amer. 46: si la fortune ne t'a pas donné de..., du moins la nature t'a-t-elle donné de..., cf. Rep. 3, 7, etc. ; Caes. BG. 5, 29, 7 II si non (si minus)... at tamen, Cic. Planc. 35 ; Font. 37 ; Br. 15 ; Phil. 2, 78, etc.: sinon... du moins (cependant).* * *at, conj. [st2]1 [-] mais, cependant, toutefois, pourtant. - mais, au contraire, par contre, en revanche. [st2]2 [-] d'autre part, de (son, notre...) côté, quant à. [st2]3 [-] quoi? comment? [st2]4 [-] or (dans un raisonnement). [st2]5 [-] mais... donc (avec un impératif). [ABCR]I [conjonction, qui marque, comme liaison logique, l'opposition] mais, mais au contraire [zapst]¶1 elle met en regard ou oppose des personnages, des idées: tibi ita hoc videtur, at ego... Ter. Andr. 563: c'est ton avis, mais moi... ; at ego, Plaut. Amph. 436 ; Rud. 635, etc.: moi, de mon côté; Remus... ; at Romulus... Enn. An. 80: Rémus... ; de son côté, Romulus... ; Titurius trepidare... ; at Cotta: Caes. BG. 5, 33, 2: Titurius de s'agiter...; Cotta, par contre; Græci... ; at Cimbri, Cic. Tusc. 2, 6, 5: les Grecs... ; les Cimbres, au contraire; majores nostri Tusculanos, Hernicos in civitatem etiam receperunt; at Karthaginem funditus sustulerunt, Cic. Off. 1, 35: nos ancêtres allèrent jusqu'à donner le droit de cité aux habitants de Tusculum, aux Herniques ; par contre, ils détruisirent Carthage de fond en comble, cf. Off. 1, 97 ; 1, 113 ; Tusc. 1, 105 ; Nat. 1, 24, etc. II at non: mais non pas: Cic. Tull. 20; Clu. 74; Or. 151; Tusc. 2, 61; Nat. 1, 81; Div. 2, 133, etc. II at contra, Cic. Pis. 95; Quinct. 75; Amer. 131; Verr. 5, 66; Fin. 1, 56; Tusc. 1, 5: mais, par contre; ou at... e contrario, Cic. Com. 47; Nep. Eum. 1, 5 [zapst]¶2 at détachant la personne est surtout fréquent dans les imprécations: at te di perduint! Plaut. Merc. 793: toi, que les dieux te confondent, cf. Most. 38, Pseud. 836, etc. ; Ter. Eun. 431, etc. ; at tibi di dignum factis exitium duint, Ter. Andr. 666: à toi, que les dieux te donnent la fin que mérite ta conduite! at vobis male sit, Catul. 3. 13: quant à vous, soyez maudites; at tibi pro scelere... Virg. En. 2, 535: à toi! que pour prix de ton crime [les dieux te donnent la récompense que tu mérites!] II dans les vœux, les prières, etc.: Plaut. Mil. 231 ; Men. 1021, etc. ; at tu concede mihi... Cic. Att. 12, 31, 2: de ton côté, toi, accorde-moi...; at vos, o Superi... Virg. En. 8, 572: et vous, ô dieux d'en haut [ayez pitié...]; at tu, nauta... Hor. O. 1, 28, 23: mais toi, nocher... II dans le dialogue, surtout sous la forme at ille, lui, de son côté: quem (Sex. Pompeium) cum Scato salutasset, "quem te appellem" inquit; at ille "voluntate hospitem, necessitate hostem": Cic. Phil. 12, 27, Scaton l'ayant salué, "comment faut-il que je t'appelle?" lui dit-il; l'autre repartit "ton hôte par les sentiments, ton ennemi par la nécessité", cf. Tusc. 2, 61; Div. 2, 133, etc. ; at vero ille sapiens, Cic. Tusc. 1, 117: tandis que l'autre, le sage, cf. Cæc. 56 ; Sest. 139 ; Cat. 1, 4, 10, etc. [zapst]¶3 objection d'un adversaire, réelle ou fictive: at, inquis, inquies: mais, dis-tu, diras-tu: Cic. Att. 15, 4, 3 ; 7, 9, 3; at, inquit Cic. Pis. 74 ; Planc. 33, etc., mais... dit-il; at memoria minuitur, Cic. CM 21: mais, dit-on, la mémoire diminue; "at in Italia fuit"; fateor, Cic. Verr. 5, 5: "mais elle [la guerre] a été en Italie"; je le reconnais, cf. Rabir. 31; Phil. 1, 21, etc. ; at enim: mais diras-tu, mais dira-t-on: Cic. Mur. 78 ; Off. 3, 105; Sull. 56, etc. II réponse à l'objection: "male judicavit populus", at judicavit, Cic. Planc. 11: "le peuple a mal jugé"; mais il a jugé, cf. Phil. 2, 12; Att. 7, 11, 3; Amer. 41, etc. II [réponse à une sorte d'objection] oui (soit), mais: huic infesta mater, at mater, Cic. Clu. 42: sa mère lui était hostile; mais c'était sa mère; parens tuus Catilinæ fuit advocatus, improbo homini, at supplici, Cic. Sull. 81: ton père a assisté Catilina, un homme pervers, mais suppliant; non honestum consilium, at utile, Cic. Off. 3, 97: dessein peu honorable, mais utile, cf. Verr. 3, 41; Planc. 67; Dom. 77; Or. 104; Br. 238; satis, si ita vis, naturæ fortasse (vixisti), at patriæ serte parum, Cic. Marc. 25: oui, si tu veux, tu as assez vécu peut-être pour la nature; mais pour la patrie à coup sûr pas assez, cf. Arch. 22; Dom. 22; Nat. 3, 92; Tusc. 1, 85 II à la fois dans l'obj. et la réponse: at multi ita sunt, imbecilli senes ut... ; at id quidem non proprium senectutis vitium est, Cic. CM. 35: mais, dira-t-on, il y a des vieillards si faibles que...; mais ce n'est point là un défaut propre à la vieillesse, cf. Font. 21; Fin. 2, 88 ; CM. 68, etc. II objection le plus souvent ironique, at, credo: mais, sans doute: Verr. 4, 102 ; Dej. 16 ; Rab. 29, etc. II réponse à une interrog. oratoire: quo me miser conferam? in Capitoliumne? at fratris sanguine madet, GRACCH. d. Cic. de Or. 3, 214, où porter mes pas dans mon malheur? au Capitole? mais il est tout imprégné du sang de mon frère, cf. Cic. Verr. 2, 192; Cat. 1, 28; Mil. 15; Scaur. 45, etc.; Sall. C. 51, 22 [zapst]¶4 et pourtant: facinus indignum! epistulam tibi neminem reddidisse! at scito... Cic. Att. 2, 13, 1: l'indignité! que personne ne t'ait remis cette lettre! et pourtant sache que...; quæ C. Catonis illius qui consul fuit inpedimenta retinuit; at cujus hominis! clarissimi ac potentissimi, Cic. Verr. 4, 22: cette cité a retenu les bagages de C. Caton, de celui qui fut consul; et pourtant, quel homme c'était! des plus illustres, et des plus puissants; quis novit omnino? at quem virum, di boni! Cic. Br. 65: qui le [Caton] connaît seulement? et pourtant quel homme, grands dieux! cf. Ter. Phorm. 367; quid hoc levius? at quantus orator! Cic. Tusc. 5, 103: quelle plus grande marque de faiblesse? et pourtant quel éminent orateur! cf. Verr. 3, 20; Mil. 45; 102, etc. [zapst]¶5 [marque insistance, enchérissement]: et (et qui plus est): fac ita ut jussi - faciam - at diligenter - flet - at mature - fiet, Ter. Eun. 207: fais ce que je t'ai dit - je le ferai - et consciencieusement - ce sera fait - et promptement - ce sera fait; quid? a Tyndaritanis non simulacrum Mercurii sustulisti? at quemadmodum, dii immortales! quam audacter! Cic. Verr. 4, 84: quoi? n'as-tu pas enlevé aux habitants de Tyndaris une statue de Mercure? et comment, grands dieux! avec quelle audace! at quam ob causam! Cic. Verr. 5, 141: et pourquoi? at illa quanti sunt... ! Cic. CM 49, et puis (et, qui plus est) cet autre avantage, quel prix n'a-t-il pas... ? at vero quanta maris est pulchritudo! Cic Nat. 2, 100: et puis, quelle n'est pas la beauté de la mer! cf. Verr. 2, 160 ; Cæl. 57, etc. [zapst]¶6 brusque appel à la réflexion, à l'attention: at vide, Fam. 7, 24, 2: cependant, vois; at videte, Cic. Verr. 4, 151; Phil. 2, 77, etc.: mais voyez (considérez) II [réserve, limitation, sous forme interrogative] mais, attention ! prætor appellatur; at quis appellat? Cic. Verr. 4, 116: on en appelle au préteur; mais qui en appelle? ex tota provincia homines nobilissimi venerunt... ; at quem ad modem venerunt? Cic. Verr. 2, 11: de la province entière les hommes les plus notables sont venus..., mais dans quelles conditions sont-ils venus? cf. Phil. 5, 24. [zapst]¶7 [restriction] mais à défaut, mais alors, mais du moins: Thaïs te orabat, ut cras redires; - rus eo; - fac amabo; - non possum, inquam; - at tu apud nos hic mane, dum redeat ipsa, Ter. Eun. 534: Thaïs te priait de revenir demain; - je vais à la campagne; - de grâce, fais en sorte; - impossible, te dis-je; - mais alors, attends ici son retour près de nous; quid ergo? audacissimus ego ex omnibus? minime; at tanto officiosior quam ceteri? Cic. Amer. 2: quoi donc ? je suis le plus audacieux de tous? pas le moins du monde; alors, je suis à ce point plus serviable que les autres? [zapst]¶8 [dans la mineure d'un syllogisme] or: non cadunt hæc in virum fortem; igitur ne ægritudo quidem; at nemo sapiens nisi fortis; non cadet ergo in sapientem ægritudo, Cic. Tusc. 2, 14: ces sentiments ne sont pas connus de l'homme courageux; donc le chagrin non plus; or pas de sage qui ne soit courageux; le chagrin donc ne sera pas connu du sage, cf. Inv. 1, 72 ; Nat. 3, 43 ; Div. 2, 50 ; Fat. 31; Tusc. 3, 15, etc. [zapst]¶9 [opposition très atténuée; mise en regard de deux personnages, de deux faits, de deux groupes de faits] cependant, d'autre part: Cic. Div. 1, 74 ; Att. 16, 5, 3, etc.; Caes. BC. 2, 7, 3; Nep. Ep. 2, 3; Them. 4, 1, etc. ; Tac. H. 1, 53, etc. [zapI]II [introduisant la prop. principale après une subordonnée, le plus souvent conditionnelle] du moins, par contre, en revanche: [zapst]¶1 quod rara vides magis esse animalia quædam, at regione locoque alio... Lucr. 2, 534: quant au fait que certaines espèces d'animaux t'apparaissent plus rares que d'autres, en revanche dans une région et un lieu différents...; quoniam tuum insanabile ingenium est, at tu tuo supplicio doce... Liv. 1, 28, 9: puisque tu as une nature incurable, enseigne du moins par ton supplice..., cf. Caes. BG. 7, 2, 2 II quamquam ego vinum bibo, at... Plaut. Pers. 170: j'ai beau boire du vin, cependant... [quamvis... at Virg. G. 4, 208] [zapst]¶2 si ego hic peribo, at erit mi hoc factum mortuo memorabile, Plaut. Capt. 684: si moi je perds la vie ici, du moins en mourant aurai-je accompli une action digne de mémoire, cf. Bacch. 366, etc. ; Ter. Eun. 866, etc. ; Cic. Prov. 14 ; Phil. 2, 114 ; Liv. 1, 41, 3, etc. II plus souvent conditionnelle négative: Cic. Mil. 93, etc. ; Caes. BG. 1, 43, 9, etc. ; liceat hæc nobis, si oblivisci non possumus, at tacere, Cic. Flacc. 61: ces événements, si je ne puis les oublier, qu'il me soit permis du moins de les taire; si tibi fortuna non dedit ut..., at natura certe dedit ut... Cic. Amer. 46: si la fortune ne t'a pas donné de..., du moins la nature t'a-t-elle donné de..., cf. Rep. 3, 7, etc. ; Caes. BG. 5, 29, 7 II si non (si minus)... at tamen, Cic. Planc. 35 ; Font. 37 ; Br. 15 ; Phil. 2, 78, etc.: sinon... du moins (cependant).* * *At, Coniunctio discretiua. Terent. At mihi vnus scrupulus etiam restat, qui me male habet. Mais.\At, principium increpationi aptum. Terent. At tibi di dignum factis exitium diunt. Or je prie.\Parum successit quod ago, at facio sedulo. Terent. Ja soit que la chose que je fay ne vienne à effect, si la fay je neantmoins: ou, toutesfois si la fay je soigneusement et en diligence.\At videte hominis impudentiam. Ci. Mais je vous prie voyez, etc.\At, Quum simpliciter interrogamus. Ci. At per deos immortales quid est, etc. Mais je vous demande qu'est ce, etc.\At, Quum quid obiicimus, statimque obiectioni respondemus. Cic. At mores commodi. quis contumacior? Voire mais vous me direz, C'est un homme debonnaire.\At, pro saltem. Cato, Si non eodem die, at postridie. Au moins.\At certe. Cic. Mais certes.\At enim. Plaut. Mais.\At etiam, Indignantis. Terent. Exi foras sceleste: at etiam restitas? Cic. Comment t'arrestes tu?\At iam. Plaut. Mais. \ At ita. Terent. Mais tellement.\At Hercule. Plin. Mais pour vray.\At nunc. Terent. Ores maintenant.\Ast postquam. Terent. Mais depuis que.\At tamen, duae dictiones, vel Attamen vnica dictio. Plaut. Neantmoins, Toutesfois.\At vt. Terent. At vt omne reddat. Mais aussi prenez garde qu'il rende tout.\Atat, Interiectio ex improuiso aliquid deprehendentis. Plaut. Ha ha.\Atat, Interiectio paulatim percepti atque intellecti mali. Terent. Hon hon.\Atat, Interiectio formidantis. Terent. Ahi. -
34 etiam
ĕtĭam, conj. [st2]1 [-] encore, même, et même, aussi, de plus. [st2]2 [-] de nouveau, une seconde fois. [st2]3 [-] eh bien!... quoi!... eh! quoi!... donc...? [st2]4 [-] oui, soit, je le veux bien (dans les réponses). - majores etiam difficultates: des difficultés encore plus grandes. - ad multam noctem etiam pugnatum est, Liv.: on combattit encore jusqu'à une heure avancée de la nuit. - hoc etiam dixit: il alla jusqu'à dire cela. - quamdiu etiam furor iste tuus nos eludet? Cic. Cat. 1, 1: combien de temps encore ta folie va se jouer de nous? - etiam tum (etiam tunc), Cic.: encore alors, jusqu'alors, jusque-là. - non solum... sed etiam...: non seulement... mais aussi... - etiam atque etiam: sans cesse, à diverses reprises, bien des fois, une fois de plus. - etiam taces? = encore une fois, te tairas-tu? - etiam rides! Plaut.: quoi! tu oses rire! - numquid vis? - etiam: veux-tu quelque chose? - oui.* * *ĕtĭam, conj. [st2]1 [-] encore, même, et même, aussi, de plus. [st2]2 [-] de nouveau, une seconde fois. [st2]3 [-] eh bien!... quoi!... eh! quoi!... donc...? [st2]4 [-] oui, soit, je le veux bien (dans les réponses). - majores etiam difficultates: des difficultés encore plus grandes. - ad multam noctem etiam pugnatum est, Liv.: on combattit encore jusqu'à une heure avancée de la nuit. - hoc etiam dixit: il alla jusqu'à dire cela. - quamdiu etiam furor iste tuus nos eludet? Cic. Cat. 1, 1: combien de temps encore ta folie va se jouer de nous? - etiam tum (etiam tunc), Cic.: encore alors, jusqu'alors, jusque-là. - non solum... sed etiam...: non seulement... mais aussi... - etiam atque etiam: sans cesse, à diverses reprises, bien des fois, une fois de plus. - etiam taces? = encore une fois, te tairas-tu? - etiam rides! Plaut.: quoi! tu oses rire! - numquid vis? - etiam: veux-tu quelque chose? - oui.* * *Etiam, Coniunctio. Cic. Aussi.\Etiam tu hoc respondes? Terent. Comment me respons tu cela?\Etiam, responsio pro ita. Plinius iunior, Studes inquam? respondit etiam: vbi? Mediolani. Ouy.\Etiam, Praeterea. Terent. Etiam puerum inde abiens conueni Chremis. D'advantage, Avec ce, Oultre ce.\Etiam, pro Quin potius. Plin. iun. Nullius ab eo magistratus ius, nullius authoritas imminuta est, aucta etiam. Mais plustost.\Etiam, Aduerbium affirmantis: cui NON opponitur. Cic. Si non, quomodo tabulas conficis? si etiam, quamobrem quum caetera nomina, etc. Si tu respons que non, si tu respons que ouy.\An mentita es? etiam rides? Terent. Encore t'en ris tu?\Etiam negas? Plaut. Comment? le nies tu encore?\Amphitruonis ego sum seruus Sosia. M. etiam denuo? Plaut. T'ois je encore?\Etiam atque etiam. Terent. Dum est tempus, etiam atque etiam cogita. Pense et repense, Pense soingneusement, Pensé y a deux fois.\Etiam_dum. Terent. Neque etiam_dum scit pater. Encore.\Etiamne? Plaut. Age, age, excrea. D. etiamne? Encore? N'est ce point assez?\Etiamne amplius? T. nihil. Terent. N'y a il plus rien?\Etiamne si in Capitolium faces ferre vellet? Cicero. Encore qu'il voulsist, etc.\Etiam in super defrudet? Terent. Encore d'advantage?\An nondum etiam? Terent. Ou point encore aussi?\Etiamnum. Plaut. Encore.\Quum etiamnum platanus nouella esset. Varr. Encore lors.\Etiam nunc. Plaut. Jusques à present, ou Maintenant, ou Encore de present, Encore maintenant.\Etiam nunc hic stas Parmeno? T'arrestes tu encore icy?\Abscede hinc etiam nunc, etiam nunc, etiam, ohe. Plaut. Tout à ceste heure, Vistement.\Etiamsi, pro Quanuis, Subiunctiuo iunctum. Terentius, Etiam si tu neges, certo scio. Ja soit.\Etiam tum, pro Vsque tunc, vel Vsque ad illud tempus. Cicero, Quum etiam tum in lecto Crassus esset. Encore lors. -
35 aller
aller [ale]━━━━━━━━━━━━━━━━━━➭ TABLE 9━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━1. <• où vas-tu ? where are you going?• vas-y ! go on!• allons-y ! let's go!━━━━━━━━━━━━━━━━━► aller se traduit souvent par un verbe plus spécifique en anglais.━━━━━━━━━━━━━━━━━► aller + préposition• je vais sur or vers Lille (en direction de) I'm going towards Lille ; (but du voyage) I'm going to Lille━━━━━━━━━━━━━━━━━► Lorsque être allé à/en signifie avoir visité, il se traduit par to have been to.━━━━━━━━━━━━━━━━━• étiez-vous déjà allés en Sicile ? had you been to Sicily before?• plus ça va, plus les gens s'inquiètent people are getting more and more worried• plus ça va, plus je me dis que j'ai eu tort the more I think about it, the more I realize how wrong I was► aller en + participe présentd. (état, santé) comment allez-vous ? how are you?• comment ça va ? -- ça va how are you doing? -- fine• comment vont les affaires ? -- elles vont bien how's business? -- finee. ( = convenir) ça ira comme ça ? is it all right like that?• aller bien ensemble [couleurs, styles] to go well together• ils vont bien ensemble [personnes] they make a nice couple• cette robe te va très bien (couleur, style) that dress really suits you ; (taille) that dress fits you perfectlyf. (exclamations) allons !• allez ! go on!• allez la France ! come on France!• allons, allons, il ne faut pas pleurer come on, don't cry• ce n'est pas grave, allez ! come on, it's not so bad!• va donc, eh crétin ! you stupid idiot! (inf)• allez-y, c'est votre tour go on, it's your turn• allez-y, vous ne risquez rien go on, you've nothing to lose• non mais vas-y, insulte-moi ! (inf) go on, insult me!► allons bon !• allons bon ! qu'est-ce qui t'est encore arrivé ? now what's happened?• allons bon, j'ai oublié mon sac ! oh dear, I've left my bag behind!► ça va ! (inf) ( = assez) that's enough! ; ( = d'accord) OK, OK! (inf)• tes remarques désobligeantes, ça va comme ça ! I've had just about enough of your nasty comments!• ça fait dix fois que je te le dis -- ça va, je vais le faire ! I've told you ten times -- look, I'll do it, OK? (inf)► va pour (inf)va pour 30 € ! OK, 30 euros then!• j'aimerais aller à Tokyo -- alors va pour Tokyo ! I'd like to go to Tokyo -- Tokyo it is then!2. <• ça y va le whisky chez eux ! they certainly get through a lot of whisky!• ça y allait les insultes ! you should have heard the abuse!3. <► aller + infinitifa. (futur)━━━━━━━━━━━━━━━━━► Lorsque aller + infinitif sert à exprimer le futur, il se traduit par will + infinitif ; will est souvent abrégé en 'll.━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━━► La forme du futur to be going to s'utilise pour mettre qn en garde.━━━━━━━━━━━━━━━━━b. (intention) il est allé se renseigner he's gone to get some information ; (a obtenu les informations) he went and got some informationc. (locutions) n'allez pas vous imaginer que... don't you go imagining that...• allez savoir ! (inf) who knows?• va lui expliquer ça, toi ! you try explaining that to him!4. <a. ( = partir) to go• bon, je m'en vais right, I'm going• va-t'en ! go away!5. <b. ( = trajet) outward journey• l'aller et retour Paris-New York coûte 2 500 € Paris-New York is 2,500 euros return (Brit) or round-trip (US)• j'ai fait plusieurs allers et retours entre chez moi et la pharmacie I made several trips to the chemist's• le dossier a fait plusieurs allers et retours entre nos services the file has been shuttled between departments* * *
I
1. aleverbe auxiliaire1) ( marque le futur)ça va aller mal — (colloq) there'll be trouble
3) ( marque le mouvement)aller atterrir (colloq) sur mon bureau — to end up on my desk
4) ( marque l'inclination)5) ( marque l'évolution)
2.
verbe intransitif1) (se porter, se dérouler, fonctionner)comment vas-tu, comment ça va? — how are you?
bois ça, ça ira mieux — drink this, you'll feel better
ça ne va pas très fort — ( ma santé) I'm not feeling very well; ( la vie) things aren't too good; ( le moral) I'm feeling a bit low
ne pas aller sans peine or mal — not to be easy
ça va de soi or sans dire — it goes without saying
ça va tout seul — ( c'est facile) it's a doddle (colloq) GB, it's easy as pie
on fait aller — (colloq) struggling on (colloq)
ça peut aller — (colloq)
ça ira — (colloq) could be worse (colloq)
ça va pas, non (colloq) or la tête? — (colloq) are you mad (colloq) GB ou crazy? (colloq)
2) ( se déplacer) to goaller et venir — ( dans une pièce) to pace up and down; ( d'un lieu à l'autre) to run in and out
où vas-tu? — where are you going?, where are you off (colloq) to?
aller en Pologne/au marché — to go to Poland/to the market
aller sur or vers Paris — to head for Paris
j'y vais — ( je m'en occupe) I'll get it; ( je pars) (colloq) I'm going, I'm off (colloq)
où va-t-il? — where is he off to? (colloq)
où va-t-on? — (colloq)
où allons-nous? — (colloq) fig what are things coming to?, what's the world coming to?
aller au pain — (colloq) to go and get the bread
aller aux courses (colloq) or commissions — (colloq) to go shopping
4) ( s'étendre dans l'espace)5) ( convenir)ma robe, ça va? — is my dress all right?
ça va, ça peut aller — (colloq) ( en quantité) that'll do; ( en qualité) it'll do
une soupe, ça (te) va? — how about some soup?
va pour une soupe — (colloq) soup is okay (colloq)
si le contrat ne te va pas, ne le signe pas — don't sign the contract if you're not happy with it
si ça va pour toi, ça va pour moi — (colloq) if it's okay by you, it's okay by me (colloq)
ça te va bien de faire la morale — (colloq) iron you're hardly the person to preach
6) (être de la bonne taille, de la bonne forme)7) (flatter, mettre en valeur)je trouve que ta sœur et son petit ami vont très bien ensemble — I think your sister and her boyfriend are ideally suited
8) ( se ranger) to go9) ( faculté)10) ( dans une évaluation)la voiture peut aller jusqu'à 200 km/h — the car can do up to 200 kph
certains modèles peuvent aller jusqu'à 1000 francs — some models can cost up to 1,000 francs
11) ( en arriver à)12) ( dans le temps)13) (agir, raisonner)vas-y doucement, le tissu est fragile — careful, the fabric is delicate
vas-y, demande-leur! — ( incitation) go on, ask them!
vas-y, dis-le! — ( provocation) come on, out with it!
allons, allez! — (pour encourager, inciter) come on!
si tu vas par là, rien n'est entièrement vrai — if you take that line, nothing is entirely true
14) ( contribuer)15) (colloq) ( se succéder)16) ( servir)17) ( enfreindre)aller contre la loi — [personne] to break the law; [acte] to be against the law
3.
s'en aller verbe pronominal1) (partir, se rendre)il faut que je m'en aille — I must go ou leave
2) ( disparaître)avec le temps, tout s'en va — everything fades with time
4) (avoir l'intention de, essayer)
4.
verbe impersonnel1) ( être en jeu)2) ( se passer)3) Mathématique
II alenom masculin1) ( trajet)j'ai pris le bus à l'aller — ( en allant là) I took the bus there; ( en venant ici) I took the bus here
il n'arrête pas de faire des allers et retours entre chez lui et son bureau — he keeps running to and fro from his house to the office
billet aller — gén single ticket GB, one-way ticket US; ( d'avion) one-way ticket
billet aller (et) retour — return ticket GB, round trip (ticket) US
2) ( ticket)aller (simple) — single (ticket) GB, one-way ticket ( pour to)
••
Lorsque aller fait partie d'une expression figée comme aller dans le sens de, aller de pair avec etc, l'expression est traitée sous l'entrée sens, pair etcOn notera les différentes traductions de aller verbe de mouvement indiquant: un déplacement unique dans le temps: je vais au théâtre ce soir = I'm going to the theatre [BrE] this evening; ou une habitude: je vais au théâtre tous les lundis = I go to the theatre [BrE] every Mondayaller + infinitifla traduction dépend du temps: je vais apprendre l'italien = I'm going to learn Italian; il est allé voir l'exposition = he went to see the exhibition; j'allais me marier quand la guerre a éclaté = I was going to get married when the war broke out; va voir = go and see; va leur parler = go and speak to them; j'irai voir l'exposition demain = I'll go and see the exhibition tomorrow; je vais souvent m'asseoir au bord de la rivière = I often go and sit by the river; il ne va jamais voir une exposition = he never goes to see exhibitionsOn notera que pour les activités sportives on peut avoir: aller nager/faire du vélo = to go swimming/cycling ou to go for a swim/on a bike rideOn trouvera ci-dessous des exemples et des exceptions illustrant aller dans ses différentes fonctions verbales* * *ale1. nm1) (= trajet) outward journeyL'aller nous a pris trois heures. — The journey there took us three hours., The outward journey took us three hours.
2) (= billet) single Grande-Bretagne ticket, one-way ticketJe voudrais un aller pour Angers. — I'd like a single to Angers.
2. vi1) (déplacement) to goJe suis allé à Londres. — I went to London.
Elle ira le voir. — She'll go and see him.
La boulangerie? Je dois justement y aller. — The baker's? That's just where I need to go.
2) (= convenir)aller à qn [couleur, style] — to suit sb, [forme, pointure] to fit sb, [dispositions, date] to suit sb
cela me va [couleur, vêtement] — it suits me, (pointure, taille) it fits me, [projet, dispositions] it suits me, that's OK by me
Cette robe te va bien. — That dress suits you.
aller avec qch [couleurs, style] — to go with sth
3) (= se sentir)"Comment allez-vous? " - - "Je vais bien." — "How are you?" - - "I'm fine."
Il va bien. — He's fine.
Il va mal. — He's not well.
4) (= marcher, se passer)comment ça va? — how are you?, how are things?
"ça va?" - - "oui ça va!" — "how are things?" - - "fine!"
allez! (encouragement) — go on!, (avec impatience) come on!
Allez! Dépêche-toi! — Come on, hurry up!
allez, au revoir — OK then, bye-bye
y aller; allons-y! — let's go!
Je dois y aller. — I've got to go.
