-
41 gegeven
gegeven1〈 het〉1 [geval, feit] data 〈 enkelvoud of meervoud〉; datum ⇒ fact, information, 〈 computer〉 data, 〈 computer〉 entry, 〈 computer〉 item3 [wiskunde] given♦voorbeelden:1 (gebrek aan) feitelijke gegevens • (lack of) factual information/factsnadere gegevens • further information〈 computer〉 gegevens opslaan/invoeren/opvragen • store/input/retrieve data————————gegeven22 [zich voordoend] given3 [wiskunde] given♦voorbeelden:op een gegeven moment begin je je af te vragen … • there comes a time when you begin to wonder …op een gegeven moment kan het je niets meer schelen • you reach a stage where you no longer care2 in de gegeven omstandigheden • in/under the circumstances¶ zich aan zijn gegeven woord houden • keep/stick to one's word -
42 nippertje
♦voorbeelden:¶ op het nippertje • at the (very) last moment/secondzij kwam net op het nippertje • she came just in time/(just) in the (very) nick of timedat was op het nippertje • that was a close/near thing; 〈 met betrekking tot ontsnapping ook〉 that was a close shave/callop het nippertje ontsnappen • have a narrow escapede student haalde op het nippertje zijn examen • the student (just) scraped through (his exam)/only passed by the skin of his teethhij kwam op het laatste nippertje • he came at the (very) last moment/the last (possible) moment -
43 punt
2 [muziek] dot3 [waarde-eenheid] point5 [drukwezen] point♦voorbeelden:de dubbelepunt • the colonergens een punt achter zetten • 〈 figuurlijk〉 put a stop to something; 〈 met betrekking tot werk〉 call it a dayik was gewoon kwaad, punt, uit! • I was just angry, full stopje gaat (er) wel heen, punt, uit! • you're going, and that's final!hoeveel punten hebben jullie? • what's your score?hij werd verslagen met drie punten • he was beaten by three pointszij had de meeste punten • she had the highest number of pointshij is twee punten vooruitgegaan • he has gone up (by) two marksII 〈 het〉2 [wiskunde] point4 [onderdeel] point ⇒ 〈 van programma, agenda ook〉 item, 〈 van aanklacht ook〉 count, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 matter, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 question, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 issue♦voorbeelden:1 we zijn op het dode punt gekomen • we've reached a stalemate/an impassewanneer de zon haar hoogste punt bereikt heeft • when the sun has reached its zenith/its highest pointhet hoogste punt van de berg • the summit/top of the mountainhet laagste punt bereiken • reach rock bottomhet mooiste punt van ons land • the most beautiful place in our countryhet kritieke punt • the critical momenthij stond op het punt van vertrek/(om) te vertrekken • he was (just) about to leavehij was/stond op het punt om alles te verliezen • he was on the verge of losing everythingop het punt staan in tranen uit te barsten • be near to tearseen punt van overeenkomst • a (point of) similarityeen punt van overweging vormen • be a considerationtijd is geen punt van overweging • time is (of) no considerationeen belangrijk punt is … • an important point is …een bepaald punt ter sprake brengen • bring up a certain pointdat is niet zijn sterke punt • that is not his strong pointeen teer punt aanroeren • touch a sore pointeen teer/een netelig punt • a delicate/ticklish pointzijn zwakke punt • his weak pointtot in de puntjes verzorgd • 〈 uitstekend gekleed〉 spick and span; 〈 zeer goed georganiseerd〉 shipshapeiets tot in de puntjes kennen • know something inside-outop dat punt is hij zeer gevoelig • he's very sensitive on that pointop het punt van • in the matter ofschuldig bevonden op alle punten • be found guilty on all countseen zaak punt voor punt nagaan • check a matter point by pointhet punt waar het op aankomt, is … • the thing that really matters is …geen punt! • no problem!III 〈de〉2 [puntig gesneden part] 〈 ook van kaas〉 wedge, (wedge-shaped) piece♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ik zie aan het puntje van je neus dat je jokt • I can see from your face you're lyingpunt van een pen • nib of a pende punt van een potlood • the point of a pencilpunt van een schoen • toe(cap) of a shoede punt van een speld/van een mes • the point of a pin/knifestoot niet tegen de punt van de tafel • mind the corner of the tablehet ligt op het puntje van mijn tong • it's on the tip of my tongueeen punt aan een potlood slijpen • sharpen a pencilop het puntje van zijn stoel zitten • be poised on the edge of his seat, be all attention/all ears -
44 tijdstip
♦voorbeelden:1 het tijdstip van vertrek • the time/moment of departureeen gunstig tijdstip kiezen • choose an opportune momentiets tot een later tijdstip uitstellen • postpone something (until later)op een onchristelijk tijdstip thuiskomen • come home at some ungodly hourop een bepaald tijdstip • at a certain point in time -
45 (heeft u) een ogenblikje?
