-
1 frost
n. vorst; rijp; koude; iets wat niet slaagt (spreektaal)--------v. met rijp bedekt worden, doodvriezen; glaceren (cake); matteren (glas, metaal)frost1[ frost] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a late frost • een late vorstperiode————————frost2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 berijpen♦voorbeelden:1 frosted over • berijpt, met ijsbloemen bedektfrosted lamp • matte (gloei)lamp -
2 frost
vorst -
3 frost bite
koudvuurblaren (door koude veroorzaakt) -
4 frost-free
vorstbestendigvorstvrij -
5 frost-proof
vorstbestendigvorstvrijvriesvrij -
6 frost-resistant
vorstbestendigvorstvrij -
7 a late frost
-
8 blossom touched by the frost
-
9 ground frost
ground frost -
10 jack Frost
-
11 sharp frost
-
12 the frost broke
het hield op met vriezen, het ging dooien -
13 there was five degrees of frost
-
14 keen frost
doordringende kou -
15 danger of frost
vorstgevaar -
16 no-frost refrigerator
koelkast met automatische ontdooier -
17 to frost
matteren -
18 break
n. onderbreking; doorbraak; pauze; inbraak; kans; wijziging; (in computers) overbrugging, stoppen en starten van een nieuw deel in een document--------v. breken; stuk slaan; verbreken; inbreken; stoppen, aflastenbreak1[ breek]♦voorbeelden:there was a break in the weather • het weer sloeg omwithout a break • onophoudelijk, zonder te stoppen4 bad break • pech, tegenvallerlucky break • geluk, meevallergive someone a break • iemand een kans geven (om zichzelf te bewijzen), iemand een plezier doen→ clean clean/♦voorbeelden:2 break of day • dageraad, ochtendgloren————————break23 pauzeren♦voorbeelden:his voice broke • hij kreeg de baard in zijn keelthe box broke open • de doos barstte open2 break free/loose • ontsnappen, losbreken4 the frost broke • het hield op met vriezen, het ging dooienbreak into a gallop • plotseling gaan galopperenbreak forth • uitbarsten, losbarsten 〈 in woede〉break into a tenner • een briefje van tien aanbrekenthis extra work breaks into my evenings • dit extra werk slokt mijn avonden opbreak over • overheen golven, overheen spoelen→ break away break away/, break down break down/, break in break in/, break off break off/, break out break out/, break through break through/, break up break up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 break a blow • een klap opvangen/brekenbreak camp • het kamp opbrekenbreak cover • uit de schuilplaats komenbreak someone of a habit • iemand een gewoonte aflerenbreak the law • de wet overtreden/brekenbreak a path/way • een weg banenbreak prison/jail • uitbrekenbreak a record • een record verbeteren/brekenbreak a strike • een staking breken -
19 defrost
v. ontdooien[ die:frost]♦voorbeelden:1 defrost the refrigerator/windscreen • de koelkast/voorruit ontdooien -
20 defroster
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Frost — is the solid deposition of water vapor from saturated air. It is formed when solid surfaces are cooled to below the dew point of the adjacent air. [cite web |url=http://www.weatherquestions.com/What causes frost.htm |title=What causes frost?… … Wikipedia
Frost — (fr[o^]st; 115), n. [OE. frost, forst, AS. forst, frost. fr. fre[ o]san to freeze; akin to D. varst, G., OHG., Icel., Dan., & Sw. frost. [root]18. See {Freeze}, v. i.] 1. The act of freezing; applied chiefly to the congelation of water;… … The Collaborative International Dictionary of English
Frost — [frɔst], der; [e]s, Fröste [ frœstə]: Temperatur unter dem Gefrierpunkt: draußen herrscht strenger Frost. Zus.: Dauerfrost, Nachtfrost. * * * Frọst 〈m. 1u〉 1. Temperatur unter dem Gefrierpunkt sowie die dabei auftretenden Vorgänge, z. B.… … Universal-Lexikon
frost´i|ly — frost|y «FRS tee, FROS », adjective, frost|i|er, frost|i|est. 1. cold enough for frost; freezing: »a frosty morning. 2. covered with frost; consist … Useful english dictionary
frost|y — «FRS tee, FROS », adjective, frost|i|er, frost|i|est. 1. cold enough for frost; freezing: »a frosty morning. 2. covered with frost; consist … Useful english dictionary
Frost — Sm std. (8. Jh.), mhd. vrost, ahd. frost, as. frost Stammwort. Aus wg. * frusta m. Frost , auch in ae. frost; vergleichbar ist weiter anord. frost n. Abstraktum zu frieren. Adjektiv: frostig; Verb: frösteln. Ebenso nndl. vorst, ne. frost.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
frost up — ˌfrost ˈover ˌfrost ˈup [intransitive/transitive] [present tense I/you/we/they frost over he/she/it frosts over … Useful english dictionary
Frost — Frost, TX U.S. city in Texas Population (2000): 648 Housing Units (2000): 250 Land area (2000): 1.131297 sq. miles (2.930045 sq. km) Water area (2000): 0.005027 sq. miles (0.013021 sq. km) Total area (2000): 1.136324 sq. miles (2.943066 sq. km)… … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Frost* — en 2008 Pays d’origine … Wikipédia en Français
frost — [frôst, fräst] n. [ME < OE forst, frost (akin to Ger frost) < pp. base of freosan (see FREEZE) + t (Gmc * ta), nominal suffix] 1. a freezing or state of being frozen 2. a temperature low enough to cause freezing 3. the icy crystals that… … English World dictionary
Frost — Frost, v. t. [imp. & p. p. {Frosted}; p. pr. & vb. n. {Frosting}.] 1. To injure by frost; to freeze, as plants. [1913 Webster] 2. To cover with hoarfrost; to produce a surface resembling frost upon, as upon cake, metals, or glass; as, glass may… … The Collaborative International Dictionary of English