-
81 nark
n. drugspeurder, rechercheur van de drugbrigade, regeringsofficier die op de naleving van beperkingen op illegale drugs toeziet; tipgever, politiespion (Engels gebruik); vervelend iemand, lastigvallend persoon (Australisch gebruik)nark1————————nark2〈 Brits-Engels〉♦voorbeelden:1 stop narking! • hou op met dat gezeur!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
82 presence
n. aanwezigheid; voordracht, optreden; verschijnen[ prezns]4 geest ⇒ bovennatuurlijk iemand/iets♦voorbeelden:make one's presence felt • duidelijk laten merken dat men er is -
83 qualm
n. onbehaaglijk gevoel; scrupule; spijt; twijfel; zwakte; misselijkheid[ kwa:m, kwo:m] 〈 vaak meervoud〉1 (gevoel van) onzekerheid ⇒ ongemakkelijk/onbehaaglijk gevoel♦voorbeelden:he felt no qualms about inviting himself • hij had er geen moeite mee zichzelf uit te nodigen -
84 queer
adj. vreemd; raar; naar gevoel hebbend; geschift; homosexueel--------n. homosexueel; rare; vreemd mens--------v. (het voor een ander) bederven; in gevaar brengenqueer1————————queer2〈bijvoeglijk naamwoord; queerness〉1 vreemd ⇒ raar, zonderling♦voorbeelden:¶ 〈 ook queer street, voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 be in Queer Street • in moeilijkheden zitten; 〈 in het bijzonder〉 schulden hebben————————queer3 -
85 rotten
adj. rot, verrot; bedorven[ rotn] 〈 rottenness〉1 rot ⇒ verrot, bedorven♦voorbeelden:¶ 〈Brits-Engels; geschiedenis, politiek〉 rotten borough 〈stad met weinig/geen stemgerechtigden, maar toch met de macht een parlementslid te kiezen〉 -
86 set apart
terzijde leggen, reserverenset apart♦voorbeelden: -
87 some
adj. enige, enkele; iets; bepaald; serieus (i.d. spreektaal)--------adv. op een speciale manier; heel veel (i.d. spreektaal)--------pron. enkele, sommigesome1[ sum] 〈 voornaamwoord〉1 wat ⇒ iets, enkele(n), sommige(n), een aantal♦voorbeelden:some say so • er zijn er die dat zeggen————————some22 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 enigszins ⇒ een beetje; 〈 ironisch〉 geweldig, formidabel♦voorbeelden:he was annoyed some • hij was een tikje geïrriteerd————————some3♦voorbeelden:some day I'll know • ik zal het ooit wetensome plumber he is! • wat een klungelaar van een loodgieter! -
88 thrill
n. beving, siddering--------v. opwindenthrill1[ θril] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beving ⇒ golf van ontroering/opwinding♦voorbeelden:————————thrill22 huiveren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
89 touch
n. aanraking; contact; tikje; trekje; aanslag--------v. aanraken; betreffen--------zes punten in Amerikaanse voetbal verkregen bij het treden in het gebied van de tegenstander als de bal vastgehouden wordttouch (touchdown)touch1[ tutsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 toets ⇒ stijl, manier♦voorbeelden:it will break at a touch • het breekt zodra men het aanraaktbe/keep in touch with • contact/voeling hebben/onderhouden metbe out of touch with • geen contact/voeling (meer) hebben metlose touch with • uit het oog verliezenwithin touch of • binnen bereik vanhave a touch of the tarbrush • enig neger/indianenbloed hebbennot the least touch of • niet het minste beetjegive/put the final/finishing touch(es) to something • de laatste hand leggen aan ietslose one's touch • achteruitgaan, het verleren¶ play at touch • krijgertje/tikkertje spelen————————touch2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:you haven't touched your meal • je hebt nog geen hap gegetentouch a topic • een onderwerp aanroerenblossom touched by the frost • door de vorst aangetaste bloesemnothing will touch those stains • niets kan deze vlekken wegkrijgenthe matter touches him closely • de zaak is van groot belang voor hem6 the thermometer touched 50° • de thermometer liep tot 50° opnothing can touch his talent • niets kan zijn talent evenarentouch someone for a fiver • iemand vijf pond aftroggelen7 touch in • bijtekenen/schilderen -
90 toward
prep. naar; jegens♦voorbeelden:she lives out toward the convent • ze woont op de weg naar het kloostershe turned toward Mary • ze keerde zich naar Mary toeher window faced toward the sea • haar raam keek uit op de zeehe walked toward the signpost • hij ging op de wegwijzer afwe're saving toward buying a house • we sparen met het oog op de aankoop van een huis4 toward six thousand people watched the match • bijna zesduizend toeschouwers woonden de wedstrijd bij -
91 underfelt
n. ondertapijt, viltpapier onder vloerbedekking (Brits-Engels)[ - felt] -
92 veldt
n. grasvlakteveldt, veld -
93 want
n. wil; gebrek; tekort; armoede; in armoede leven; behoefte--------v. willen, wensen; zijn zonder -; missen; arm zijnwant1[ wont]1 behoefte♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————want2♦voorbeelden:he does not want for anything/wants for nothing • hij heeft niets te kortII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 te kort/niet hebben ⇒ missen4 nodig hebben ⇒ vergen, vereisen♦voorbeelden:I want you to do it • ik wil dat jij het doetwant nothing to do with • niets te maken willen hebben metI do not want to do it • ik wil het niet doen5 wanted, experienced mechanic • gevraagd: ervaren monteurwanted by the police (for a crime) • gezocht door de politie (voor een misdaad) -
94 bolt from the blue
onverwachtse en schokkende verrassing of gebeurtenis (bv. "She had been working in the company for twenty years, so when she quit, it must have felt like a bolt from the blue")
См. также в других словарях:
felt n — felt pt … English expressions
Felt — bezeichnet: Felt (Band), englische Indiepop Band der 1980er Jahre Felt (Duo), ein amerikanisches Hip Hop Duo Felt bicycles, US amerikanischer Fahrradhersteller Felt ist der Familienname von: Dorr Felt (1862–1930), Erfinder des Comptometers… … Deutsch Wikipedia
Felt — Felt, n. [AS. felt; akin to D. vilt, G. filz, and possibly to Gr. ? hair or wool wrought into felt, L. pilus hair, pileus a felt cap or hat.] 1. A cloth or stuff made of matted fibers of wool, or wool and fur, fulled or wrought into a compact… … The Collaborative International Dictionary of English
felt — felt1 [felt] n. [ME < OE, akin to Ger filz, Du filt (basic sense, “cloth made by pounding or beating”) < IE base * pel , to beat, strike > L pellere, to beat, drive] 1. a fabric of wool, often mixed with fur or hair or with cotton, rayon … English World dictionary
felt — n. nonwoven fabric produced by matting fibers together by heat and pressure v. make into felt; upholster in felt, cover with felt adj. touched, sensed; made of felt material, of felt fɪËl n. touch; sense; emotion; act of feeling; sense of… … English contemporary dictionary
Felt — Felt, v. t. [imp. & p. p. {Felted}; p. pr. & vb. n. {Felting}.] 1. To make into felt, or a feltike substance; to cause to adhere and mat together. Sir M. Hale. [1913 Webster] 2. To cover with, or as with, felt; as, to felt the cylinder of a steam … The Collaborative International Dictionary of English
Felt — Pays d’origine Royaume Uni Genre musical Indie pop Années d activité 1979 1989 … Wikipédia en Français
Felt — Racing LCC Год основания 2001 Основатели Джим Фелт, Билл Дьюринг, Майкл Мулльманн Отрасль Производство велосипедов Продукция Велосипеды … Википедия
Felt — Felt, imp. & p. p. or a. from {Feel}. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
felt — [felt] noun [U] I a thick soft cloth made from wool, hair, or fur fibres that have been rolled and pressed flat II felt the past tense and past participle of feel I … Dictionary for writing and speaking English
felt — [1] ► NOUN ▪ cloth made by rolling and pressing wool or another suitable textile accompanied by the application of moisture or heat, which causes the fibres to mat together. ► VERB 1) mat together or become matted. 2) cover with felt. ORIGIN Old… … English terms dictionary