(heeft u) een ogenblikje?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (heeft u) een ogenblikje?
-
46 aanbreken
♦voorbeelden:bij het aanbreken van de dag/nacht • at daybreak/nightfallII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
47 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
48 achternamiddag
1 [laatste deel van de middag] late afternoon2 [verloren uurtje] spare/odd hour/moment♦voorbeelden:2 dat kan in een achternamiddag worden gedaan • that can be done at any old time/odd moment -
49 bevallen
1 [baren] give birth (to)♦voorbeelden:1 ze moet bijna/kan elk moment bevallen • she is near her term, she could have the baby at any momentzij is van een dochter bevallen • she gave birth to a daughterhet bevalt mij niets dat • I'm not at all pleased thathoe is het u bevallen? • how did you like it?hoe bevalt het je op school? • how do you like school? -
50 ditzelfde
-
51 even weg zijn
even weg zijn -
52 eventjes
3 [met weinig tijd, moeite; een klein beetje] just♦voorbeelden:1 eventjes aanraken • (only) just/barely touch3 als je nu nog eventjes doorredeneert, dan … • if you just follow that line of reasoning through, …laat mij dat nu eventjes doen • just let me do that -
53 geen ogenblik rust/vrij hebben
geen ogenblik rust/vrij hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen ogenblik rust/vrij hebben
-
54 het kan elk ogenblik plaatsvinden
het kan elk ogenblik plaatsvindenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kan elk ogenblik plaatsvinden
-
55 hij kwam op het laatste nippertje
hij kwam op het laatste nippertjehe came at the (very) last moment/the last (possible) momentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kwam op het laatste nippertje
-
56 historisch
1 [van historische betekenis] historic♦voorbeelden:een historische roman • a historical novel3 dat is historisch • that's a historical fact/a true storyII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [met betrekking tot opeenvolging in de tijd; met betrekking tot de bestudering van de geschiedenis] historical♦voorbeelden:1 de historische ontwikkeling • the historical development, the development in timeiets historisch bewijzen • prove something by means of historical researchdat is historisch gegroeid • that is a result of historical factors -
57 impulsief
♦voorbeelden:1 een impulsieve beslissing • a(n) impulsive/snap/spur-of-the-moment decisionimpulsief gedrag • impulsive behaviour, impulsivenessiets impulsief doen • do something on (an) impulse/on the spur of the momentzich impulsief gedragen • act impulsively -
58 in een onbewaakt ogenblik
in een onbewaakt ogenblik————————in een onbewaakt ogenblikVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een onbewaakt ogenblik
-
59 juist
3 [correct] correct♦voorbeelden:1 de juiste tijd • the right/correct timejuist! • exactly!precies op het juiste ogenblik • at the right/proper momentis dit de juiste spelling? • is this the right spelling?juist handelen • act correctly4 een juiste beloning • a just/fair rewardII 〈 bijwoord〉1 [precies; met name] just, exactly, of all times/places/people/ 〈enz.〉; 〈 in tegenstellingen〉 no, on the contrary2 [zoëven] just♦voorbeelden:gelukkig? ik ben juist diepbedroefd! • happy? no, I'm terribly sad!daar zit nu juist de fout • that's precisely where the mistake liesdaarom juist • that's exactly why〈 klagend〉 waarom juist hier? • why here (of all places)?de bal ging juist naast • the ball just missedjuist nu komen ze hun geld terugvragen • now of all times they come asking for their money backjuist nu moeten we zien door te zetten • now is precisely the time when we have to push onjuist op dat ogenblik kwam zij binnen • just/right at that moment she came indat is het (hem nu) juist! • that's (just) it! -
60 kritiek
