-
1 Lucifer
n. Lucifer, de duivel; Venus (planeet in het zonnestelsel) -
2 lucifer
lusafè, suafel, suafloDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > lucifer
-
3 спичка
lucifer -
4 lusafè
lucifer -
5 suafel
lucifer -
6 suaflo
lucifer -
7 tändsticka
lucifer -
8 lusafè
lucifer -
9 suafel
lucifer -
10 suaflo
lucifer -
11 safety match
-
12 match
n. gelijke; opgewassen (zijn; wedstrijd, match; huwelijk; partij; paar, stel; lucifer--------v. aanpassen; passen; een waardige tegenstander; vergelijken; gelijk maken; huwelijken; uithuwelijken; (in computers) het vergelijken van informatiematch1[ mætsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 huwelijk5 paar ⇒ koppel, stel (bij elkaar passende zaken)6 lucifer♦voorbeelden:be a match for • opgewassen zijn tegen, niet onderdoen voorbe more than a match for someone • iemand de baas zijn————————match2♦voorbeelden:1 matching clothes/colours • bij elkaar passende kleren/kleurenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 evenaren ⇒ opgewassen zijn tegen, niet onderdoen voor♦voorbeelden:can you match that? • kan je dat net zo goed doen?they are well matched • zij zijn aan elkaar gewaagdmatch to • in overeenstemming brengen met -
13 allumette
-
14 craquer
craquer [kraakee]2 knappen ⇒ scheuren, openbarsten3 dreigen te mislukken ⇒ op instorten staan, wankelen, kraken♦voorbeelden:il a craqué • hij is ingestortII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen scheuren ⇒ doen knappen, kapotmaken♦voorbeelden:craquer sa veste • uit zijn jasje scheurenv1) kraken, knarsen2) scheuren4) toegeven5) kicken (op)7) aanstrijken [lucifer] -
15 спичка
ngener. lucifer, lucifershoutje -
16 dead match
-
17 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
18 matchstick
-
19 strike
n. staking; aanval; uitvinding; geluk--------v. slaan; aansteken; toeslaan; toeschijnen; schijnen; opkomen bij; treffen; staken; doorhalen; waarmakenstrike1[ strajk] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 staking♦voorbeelden:————————strike21 slaan ⇒ slaan in/met/op/tegen; uithalen; treffen, raken; aanvallen, toeslaan; aanslaan 〈 snaar, noot〉; aan de haak slaan, vangen; munten, geld slaan; aansteken 〈 lucifer〉; botsen (met/op), stoten (op/tegen)3 wortel (doen) schieten ⇒ stekken; (zich) vasthechten (in)4 aanvoelen ⇒ aandoen, lijken5 (op pad/weg) gaan ⇒ beginnen (met)♦voorbeelden:the clock strikes • de klok slaatstruck dumb • met stomheid geslagenthey were struck silent • ze stonden als verstomdstrike through • doorstrepen, schrappenstrike (up)on • treffen, slaan op; stoten op, ontdekken; krijgen, komen op 〈 idee〉strike at • uithalen naar, een slag toedienen 〈 ook figuurlijk〉struck by lightning • door de bliksem getroffenstrike someone off the list • iemand royerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bereiken ⇒ sluiten, halen4 uitkomen op ⇒ tegenkomen, stuiten op5 ontdekken ⇒ vinden, stoten op6 een indruk maken op ⇒ opvallen, lijken♦voorbeelden:strike a bargain with • het op een akkoordje gooien metdid it ever strike you that • heb je er wel eens aan gedacht dat¶ strike terror into someone's heart • iemand met schrik vervullen/de schrik op het lijf jagen -
20 fusee
n. lucifer (met grote kop); waarschuwingsknipperlicht (voor treinen)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Lucifer — (zu lat. lucifer „lichtbringend“) ist die Bezeichnung u. a. für Lucifer (Römische Mythologie), Personifikation des Morgensterns in der römischen Mythologie Luzifer, eine mythologisch biblische Gestalt, gleichbedeutend mit einem Namen des… … Deutsch Wikipedia
Lucifer — • The name Lucifer originally denotes the planet Venus, emphasizing its brilliance Catholic Encyclopedia. Kevin Knight. 2006. Lucifer Lucifer … Catholic encyclopedia
Lucifer — O.E. Lucifer Satan, also morning star, from L. Lucifer morning star, lit. light bringing, from lux (gen. lucis) light (see LIGHT (Cf. light) (n.)) + ferre carry (see INFER (Cf. i … Etymology dictionary
Lucifer — Lu ci*fer, n. [L., bringing light, n., the morning star, fr. lux, lucis, light + ferre to bring.] [1913 Webster] 1. The planet Venus, when appearing as the morning star; applied in Isaiah by a metaphor to a king of Babylon. [1913 Webster] How art … The Collaborative International Dictionary of English
Lucĭfer — (gr. Phosphoros, Lichtbringer), 1) der Planet Venus, wenn er früh vor der Sonne aufgeht, Morgenstern; dagegen Hesperus als Abendstern; 2) in neueren christlichen Mythen der Teufel; 3) (Homo lucifer), s. Geschwänzte Menschen … Pierer's Universal-Lexikon
Lucifer — Lucifer, ursprünglich Lichtträger, griechisch Phosphoros, ein Beiname des Venusplaneten als Morgenstern. Nach der Mythe ein Sohn des Kephalos und der Aphrodite, der Vater der Hesperiden und des Dädalion. Später nannte man auch den Teufel Lucifer … Damen Conversations Lexikon
Lucifer — {{Lucifer}} »Lichtbringer«, der Morgenstern (gr. Heosphoros), der zunächst nicht als Planet Venus erkannt wurde. Für die christlichen Kirchenväter wurde Lucifer zum Namen des Teufels als eines gefallenen Engels, weil sie eine auf den König von… … Who's who in der antiken Mythologie
Lucifer — Lùcifer m DEFINICIJA mit. 1. kršć. pali arkanđeo koji se pobunio protiv Boga i zbog toga bio bačen u pakao; često poistovjećivan sa Sotonom; »Svjetlonoša« 2. personifikacija zvijezde Danice 3. pren. zao čovjek, oličenje vraga ETIMOLOGIJA lat.… … Hrvatski jezični portal
lucifer — (De Lucifer, príncipe de los ángeles rebelados). 1. m. poét. lucero (ǁ planeta Venus). 2. Hombre soberbio, encolerizado y maligno … Diccionario de la lengua española
Lucifer — ► NOUN 1) the Devil. 2) literary the planet Venus in the morning. 3) (lucifer) archaic a match. ORIGIN Latin, light bringing, morning star … English terms dictionary
Lucĭfer [1] — Lucĭfer (Luzifer), lat. Übersetzung des griechischen Phosphoros, »Lichtbringer«, der Abend und Morgenstern; bei den Kirchenvätern auf Grund der Stellen Jes. 14, 12 und Luk. 10, 18 der Fürst der Finsternis, da man dort eine Hindeutung auf den Fall … Meyers Großes Konversations-Lexikon