-
1 aanbreken
♦voorbeelden:bij het aanbreken van de dag/nacht • at daybreak/nightfallII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 aanbreken
v. begin; open, unseal; dawn -
3 aanbreken van de dag
n. daybreak, beginning of day -
4 bij het aanbreken van de dag/nacht
bij het aanbreken van de dag/nachtat daybreak/nightfallVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij het aanbreken van de dag/nacht
-
5 dagen
1 [dag worden] dawn♦voorbeelden:het daagt in het oosten • the sun comes up in the east♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 iemand voor het gerecht dagen • summon(s)/subpoena someone -
6 krieken
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский