-
1 frostbite
-
2 deadlock
n. bevriezing, stilstand; impasse--------v. op een dood punt komen, in een impasse gerakendeadlock♦voorbeelden: -
3 freeze
n. vorst, vorstperiode--------v. vriezen; doen bevriezen, invriezen, bevriezenfreeze1[ frie:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————freeze21 vriezen♦voorbeelden:1 bevriezen ⇒ dood/kapotvriezen, vastvriezen♦voorbeelden:frozen with fear • verstijfd van angstfreeze to death • doodvriezenshe froze (up) at the remark • ze verstijfde bij het horen van de opmerkingthe actors froze up • de acteurs waren verlamd (van de zenuwen)4 do strawberries freeze well? • kun je aardbeien makkelijk invriezen?I am freezing/I am frozen • ik zie blauw van de kou♦voorbeelden: -
4 frost
n. vorst; rijp; koude; iets wat niet slaagt (spreektaal)--------v. met rijp bedekt worden, doodvriezen; glaceren (cake); matteren (glas, metaal)frost1[ frost] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a late frost • een late vorstperiode————————frost2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 berijpen♦voorbeelden:1 frosted over • berijpt, met ijsbloemen bedektfrosted lamp • matte (gloei)lamp -
5 refrigeration
-
6 coagulation
n. stolling, bevriezing -
7 congealment
n. bevriezing; stolling; stremming -
8 congelation
n. bevriezing; stolling -
9 cryosurgeon
n. iem. die de operaties verricht onder bevriezing -
10 cryosurgery
n. operatie onder bevriezing -
11 cryosurgical
adj. van operaties onder bevriezing -
12 cryotherapy
n. cryotherapie, behandeling onder bevriezing (in geneeskunde) -
13 dead lock
impasse; bevriezing, stilstand, dood punt -
14 frostbit
v. Vrieswond veroorzaken; bevriezing veroorzaken -
15 gelation
n. gelatinering, gelatinevorming; bevriezing -
16 lyophilization
n. Lyofilisatie (bij bio-chemie- het drogen door middel van bevriezing bij leegte) -
17 lyophilize
v. lyophilisatie uitvoeren (in biochemie-het drogen d.m.v. bevriezing in vacuüm)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский