-
1 simulé
-
2 деланный
gemaakt, geaffecteerd, geveinsd -
3 лицемерный
gehuicheld, geveinsd, schijnheilig, huichelachtig, hypocriet -
4 лицемерный
adj1) gener. averechts, dubbelhartig, bigot, farizees, geveinsd, gluiperig, huichelachtig, hypocriet, schijnheilig2) liter. jezuietisch -
5 притворный
-
6 counterfeit
adj. vals, vervalst--------n. vervalsen--------v. vervalsencounterfeit1[ kauntəfit] 〈zelfstandig naamwoord; bijvoeglijk naamwoord〉————————counterfeit2〈 werkwoord〉 -
7 disingenuous
adj. onoprecht, geveinsd[ dissindzjenjoeəs] 〈 disingenuousness〉 -
8 mimic
adj. mimisch, nabootsend; nagebootst; geveinsd, schijn, onecht--------n. na-aper--------v. nabootsen, nadoen; na-apenmimic1[ mimmik] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mimic2〈bijvoeglijk naamwoord; mimically〉1 mimisch♦voorbeelden:————————mimic3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
9 pretended
-
10 sham
adj. namaak-, imitatie-, vals--------n. schaamte, schande; pech--------v. veinzen, voorwenden; simuleren, doen alsof, zich aanstellensham1[ sjæm] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 veinzerij ⇒ komedie, schijn(vertoning), bedrog♦voorbeelden:1 the promise was a sham • de belofte was maar geveinsd/schijn————————sham21 namaak- ⇒ imitatie-, vals2 schijn- ⇒ gesimuleerd, pseudo-♦voorbeelden:————————sham3〈 shammed〉1 doen alsof ⇒ veinzen, simuleren♦voorbeelden:he's only shamming • hij doet maar alsofII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 the promise was a sham
de belofte was maar geveinsd/schijn -
12 feignedly
adv. op vervalste manier; geveinsd; op huichelachtige wijze -
13 artificiel
artificiel [aartiefiesjel]2 geforceerd ⇒ onnatuurlijk, gekunsteld, gemaakt= artificielle; adj1) kunstmatig2) geforceerd, onnatuurlijk, geveinsd -
14 commande
commande [kommãd]〈v.〉1 bestelling ⇒ order, opdracht2 besturing ⇒ aandrijving, bediening♦voorbeelden:ouvrage de commande • werk in opdrachtsur commande • op bestelling, op bevelcommande à distance • afstandsbedieningvoiture à double commande • auto met dubbele bediening, lesautoprendre les commandes • het stuur overnemenenthousiasme de commande • geveinsd enthousiasme→ levierf1) bestelling, opdracht2) besturing, bediening -
15 feint
feint [fẽ, fẽt]1 geveinsd ⇒ voorgewend, gesimuleerd♦voorbeelden:adj1) geveisd, voorgewend2) geïmiteerd [bouwkunde] -
16 forcé
force1 [fors]〈v.〉1 kracht2 sterkte3 vermogen ⇒ intelligentie, wilskracht4 dwang ⇒ geestelijke druk, invloed, noodzaak♦voorbeelden:force centrifuge • middelpuntvliedende krachtredonner des forces • nieuwe energie gevenreprendre ses forces • weer op krachten komen, aansterkenà bout de force • aan het eind van zijn krachtenà la force du poignet • geheel op eigen krachtdans la force de l'âge • in de kracht van zijn levendans toute la force du terme • in de volle betekenis van het woordcrier de toutes ses forces • uit alle macht schreeuwenne pas être de force • niet tegen zijn tegenstander opgewassen zijnêtre de la même force • aan elkaar gewaagd zijn, van dezelfde (speel)sterkte zijnprendre de force • met geweld innemen, verkrachtenfaire force de rames • uit alle macht roeiennager en force • op kracht zwemmenfaire force sur • druk uitoefenen opforce d'une barre • sterkte van een staafforce du son • geluidssterkteforce de l'esprit • intellectueel vermogenforce d'inertie • traagheidc'est une force de la nature • het is een ijzersterk, oergezond iemandles forces vives du pays • het productieve deel van de bevolkingcela ne fait pas ma force • dat is niet mijn sterkste kantpar la force des choses • onder druk van de omstandighedenla force de l'évidence • een overduidelijk bewijsavoir force de loi • kracht van wet hebbenmesure de force • dwangmaatregelsituation de force • machtspositie(un cas de) force majeure • overmachtvouloir qc. à toute force • iets per se willenpar force • noodgedwongenpar la force de l'habitude • (uit) de macht der gewoonteforce de frappe • kernmachtles forces de terre, de l'air et de mer • de strijdkrachten ter land, ter zee en in de lucht〈 meervoud〉 forces armées • krijgsmacht, strijdkrachten〈 meervoud〉 forces navales • marine, zeemachtla force publique • de sterke arm, politie(macht)en force • met groot machtsvertoonà force de bras • met de kracht van de armense tuer à force de travailler • zich doodwerken————————force2 [fors]adj1) geforceerd, gedwongen2) geveinsd, niet echt3) overdreven -
17 dissimulé
dissimulé [diesiemuulee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 geveinsd ⇒ achterbaks, huichelachtig♦voorbeelden: -
18 enthousiasme de commande
Dictionnaire français-néerlandais > enthousiasme de commande
-
19 insincère
-
20 skenhelig
1) gehuicheld2) huichelachtig3) geveinsd
Страницы
- 1
- 2