Tu y vas un peu fort. — You're going a bit too far., You're going a bit far.
Nous sommes allés jusqu'à Angers. — We went as far as Angers.
J'irais jusqu'à dire qu'il est trop tard. — I would go so far as to say that it's too late.
se laisser aller — to let o.s. go
ça va de soi; ça va sans dire — that goes without saying
ça va comme ça (= c'est suffisant) — that's fine, (impatience) that's enough
3. vb auxJe vais le faire. — I'm going to do it.
Je vais me fâcher. — I'm going to get angry.
Je vais écrire à mes cousins. — I'm going to write to my cousins.
* * *I.aller ⇒ Note d'usage verb table: allerA v aux1 ( marque le futur) je vais partir I'm leaving; je vais rentrer chez moi/me coucher I'm going home/to bed; j'allais partir I was just leaving; j'allais partir quand il est arrivé I was about to leave when he arrived; l'homme qui allait inventer la bombe atomique the man who was to invent the atomic bomb; il allait le regretter he was to regret it; il va le regretter he'll regret it; elle va avoir un an she'll soon be one; il va faire nuit it'll soon be dark; ça va aller mal○ there'll be trouble; tu vas me laisser tranquille? will you please leave me alone!;2 ( marque le futur programmé) je vais leur dire ce que je pense I'm going to tell them what I think; elle va peindre sa cuisine en bleu she's going to paint her kitchen blue; j'allais te le dire I was just going to tell you;3 ( marque le mouvement) aller rouler de l'autre côté de la rue to go rolling across the street; aller valser○ à l'autre bout de la pièce to go flying across the room; aller atterrir○ en plein champ/sur mon bureau to end up in the middle of a field/on my desk;4 (marque l'inclination, l'initiative) qu'est-ce que tu vas imaginer là? what a ridiculous idea!; va savoir! who knows?; va or allez (donc) savoir ce qui s'est passé who knows what happened?; qu'es-tu allé te mettre en tête? where did you pick up that idea?; qui irait le soupçonner? who would suspect him?; vous n'iriez pas leur dire ça? you're not going to go and say that, are you?; pourquoi es-tu allé faire ça? why did you have to go and do that?; n'allez pas croire une chose pareille! ( pour réfuter) don't you believe it!; ( pour tempérer l'enthousiasme) don't get carried away!; allez y comprendre quelque chose! just try and work that out!;5 ( marque l'évolution) la situation va (en) se compliquant the situation is getting more and more complicated; aller (en) s'améliorant/s'aggravant to be improving/getting worse; la tristesse ira (en) s'atténuant the grief will diminish.B vi1 (se porter, se dérouler, fonctionner) comment vas-tu, comment ça va? how are you?; ça va (bien) I'm fine; les enfants vont bien? are the children all right?; et ta femme/ton épaule, comment ça va? how's your wife/your shoulder?; comment va la santé? how are you keeping?; ça va la vie○? how's life○?; ça va les amours○? how's the love life going?; aller beaucoup mieux to be much better; bois ça, ça ira mieux drink this, you'll feel better; tout va bien pour toi? is everything going all right?; si tout va bien if everything goes all right; vous êtes sûr que ça va? are you sure you're all right?; les affaires vont bien/mal business is good/bad; ça va l'école? how are things at school?; ça ne va pas très fort or bien ( ma santé) I'm not feeling very well; ( la vie) things aren't too good; ( le moral) I'm feeling a bit low; ça pourrait aller mieux, ça va plus ou moins ( réponse) so-so; ça va mal entre eux things aren't too good between them; qu'est-ce qui ne va pas? what's the matter?; la voiture a quelque chose qui ne va pas there's something wrong with the car; tout va pour le mieux everything's fine; tout est allé si vite! it all happened so quickly!; ne pas aller sans peine or mal not to be easy; ne pas aller sans hésitations to take some thinking about; ça va de soi or sans dire it goes without saying; ça devrait aller de soi it should be obvious; ainsi vont les choses that's the way it goes; ainsi va le monde that's the way of the world; ainsi allait la France this was the state of affairs in France; l'amour ne va jamais de soi love is never straightforward; ça va tout seul ( c'est facile) it's a doddle○ GB, it's as easy as pie; ça ne va pas tout seul it's not that easy, it's no picnic○; les choses vont très vite things are moving fast; on fait aller○ struggling on○; ça peut aller○, ça ira○ could be worse○; ça va pas, non○ or la tête○? are you mad○ GB ou crazy○?; ça va pas, non, de crier or gesticuler comme ça○? what's the matter with you, carrying on like that○?; ⇒ pis;2 ( se déplacer) to go; tu vas trop vite you're going too fast; allez tout droit go straight ahead; aller et venir ( dans une pièce) to pace up and down; ( d'un lieu à l'autre) to run in and out; la liberté d'aller et venir the freedom to come and go at will; je préfère aller à pied/en avion I'd rather walk/fly; les nouvelles vont vite news travels fast; aller d'un pas rapide to walk quickly; je sais aller à bicyclette/cheval I can ride a bike/horse; où vas-tu? where are you going?, where are you off○ to?; je vais en Pologne I'm going to Poland; aller au marché/en ville to go to the market/into town; aller chez le médecin/dentiste to go to the doctor's/dentist's; va dans ta chambre go to your room; je suis allé de Bruxelles à Anvers I went from Brussels to Antwerp; je suis allé jusqu'en Chine/au marché ( et pas plus loin) I went as far as China/the market; ( et c'était loin) I went all the way to China/the market; je préfère ne pas y aller I'd rather not go; allons-y! let's go!; je l'ai rencontré en allant au marché I met him on the way to the market; aller vers le nord to head north; j'y vais ( je m'en occupe) I'll get it; ( je pars)○ I'm going, I'm off○; où va-t-il encore? where is he off to now○?; aller sur or vers Paris to head for Paris; où va-t-on○?, où allons-nous○? fig what are things coming to?, what's the world coming to?; va donc, eh, abruti○! get lost○, you idiot!; ⇒ cruche;3 (pour se livrer à une activité, chercher un produit) aller à l'école/au travail to go to school/to work; aller à la chasse/pêche to go hunting/fishing; allez-vous à la piscine? do you go to the swimming pool?; il est allé au golf/tennis he's gone to play golf/tennis; aller aux champignons/framboises to go mushroom-/raspberry-picking; aller au pain○ to go and get the bread; dans quelle boulangerie allez-vous? which bakery do you go to?; aller aux courses○ or commissions○ to go shopping; aller au ravitaillement to go and stock up; aller aux nouvelles or informations to go and see if there's any news;4 ( s'étendre dans l'espace) la route va au village the road leads to the village; la rue va de la gare à l'église the street goes from the station to the church;5 ( convenir) ma robe/la traduction, ça va? is my dress/the translation all right?; ça va, ça ira○, ça peut aller○ ( en quantité) that'll do; ( en qualité) it'll do; ça va comme ça it's all right as it is; ça ne va pas du tout that's no good at all; ça ne va pas du tout, tu dois mettre une cravate you can't go like that, you have to wear a tie; la traduction n'allait pas the translation was no good; lundi ça (te) va? would Monday suit you ou be okay○?; une soupe, ça (te) va? how about some soup?; va pour une soupe○ soup is okay○; ça irait si on se voyait demain? would it it be all right if we met tomorrow?; ça va si je porte un jean? can I wear jeans?; si le contrat ne te va pas, ne le signe pas don't sign the contract if you're not happy with it; si ça va pour toi, ça va pour moi○ or ça me va○ if it's okay by you, it's okay by me○; ça n'irait pas du tout ( inacceptable) that would never do; ma scie ne va pas pour le métal my saw is no good for metal; ça te va bien de faire la morale/parler comme ça○ iron you're hardly the person to preach/make that sort of remark;6 (être de la bonne taille, de la bonne forme) aller à qn to fit sb; tes chaussures sont trop grandes, elles ne me vont pas your shoes are too big, they don't fit me; cette vis/clé ne va pas this screw/key doesn't fit;7 (flatter, mettre en valeur) aller à qn to suit sb; le rouge ne me va pas or me va mal red doesn't suit me; sa robe lui allait (très) bien her dress really suited her; le rôle t'irait parfaitement the part would suit you perfectly; ta cravate ne va pas avec ta chemise your tie doesn't go with your shirt; les tapis vont bien ensemble the rugs go together well; les meubles vont bien ensemble the furniture all matches; je trouve que ta sœur et son petit ami vont très bien ensemble I think your sister and her boyfriend are ideally suited;8 ( se ranger) to go; les assiettes vont dans le placard the plates go in the cupboard; la chaise pliante va derrière la porte de la cuisine the folding chair goes behind the kitchen door;9 ( faculté) pouvoir aller dans l'eau to be waterproof; le plat ne va pas au four the dish is not ovenproof;10 ( dans une évaluation) la voiture peut aller jusqu'à 200 km/h the car can do up to 200 km/h; certains modèles peuvent aller jusqu'à 1 000 euros some models can cost up to 1,000 euros; une peine allant jusqu'à cinq ans de prison a sentence of up to five years in prison;11 ( en arriver à) aller jusqu'au président to take it right up to the president; aller jusqu'à mentir/tuer to go as far as to lie/kill; leur amour est allé jusqu'à la folie their love bordered on madness;12 ( dans le temps) aller jusqu'en 1914 to go up to 1914; pendant la période qui va du 8 février au 13 mars between 8 February and 13 March; la période qui va de 1918 à 1939 the period between 1918 and 1939; l'offre va jusqu'à jeudi the offer lasts until Thursday; le contrat allait jusqu'en 1997 the contract ran until 1997; va-t-on vers une nouvelle guerre? are we heading for another war?; aller sur ses 17 ans to be going on 17;13 (agir, raisonner) vas-y doucement or gentiment, le tissu est fragile careful, the fabric is delicate; ils n'y sont pas allés doucement avec les meubles○ they were rather rough with the furniture; tu vas trop vite you're going too fast; vas-y, demande-leur! ( incitation) go on, ask them!; vas-y, dis-le! ( provocation) come on, out with it!; allons, allez! (pour encourager, inciter) come on!; j'y vais○ ( je vais agir) here we go!; si tu vas par là or comme ça, rien n'est entièrement vrai if you take that line, nothing is entirely true;14 ( contribuer) y aller de sa petite larme to shed a little tear; y aller de sa petite chanson to do one's party piece; y aller de ses économies to dip into one's savings; y aller de sa personne to pitch in; y aller de 100 euros Jeux to put in 100 euros;15 ○( se succéder) ça y va la vodka avec lui he certainly gets through the vodka; ça y allait les coups the fur was flying○;16 ( servir) où est allé l'argent? where has the money gone?; l'argent ira à la réparation de l'église the money will go toward(s) repairing the church; l'argent est allé dans leurs poches they pocketed the money;17 ( enfreindre) aller contre la loi [personne] to break the law; [acte] to be against the law; je ne peux pas aller contre ce qu'il a décidé I can't go against his decision.C s'en aller vpr1 (partir, se rendre) il faut que je m'en aille I must go ou leave; je m'en vais en Italie cet été I'm going to Italy this summer; je m'en vais du Japon l'année prochaine I'll be leaving Japan next year; va-t'en! go away!; s'en aller faire les courses/en vacances/au travail to go off to do the shopping/on vacation/to work; ils s'en allaient chantant† they went off singing;2 ( disparaître) les nuages vont s'en aller the clouds will clear away; la tache ne s'en va pas the stain won't come out; avec le temps, tout s'en va everything fades with time; les années s'en vont the years go by;4 (avoir l'intention de, essayer) je m'en vais leur dire ce que je pense I'm going to tell them what I think; ne t'en va pas imaginer une chose pareille ( pour réfuter) don't you believe it!; ( pour tempérer l'enthousiasme) don't get carried away!; va-t'en savoir ce qu'il a voulu dire! who knows what he meant?D v impers1 ( être en jeu) il y va de ma réputation my reputation is at stake; il y va de ta santé your health is at stake, you're putting your health at risk;2 ( se passer) il en va souvent ainsi that's often what happens; tout le monde doit aider et il en va de même pour toi everyone must help, and that goes for you too; il en ira de même pour eux the same goes for them; il en va autrement en Corée things are different in Korea; il en ira de lui comme de ses prédécesseurs he'll go the same way as his predecessors;3 Math 40 divisé par 12 il y va 3 fois et il reste 4 12 into 40 goes 3 times with 4 left over.II.aller nm1 ( trajet) j'ai fait une escale à l'aller I made a stopover on the way out; j'ai pris le bus à l'aller ( en allant là) I took the bus there; ( en venant ici) I took the bus here; l'aller a pris trois heures the journey there took three hours; il n'arrête pas de faire des allers et retours entre chez lui et son bureau he keeps running to and fro from his house to the office; je suis pressé, je ne fais que l'aller et le retour○ I'm in a hurry, I've just popped in○; billet aller gén single ticket GB, one-way ticket US; ( d'avion) one-way ticket; billet aller (et) retour return ticket GB, round trip (ticket) US;2 ( ticket) aller (simple) single (ticket); deux allers (pour) Lille two singles to Lille; aller (et) retour return ticket;I[ale] nom masculin1. [voyage] outward journeyfaire des allers et retours [personne, document] to go back and forth, to shuttle back and forthne faire qu'un ou que l'aller et retour: je vais à la banque mais je ne fais qu'un aller et retour I'm going to the bank, but I'll be right back2. [billet]3. (familier)aller et retour [gifle] slapII[ale] verbe auxiliaire1. (suivi de l'infinitif) [exprime le futur proche] to be going ou about totu vas tomber! you're going to fall!, you'll fall!attendez-le, il va arriver wait for him, he'll be here any minute nowj'allais justement te téléphoner I was just going to phone you, I was on the point of phoning you[pour donner un ordre]tu vas faire ce que je te dis, oui ou non? will you do as I say or won't you?2. (suivi de l'infinitif) [en intensif] to gone va pas croire/penser que... don't go and believe/think that...tu ne vas pas me faire croire que tu ne savais rien! you can't fool me into thinking that you didn't know anything!allez expliquer ça à un enfant de 5 ans! try and explain ou try explaining that to a 5-year-old!3. [exprime la continuité] (suivi du gérondif)a. [tension] to be risingb. [nombre] to be rising ou increasing————————[ale] verbe intransitifA.