-
1 dom
heerschappij, gezag, beheersing, controledom (dominion) -
2 domination
n. overheersing, heerschappij[ domminneesjn]♦voorbeelden:the Spanish domination of/over Latin America • de Spaanse heerschappij over Latijns-Amerika -
3 dominion
n. domein, rijk; heerschappij, macht[ dəminniən]1 domein ⇒ (grond)gebied, rijk♦voorbeelden:♦voorbeelden:under his dominion • in zijn macht -
4 rule
n. wet; regel; heerschappij; liniaal; omgangsvorm--------v. beslissen; beheren; regeren; liniërenrule1[ roe:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 gewoonte ⇒ gebruik, regel4 regering ⇒ bewind, bestuur♦voorbeelden:1 rules of the road • verkeersregels/codeaccording to/by rule • volgens de regels, stipt2 as a rule • gewoonlijk, in het algemeenrule of thumb • vuistregel, natte vingerwerkbend/stretch the rules • soepel zijn, iets door de vingers zien————————rule21 heersen ⇒ regeren, de zeggenschap hebben2 een bevel uitvaardigen ⇒ bepalen, verordenen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 beslissen ⇒ bepalen, bevelen♦voorbeelden:2 rule something out • iets uitsluiten, iets voor onmogelijk verklarenrule something off • iets aflijnen, eindstreep trekken -
5 sway
n. zwaai; heerschappij, macht, overwicht, invloed--------v. slingeren, zwaaien, schommelensway1[ swee] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 invloed ⇒ druk, overwicht, dwang♦voorbeelden:bear/hold sway • de scepter zwaaien————————sway2♦voorbeelden:1 sway to the music • deinen/wiegen op de maat van de muziekII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 yoke
n. juk, heerschappij; koppeling; schouderblok met tuig (voor trekdieren); onderdrukking; balans/brug/magneetjuk--------v. onder het juk brengen; in/voorspannen; koppelen, verbindenyoke1[ jook] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.2 ook yoke〉2 koppel ⇒ span, paar♦voorbeelden:pass/come under the yoke • zich onderwerpenthrow off the yoke • in opstand komen tegen de dwingelandij2 three yoke of oxen • drie juk/stel ossen————————yoke2〈 werkwoord〉1 onder een/het juk brengen ⇒ jukken, in/voorspannen♦voorbeelden:yoke someone to another • iemand aan een ander koppelen -
7 bureaucracy
n. bureaucratie1 bureaucratie ⇒ heerschappij van ambtenaren, ambtenarij; ambtenarenapparaat -
8 crown
n. koninklijke kroon; decoratief hoofddeksel; hoofdkrans; bovenste gedeelte van hoofd; top, hoogtepunt; personificatie; gedeelte van de tand boven het tandvlees; kunstmatige kroon op tand of kies; vroeger Engels muntstuk--------v. kronencrown1[ kraun] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (blader/bloem)krans2 〈 vaak Crown〉 (konings)kroon ⇒ 〈 figuurlijk, steeds met the〉 vorstelijke macht/heerschappij; regering; 〈Brits-Engels; juridisch〉 openbare aanklager4 〈 benaming voor〉hoogste punt/bovenste gedeelte ⇒ (hoofd)kruin; boomkroon/kruin; (heuvel)kam/kruin; corona, kroon 〈van tand/kies, ook als prothese〉, jacket(kroon); kroon 〈 van edelsteen〉♦voorbeelden:succeed to the crown • op de troon komen————————crown2〈 werkwoord〉1 kronen2 bekronen ⇒ belonen, eren3 kronen ⇒ de top vormen/bedekken van, sieren4 voltooien ⇒ (met succes) bekronen, de kroon op het werk vormen/zetten♦voorbeelden:1 crowned heads • gekroonde hoofden, regerende vorstencrowning touch • klap op de vuurpijl -
9 czarist
adj. tsaar (van russisch koningschap voor de revolutie)--------n. aanhanger van tsarendom (heerschappij van tsaren-russische koningen voor de revolutie)→ tsarist tsarist/ -
10 dominion of/over the world
dominion of/over the world -
11 flag
n. vlag; vloertegel; iris; (in computers) vlaggetje, een geheugen vak dat booleaanse informatie bevat; veertjes aan een kippenpootje--------v. bevlaggen; seinen (met vlaggen), doen stoppen; bevloeren, beleggen (met vloerstenen), mat hangen, verslappen, verflauwen, kwijnenflag1[ flæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 lis(achtige) ⇒ lisbloem, lisdodde♦voorbeelden:1 〈 scheepvaart〉 flag of convenience • goedkope vlag 〈die financiële voordelen biedt; voornamelijk van Panama, Liberia〉flag of truce • witte vlagput the flag out • de vlag uitsteken, iets vierenunder the flag (of) • onder de heerschappij/voogdij (van)————————flag2I 〈onovergankelijk werkwoord; flagged〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 met vlaggen versieren/markeren2 doen stoppen (met zwaaibewegingen) ⇒ aanhouden, aanroepen♦voorbeelden:flag down a train • een trein doen stoppen (door te zwaaien) -
12 mastership
-
13 plutocracy
n. regering van de rijken, de stand van de rijken, Plutokratie[ ploe:tokrəsie] 〈meervoud: plutocracies〉 -
14 raj
