-
1 subject
• subject -
2 subject
-
3 subject
n. subject -
4 onderwerp
• subject -
5 vakgebied
• subject -
6 onderwerpgericht gegevensbestand
• subject-databaseNederlands-Engels Technisch Woordenboek > onderwerpgericht gegevensbestand
-
7 onderwerp
1 [zaak waarover men denkt/schrijft/spreekt] subject (matter)2 [taalkunde] subject♦voorbeelden:onderwerp van gesprek • topic/subject of conversationhét onderwerp van gesprek/van de dag • the talk of the town -
8 thema
I 〈 het〉2 [grondgedachte, motief] theme♦voorbeelden:1 een thema aansnijden • broach the subject of …/a subjectdat zijn maar nieuwe variaties op een oud thema • 〈 figuurlijk〉 these are only variations on a theme/an old theme1 [te vertalen tekst] translation exercise♦voorbeelden: -
9 heteronomie
n. heteronomy, theory that the will is subject to outside influences (Philosophy); quality of having different laws of growth (Biology); quality of being subject of the laws of another -
10 onderwerp
n. subject, subject matter, object, topic, theme, text -
11 stof
• cloth• dust• material• matter• subject• subject-matter• substance -
12 afstudeeropdracht
1 subject for final project ⇒ ±thesis subjectVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > afstudeeropdracht
-
13 beding
♦voorbeelden:onder beding van • subject toik wil het doen, onder één beding • I'll do it on one conditiononder geen beding • under no circumstances -
14 behoudens
1 [met voorbehoud van] subject to2 [behalve] except (for)3 [met behoud van] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:2 behoudens enkele wijzigingen werd het plan goedgekeurd • with a few alterations, the plan was approved -
15 brengen
2 [begeleiden naar] take♦voorbeelden:mensen (weer) bij elkaar brengen • bring/get people (back) togethernaar huis brengen • take homeeen kind naar bed brengen • put a child to bed3 iemand dank/hulde brengen • give someone thanks, pay someone tributeeen lied brengen • perform a songin deze aflevering brengen wij drie reportages • in this week's/today's 〈enz.〉programme we have/present three reportswat zal de tijd ons brengen? • what will the future bring (us)?brengen zij dit jaar weer een toneelstuk? • will they be doing another play this year?te berde brengen • bring up, raiseeen zaak voor het gerecht brengen • take a matter to courtzich(zelf) ertoe brengen om … • bring oneself to …wat bracht je ertoe het niet te doen? • what(ever) stopped you ((from) doing it)?wat bracht je ertoe het te doen? • what(ever) made you do it?iemand aan het twijfelen brengen • raise doubt(s) in someone's mindiets aan de man brengen • sell somethingiemand aan het lachen brengen • make someone laughhet gesprek op een bepaald onderwerp brengen • bring the conversation round to a particular subjecthet gesprek op iets anders brengen • change the subjectwie/wat heeft hem op dat idee gebracht? • who(ever)/what(ever) gave him that idea?het nooit en te nimmer tot iets brengen • never get anywherehet voor elkaar brengen • fix things (up)¶ jawel! morgen brengen • not likely!het ver brengen • go far -
16 chapiter
1 [hoofdstuk] chapter2 [onderwerp van gesprek] subject♦voorbeelden:2 dat is een heel ander chapiter • that is quite another story/kettle of fishvan chapiter veranderen • change the subject -
17 dienaangaande
♦voorbeelden:1 dienaangaande berichten wij het volgende • with respect to that/on that subject we report the following -
18 een materie induiken
een materie induikenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een materie induiken
-
19 een thema aansnijden
een thema aansnijdenbroach the subject of …/a subjectVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een thema aansnijden
-
20 eindexamenvak
См. также в других словарях:
Subject — may refer to: *An area of interest, also called a topic meaning , thing you are talking or discussing about . It can also be termed as the area of discussion . See Lists of topics and Lists of basic topics. **An area of knowledge; **The focus of… … Wikipedia
subject — n 1 *citizen, national Antonyms: sovereign 2 Subject, matter, subject matter, argument, topic, text, theme, motive, motif, leitmotiv can mean the basic idea or the principal object of thought or attention in a discourse or artistic composition.… … New Dictionary of Synonyms
Subject — Sub*ject , n. [From L. subjectus, through an old form of F. sujet. See {Subject}, a.] 1. That which is placed under the authority, dominion, control, or influence of something else. [1913 Webster] 2. Specifically: One who is under the authority… … The Collaborative International Dictionary of English
subject — [sub′jikt, sub′jekt΄; ] for v. [ səb jekt′] adj. [ME suget < OFr < L subjectus, pp. of subjicere, to place under, put under, subject < sub , under + jacere, to throw: see JET1] 1. under the authority or control of, or owing allegiance to … English World dictionary
subject — sub·ject / səb ˌjekt/ n: the person upon whose life a life insurance policy is written and upon whose death the policy is payable: insured compare beneficiary b, policyholder Merriam Webster’s Dictionary of Law. Merriam Webster … Law dictionary
Subject — Sub*ject , a. [OE. suget, OF. souzget, sougit (in which the first part is L. subtus below, fr. sub under), subgiet, subject, F. sujet, from L. subjectus lying under, subjected, p. p. of subjicere, subicere, to throw, lay, place, or bring under;… … The Collaborative International Dictionary of English
Subject — Sub*ject , v. t. [imp. & p. p. {Subjected}; p. pr. & vb. n. {Subjecting}.] 1. To bring under control, power, or dominion; to make subject; to subordinate; to subdue. [1913 Webster] Firmness of mind that subjects every gratification of sense to… … The Collaborative International Dictionary of English
Subject-to — is a way of purchasing property when there is an existing lien (i.e., Mortgage, Deed of Trust). It is defined as: Acquiring ownership to a property from a seller without paying off the existing liens secured against the property. It is a way of… … Wikipedia
subject to — 1》 likely or prone to be affected by (something bad). → subject subject to conditionally upon. → subject … English new terms dictionary
subject — [adj] at the mercy of; answerable accountable, apt, at one’s feet*, bound by, captive, collateral, conditional, contingent, controlled, dependent, directed, disposed, enslaved, exposed, governed, in danger of, inferior, liable, likely, obedient,… … New thesaurus
subject — ► NOUN 1) a person or thing that is being discussed, studied, or dealt with. 2) a branch of knowledge studied or taught. 3) Grammar the word or words in a sentence that name who or what performs the action of the verb. 4) a member of a state… … English terms dictionary