[EXPRIME LE MOUVEMENT]1. [se déplacer] to goa. hurry up!b. [à un enfant] run along (now)!vous alliez à plus de 90 km/h [en voiture] you were driving at ou doing more than 90 km/ha. [de long en large] to pace up and downb. [entre deux destinations] to come and go, to go to and fro2. [se rendre - personne]aller à la mer/à la montagne to go to the seaside/mountainsa. [bâtiment] to go to the universityb. [institution] to go to university ou collegealler à la chasse/pêche to go hunting/fishingj'irai en avion/voiture I'll fly/drive, I'll go by plane/cartu n'iras plus chez eux, tu m'entends? you will not visit them again, do you hear me?aller en haut/bas to go up/down3. (suivi de l'infinitif) [pour se livrer à une activité]va te faire voir (très familier) ou te faire foutre! (vulgaire) get lost! ou (UK) stuffed! (très familier), go to hell!4. [mener - véhicule, chemin] to go7. [être remis]l'argent collecté ira à une œuvre the collection will go ou be given to a charityB.[S'ÉTENDRE]1. [dans l'espace]aller de... à...: leur propriété va de la rivière à la côte their land stretches from the river to the coasta. [vers le haut] to go ou to reach up tob. [vers le bas] to go ou to reach down toc. [en largeur, en longueur] to go to, to stretch as far as2. [dans le temps]aller de... à... to go from... to...aller jusqu'à [bail, contrat] to run till3. [dans une série]aller de... à... to go ou to range from... to...C.[PROGRESSER]1. [se dérouler]aller vite/lentement to go fast/slowplus ça va...: plus ça va, moins je comprends la politique the more I see of politics, the less I understand itplus ça va, plus je l'aime I love her more each day2. [personne]aller jusqu'à: j'irai jusqu'à 1.000 euros pour le fauteuil I'll pay ou go up to 1,000 euros for the armchairj'irais même jusqu'à dire que... I would even go so far as to say that...aller sur ou vers [approcher de]: il va sur ou vers la cinquantaine he's getting on for ou going on 50elle va sur ses cinq ans she's nearly ou almost five, she'll be five soonaller à la faillite/l'échec to be heading for bankruptcy/failureoù va-t-on ou allons-nous s'il faut se barricader chez soi? what's the world coming to if people have to lock themselves in nowadays?D.[ÊTRE DANS TELLE OU TELLE SITUATION]1. [en parlant de l'état de santé]bonjour, comment ça va? — ça va hello, how are you? — all rightça va? [après un choc] are you all right?2. [se passer]les choses vont ou ça va mal things aren't too good ou aren't going too wellcomment ça va dans ton nouveau service? how are you getting on ou how are things in the new department?quelque chose ne va pas? is there anything wrong ou the matter?ça ne va pas tout seul ou sans problème it's not an ou it's no easy jobE.[EXPRIME L'ADÉQUATION]1. [être seyant]a. [taille d'un vêtement] to fit somebodyb. [style d'un vêtement] to suit somebodyle bleu lui va blue suits her, she looks good in bluecela te va à ravir ou à merveille that looks wonderful on you, you look wonderful in that2. [être en harmonie]j'ai acheté un chapeau pour aller avec ma veste I bought a hat to go with ou to match my jacketa. [couleurs, styles] to go well together, to matchb. [éléments d'une paire] to belong togetherils vont bien ensemble, ces deux-là! those two make quite a pair!je trouve qu'ils vont très mal ensemble I think (that) they're an ill-matched couple ou they make a very odd pair3. [convenir]tu veux de l'aide? — non, ça ira! do you want a hand? — no, I'll manage ou it's OK!tu ne rajoutes pas de crème? — ça ira comme ça don't you want to add some cream? — that'll do (as it is) ou it's fine like thisça ira pour aujourd'hui that'll be all for today, let's call it a dayaller à quelqu'un: on dînera après le spectacle — ça me va we'll go for dinner after the show — that's all right ou fine by me ou that suits me (fine)F.[LOCUTIONS]allez, un petit effort come on, put some effort into itallez, je m'en vais! right, I'm going now!zut, j'ai cassé un verre! — et allez (donc), le troisième en un mois! damn! I've broken a glass! — well done, that's the third in a month!allez-y! go on!, off you go!allons bon, j'ai perdu ma clef maintenant! oh no, now I've lost my key!allons bon, voilà qu'il recommence à pleurer! here we go, he's crying again!c'est mieux comme ça, va! it's better that way, you know!je t'aurai prévenu! — ça va, ça va! don't say I didn't warn you! — OK, OK!ça va comme ça hein, j'en ai assez de tes jérémiades! just shut up will you, I'm fed up with your moaning!y aller (familier) : une fois que tu es sur le plongeoir, il faut y aller! once you're on the diving board, you've got to jump!quand faut y aller, faut y aller when you've got to go, you've got to gocomme tu y vas (familier) /vous y allez (familier) : j'en veux 30 euros — comme tu y vas! I want 30 euros for it — isn't that a bit much?ça y va: (familier) ça y va, les billets de 10 euros! 10 euro notes are going as if there was no tomorrow!y aller de: aux réunions de famille, il y va toujours d'une ou de sa chansonnette every time there's a family gathering, he sings a little songil ou cela ou ça va de soi (que) it goes without saying (that)il ou cela ou ça va sans dire (que) it goes without saying (that)il en va de... comme de...: il en va de la littérature comme de la peinture it's the same with literature as with paintingil en va autrement: il en irait autrement si ta mère était encore là things would be very different if your mother was still heretout le monde est égoïste, si tu vas par là! everybody's selfish, if you look at it like that!————————s'en aller verbe pronominal intransitif1. [partir - personne] to go2. [se défaire, se détacher] to come undone4. [disparaître - tache] to come off, to go (away) ; [ - son] to fade away ; [ - forces] to fail ; [ - jeunesse] to pass ; [ - lumière, soleil, couleur] to fade (away) ; [ - peinture, vernis] to come offça s'en ira au lavage/avec du savon it'll come off in the wash/with soap5. (suivi de l'infinitif) [en intensif] -
36 bien
bien [bjɛ̃]━━━━━━━━━1. adverb4. compounds━━━━━━━━━1. <a. ( = de façon satisfaisante) well• comment vas-tu ? -- très bien merci how are you? -- fine, thanksb. ( = selon la morale, la raison) [se conduire, agir] well• vous faites bien de me le dire ! you did well to tell me!• ça commence à bien faire ! (inf) this is getting beyond a joke!c. ( = sans difficulté) [supporter, se rappeler] welle. ( = effectivement) definitely• je trouve bien que c'est un peu cher mais tant pis yes, it is rather expensive but never mind• c'est bien à ton frère que je pensais yes, it was your brother I was thinking of• c'est bien mon manteau ? this is my coat, isn't it?• il s'agit bien de ça ! as if that's the point!• voilà bien les femmes ! that's women for you!f. ( = correctement) écoute-moi bien listen to me carefully• dis-lui bien que... make sure you tell him that...• c'est bien compris ? is that quite clear?• j'espère bien ! I should hope so!• où peut-il bien être ? where on earth can he be?g. ( = malgré tout) il fallait bien que ça se fasse it just had to be done• il pourrait bien venir nous voir de temps en temps ! he could at least come and see us now and then!h. ( = volontiers) (après un verbe au conditionnel) je mangerais bien un morceau I'd like a bite to eat• je voudrais bien t'y voir ! I'd like to see you try!i. ( = au moins) at leastj. (locutions)• je connais bien des gens qui auraient protesté I know a lot of people who would have protested► bien que although• bien sûr qu'il viendra ! of course he'll come!2. <a. ( = satisfaisant) goodc. ( = en bonne forme) well• tu n'es pas bien ? are you feeling OK?• il est bien, ce nouveau canapé the new sofa's nicee. ( = à l'aise) on est bien à l'ombre it's nice in the shade• laisse-le, il est bien où il est ! leave him alone - he's fine where he is!• vous voilà bien ! now you've done it!g. ( = en bons termes) être bien avec qn to get on well with sb3. <a. ( = ce qui est bon) good• c'est pour ton bien ! it's for your own good!4. <* * *bjɛ̃
1.
adjectif invariable1) ( convenable)ça fait bien d'aller à l'opéra — (colloq) it's the done thing to go to the opera
2) ( en bonne santé) wellt'es pas bien! — (colloq) you're out of your mind! (colloq)
3) ( à l'aise)nous voilà bien! — iron we' re in a fine mess!
4) (colloq) ( de qualité)
2.
1) ( correctement) gén well; [fonctionner] properly; [interpréter] correctlybien joué! — fig well done!
aller bien — [personne] to be well; [affaires] to go well
il travaille bien — ( élève) his work is good; ( artisan) he does a good job
il est bien remis — ( malade) he's made a good recovery
2) ( complètement) [arroser, décongeler, laver, mélanger, propre, cuit] thoroughly; [remplir, sécher, sec, fondu] completely; [lire, écouter, regarder] carefully3) ( agréablement) [présenté, situé] well; [s'habiller] well, smartly; [décoré, meublé] tastefully; [logé, installé, vivre] comfortablyaller bien à quelqu'un — [couleur, style] to suit somebody
4) ( hautement) [aimable, triste] very; [apprécier, craindre] very much; [simple, vrai, certain, évident] quitec'est bien joli tout ça, mais — that's all very well, but
bien mieux/moins/pire — much ou far better/less/worse
bien trop laid/tard — much too ugly/late
bien plus riche/cher — much ou far richer/more expensive
bien plus, il la vole! — not only that, he also takes her money
bien entendu or évidemment — naturally
5) ( volontiers)6) ( malgré tout)7) ( pour souligner)ça prouve/montre bien que — it just goes to prove/show that
je sais/crois bien que — I know/think that
on verra bien — well, we'll see
il le fait bien lui, pourquoi pas moi? — if he can do it, why can't I?
8) ( réellement) definitelyc'est bien lui/mon sac — it's definitely him/my bag, it's him/my bag all right (colloq)
il ne s'agit pas d'une erreur, mais bien de fraude — it's not a mistake, it's fraud
c'est bien ici qu'on vend les billets? — this is where you get tickets, isn't it?
c'est bien le moment! — iron great timing!
c'est bien le moment de partir! — iron what a time to leave!
9) ( au moins) at leastelle a bien 40 ans — she's at least 40, she's a good 40 years old
10) ( beaucoup)bien des fois — often, many a time
il s'est donné bien du mal — he's gone to a lot or a great deal of trouble
je te souhaite bien du plaisir! — iron I wish you joy!
3.
nom masculin1) ( avantage) goodgrand bien vous fasse! — iron much good may it do you!
parler en bien de quelqu'un — to speak favourably [BrE] of somebody
2) ( possession) possession
4.
5.
bien que locution conjonctive althoughPhrasal Verbs:••tout est bien qui finit bien — Proverbe all's well that ends well Proverbe
* * *bjɛ̃1. nm1) (= avantage)Ses vacances lui ont fait beaucoup de bien. — His holiday has done him a lot of good.
Jean m'a dit beaucoup de bien de toi. — Jean told me a lot of good things about you., Jean spoke very highly of you to me.
vouloir du bien à qn (= vouloir aider) — to have sb's best interests at heart
2) (= possession) possession, property, (= patrimoine) property3) (moral)2. biens nmpl3. adv1) (= de façon satisfaisante) wellElle travaille bien. — She works well.
aller bien; se porter bien — to be well
croyant bien faire, je... — thinking I was doing the right thing, I...
faire bien de... — to do well to...
Tu ferais bien de faire attention. — You'd do well to pay attention.
2) (concession)vouloir bien; Je veux bien le faire. — I'm quite willing to do it.
Il semble bien que... — It really seems that...
Paul est bien venu, n'est-ce pas? — Paul HAS come, hasn't he?
3) (valeur intensive) quiteJ'espère bien y aller. — I very much hope to go.
bien fait!; C'est bien fait pour toi! — It serves you right!
bien sûr!; bien entendu! — certainly!, of course!
4. exclright!, OK!, fine!5. adj inv1) (= en bonne forme)je me sens bien — I feel fine, I feel well
2) (= à l'aise)On est bien dans ce fauteuil. — This chair is very comfortable.
3) (= à son avantage)Tu es bien dans cette robe. — You look nice in that dress.
4) (= satisfaisant) goodCe restaurant est vraiment bien. — This restaurant is really good.
Elle est bien, cette maison. — It's a nice house.
Elle est bien, cette secrétaire. — She's a good secretary.
Ce n'est pas si bien que ça. — It's not as good as all that., It's not all that great.
5) (moralement)ce n'est pas bien de... — it's not right to...
Ce n'est pas bien de dire du mal des gens. — It's not right to say nasty things about people.
Elle est bien, cette femme. — She's a nice woman.
