-
1 geratel
-
2 geratel
1 [het ratelen] rattle, rattling ⇒ clatter2 [het snel spreken] rattle, rattling ⇒ chatter(ing) -
3 geratel
бряцание; тарахтение; перестук* * *сущ.общ. бряцание, грохот, стук, треск -
4 geratel
n. rattle, clatter, clank -
5 geratel
• rattling -
6 clangour
n. gekletter, gerinkel, geratel; oproer -
7 грохот
geraas, gebulder, donderen, geratel -
8 бряцание
ngener. gekletter, geratel, gerinkel -
9 грохот
n1) gener. gebulder, fanfare, gedaver, gedonder, gehamer, geraas, geratel, gerol, geschetter, gestommel, geweld, herrie2) eng. zeef -
10 стук
-
11 треск
ngener. krak, ratel, knal, knap, kraak, geknetter, gekraak, geratel, knak -
12 clank
n. gerinkel, gekletter--------v. (laten) rinkelenclank1[ klængk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 metaalgerinkel ⇒ gekletter, geratel, gerammel————————clank2〈 werkwoord〉1 (laten) rinkelen ⇒ rammelen (met), (laten) ratelen -
13 clickety-click
-
14 patter
n. gemompel; getrippel, geluid van voetstappen; gebabbel; slang--------v. snateren; kletterenpatter1[ pætə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:salesman's patter • verkoperstaaltje————————patter2〈 werkwoord〉1 ratelen2 kletsen -
15 peal
n. geratel; geruis; donderslag--------v. ratelen; bellenpeal1[ pie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a peal of thunder • een donderslag————————peal2〈 werkwoord〉1 luiden2 galmen ⇒ (doen) ken, luid verkondigen♦voorbeelden: -
16 rattle
n. rammelaar, ratel; gekletter--------v. rammelen, ratelen; van streek brengenrattle1[ rætl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————rattle21 rammelen ⇒ ratelen, kletteren♦voorbeelden:¶ rattle through something • iets afraffelen, iets gauw afmakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 heen en weer rammelen ⇒ schudden, rinkelen/rammelen met2 afraffelen ⇒ opdreunen, aframmelen -
17 send
v. zenden; sturen; wegschieten; veroorzaken; eruit laten schieten; uitzenden (v. elektromagnetische straling); plezier doen (spreektaal)♦voorbeelden:♦voorbeelden:send someone after her • stuur iemand achter haar aan→ send away send away/, send down send down/, send for send for/, send off send off/, send out send out/♦voorbeelden:send someone to his death • iemand de dood injagen/insturenthe fire sent me looking for a new house • door de brand moest ik omzien naar een ander huisshe sends her love • je moet de groeten van haar hebbensend ahead • vooruit sturen3 Heaven send that • de hemel/God geve datsend pestilence • verderf zaaienthe news sent us into deep distress • het nieuws bracht diepe droefenis bij ons teweeg -
18 this rattle sends me crazy
-
19 cliquetis
-
20 crécelle
Страницы
- 1
- 2