-
21 cheese
-
22 cringe
v. terugdeinzen, terugspringen, inkrimpen; zich vernederen[ krindzj]1 ineenkrimpen ⇒ terugdeinzen, terugschrikken♦voorbeelden: -
23 croup
n. kroep; afsluiting van de luchtweg in de keel[ kroe:p] -
24 even
adj. gelijk; effen; even; parallel; quitte; zelfs; precies; kalm, niet snel te irriteren of boos te maken; deelbaar door twee, precies door twee te delen (Wiskunde)--------adv. zelfs--------v. plat maken, recht maken; gelijk makeneven1[ ie:vn] 〈bijvoeglijk naamwoord; evenness〉1 vlak ⇒ gelijk, glad2 gelijkmatig ⇒ kalm, onveranderlijk3 even5 eerlijk♦voorbeelden:2 even breathing • rustige/regelmatige ademhalingan even temper • een evenwichtig humeuran even temperature • een gelijkmatige temperatuureven odds • gelijke kansenbe/get even with someone • 't iemand betaald zettenfirst I was losing, now we're even again • eerst verloor ik, nu staan we weer quitteshe is even with me • ze staat gelijk met mij————————even21 gelijk worden ⇒ glad/effen worden→ even up even up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉————————even3〈 bijwoord〉1 zelfs♦voorbeelden:he doesn't even eat any more • hij eet zelfs niet meershe was unhappy, even weeping • ze was ongelukkig, ja zelfs in traneneven now • zelfs nueven so • maar tocheven then • zelfs toeneven if/though • zelfs al -
25 frog
n. kikker, amfibiën zonder staart met gladde huid en lange achterpoten; decoratieve sluiting op een jas of jacket met een knoop en een lus; elastic harde substantie in de voetzool van een paard; (Beledigende Taal) Fransman[ frog]♦voorbeelden: -
26 go for the jugular
-
27 gorge
n. kloof (nauw en diep); keel; gulzigheid--------v. doorboren, (met de hoorns) spietsen[ go:dzj]♦voorbeelden:my gorge rises at • het komt m'n strot uit, ik heb er tabak van -
28 gullet
n. keelgat; strot[ gullit]♦voorbeelden: -
29 have a frog in one's throat
-
30 haw
interj. saf! (richtingsuitroep voor werkvee)--------n. bes van de haagdoorn (vrucht)--------v. niet ronduit sprekenhaw1[ ho:] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 dierkunde〉 knipvlies ⇒ 〈 in het bijzonder〉 ontstoken knipvlies 〈 derde ooglid bij sommige dieren〉————————haw2〈 werkwoord〉————————haw31 hm ⇒ ahum, hem -
31 his foolish talk makes me cringe
-
32 his voice broke
-
33 kale
n. (boeren)kool, met lange gekrulde bladeren als groente gegeten; ruwe kool, met krullende bladeren; geld (Schotse Slang)[ keel] -
34 knock back
-
35 larynx
-
36 lump
adj. inclusief (bedrag); klonterig--------n. klont, klomp, brok; bult, knobbel; massa, hoop--------v. iets (maar moeten) slikken; over een kam scherenlump1[ lump] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klont ⇒ klomp, brok3 massa ⇒ hoop, boel♦voorbeelden:————————lump2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
37 pharyngeal
-
38 sanguine
adj. hoopvol; rood; blozend[ sænggwin]1 optimistisch ⇒ hoopvol, opgewekt2 blozend ⇒ met een gezonde/rode kleur -
39 stomach
-
40 take someone by the throat
См. также в других словарях:
Keel — Keel, n. [Cf. AS. ce[ o]l ship; akin to D. & G. kiel keel, OHG. chiol ship, Icel. kj[=o]ll, and perh. to Gr. gay^los a round built Ph[oe]nician merchant vessel, gaylo s bucket; cf. Skr. g[=o]la ball, round water vessel. But the meaning of the… … The Collaborative International Dictionary of English
keel — keel·age; keel·boat·man; keel·haul; keel·less; keel; keel·man; keel·son; va·keel; keel·er; keel·hale; … English syllables
Keel — Pays d’origine États Unis Genre musical Heavy metal, Glam Metal Années d activité … Wikipédia en Français
Keel — Datos generales Origen Estados Unidos, Los Ángeles, California … Wikipedia Español
keel — [kiːl] noun on an even keel working smoothly without any sudden changes: • a strategy to put the economyon an even keel * * * keel UK US /kiːl/ noun [C] ● on an even keel Cf. on an even keel … Financial and business terms
Keel — Keel, v. i. [imp. & p. p. {Keeled}; p. pr. & vb. n. {Keeling}.] 1. To traverse with a keel; to navigate. [1913 Webster] 2. To turn up the keel; to show the bottom. [1913 Webster] {To keel over}, to upset; to capsize. [Colloq.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
keel — keel1 [kēl] n. [ME kele < ON kjǫlr < Gmc * kelu < IE base * gel , to swallow > L gula, throat] 1. the chief timber or steel piece extending along the entire length of the bottom of a boat or ship and supporting the frame: it sometimes … English World dictionary
Keel — (k[=e]l), v. t. & i. [AS. c[=e]lan to cool, fr. c[=o]l cool. See {Cool}.] To cool; to skim or stir. [Obs.] [1913 Webster] While greasy Joan doth keel the pot. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Keel — Allgemeine Informationen Genre(s) Hard Rock, Hair Metal Gründung 1984 Auflösung 1989 Neugründung 1998, 2 … Deutsch Wikipedia
keel|er — keel|er1 «KEE luhr», noun. Dialect. 1. a vessel for cooling liquids. 2. a shallow tub for various purposes. 3. a shallow box used in dressing mackerel. ╂[< keel5 + er1] keel|er2 «KEE luhr», noun. British. a sailboat having a keel rather than a … Useful english dictionary
Keel — Keel, n. A brewer s cooling vat; a keelfat. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English