6) (= en bons termes)* * *A adj inv1 ( convenable) être bien dans un rôle to be good in a part; être bien de sa personne to be good-looking; il n'y a rien de bien ici there's nothing of interest here; voilà qui est bien that's good; ce n'est pas bien de mentir it's not nice to lie; ce serait bien si on pouvait nager it would be nice if we could swim; ça fait bien d'aller à l'opéra○ it's the done thing to go to the opera; les roses font bien sur la terrasse the roses look nice ou good on the terrace; tout est bien qui finit bien all's well that ends well;2 ( en bonne santé) well; ne pas se sentir bien not to feel well; non, mais, t'es pas bien○! you're out of your mind○!;3 ( à l'aise) comfortable; je suis bien dans ces bottes these boots are comfortable; on est bien sur cette chaise! what a comfortable chair!; on est bien au soleil! isn't it nice in the sun!; je me trouve bien ici I like it here; suis mes conseils, tu t'en trouveras bien take my advice, it'll serve you in good stead; nous voilà bien! iron we're in a fine mess!;4 ○( de qualité) un quartier bien a nice district; des gens bien respectable people; un type bien a gentleman; un film bien a good film.B adv1 ( correctement) [équipé, fait, géré, s'exprimer, dormir, choisir, se souvenir, danser] well; [fonctionner] properly; [libeller, diagnostiquer, interpréter] correctly; bien payé well paid; bien joué! lit well played!; fig well done!; aller bien [personne] to be well; [affaires] to go well; ça s'est bien passé it went well; la voiture ne marche pas bien the car isn't running properly ou right; ni bien ni mal so-so; parler (très) bien le chinois to speak (very) good Chinese, to speak Chinese (very) well; il travaille bien ( élève) his work is good; ( artisan) he does a good job; un travail bien fait a good job; il est bien remis ( malade) he's made a good recovery; bien se tenir à table to have good table manners; bien employer son temps to make good use of one's time; j'ai cru bien faire I thought I was doing the right thing; il fait bien de partir he's right to leave; c'est bien fait pour elle! it serves her right!; tu ferais bien d'y aller it would be a good idea for you to go there; pour bien faire, il faudrait acheter une lampe the thing to do would be to buy a lamp; bien m'en a pris de refuser it's a good thing I refused;2 ( complètement) [arroser, décongeler, laver, mélanger, propre, cuit] thoroughly; [remplir, sécher, sec, fondu] completely; [lire, examiner, écouter, regarder] carefully; marche bien à droite keep well over to the right; mets-toi bien dans le coin/devant stand right in the corner/at the front; bien profiter d'une situation to exploit a situation to the full;3 ( agréablement) [présenté, situé] well; [s'habiller] well, smartly; [décoré, meublé] tastefully; [logé, installé, vivre] comfortably; femme bien faite shapely woman; aller bien ensemble to go well together; aller bien à qn [couleur, style] to suit sb; se mettre bien avec qn to get on good terms with sb; bien prendre une remarque to take a remark in good part;4 ( hautement) [aimable, triste] very; [apprécier, craindre] very much; [simple, vrai, certain, évident] quite; il s'est bien mal comporté he behaved very ou really badly; il y a bien longtemps de ça that was a very long time ago; c'est bien loin pour nous it's rather far for us; merci bien thank you very much; tu as bien raison you're quite ou absolutely right; c'est bien dommage it's a great ou real pity; bien rire/s'amuser/se reposer to have a good laugh/time/rest; tu as l'air bien pensif you're looking very pensive; c'est bien promis? is that a promise?; c'est bien compris? is that clear?; bien au contraire on the contrary; c'est bien beau ou joli tout ça, mais that's all very well, but; bien mieux/ moins/pire much ou far better/less/worse; bien trop laid/tard much too ugly/late; bien plus riche/cher much ou far richer/more expensive; bien plus, il la vole! not only that, he also takes her money; bien sûr of course; bien entendu or évidemment naturally; bien souvent quite often;5 ( volontiers) j'irais bien à Bali I wouldn't mind going to Bali; j'en prendrais bien un autre I wouldn't mind another; je veux bien t'aider I don't mind helping you; j'aimerais bien essayer I would love to try; je te dirais bien de rester/venir, mais I would ask you to stay/come but; je verrais bien un arbre sur la pelouse I think a tree would look nice on the lawn; je le vois bien habiter à Paris I can just imagine him living in Paris;6 ( malgré tout) il faut bien le faire/que ça finisse it has to be done/to come to an end; il faudra bien s'y habituer we'll just have to get used to it; elle sera bien obligée de payer she'll just have to pay; tu aurais bien pu me le dire you could at least have told me; il finira bien par se calmer he'll calm down eventually;7 ( pour souligner) ça prouve/montre bien que it just goes to prove/show that; j'espère bien que I do hope that; je vois/comprends bien I do see/understand; je sais/crois bien que I know/think that; insiste bien make sure you insist; dis-le lui bien make sure you tell him/her; on verra bien well, we'll see; sache bien que je n'accepterai jamais let me tell you that I will never accept; crois bien que je n'hésiterais pas! you can be sure ou I can assure you that I would not hesitate!; je m'en doutais bien! I thought as much!; je t'avais bien dit de ne pas le manger! I told you not to eat it!; il le fait bien lui, pourquoi pas moi? if he can do it, why can't I?; veux-tu bien faire ce que je te dis! will you do as I tell you!; tu peux très bien le faire toi-même you can easily do it yourself; il se pourrait bien qu'il pleuve it might well rain; que peut-il bien faire à Paris? what on earth can he be doing in Paris?;8 ( réellement) definitely; c'est bien lui/mon sac it's definitely him/my bag, it's him/my bag all right○; j'ai vérifié: il est bien parti I checked, he's definitely gone ou he's gone all right○; c'est bien ce qu'il a dit/vu that's definitely ou exactly what he said/saw; et c'est bien lui qui conduisait? and it was definitely him driving?; il ne s'agit pas d'une erreur, mais bien de fraude it's not a mistake, it's fraud; c'est bien mardi aujourd'hui? today is Tuesday, isn't it?; c'est bien ici qu'on vend les billets? this is where you get tickets, isn't it?; tu as bien pris les clés? are you sure you've got the keys?; est-ce bien nécessaire? is it really necessary?; s'agit-il bien d'un suicide? was it really suicide?; c'est bien de lui! it's just like him!; voilà bien la politique! that's politics for you!; c'est bien le moment! iron great timing!; c'est bien le moment de partir! iron what a time to leave!;9 ( au moins) at least; elle a bien 40 ans she's at least 40, she's a good 40 years old; ça pèse bien dix kilos it weighs at least ten kilos, it weighs a good ten kilos; ça vaut bien le double it's worth at least twice as much;10 ( beaucoup) c'était il y a bien des années that was a good many years ago; bien des fois often, many a time; bien des gens lots of people; il s'est donné bien du mal he's gone to a lot or a great deal of trouble; il s'en faut bien! far from it!; mon fils me donne bien du souci my son is a great worry to me; avoir bien de la chance to be very lucky; je te souhaite bien du plaisir! iron I wish you joy!C nm1 ( avantage) good; pour le bien du pays for the good of the country; pour le bien de tous for the general good; c'est pour ton bien it's for your own good; ce serait un bien it would be a good thing; sacrifier son propre bien à celui d'autrui to put others first; le bien et le mal good and evil; faire le bien to do good; il a fait beaucoup de bien autour de lui he has done a lot of good; ça fait du bien aux enfants/plantes it's good for the children /plants; ça fait/ça leur fait du bien it does you/them good; mon repos m'a fait le plus grand bien my rest did me a world of good; grand bien vous fasse! iron much good may it do you!; vouloir le bien de qn to have sb's best interests at heart; vouloir du bien à qn to wish sb well; ‘un ami qui vous veut du bien’ ( dans une lettre anonyme) ‘from a well-wisher’, ‘one who has your best interests at heart’; dire du bien de qn to speak well of sb; on dit le plus grand bien du maire/musée people speak very highly of the mayor/museum; on a dit le plus grand bien de toi a lot of nice things were said about you; parler en bien de qn to speak favourablyGB of sb; ⇒ ennemi, honneur;2 ( possession) possession; (maison, terres) property; ( domaine) bien(s) estate; ( ensemble des possessions) bien(s) property ¢; ( patrimoine) bien(s) fortune; ( avoirs) biens assets; perdre tous ses bien s dans un incendie to lose all one's possessions in a fire; ce livre est mon bien le plus précieux this book is my most precious possession; les biens de ce monde material possessions; un petit bien en Corse a small property in Corsica; hériter des biens paternels to inherit one's father's property ou estate; dilapider son bien to squander one's fortune; avoir du bien (maisons, terres) to own property; ( argent) to be wealthy; des biens considérables substantial assets; la santé/liberté est le plus précieux des biens you can't put a price on good health/freedom; ⇒ abondance, acquis.D excl1 ( approbatif) bien! voyons le reste good! let's see the rest;E bien que loc conj although, though; bien qu'il le sache although he knows; bien qu'elle vive maintenant en Floride, je la vois régulièrement although she lives in Florida, I see her regularly; il est venu travailler bien qu'il soit grippé he came in to work, although he had flu; bien que très différentes en apparence, les deux œuvres ont des points communs although very different in appearance, the two works have common features; il joue un rôle important bien que discret he plays an important role, albeit a discreet one; ⇒ aussi, ou, si.biens de consommation consumer goods; biens durables consumer durables; biens d'équipement capital goods; biens d'équipement ménager household goods; biens fonciers land ¢; biens immeubles immovables; biens immeubles par destination fixtures; biens immobiliers real estate ¢; biens mobiliers personal property ¢; biens personnels private property ¢; biens propres separate estate (sg); détenir qch en bien s propres to hold sth as separate estate; biens publics public property ¢; biens sociaux corporate assets.[bjɛ̃] adverbe1. [de façon satisfaisante] wellla vis tient bien the screw is secure ou is in tighta. [à la rambarde] hold on tight!b. [sur la chaise] sit properly!c. [à table] behave yourself!2. [du point de vue de la santé]aller ou se porter bien to feel well ou finebien agir envers quelqu'un to do the proper ou right ou correct thing by somebodytu as bien fait you did the right thing, you did righttu fais bien de me le rappeler thank you for reminding me, it's a good thing you reminded me (of it)pour bien faire, nous devrions partir avant 9 h ideally, we should leave before 95. [avec soin]fais bien ce que l'on te dit do exactly ou just as you're toldc'est bien agréable it's really ou very nicetu es bien sûr? are you quite certain ou sure?bien avant/après well before/afterbien trop tôt far ou much too early7. (suivi d'un verbe) [beaucoup]on a bien ri we had a good laugh, we laughed a lot8. [véritablement]j'ai bien cru que... I really thought that...sans bien se rendre compte de ce qu'il faisait without being fully aware of ou without fully realizing what he was doing9. [pour renforcer, insister]ce n'est pas lui, mais bien son associé que j'ai eu au téléphone it wasn't him, but rather his partner I spoke to on the phonec'est bien ça that's it ou rightc'est bien ce que je disais/pensais that's just what I was saying/thinkingje vais me plaindre — je comprends ou pense bien! I'm going to complain — I should think so too!il ne m'aidera pas, tu penses bien! he won't help me, you can be sure of that!c'est bien de lui, ça! that's typical of him!, that's just like him!10. [volontiers]je te dirais bien quelque chose, mais je suis poli I could say something rude but I won'tje boirais bien quelque chose I could do with ou I wouldn't mind a drink11. [au moins] at least12. [exprimant la supposition, l'éventualité]13. [pourtant]14. [suivi d'un nom]bien de, bien des quite a lot ofelle a bien du courage! isn't she brave!, she's got a great deal of courage!bien des fois... more than once...bien des gens lots of ou quite a lot of ou quite a few people15. [dans la correspondance]————————[bjɛ̃] adjectif invariable1. [qui donne satisfaction] goodc'est bien de s'amuser mais il faut aussi travailler it's all right to have fun but you have to work tooje recule? — non, vous êtes bien là (familier) shall I move back? — no, you're all right ou OK ou fine like thatqu'est-ce qu'il est bien dans son dernier film! (familier) he's great ou really good in his new film!a. [cela te sied] you look very nice in a skirtb. [c'est acceptable pour l'occasion] a skirt is perfectly all rightc'est bien [conduite, action]: ce serait bien de lui envoyer un peu d'argent it'd be a good idea to send her some moneyce n'est pas bien de tirer la langue it's naughty ou it's not nice to stick out your tongue4. [en forme] wellb. [mentalement] are you crazy?me/te/nous voilà bien! NOW I'm/you're/we're in a fine mess!5. [à l'aise]6. [en bons termes]se mettre bien avec quelqu'un to get in with somebody, to get into somebody's good books————————[bjɛ̃] nom masculin1. PHILOSOPHIE & RELIGION2. [ce qui est agréable, avantageux]le bien commun ou général the common goodc'est pour le bien de tous/de l'entreprise it's for the common good/the good of the firmdire/penser du bien de to speak/to think well offaire du bien ou le plus grand bien à quelqu'un [médicament, repos] to do somebody good, to benefit somebodyla séparation leur fera le plus grand bien being apart will do them a lot ou a world of goodcette décision a été un bien pour tout le monde the decision was a good thing for all ou everyone concerned[argent] fortunetous mes biens all my worldly goods, all I'm worth5. DROIT & ÉCONOMIEbiens d'équipement capital equipment ou goodsbiens privés/publics private/public property————————[bjɛ̃] interjection2. [marquant l'approbation]je n'irai pas! — bien, n'en parlons plus! I won't go! — very well ou all right (then), let's drop the subject!bien, bien, on y va all right, all right ou OK, OK, let's gobien entendu locution adverbialebien entendu que locution conjonctive————————bien que locution conjonctivebien que malade, il a tenu à y aller although he was ill, he insisted on going————————bien sûr locution adverbiale————————bien sûr que locution conjonctive -