n. periode van het Engelse bewind over het Indiaanse subcontinent tussen de jaren 1757-1947[ ra:dzj] 〈Indisch-Engels; geschiedenis〉1 bestuur ⇒ heerschappij, soevereiniteit -
15 rod
n. Rod (eigen naam)[ rod]4 stang5 stok ⇒ hengel; maatstok♦voorbeelden:3 kiss the rod • de roede kussen, zich aan de straf onderwerpenmake a rod for one's own back • zijn eigen graf delven -
16 sovereignty
n. soevereiniteit, zelfbeschikking[ sovrəntie] 〈meervoud: sovereignties〉 -
17 subject to foreign rule
subject to foreign rule -
18 subject
adj. ondergeschikt; heeft de neiging--------n. onderwerp; vak; onderdaan--------v. onderwerpen; openbaren; overbrengensubject1[ subdzjikt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 (studie)object ⇒ studiegebied, (leer)vak♦voorbeelden:wander from the subject • van het onderwerp afwijken/afdwalenon the subject of • omtrent, aangaande, over————————subject2[ subdzjikt]♦voorbeelden:subject to foreign rule • onder vreemde heerschappijsubject to the laws of nature • onderworpen aan de wetten van de natuurII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 onderhevig ⇒ blootgesteld, vatbaar♦voorbeelden:subject to your consent • behoudens uw toestemmingsubject to contract • afhankelijk van het sluiten van een contract————————subject3♦voorbeelden: -
19 the Spanish domination of/over Latin America
the Spanish domination of/over Latin AmericaEnglish-Dutch dictionary > the Spanish domination of/over Latin America
-
20 throne
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Jan Baptist David — Jean Baptiste David Activités chanoine historien homme de lettres philologue … Wikipédia en Français
Тиле Корнелий-Петр — (Тiеlе, род. в 1830 г.) нидерландский богослов, профессор университета в Лейдене. Напечатал: De godsdienst van Zarathustra (Гарлем, 1864); Vergelijkende geschieden is der Egyp tische en Mesopotamische godsdiensten (Амст., 1869 72); Geschiedenis… … Энциклопедический словарь Ф.А. Брокгауза и И.А. Ефрона
Тиле Корнелий-Петер — I (Tiele, род. в 1830 г.) нидерландский богослов, профессор университета в Лейдене. Напечатал: De godsdienst van Zarathustra (Гарлем, 1864); Vergelijkende geschiedenis der Egyptische en Mesopotamische godsdiensten (Амст., 1869 72); Geschiedenis… … Энциклопедический словарь Ф.А. Брокгауза и И.А. Ефрона
Boelens — Ridder Jacob Andriesz Boelens auf dem Gemälde De geboorte van Christus met de aanbidding der herders vonr Jacob Cornelisz. van Oostsanen aus dem Jahre 1512, Neapel, Museo Nazionale di Capodimonte … Deutsch Wikipedia
Campen [2] — Campen, 1) Jakob van C., Haupt der Wiedertäufer, ging nach deren Vertreibung aus Deutschland nach den Niederlanden, u. Johann Bockold ernannte ihn 1534 zum Bischof von Amsterdam; er wurde 1534 hingerichtet. 2) Thomas van C., s. Thomas a Kempis.… … Pierer's Universal-Lexikon
Blok — Blok, Petrus Johannes, niederländ. Historiker, geb. 10. Jan. 1855 in Helder, studierte in Leiden und wurde dort Gymnasiallehrer, 1884 Professor der Geschichte in Groningen, 1894 der Nationalgeschichte in Leiden. Er schrieb vornehmlich sozial… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Kampen, Nicolas Godfried van — Kampen, Nicolas Godfried van, niederländ. Geschichtschreiber, geb. 15. Mai 1776 in Haarlem, gest. 15. März 1839, ward in Deutschland erzogen und erlernte den Buchhandel; 1816 wurde er Lehrer der deutschen Sprache in Leiden und 1829 Professor der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Leiden [1] — Leiden (Leyden), Stadt in der niederländ. Provinz Südholland, am Alten Rhein, der nicht weit von der Stadt durch einen Kanal in die Nordsee fließt, Knotenpunkt der Linie Rotterdam Amsterdam der Holländischen Eisenbahn, der Linie L. Woerden… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Tiele — Tiele, Cornelis Petrus, niederländ. Theolog, geb. 16. Dez. 1830 in Leiden, gest. daselbst 11. Jan. 1902, wurde 1856 Prediger in Rotterdam, 1873 Seminardirektor der Remonstranten in Leiden und 1877 Universitätsprofessor daselbst. Er schrieb: »De… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Vries — Vries, 1) Jan Fredeman de, niederländ. Maler, geb. 1527 in Leeuwarden, gest. nach 1604, war zuerst fünf Jahre lang Lehrling des Glasmalers Reyer Gerritszen in Amsterdam, danach in Mecheln und später in Antwerpen tätig, wo er 1549 an der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Tiele — Tiele, Cornelis Petrus, niederländ. reform. Theolog, geb. 16. Dez. 1830 zu Leiden, 1877 Prof. an der Universität, gest. 11. Jan. 1902 das.; Hauptwerke: »Geschiedenis van de godsdienst tot aan de heerschappij der wereldgodsdiensten« (1876; deutsch … Kleines Konversations-Lexikon