kritiek1〈de〉1 [analyse, beschouwing] criticism2 [uiting van afkeuring] criticism♦voorbeelden:1 opbouwende/afbrekende kritiek • constructive/destructive criticismben je niet bestand tegen kritiek? • can't you take criticism?2 een golf van kritiek • a barrage/wave of criticismvernietigende/scherpe kritiek leveren op • criticize violently/severelykritiek hebben op iemand/iets • be critical of someone/somethingopenlijk kritiek leveren • criticize openlyaltijd met kritiek klaar staan • be always ready/quick to criticize3 goede/slechte kritieken krijgen • get good/bad reviewseen kritiek schrijven • write a (critical) review————————kritiek21 [netelig, hachelijk, gevaarlijk] critical♦voorbeelden:2 op het kritieke moment • at the crucial/critical moment
См. также в других словарях:
moment — [ mɔmɑ̃ ] n. m. • 1119; lat. momentum, contract. de movimentum « mouvement » I ♦ 1 ♦ Espace de temps limité (relativement à une durée totale) considéré le plus souvent par rapport aux faits qui le caractérisent. ⇒ 2. instant, intervalle; heure,… … Encyclopédie Universelle
moment — 1. (mo man) s. m. 1° Partie petite, mais indéterminée, du temps. • Un moment donne au sort des visages divers, CORN. Cid, I, 1. • Un moment l a fait naître, un moment va l éteindre, CORN. ib. II, 3. • Un moment est bien long à qui ne sait … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
moment — MOMÉNT, momente, s.n. 1. Interval scurt de timp; clipă, secundă. ♢ loc. adj. De moment = de scurtă durată; efemer; vremelnic. ♢ loc. adv. Pentru moment = provizoriu, deocamdată, pentru scurt timp. Pe moment = în prima clipă, în acea clipă. În tot … Dicționar Român
Moment — Moment(s) may refer to: Moment (time) Contents 1 Science, engineering, and mathematics 2 Art and entertainment … Wikipedia
moment — MOMENT. s. m. Instant, la plus petite partie du temps qu on puisse s imaginer. Il n y a aucun moment dans la vie où nous n ayons besoin de la toute puissance de Dieu pour nous conserver. le moment de la conception. le moment de la mort. l… … Dictionnaire de l'Académie française
Moment — Mo ment, n. [F. moment, L. momentum, for movimentum movement, motion, moment, fr. movere to move. See {Move}, and cf. {Momentum}, {Movement}.] 1. A minute portion of time; a point of time; an instant; as, at that very moment. [1913 Webster] In a… … The Collaborative International Dictionary of English
moment — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mnż I, D. u, Mc. momentncie {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} relatywnie mały odcinek czasu; chwila, chwilka : {{/stl 7}}{{stl 10}}Zrobić coś, przyjść, wyjść za moment. To zajmie tylko… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
moment — mòment (mòmenat, momȅnt) m <G mn nātā> DEFINICIJA 1. a. kratak interval; čas, tren, trenutak b. poseban trenutak u vremenu, naročito u sadašnjosti [u ovom momentu važno je biti priseban] 2. a. izdvojeni dio čega što se zbiva, događaja ili… … Hrvatski jezični portal
Moment — Sm std. (13. Jh.), mhd. mōmente f Entlehnung. Ist entlehnt aus l. mōmentum n., eigentlich Bewegung, Dauer einer Bewegung , zu l. movēre bewegen . Im Sinne von Bewegkraft, ausschlaggebende Kraft daneben Moment n. Das maskuline Genus nach frz.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Moment — ¹Moment Atemzug, Augenblick, Minute, Nu, Sekunde. ²Moment Element, Faktor, Gesichtspunkt, Hinsicht, Umstand; (bildungsspr.): Aspekt. * * * Moment: I.Moment,der:1.⇨Augenblick(1)–2.imM.:⇨jetzt(1);imletztenM.:⇨Augenblick(2);voreinemM.:⇨eben(2) … Das Wörterbuch der Synonyme
moment — (n.) mid 14c., very brief portion of time, instant, in moment of time, from O.Fr. moment (12c.) moment, minute; importance, weight, value or directly from L. momentum movement, motion; moving power; alteration, change; also short time, instant… … Etymology dictionary