37
at, conj. [st2]1 [-] mais, cependant, toutefois, pourtant. - mais, au contraire, par contre, en revanche. [st2]2 [-] d'autre part, de (son, notre...) côté, quant à. [st2]3 [-] quoi? comment? [st2]4 [-] or (dans un raisonnement). [st2]5 [-] mais... donc (avec un impératif). [ABCR]I [conjonction, qui marque, comme liaison logique, l'opposition] mais, mais au contraire [zapst]¶1 elle met en regard ou oppose des personnages, des idées: tibi ita hoc videtur, at ego... Ter. Andr. 563: c'est ton avis, mais moi... ; at ego, Plaut. Amph. 436 ; Rud. 635, etc.: moi, de mon côté; Remus... ; at Romulus... Enn. An. 80: Rémus... ; de son côté, Romulus... ; Titurius trepidare... ; at Cotta: Caes. BG. 5, 33, 2: Titurius de s'agiter...; Cotta, par contre; Græci... ; at Cimbri, Cic. Tusc. 2, 6, 5: les Grecs... ; les Cimbres, au contraire; majores nostri Tusculanos, Hernicos in civitatem etiam receperunt; at Karthaginem funditus sustulerunt, Cic. Off. 1, 35: nos ancêtres allèrent jusqu'à donner le droit de cité aux habitants de Tusculum, aux Herniques ; par contre, ils détruisirent Carthage de fond en comble, cf. Off. 1, 97 ; 1, 113 ; Tusc. 1, 105 ; Nat. 1, 24, etc. II at non: mais non pas: Cic. Tull. 20; Clu. 74; Or. 151; Tusc. 2, 61; Nat. 1, 81; Div. 2, 133, etc. II at contra, Cic. Pis. 95; Quinct. 75; Amer. 131; Verr. 5, 66; Fin. 1, 56; Tusc. 1, 5: mais, par contre; ou at... e contrario, Cic. Com. 47; Nep. Eum. 1, 5 [zapst]¶2 at détachant la personne est surtout fréquent dans les imprécations: at te di perduint! Plaut. Merc. 793: toi, que les dieux te confondent, cf. Most. 38, Pseud. 836, etc. ; Ter. Eun. 431, etc. ; at tibi di dignum factis exitium duint, Ter. Andr. 666: à toi, que les dieux te donnent la fin que mérite ta conduite! at vobis male sit, Catul. 3. 13: quant à vous, soyez maudites; at tibi pro scelere... Virg. En. 2, 535: à toi! que pour prix de ton crime [les dieux te donnent la récompense que tu mérites!] II dans les vœux, les prières, etc.: Plaut. Mil. 231 ; Men. 1021, etc. ; at tu concede mihi... Cic. Att. 12, 31, 2: de ton côté, toi, accorde-moi...; at vos, o Superi... Virg. En. 8, 572: et vous, ô dieux d'en haut [ayez pitié...]; at tu, nauta... Hor. O. 1, 28, 23: mais toi, nocher... II dans le dialogue, surtout sous la forme at ille, lui, de son côté: quem (Sex. Pompeium) cum Scato salutasset, "quem te appellem" inquit; at ille "voluntate hospitem, necessitate hostem": Cic. Phil. 12, 27, Scaton l'ayant salué, "comment faut-il que je t'appelle?" lui dit-il; l'autre repartit "ton hôte par les sentiments, ton ennemi par la nécessité", cf. Tusc. 2, 61; Div. 2, 133, etc. ; at vero ille sapiens, Cic. Tusc. 1, 117: tandis que l'autre, le sage, cf. Cæc. 56 ; Sest. 139 ; Cat. 1, 4, 10, etc. [zapst]¶3 objection d'un adversaire, réelle ou fictive: at, inquis, inquies: mais, dis-tu, diras-tu: Cic. Att. 15, 4, 3 ; 7, 9, 3; at, inquit Cic. Pis. 74 ; Planc. 33, etc., mais... dit-il; at memoria minuitur, Cic. CM 21: mais, dit-on, la mémoire diminue; "at in Italia fuit"; fateor, Cic. Verr. 5, 5: "mais elle [la guerre] a été en Italie"; je le reconnais, cf. Rabir. 31; Phil. 1, 21, etc. ; at enim: mais diras-tu, mais dira-t-on: Cic. Mur. 78 ; Off. 3, 105; Sull. 56, etc. II réponse à l'objection: "male judicavit populus", at judicavit, Cic. Planc. 11: "le peuple a mal jugé"; mais il a jugé, cf. Phil. 2, 12; Att. 7, 11, 3; Amer. 41, etc. II [réponse à une sorte d'objection] oui (soit), mais: huic infesta mater, at mater, Cic. Clu. 42: sa mère lui était hostile; mais c'était sa mère; parens tuus Catilinæ fuit advocatus, improbo homini, at supplici, Cic. Sull. 81: ton père a assisté Catilina, un homme pervers, mais suppliant; non honestum consilium, at utile, Cic. Off. 3, 97: dessein peu honorable, mais utile, cf. Verr. 3, 41; Planc. 67; Dom. 77; Or. 104; Br. 238; satis, si ita vis, naturæ fortasse (vixisti), at patriæ serte parum, Cic. Marc. 25: oui, si tu veux, tu as assez vécu peut-être pour la nature; mais pour la patrie à coup sûr pas assez, cf. Arch. 22; Dom. 22; Nat. 3, 92; Tusc. 1, 85 II à la fois dans l'obj. et la réponse: at multi ita sunt, imbecilli senes ut... ; at id quidem non proprium senectutis vitium est, Cic. CM. 35: mais, dira-t-on, il y a des vieillards si faibles que...; mais ce n'est point là un défaut propre à la vieillesse, cf. Font. 21; Fin. 2, 88 ; CM. 68, etc. II objection le plus souvent ironique, at, credo: mais, sans doute: Verr. 4, 102 ; Dej. 16 ; Rab. 29, etc. II réponse à une interrog. oratoire: quo me miser conferam? in Capitoliumne? at fratris sanguine madet, GRACCH. d. Cic. de Or. 3, 214, où porter mes pas dans mon malheur? au Capitole? mais il est tout imprégné du sang de mon frère, cf. Cic. Verr. 2, 192; Cat. 1, 28; Mil. 15; Scaur. 45, etc.; Sall. C. 51, 22 [zapst]¶4 et pourtant: facinus indignum! epistulam tibi neminem reddidisse! at scito... Cic. Att. 2, 13, 1: l'indignité! que personne ne t'ait remis cette lettre! et pourtant sache que...; quæ C. Catonis illius qui consul fuit inpedimenta retinuit; at cujus hominis! clarissimi ac potentissimi, Cic. Verr. 4, 22: cette cité a retenu les bagages de C. Caton, de celui qui fut consul; et pourtant, quel homme c'était! des plus illustres, et des plus puissants; quis novit omnino? at quem virum, di boni! Cic. Br. 65: qui le [Caton] connaît seulement? et pourtant quel homme, grands dieux! cf. Ter. Phorm. 367; quid hoc levius? at quantus orator! Cic. Tusc. 5, 103: quelle plus grande marque de faiblesse? et pourtant quel éminent orateur! cf. Verr. 3, 20; Mil. 45; 102, etc. [zapst]¶5 [marque insistance, enchérissement]: et (et qui plus est): fac ita ut jussi - faciam - at diligenter - flet - at mature - fiet, Ter. Eun. 207: fais ce que je t'ai dit - je le ferai - et consciencieusement - ce sera fait - et promptement - ce sera fait; quid? a Tyndaritanis non simulacrum Mercurii sustulisti? at quemadmodum, dii immortales! quam audacter! Cic. Verr. 4, 84: quoi? n'as-tu pas enlevé aux habitants de Tyndaris une statue de Mercure? et comment, grands dieux! avec quelle audace! at quam ob causam! Cic. Verr. 5, 141: et pourquoi? at illa quanti sunt... ! Cic. CM 49, et puis (et, qui plus est) cet autre avantage, quel prix n'a-t-il pas... ? at vero quanta maris est pulchritudo! Cic Nat. 2, 100: et puis, quelle n'est pas la beauté de la mer! cf. Verr. 2, 160 ; Cæl. 57, etc. [zapst]¶6 brusque appel à la réflexion, à l'attention: at vide, Fam. 7, 24, 2: cependant, vois; at videte, Cic. Verr. 4, 151; Phil. 2, 77, etc.: mais voyez (considérez) II [réserve, limitation, sous forme interrogative] mais, attention ! prætor appellatur; at quis appellat? Cic. Verr. 4, 116: on en appelle au préteur; mais qui en appelle? ex tota provincia homines nobilissimi venerunt... ; at quem ad modem venerunt? Cic. Verr. 2, 11: de la province entière les hommes les plus notables sont venus..., mais dans quelles conditions sont-ils venus? cf. Phil. 5, 24. [zapst]¶7 [restriction] mais à défaut, mais alors, mais du moins: Thaïs te orabat, ut cras redires; - rus eo; - fac amabo; - non possum, inquam; - at tu apud nos hic mane, dum redeat ipsa, Ter. Eun. 534: Thaïs te priait de revenir demain; - je vais à la campagne; - de grâce, fais en sorte; - impossible, te dis-je; - mais alors, attends ici son retour près de nous; quid ergo? audacissimus ego ex omnibus? minime; at tanto officiosior quam ceteri? Cic. Amer. 2: quoi donc ? je suis le plus audacieux de tous? pas le moins du monde; alors, je suis à ce point plus serviable que les autres? [zapst]¶8 [dans la mineure d'un syllogisme] or: non cadunt hæc in virum fortem; igitur ne ægritudo quidem; at nemo sapiens nisi fortis; non cadet ergo in sapientem ægritudo, Cic. Tusc. 2, 14: ces sentiments ne sont pas connus de l'homme courageux; donc le chagrin non plus; or pas de sage qui ne soit courageux; le chagrin donc ne sera pas connu du sage, cf. Inv. 1, 72 ; Nat. 3, 43 ; Div. 2, 50 ; Fat. 31; Tusc. 3, 15, etc. [zapst]¶9 [opposition très atténuée; mise en regard de deux personnages, de deux faits, de deux groupes de faits] cependant, d'autre part: Cic. Div. 1, 74 ; Att. 16, 5, 3, etc.; Caes. BC. 2, 7, 3; Nep. Ep. 2, 3; Them. 4, 1, etc. ; Tac. H. 1, 53, etc. [zapI]II [introduisant la prop. principale après une subordonnée, le plus souvent conditionnelle] du moins, par contre, en revanche: [zapst]¶1 quod rara vides magis esse animalia quædam, at regione locoque alio... Lucr. 2, 534: quant au fait que certaines espèces d'animaux t'apparaissent plus rares que d'autres, en revanche dans une région et un lieu différents...; quoniam tuum insanabile ingenium est, at tu tuo supplicio doce... Liv. 1, 28, 9: puisque tu as une nature incurable, enseigne du moins par ton supplice..., cf. Caes. BG. 7, 2, 2 II quamquam ego vinum bibo, at... Plaut. Pers. 170: j'ai beau boire du vin, cependant... [quamvis... at Virg. G. 4, 208] [zapst]¶2 si ego hic peribo, at erit mi hoc factum mortuo memorabile, Plaut. Capt. 684: si moi je perds la vie ici, du moins en mourant aurai-je accompli une action digne de mémoire, cf. Bacch. 366, etc. ; Ter. Eun. 866, etc. ; Cic. Prov. 14 ; Phil. 2, 114 ; Liv. 1, 41, 3, etc. II plus souvent conditionnelle négative: Cic. Mil. 93, etc. ; Caes. BG. 1, 43, 9, etc. ; liceat hæc nobis, si oblivisci non possumus, at tacere, Cic. Flacc. 61: ces événements, si je ne puis les oublier, qu'il me soit permis du moins de les taire; si tibi fortuna non dedit ut..., at natura certe dedit ut... Cic. Amer. 46: si la fortune ne t'a pas donné de..., du moins la nature t'a-t-elle donné de..., cf. Rep. 3, 7, etc. ; Caes. BG. 5, 29, 7 II si non (si minus)... at tamen, Cic. Planc. 35 ; Font. 37 ; Br. 15 ; Phil. 2, 78, etc.: sinon... du moins (cependant). -
38 che
I. che I. pron.rel.m./f. 1. ( soggetto) qui: il signore che è entrato l'homme qui est entré, le monsieur qui est entré; il sistema che dà i migliori risultati le système qui donne les meilleurs résultats. 2. (soggetto, nelle proposizioni incidentali) qui, (ant,lett) lequel: mia sorella, che stava poco bene, non c'era ma sœur, qui n'allait pas bien, n'était pas là; ma sœur, laquelle ne se sentait pas bien, était absente; la penicillina, che è stata scoperta da Fleming la pénicilline, qui a été découverte par Fleming. 3. ( oggetto) que: la ragazza che vedi è mia sorella la fille que tu vois est ma sœur; il quadro che vedi le tableau que tu vois. 4. (oggetto, nelle proposizioni incidentali) que: mio padre, che tutti ammiravano mon père, que tout le monde admirait. 5. (temporale: in cui) où: la sera che ti incontrai la soirée où je t'ai rencontré, la soirée pendant laquelle je t'ai rencontré; nel tempo che eri all'estero pendant que tu étais à l'étranger. 6. (locale: in cui) que: è qui che si danno informazioni sulle prenotazioni? est-ce ici qu'on donne les informations sur les réservations? 7. ( correlativo di stesso) que: avevo lo stesso problema che hai avuto tu j'avais le même problème que toi. 8. (con valore neutro: la qual cosa) qui: mi hanno lodato, il che mi ha fatto molto piacere ils m'ont félicité, ce qui m'a fait très plaisir; tu non ami i buoni libri, del che mi meraviglio assai tu n'aimes pas les bons livres, ce qui me surprend plutôt. II. pron.interr. 1. (in frasi interrogative dirette: con funzione di soggetto) qu'est-ce qui: che ti turba? qu'est-ce qui te trouble? 2. (in frasi interrogative dirette: con funzione di oggetto) que, qu'est-ce que: che vuoi? que veux-tu?, qu'est-ce que tu veux?; che fare? que faire?; che dire? que dire? 3. (in frasi interrogative dirette: con funzione di complemento indiretto) quoi: a che pensi? à quoi penses-tu?; su che basi le tue speranze? sur quoi bases-tu tes espérances?; di che ti preoccupi? qu'est-ce qui te préoccupe? 4. (in frasi interrogative indirette: con funzione di soggetto) ce qui. 5. (in frasi interrogative indirette: con funzione di oggetto) ce que; ( seguito da infinito) quoi: gli chiesi che volesse je lui ai demandé ce qu'il voulait; non so che fare je ne sais pas quoi faire. 6. (in frasi interrogative indirette: con funzione di complemento indiretto) quoi: vorrei sapere di che si tratta je voudrais savoir de quoi il s'agit. III. pron.esclam. ( per esprimere stupore) quoi, que, qu'est-ce que: ma che dici! mais qu'est-ce que tu racontes!; a che ti sei ridotto! tu as vu à quoi tu en es réduit!; ma che mi tocca sentire! mais qu'est-ce qu'il ne faut pas entendre! IV. pron.indef. quelque chose: c'era in lei un che di falso il y avait chez elle quelque chose de faux, il y avait chez elle un je ne sais quoi de faux; un certo ( non so) che un je ne sais quoi de bizarre. V. agg.interr. ( quale) quel: che film hai visto? quel film as-tu vu?; che cappello ti vuoi mettere? quel chapeau veux-tu mettre? VI. agg.esclam. 1. ( unito a sostantivi) quel: che scemo! quel imbécile!; che musica meravigliosa! quelle belle musique!; che bel libro! quel beau livre! 2. (unito ad aggettivi: di persone) qu'il est, comme il est: che bella! qu'elle est belle!, comme elle est belle! 3. (unito ad aggettivi: di oggetti) qu'il est: che bello questo quadro! qu'il est beau ce tableau! II. che congz. 1. ( dichiarativa) que: credo che tu abbia ragione je crois (o pense) que tu as raison. 2. (dopo verbi di volontà, comando e sim.) que: voglio che tu studi di più je veux que tu étudies plus; vorrei che mi facessi un piacere j'aimerais que tu me rendes un service, je voudrais que tu me rendes un service. 3. ( dopo locuzioni impersonali) que: mi dispiace che tu non sia venuto je regrette que tu ne sois pas venu; è impossibile che finisca il lavoro in tempo il est impossible qu'il finisse le travail dans les temps, il est impossible qu'il finisse le travail à temps. 4. ( causale) que (+ cong.), de (+ inf.): ti ringrazio che sei venuto je te remercie d'être venu; sono contento che tu abbia capito je suis content que tu aies compris. 5. ( consecutiva) que: è tanto simpatico che tutti gli vogliono bene il est tellement sympathique que tout le monde l'aime. 6. (comparativo: di maggioranza) que: spende più che non guadagni il dépense plus qu'il ne gagne; è più furbo che intelligente il est plus malin qu'intelligent; più che mai plus que jamais. 