-
81 roem
3 [kaartspel] meld♦voorbeelden:zijn roem begint te tanen • his fame is beginning to tarnishroem oogsten • reap fameop zijn roem teren • rest on one's laurels -
82 schending
♦voorbeelden:schending van vertrouwen • breach of confidenceschending van de wet • infringement/violation of the law -
83 schoen
1 shoe♦voorbeelden:twee paar schoenen • two pairs of shoeslage/hoge schoenen • shoes, boots〈 figuurlijk〉 de stoute schoenen aantrekken • screw up/pluck up one's couragezijn schoenen aantrekken • put on one's shoeszijn schoenen poetsen • polish one's shoeszijn schoenen uittrekken • take off one's shoesde schoen zetten • put one's shoe next to the chimney, ±hang up one's (Christmas) stockingstevig in zijn schoenen staan • 〈 figuurlijk〉 be sure of oneself, stand firmik zou niet graag in zijn schoenen willen staan • I wouldn't like to be in his shoesnaast zijn schoenen lopen van verwaandheid • be too big for one's bootszonder schoenen • without shoes〈 spreekwoord〉 wie de schoen past, trekke hem aan • if the cap/shoe fits, wear it〈 spreekwoord〉 men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft • don't pour out the dirty water before you have clean -
84 strijder
strijder, strijdster♦voorbeelden: -
85 strijken
1 [zich laten gladmaken] iron♦voorbeelden:met de eer gaan strijken • carry off the palm/take the credit (for)2 [(textiel) gladmaken] iron♦voorbeelden:1 [met een strijkende beweging verplaatsen/veranderen] smooth, spread ⇒ brush3 [bespelen] bow♦voorbeelden:kreukels uit het papier strijken • smooth (creases out of) the paper -
86 toekomen
1 [toebehoren] 〈 behoren aan〉 belong to ⇒ 〈 verschuldigd zijn〉 be due, 〈 recht hebben op〉 be entitled to4 [toezenden] send♦voorbeelden:hij kreeg meer dan hem toekwam • he got more than his due/he deserved -
87 twijfelachtig
-
88 vereren
♦voorbeelden:2 iemand met een bezoek vereren • do someone the honour of visiting him/her -
89 vieren
♦voorbeelden:2 een gevierd man • a celebrated/an acclaimed man -
90 voorbehouden
1 reserve♦voorbeelden:hij behield zich (het recht) voor, daarop terug te komen • he reserved the right to come back to that -
91 woord
1 word♦voorbeelden:1 in woord en beeld • in pictures and text, with an illustrated description (of)een woord van dank • a word of thanksop mijn woord van eer • on my word of honourmet andere woorden • in other wordsgevleugelde woorden • winged/famous wordsgeen goed woord voor iets over hebben • not have a good word to say about somethingzij heeft maar een half woord nodig • she can take a hint〈 figuurlijk〉 het hoge woord moest eruit • the truth had to be told/come out, he 〈enz.〉 had to come out with ithij moet altijd het laatste woord hebben • he always has to have the last worddaarover is het laatste woord nog niet gesproken • 〈 daar horen we nog meer over〉 we haven't heard the last of that; 〈 dat is nog niet beslist〉 I haven't had my final say in the matterhet verlossende woord spreken • save the situation (by saying something)vieze woorden • dirty words, four-letter wordsiemand aan zijn woord houden • keep/hold someone to his word/promisehet woord doen • do the talkinghet woord geven aan • hand/give the floor over tozijn woord geven • give one's wordiemand de woorden uit de mond halen • take the words right out of someone's mouthzijn woord houden • keep/be as good as one's wordhet woord is aan u/u hebt het woord • the floor is yours/you have the flooriemand de woorden in de mond leggen • put words into someone's mouthhet woord tot iemand richten • address/speak to someoneiemands woorden verdraaien • twist someone's wordshet woord voeren • speak, be/act as spokesperson/spokesmanlaten we er geen woorden meer aan vuilmaken • we'll say no more about itniet veel/geen woorden aan/over iets vuilmaken • not waste words/one's breath on somethingzijn woorden (op een goudschaaltje) wegen • weigh/choose one's words (carefully)iemand aan het woord laten • allow someone to/let someone finish (speaking/talking)niet in woorden uit te drukken • beyond words, defying descriptionin woord en geschrift • in speech and in writing/printmet geen woord over iets reppen • not say/breathe a word about somethingmet/in één woord • in a word, in sum/shortiets onder woorden brengen • put something into wordsik geloof u op uw woord • I take you at your word/your word for itop zijn woorden letten • be careful about what one saysiemand te woord staan • speak to/see someoneniet uit zijn woorden kunnen komen • not be able to express oneself, fumble for wordsiets woord voor woord navertellen • repeat something word for word/verbatimergens geen woorden voor hebben • have no words for somethingdat is geen woord te veel gezegd • that's putting it/things mildlyer geen woord tussen kunnen krijgen • not be able to get a word in (edgeways)met twee woorden spreken • ±be politeze heeft het niet met zoveel woorden gezegd, maar … • she didn't say it in so many words, but …woorden schieten te kort om … • words are not adequate to …; 〈 ook〉 words fail me!
См. также в других словарях:
-eer — is a suffix first recorded in the 17c, replacing an earlier (French) form ier. One of its first occurrences is in mountaineer (first used in Shakespeare s The Tempest, 1610, in the meaning ‘one who lives in the mountains’). In more recent use, it … Modern English usage
EER — may refer to: Energy efficiency ratio, or COP, a measure to assess heat pumps and air conditioners Energy efficiency rating, a score out of six stars applied to housing in the Australian Capital Territory East of England Regiment, a British army… … Wikipedia
-eer — suffix meaning one who (operates, produces, deals in); anglicized form of Fr. ier, from L. arius, iarius; Cf. ARY (Cf. ary) … Etymology dictionary
-eer — [ir] [Fr ier < L arius] suffix 1. forming nouns a) a person or thing that has to do with [auctioneer, mountaineer] b) a person who writes, makes, etc.: sometimes used derogatorily [pamphleteer, profiteer] 2. forming verbs to have to do with… … English World dictionary
EER — abbrev. energy efficiency ratio … English World dictionary
eer — fac·tion·eer; fic·tion·eer; foun·tain·eer; hack·but·eer; jav·e·lin·eer; mis·sil·eer; muf·fin·eer; mu·ni·tion·eer; pag·eant·eer; pi·geon·eer; pis·tol·eer; pon·ton·eer; rev·o·lu·tion·eer·ing; un·ion·eer; car·a·van·eer; EER; auc·tion·eer;… … English syllables
EER — an abbreviation for energy efficiency rating, a U.S. measure of the efficiency of an air conditioner. The EER is computed as the cooling capacity of the unit (in Btu per hour) divided by the electric power consumed (in watts) at a temperature… … Dictionary of units of measurement
EER — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Sigles d’une seule lettre Sigles de deux lettres > Sigles de trois lettres Sigles de quatre lettres … Wikipédia en Français
EER — extended echo ranging … Military dictionary
-eer — noun suffix Etymology: Middle French ier, from Latin arius more at ary one that is concerned with professionally, conducts, or produces < auctioneer > < pamphleteer > often in words with derogatory meaning < profiteer > … New Collegiate Dictionary
EER — See energy efficiency ratio. * * * … Universalium