7. ( di uguaglianza) autant que: vale tanto questo che quello celui-ci vaut autant que celui-là. 8. ( finale) que (+ cong.), à (+ inf.): fai in modo che il pranzo sia pronto per l'una fais en sorte que le repas soit prêt à une heure; stai attento che non cada fais attention à ne pas tomber. 9. (temporale: quando) que, quand, alors que: arrivai che era già partito je suis arrivé qu'il était déjà parti, je suis arrivé alors qu'il était déjà parti. 10. ( non appena) que; ( finché) jusqu'à ce que: aspetta che egli arrivi attends qu'il arrive, attends jusqu'à ce qu'il arrive. 11. ( dacché) que, talvolta non si traduce: sono due mesi che non lo vedo cela fait deux mois que je ne l'ai pas vu, je ne l'ai pas vu depuis deux mois; è da gennaio che non torna qui c'est depuis janvier qu'il n'est pas revenu ici, il n'est pas revenu ici depuis janvier. 12. (posposto a un participio passato: dopo che) après (+ inf.), une fois (+ part.), quand (+ ind.): consegnata che ebbe la lettera, si congedò après avoir remis la lettre, il prit congé; une fois la lettre remise, il prit congé; quand il eut remis la lettre il partit. 13. ( non appena) dès que: cessata che fu la pioggia, uscimmo dès que la pluie eut cessé, nous sommes sortis. 14. ( correlativa) que: che tu sia d'accordo o no, poco importa que tu sois d'accord ou non, peu m'importe. 15. ( eccettuativa) que: non fa altro che piangere il ne fait que pleurer; non ho che te al mondo je n'ai que toi au monde. 16. (limitativa: per quanto) pour autant que. 17. (rafforzativa: in frasi interrogative) peut-être: che mi sia sbagliato? je me suis peut-être trompé?, peut-être que je me suis trompé?, je me serais trompé? 18. ( in frasi imperative) que: che entri pure qu'il entre donc; che nessuno ci disturbi que personne ne nous dérange. 19. (negli auguri, nelle imprecazioni) que: che Dio ti benedica que Dieu te bénisse; che ti venga un accidente! puisses-tu avoir un accident!, si seulement tu pouvais avoir un accident! III. che intz. 1. ( che cosa?) quoi!: che, neanche per sogno quoi! jamais de la vie!; che, non lo sai? quoi, tu n'es pas au courant? 2. ( sciocchezze!) balivernes!, ( colloq) foutaises!, ( colloq) quelle blague!: che, non ci credo ( colloq) foutaises! je n'y crois pas. 3. ( ma va'!) allons donc!, allez! -
39 good
good [gʊd]bon ⇒ 1A (a)-(d), 1B (a), 1C (a), 1C (c), 1C (d), 1D (a)-(e), 1E (a)-(d), 2 (a) beau ⇒ 1A (a), 1D (b) gentil ⇒ 1B (a) sage ⇒ 1B (b) favorable ⇒ 1C (b) bien ⇒ 2 (a), 2 (b), 3 pour ainsi dire ⇒ 5 pour de bon ⇒ 6A.∎ we're good friends nous sommes très amis;∎ we're just good friends on est des amis, c'est tout;∎ she has a good relationship with her staff elle a un bon contact avec ses employés;∎ they have a good sex life sexuellement, tout va bien entre eux;∎ they had a good time ils se sont bien amusés;∎ we had good weather during the holidays il faisait beau pendant nos vacances;∎ good to eat/to hear bon à manger/à entendre;∎ it's good to be home ça fait du bien ou ça fait plaisir de rentrer chez soi;∎ it's good to be alive il fait bon vivre;∎ wait until he's in a good mood attendez qu'il soit de bonne humeur;∎ to feel good être en forme;∎ he doesn't feel good about leaving her alone (worried) ça l'ennuie de la laisser seule; (ashamed) il a honte de la laisser seule;∎ it's too good to be true c'est trop beau pour être vrai ou pour y croire;∎ the good life la belle vie;∎ she's never had it so good! elle n'a jamais eu la vie si belle!;∎ this is as good as you can get or as it gets c'est ce qui se fait de mieux;∎ have a good day! bonne journée!;∎ it's good to see you je suis/nous sommes content(s) de te voir;∎ you can have too much of a good thing on se lasse de tout, même du meilleur∎ it's a good school c'est une bonne école;∎ he speaks good English il parle bien anglais;∎ she put her good shoes on elle a mis ses belles chaussures;∎ I need a good suit j'ai besoin d'un bon costume;∎ this house is good enough for me cette maison me suffit;∎ if it's good enough for you, it's good enough for me si ça vous va, alors ça me va aussi;∎ this isn't good enough ça ne va pas;∎ this work isn't good enough ce travail laisse beaucoup à désirer;∎ nothing is too good for her family rien n'est trop beau pour sa famille;∎ it makes good television ça marche bien à la télévision(c) (competent, skilful) bon, compétent;∎ do you know a good lawyer? connaissez-vous un bon avocat?;∎ she's a very good doctor c'est un excellent médecin;∎ he's a good swimmer c'est un bon nageur;∎ she's a good listener c'est quelqu'un qui sait écouter;∎ to be good in bed être bien au lit;∎ he's too good for that job il mérite une meilleure situation;∎ to be good at sth être doué pour ou bon en qch;∎ they're good at everything ils sont bons en tout;∎ he's good with children il sait s'y prendre avec les enfants;∎ to be good with one's hands être habile ou adroit de ses mains;∎ they're not good enough to direct the others ils ne sont pas à la hauteur pour diriger les autres;∎ you're as good as he is tu le vaux bien, tu vaux autant que lui;∎ she's as good an artist as you are elle vous vaut en tant qu'artiste;∎ to be good on French history/contract law (author) être bon en histoire de France/sur le droit des contrats;∎ to be good on sth (book) être complet sur qch;∎ the good gardening guide (title of book) le guide du bon jardinier∎ to be good for nothing être bon à rien;∎ this product is also good for cleaning windows ce produit est bien aussi pour nettoyer les vitres∎ good day! British or & American old-fashioned (hello) bonjour!; British old-fashioned (goodbye) adieu!;∎ good evening! bonsoir!;B.∎ good behaviour or conduct bonne conduite f;∎ she's a good person c'est quelqu'un de bien;∎ he's a good sort c'est un brave type;∎ she proved to be a good friend elle a prouvé qu'elle était une véritable amie;∎ he's been a good husband to her il a été pour elle un bon mari;∎ you're too good for him tu mérites mieux que lui;∎ they took advantage of his good nature ils ont profité de son bon naturel ou caractère;∎ he's a good Christian/communist c'est un bon chrétien/communiste;∎ to lead a good life (comfortable) avoir une belle vie; (moral) mener une vie vertueuse ou exemplaire;∎ they've always been good to me ils ont toujours été gentils avec moi;∎ life has been good to me j'ai eu de la chance dans la vie;∎ that's very good of you c'est très aimable de votre part;∎ he was very good about it il s'est montré très compréhensif;∎ it's good of you to come c'est aimable ou gentil à vous d'être venu;∎ would you be good enough to ask him? auriez-vous la bonté de lui demander?, seriez-vous assez aimable pour lui demander?;∎ would you be good enough to reply by return of post? voudriez-vous avoir l'obligeance de répondre par retour du courrier?;∎ old-fashioned or humorous and how's your good lady? et comment va madame?;∎ old-fashioned or humorous my good man mon brave;∎ literary good men and true des hommes vaillants;∎ literary the good ship Caledonia le Caledonia(b) (well-behaved) sage;∎ be good! sois sage!;∎ be a good boy and fetch Mummy's bag sois mignon, va chercher le sac de maman;C.∎ it's a good thing she's prepared to talk about it c'est une bonne chose qu'elle soit prête à en parler;∎ she had the good fortune to arrive just then elle a eu la chance d'arriver juste à ce moment-là;∎ it's a good job or good thing he decided not to go c'est une chance qu'il ait décidé de ou heureusement qu'il a décidé de ne pas y aller;∎ all good wishes for the New Year tous nos meilleurs vœux pour le nouvel an∎ to buy sth at a good price acheter qch bon marché ou à un prix avantageux;∎ you've got a good chance tu as toutes tes chances;∎ she's in a good position to help us elle est bien placée pour nous aider;∎ there are good times ahead l'avenir est prometteur;∎ he put in a good word for me with the boss il a glissé un mot en ma faveur au patron;∎ it's looking good (is going well) ça a l'air de bien se passer; (is going to succeed) ça se présente bien;∎ he's looking good (of boxer, athlete, election candidate) il a toutes ses chances∎ it's a good holiday spot for people with children c'est un lieu de vacances idéal pour ceux qui ont des enfants;∎ is this a good moment to ask him? est-ce un bon moment pour lui demander?;∎ this is as good a time as any autant le faire maintenant;∎ it's as good a way as any to do it c'est une façon comme une autre de le faire(d) (beneficial) bon, bienfaisant;∎ protein-rich diets are good for pregnant women les régimes riches en protéines sont bons pour les femmes enceintes;∎ eat your spinach, it's good for you mange tes épinards, c'est bon pour toi;∎ hard work is good for the soul! le travail forme le caractère!;∎ whisky is good for a cold le whisky est bon pour les rhumes;∎ to be good for business être bon pour les affaires;∎ he's not good for her il a une mauvaise influence sur elle;∎ this cold weather isn't good for your health ce froid n'est pas bon pour ta santé ou est mauvais pour toi;∎ it's good for him to spend time outdoors ça lui fait du bien ou c'est bon pour lui de passer du temps dehors;∎ he works more than is good for him il travaille plus qu'il ne faudrait ou devrait;∎ figurative he doesn't know what's good for him il ne sait pas ce qui est bon pour lui;∎ figurative if you know what's good for you, you'll listen si tu as le moindre bon sens, tu m'écouterasD.(a) (sound, strong) bon, valide;∎ I can do a lot with my good arm je peux faire beaucoup de choses avec mon bras valide;∎ my eyesight/hearing is good j'ai une bonne vue/l'ouïe fine∎ that colour looks good on him cette couleur lui va bien;∎ she has a good figure elle est bien faite;∎ the vase looks good there le vase rend très bien là(c) (valid, well-founded) bon, valable;∎ she had a good excuse/reason for not going elle avait une bonne excuse pour/une bonne raison de ne pas y aller;∎ I wouldn't have come without good reason je ne serais pas venu sans avoir une bonne raison;∎ they made out a good case against drinking tap water ils ont bien expliqué pourquoi il ne fallait pas boire l'eau du robinet(d) (reliable, trustworthy → brand, car) bon, sûr; Commerce & Finance (→ cheque) bon; (→ investment, securities) sûr; (→ debt) bon, certain;∎ my passport is good for five years mon passeport est bon ou valable pour cinq ans;∎ this coat is good for another year ce manteau fera encore un an;∎ familiar she's good for another ten years elle en a bien encore pour dix ans;∎ familiar he's always good for a laugh il sait toujours faire rire□ ;∎ how much money are you good for? (do you have) de combien d'argent disposez-vous?;∎ he should be good for a couple of hundred pounds on devrait pouvoir en tirer quelques centaines de livres;∎ they are or their credit is good for £500 on peut leur faire crédit jusqu'à 500 livres(e) (honourable, reputable) bon, estimé;∎ they live at a good address ils habitent un quartier chic;∎ to protect their good name pour défendre leur réputation;∎ the firm has a good name la société a (une) bonne réputation;∎ she's from a good family elle est de bonne famille;∎ a family of good standing une famille bienE.(a) (ample, considerable) bon, considérable;∎ a good amount or deal of money beaucoup d'argent;∎ a good (round) sum une somme rondelette;∎ a good few people pas mal de gens;∎ take good care of your mother prends bien soin de ta mère;∎ to make good money bien gagner sa vie;∎ I make good money je gagne bien ma vie;∎ we still have a good way to go nous avons encore un bon bout de chemin à faire;∎ I was a good way into the book when I realized that… j'avais déjà bien avancé dans ma lecture quand je me suis rendu compte que…;∎ a good thirty years ago il y a bien trente ans;∎ the trip will take you a good two hours il vous faudra deux bonnes heures pour faire le voyage;∎ she's been gone a good while ça fait un bon moment qu'elle est partie;∎ they came in a good second ils ont obtenu une bonne deuxième place;∎ there's a good risk of it happening il y a de grands risques que ça arrive(b) (proper, thorough) bon, grand;∎ I gave the house a good cleaning j'ai fait le ménage à fond;∎ have a good cry pleure un bon coup;∎ we had a good laugh on a bien ri;∎ I managed to get a good look at his face j'ai pu bien regarder son visage;∎ take a good look at her regardez-la bien;∎ he got a good spanking il a reçu une bonne fessée;∎ familiar we were good and mad on était carrément furax;∎ she'll call when she's good and ready elle appellera quand elle le voudra bien;∎ I was good and sorry to have invited her j'ai bien regretté de l'avoir invitée(c) (acceptable) bon, convenable;∎ we made the trip in good time le voyage n'a pas été trop long;∎ that's all very good or all well and good but→ c'est bien joli ou bien beau tout ça mais…(d) (indicating approval) bon, très bien;∎ I'd like a new suit - very good, sir! j'ai besoin d'un nouveau costume - (très) bien, monsieur!;∎ she left him - good! elle l'a quitté - tant mieux!;∎ he's feeling better - good, let him go il va mieux - très bien, laissez-le partir;∎ good, that's settled bon ou bien, voilà une affaire réglée;∎ (that) sounds good! (good idea) bonne idée!;∎ that's a good question c'est une bonne question;∎ familiar that's a good one! (joke) elle est (bien) bonne, celle-là!; ironic (far-fetched story) à d'autres!;∎ familiar good on you or for you! bravo!, très bien!;∎ good old Eric, I knew he wouldn't let us down! ce brave Eric, je savais qu'il ne nous laisserait pas tomber!;∎ good old London le bon vieux Londres;∎ the good old days le bon vieux temps2 adverb(a) (as intensifier) bien, bon;∎ a good hard bed un lit bien dur;∎ I'd like a good hot bath j'ai envie de prendre un bon bain chaud;∎ he needs a good sound spanking il a besoin d'une bonne fessée;∎ the two friends had a good long chat les deux amis ont longuement bavardé;∎ we took a good long walk nous avons fait une bonne ou une grande promenade∎ she writes good elle écrit bien;∎ the boss gave it to them good and proper le patron leur a passé un de ces savons;∎ their team beat us good and proper leur équipe nous a battus à plate couture ou à plates coutures;∎ I'll do it when I'm good and ready je le ferai quand ça me chantera;∎ I like my coffee good and strong j'aime le café bien fort;∎ make sure it's stuck on good and hard vérifie que c'est vraiment bien collé;∎ put the paint on good and thick appliquer la peinture en couches bien épaisses∎ a local boy made good un garçon du pays ou du coin qui a fait son chemin;∎ the prisoner made good his escape le prisonnier est parvenu à s'échapper ou a réussi son évasion;∎ they made good their promise ils ont tenu parole ou ont respecté leur promesse;∎ he made good his position as leader il a assuré sa position de leader;∎ to make sth good (mistake) remédier à qch; (damages, injustice) réparer qch; (losses) compenser qch; (deficit) combler qch; (wall, surface) apporter des finitions à qch;∎ we'll make good any expenses you incur nous vous rembourserons toute dépense;∎ American to make good on sth honorer qch3 noun(a) (morality, virtue) bien m;∎ they do good ils font le bien;∎ that will do more harm than good ça fera plus de mal que de bien;∎ to return good for evil rendre le bien pour le mal;∎ that organization is a power for good cet organisme exerce une influence salutaire;∎ she recognized the good in him elle a vu ce qu'il y avait de bon en lui;∎ there is good and bad in everyone il y a du bon et du mauvais en chacun de nous;∎ to be up to no good préparer un mauvais coup;∎ their daughter came to no good leur fille a mal tourné;∎ for good or evil, for good or ill pour le bien et pour le mal∎ this book isn't much good to me ce livre ne me sert pas à grand-chose;∎ if it's any good to him si ça peut lui être utile ou lui rendre service;∎ I was never any good at mathematics je n'ai jamais été doué pour les maths, je n'ai jamais été bon ou fort en maths;∎ he's no good il est nul;∎ he'd be no good as a teacher il ne ferait pas un bon professeur;∎ what's the good? à quoi bon?;∎ what good would it do to leave now? à quoi bon partir maintenant?;∎ what good will it do you to see her? ça te servira à quoi ou t'avancera à quoi de la voir?;∎ familiar a fat lot of good that did you! te voilà bien avancé maintenant!;∎ ironic that will do you a lot of good! tu seras bien avancé!, ça te fera une belle jambe!;∎ it's no good, I give up ça ne sert à rien, j'abandonne;∎ it's no good worrying about it ça ne sert à rien de ou ce n'est pas la peine de ou inutile de vous inquiéter;∎ I might as well talk to the wall for all the good it does je ferais aussi bien de parler au mur, pour tout l'effet que ça fait(c) (benefit, welfare) bien m;∎ I did it for your own good je l'ai fait pour ton (propre) bien;∎ a holiday will do her good des vacances lui feront du bien;∎ she resigned for the good of her health elle a démissionné pour des raisons de santé;∎ it does my heart good to see you so happy ça me réchauffe le cœur de vous voir si heureux;∎ much good may it do you! grand bien vous fasse!;∎ the common good l'intérêt m commun∎ the good and the bad les bons et les méchants;∎ only the good die young ce sont toujours les meilleurs qui partent les premierspour ainsi dire, à peu de choses près;∎ I'm as good as blind without my glasses sans lunettes je suis pour ainsi dire aveugle;∎ he's as good as dead c'est comme s'il était mort;∎ the job is as good as finished la tâche est pour ainsi dire ou est pratiquement finie;∎ it's as good as new c'est comme neuf;∎ he as good as admitted he was wrong il a pour ainsi dire reconnu qu'il avait tort;∎ they as good as called us cowards ils n'ont pas dit qu'on était des lâches mais c'était tout comme;∎ are you married? - as good as tu es marié? - non, mais c'est tout commepour de bon;∎ she left for good elle est partie pour de bon;∎ they finally settled down for good ils se sont enfin fixés définitivement;∎ for good and all une (bonne) fois pour toutes, pour de bon;∎ I'm warning you for good and all! c'est la dernière fois que je te le dis!∎ that's all to the good tant mieux;∎ he finished up the card game £15 to the good il a fait 15 livres de bénéfice ou il a gagné 15 livres aux cartes►► the Good Book la Bible;Good Friday le vendredi saint;good looks (attractive appearance) beauté f;American familiar good old boy or good ole boy or good ol' boy (white male from Southern US) = Blanc originaire du sud des États-Unis, aux valeurs traditionnelles; pejorative (redneck) plouc m;Bible the Good Samaritan le bon Samaritain;figurative good Samaritan bon Samaritain m;∎ she's a real good Samaritan elle a tout du bon Samaritain;American Law the good Samaritan laws = lois qui protègent un sauveteur de toutes poursuites éventuelles engagées par le blessé;the Good Shepherd le Bon Pasteur✾ Film 'The Good, the Bad and the Ugly' Leone 'Le Bon, la brute et le truand'ⓘ GOOD FRIDAY En Grande-Bretagne, il est traditionnel, le jour du vendredi saint, de manger des "hot cross buns" (petits pains ronds aux fruits secs, marqués d'une croix).ⓘ THE GOOD FRIDAY AGREEMENT Le processus de paix en Irlande du Nord, qui a été amorcé par les cessez-le-feu des groupes paramilitaires républicains et unionistes en 1994, a abouti au "Good Friday Agreement", l'accord de paix signé à Belfast en avril 1998. Cet accord, parrainé par les Premiers ministres britannique et irlandais, et finalement approuvé par le Sinn Féin et par la plupart des partis unionistes, a mis en place la "Northern Ireland Assembly", un parlement quasi autonome avec un partage démocratique du pouvoir entre les communautés protestante et catholique. Cet accord est une étape vers la fin de trente ans de guerre civile en Ulster.ⓘ You've never had it so good Ce slogan a été utilisé pour la première fois aux États-Unis en 1952 par les Démocrates. Il signifie "vous êtes aujourd'hui plus prospères que jamais". En Grande-Bretagne, ce slogan est associé au Premier ministre conservateur Harold Macmillan qui l'utilisa dans un discours en 1957. Aujourd'hui, on utilise cette formule sur le mode ironique lorsqu'une situation n'encourage pas du tout à l'optimisme. -
40 fine
fine [faɪn]excellent ⇒ 1 (a) beau ⇒ 1 (a), 1 (f) fin ⇒ 1 (b), 1 (c) bien ⇒ 1 (d), 1 (e), 2 subtil ⇒ 1 (g) amende ⇒ 3 condamner à une amende ⇒ 4(a) (of high quality → meal, speech, view) excellent; (beautiful and elegant → clothes, house) beau (belle); (→ fabric) précieux;∎ this is very fine workmanship c'est un travail d'une grande qualité;∎ she is a very fine athlete c'est une excellente athlète;∎ this is a very fine wine c'est un vin vraiment excellent;∎ British a fine chap un bon gars;∎ she is a fine lady (admirable character) c'est une femme admirable; (elegant) c'est une femme élégante;∎ to appeal to sb's finer feelings faire appel aux nobles sentiments de qn;∎ to play at being the fine lady jouer les grandes dames;∎ that was a fine effort by Webb superbe effort de la part de Webb;∎ a fine example un bel exemple;∎ of the finest quality de première qualité;∎ made from the finest barley fabriqué à base d'orge de la meilleure qualité;∎ her finest hour was winning the gold elle a eu son heure de gloire quand elle a remporté la médaille d'or(b) (very thin → hair, nib, thread) fin;∎ in this case there is a fine line between fact and fiction dans le cas présent la frontière est très mince entre la réalité et la fiction;∎ it's a fine line la différence ou la distinction est infime ou très subtile∎ to chop or to cut sth (up) fine hacher qch menu;∎ figurative to cut it fine calculer juste;∎ that's cutting it a bit fine tu calcules un peu juste(d) (good, OK)∎ how is everyone? - oh, they're all fine comment va tout le monde? - tout le monde va bien;∎ I'm just fine, thanks ça va très bien, merci;∎ how are you? - fine, thanks comment ça va? - bien, merci;∎ more coffee? - no thanks, I'm fine encore du café? - non, ça va, merci;∎ the tent's fine for two, but too small for three la tente convient pour deux personnes, mais elle est trop petite pour trois;∎ I'll be back in about an hour or so - fine je serai de retour d'ici environ une heure - d'accord ou entendu ou très bien;∎ I was a bit worried about the new job, but it turned out fine in the end j'étais un peu inquiet à propos de mon nouveau travail mais ça s'est finalement bien passé;∎ (that's) fine très bien, parfait;∎ that's fine by or with me ça me va;∎ that's all very fine, but what about me? tout ça c'est bien joli, mais moi qu'est-ce que je deviens dans l'affaire?;∎ this is fine for those who can afford it c'est très bien pour ceux qui peuvent se le permettre∎ that looks fine to me cela m'a l'air d'aller;∎ he looks fine now (in health) il a l'air de bien aller maintenant;∎ you look just fine, it's a very nice dress tu es très bien, c'est une très jolie robe;∎ that sounds fine (suggestion, idea) très bien, parfait; (way of playing music) cela rend très bien∎ a fine day une belle journée;∎ there will be fine weather or it will be fine in all parts of the country il fera beau ou il y aura du beau temps dans tout le pays;∎ it's turned out fine again il fait encore beau;∎ it was a bit cloudy in the morning, but it turned out fine in the end le temps était un peu nuageux le matin, mais finalement ça a été une belle journée;∎ I hope it keeps fine for the barbecue pourvu que le beau temps continue pour le barbecue;∎ I hope it keeps fine for you j'espère que tu auras du beau temps;∎ one of these fine days un de ces jours;∎ one fine day un beau jour∎ fine detail petit détail m;∎ to make some fine adjustments to sth (to text, plan) peaufiner qch; (to engine) faire des petits réglages sur qch;∎ there are still a few fine adjustments to be made il reste quelques petits détails à régler;∎ not to put too fine a point on it pour parler carrément∎ that's a fine thing to say! c'est charmant de dire ça!;∎ she was in a fine state elle était dans un état épouvantable;∎ look at you, you're in a fine state! non mais tu t'es vu!, ah tu es dans un bel état!;∎ you picked a fine time to leave me/tell me! tu as bien choisi ton moment pour me quitter/me le dire!;∎ this is a fine time to start that again! c'est bien le moment de remettre ça sur le tapis!;∎ you're a fine one to talk! ça te va bien de dire ça!, tu peux parler!;∎ here's another fine mess you've got me into! tu m'as encore mis dans un beau pétrin!;∎ a fine friend you are! eh bien, tu fais un bon copain/une bonne copine!;∎ this is a fine time to come in/get up! c'est à cette heure-ci que tu rentres/te lèves?2 adverb(well) bien;∎ yes, that suits me fine oui, cela me va très bien;∎ the baby is doing fine le bébé va très bien;∎ we get along fine together on s'entend très bien3 noun(punishment) amende f, contravention f;∎ to impose a fine on sb infliger une amende à qn;∎ a parking fine une contravention ou amende pour stationnement illégal;∎ she was made to pay a fine elle a dû payer une amende;∎ a £25 fine une amende de 25 livres(order to pay) condamner à une amende, donner une contravention à;∎ she was fined heavily elle a été condamnée à une lourde amende ou contravention;∎ she was fined for speeding elle a reçu une contravention pour excès de vitesse;∎ they fined her £25 for illegal parking ils lui ont donné ou elle a eu une amende ou contravention de 25 livres pour stationnement illégal►► fine art (UNCOUNT) beaux-arts mpl;∎ to study fine art étudier les beaux-arts;∎ figurative he's got it down to a fine art il est expert en la matière;∎ she's got washing the car down to a fine art elle est passée maître dans l'art de laver la voiture;fine arts beaux-arts mpl;Finance fine bill beau papier m;Finance fine trade bill papier m de haut commerce ou de première catégorieⓘ This is another fine mess you've gotten us into Il s'agit d'une formule utilisée par Oliver Hardy, le plus gros des membres du célèbre duo comique américain Laurel et Hardy. Chaque fois que les deux compères se retrouvent en difficulté et quelles que soient les circonstances, Hardy s'en prend à Laurel en ces termes: this is another fine mess you've gotten us into ("tu nous as encore mis dans de beaux draps!"). On utilise aujourd'hui cette phrase sur le mode humoristique dans toute situation similaire.
См. также в других словарях:
Non rétroactivité des lois — Rétroactivité en droit français « L’office de la loi est de régler l’avenir ; le passé n’est plus en son pouvoir. Partout où la rétroactivité serait admise, non seulement la sûreté n’existerait plus, mais son ombre même. »… … Wikipédia en Français
Associations luttant contre le non-respect des droits de l'homme en Iran — Droits de l homme en Iran À partir du XIXe siècle la notion de droits de l homme commence à pénétrer en Iran. Au cours du XXe siècle, les droits de l homme font l objet de luttes pour leur application et de restrictions diverses, qui… … Wikipédia en Français
Non-dualite — Non dualité La non dualité désigne à la fois l unité fondamentale qui, selon certaines écoles spirituelles, sous tendrait la diversité apparente, la multiplicité des formes du monde, et les approches philosophiques ou pratiques qui conduiraient à … Wikipédia en Français
Non-duelle — Non dualité La non dualité désigne à la fois l unité fondamentale qui, selon certaines écoles spirituelles, sous tendrait la diversité apparente, la multiplicité des formes du monde, et les approches philosophiques ou pratiques qui conduiraient à … Wikipédia en Français
Des Principes De L'économie Politique Et De L'impôt — Première page du livre. Des Principes de l économie politique et de l impôt (On the Principles of Political Economy and Taxation) est le principal ouvrage de l économiste anglais … Wikipédia en Français
Des principes de l'economie politique et de l'impot — Des principes de l économie politique et de l impôt Première page du livre. Des Principes de l économie politique et de l impôt (On the Principles of Political Economy and Taxation) est le principal ouvrage de l économiste anglais … Wikipédia en Français
Mais — Maïs Maïs … Wikipédia en Français
Non religieux — Religion Une religion est un ensemble de rites, croyances généralement théistes[Note 1], composé de règles (éthiques ou pratiques), de récits, de symboles ou de dogmes adoptés comme conviction par une société, un groupe ou une personne. Par… … Wikipédia en Français
Non-rétroactivité — Rétroactivité en droit français « L’office de la loi est de régler l’avenir ; le passé n’est plus en son pouvoir. Partout où la rétroactivité serait admise, non seulement la sûreté n’existerait plus, mais son ombre même. »… … Wikipédia en Français
Non-rétroactivité en droit français — Rétroactivité en droit français « L’office de la loi est de régler l’avenir ; le passé n’est plus en son pouvoir. Partout où la rétroactivité serait admise, non seulement la sûreté n’existerait plus, mais son ombre même. »… … Wikipédia en Français
Dés — Dé Pour les articles homonymes, voir Dé (homonymie) et D6. Deux dés à jouer ordinaires. Un dé est un objet, généralement de petite taille et de forme … Wikipédia en Français